Verhalen van Ome Willem

Al uw reisverhalen, fotoverslagen die niets met Polen te maken hebben, maar die u wel graag wil delen, mogen hier geplaatst worden
admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr mar 09, 2012 7:30 am

Soms, toch, er is ook een andere benadering, er zijn momenten dat ook ik niet zonder kan, het zou te zwaar, te diep, te enorm worden.

Het was al licht, en al snel stond ik er voor de deur waar een porteuse mij vertelde dat ze om half negen met werken zouden beginnen, dus begon ik, na eerst een kwartiertje te hebben gereden, hier, in Avellino, met een uurtje wachten.

Soms, ach, vaak denk je over iets en tijdens het overdenken zie je in gedachten een hoogte of diepte dat zich niet in woorden laat vangen, een boodschap, noem het een vergezicht, en dan ontkom je er niet aan om datgene wat je vermoed, te maskeren, want er over vertellen blijkt onmogelijk. Toch, net even over achten kon ik vertrekken, en meteen sloeg ik de richting van Salerno op over een kronkelende snelweg dwars door een dicht bevolkt heuvel- en berggebied en het is eigenlijk ongelofelijk hoe die Italiaanse mafkezen dit allemaal zo hebben gebouwd.

Hier en daar, tussen de nevengelegen olijfbomen en wijngaarden stond het koolzaad rijkelijk te bloeien terwijl ook de rose kleuren van de Japanse kers waren te zien, maar verder; een harde wind teisterde de omgeving, palmen bogen zich vanwege de storm, plastic werd overal over de weg geblazen terwijl een lentezon gindse bergen, die overigens nog met de toppen in enorme wolkenketens zaten opgesloten, bescheen. Hoog, hoog in de lucht sloeg de wind onbarmhartig tegen de majestueuze wolken sloeg en zonder enige eerbied ze de zee in dreef.

Lange tijd volgde ik de borden met het opschrift Réggio di Calabria en toen de afstand op de borden minder dan 300 was, sloeg ik af en reed op naar Potenza, reed op, want de weg voert naar grote hoogte. En dit keer voerde de weg ook rechtstreeks de wolken in, een weg met krankzinnige overspanningen over diepe dalen, hier en daar zelf eng om over te rijden, maar uiteindelijk kwam ik aan in Pietragalla, een klein dorpje ten noorden van Potenza en waar de kar vol met macaroni met bestemming Oslo werd geladen. Intussen had hier de wind plaats gemaakt voor dichte mist en er viel regen, veel regen.

Uiteindelijk, om half vier, zat de 20 ton macaroni er in en ik toog herwaarts, door de mist en regen, naar Melfi terwijl ik eens uitrekende hoe goedkoop transport eigenlijk wel is: te goedkoop eigenlijk, want de afstand tot Nederland is 2.000 kilometer en er zijn er bij die dit soort vrachten aannemen voor onder de 2.000 euri en dan kost het vervoer over deze enorme afstand nauwelijks 2,5 cent per pakje van 250 gram, dit, om even een idee te geven dat, ondanks de hoge toltarieven en dure dieselprijzen het vervoer van een product nog steeds niet "duur" te noemen is.

Het leek, of de bergen rondom mij ook mijn meel van gisteren hadden gelezen, want overal bleven ze hardnekkig schuilen achter de wolkenmaskers, tot voorbij Melfi, maar daarna ging het een stuk beter, hier, over de vlakten waar in lang vervlogen tijden Hanibal met zijn olifanten doorheen trok, op weg naar de Alpen.

Weliswaar bleef de regen stromen, maar de mist was achter mij blijven hangen en in Candela nam ik de snelweg richting Napoli. Een half uur later snorde ik langs de stad met de Trajanusboog, de stad die er onder de regenwolken maar triest en droevig bij lag en even daar voorbij sloeg ik de weg naar Telese op om na een uurtje bij Cainello de snelweg naar Rome op de duiken en rond achten kwam ik aan in de rijk verlichte stad waar ik langs de zuidring bij afslag 24 een parkeerplaats en een bikhut vond.

Het zijn maskers die verhullen, een schaamte, omdat je het niet kunt uitdrukken, je houdt je handen als masker voor de ogen, maar o wee! De kenner ziet aan de hand wat er aan de hand is, wie er schuil gaar achter die handen.

Het is de maskarade van de onmogelijke tegenstellingen, zoals de klanken van eeuwige stilte, het licht van de duisternis en woorden spreken met zwijgen, het zien van onzienlijke vergezichten, het valt niet uit te drukken, wordt door onmacht en schaamte overvallen waarvoor een masker nodig is.

Waardoor de waarheid wordt verhult.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr mar 09, 2012 11:36 pm

Het is altijd heel link om uitsluitend af te gaan op slechts uittreksels of commentaren, op wat een ander over iemand schreef.

Vroeg in de morgen verliet in Rome weer, ving, toen ik afsloeg richting Civitavécchia, nog net een glimp op van de grote Sint Pieter, het hoofdkantoor van de Rooms-Katholieken, het Vaticaan en het is niet eens zo heel lang geleden dat haar directe gezag zich over vrijwel heel Italië uitstrekte terwijl haar invloed overal gold.

Verder ging het, over de via Aurelia, de weg genoemd naar een heerser van vóór de Roomse-Katholieke tijd, naar zowat elke heerser, hoe wreed hij ook was, is wel een -lange- weg vernoemd: via Tibertina, via Domitia, of naar de bouwmeester, de via Flaminia, ontwikkeld onder Augustus door Gajus Flaminia en nog vele anderen, maar ten minste één naam ontbreekt, want mij is geen via Nero bekend.

Lezen over arbeid en dan menen wat arbeid is, is een ernstig misverstand, want pas bij het doen van de arbeid, het voelen van de pijn, ontwikkeld zich het noodzakelijke contact met het bestaan; het bestaan dingt dan pas het lichaam binnen.

Lang is de weg langs de kust, er was geen wolkje aan de lucht, een forse aflandige wind deed wederom de palmen wuiven, wederom bloeiende mimosa, gele koolzaadvelden en witte en rose Japanse Kers, maar meerdere lenteboden bleven uit, hoewel: vandaag zag ik de eerste dode muggen op de voorruit. Goed beschouwd was, en is, de Roomse kerk niets anders dan voorzetting van het Romeinse rijk, alleen in een wat ander jasje, want beide gaan gebukt onder dezelfde filosofie, hetzelfde dogma dat luidt: buiten het Romeinse rijk, of buiten de Roomse kerk, geen heil!

In de morgen snorde ik langs het schiereiland Orbetello waar het Koninklijke Porte Ercole ligt en vervolgens, in plaats van de rondweg te rijden, dwars door Grossete om te zien of het er nog net zo rommelig was als weleer, (dat was zo), kachelde verder, langs Folonica en vervolgens ook dwars door Livorno waardoor je via de oude weg een stukje vlak langs de zee komt met een zinderend uitzicht: woeste baren en diverse tankschepen waarop een prangende zon blikte.

Hetzelfde geldt voor uittreksels van grote werken, van meesterwerken die door diepe denkers op schrift werden gesteld. De commentaren zijn slechts een wenk naar de denker zelf en wie dan nalaat de grote werken zelf te bestuderen, zal altijd slechts het mombakkes zien, maar nimmer de gedachte die er achter schuil gaat.

Na Livorno viel het niet mee, louter snelweg, via Pisa, waar ik, op rechts en in de verte, haar karakteristieke scheve toren zag, langs de marmergroeven van Massa en Carara, bij La Spezia de bergen, Rapallo en Genova en vandaar de hoogte in, richting Alexandria, lángs Alexandria, Vercelli, Ivrea en tot slot, eindigende in Aosta vanwaar ik morgen verder ga.

Wie zich niet werkelijk verdiept in het denken en wie nimmer het werk werkelijk, voor langere tijd, gaat doen, voor hem (haar) blijft de werkelijkheid gesloten, onherroepelijk, voor hem (haar) blijft het verhevene, de glans en de zin een blijvend raadsel, zal nimmer ontdekken wat er achter het mombakkes schuil gaat.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo mar 11, 2012 6:54 am

Ondanks intensieve naspeuringen ben ik het deze niet tegengekomen, ja, meer dan drie dagrijzen heb ik afgelegd om het te zien. Maar helaas.

En de terugreis was net iets te lang, zodoende sta ik thans, zes uur voor huis, de door de wijze Europese leiders verordende 24 uur eindeweeksrust te houden wat inhoud dat ik maandag weer eens verder ga.

Van Aosta de reis terug voortgezet, mij niet erg gehaast, nog even met de fiets rondgereden, tot zover de dag vandaag, maar helaas. Deze week ben ik ruim tweeduizend kilometer, en voor dié mensen die, tegen beter kunnen weten in, nog steeds een onwankelbaar geloof hechten aan een ronde aarde, zou dat dan 5 procent van haar omtrek zijn, afgelegd om de lente te verwelkomen, om haar intocht aan te kondigen, maar afgezien van wat bloeiende mimosa, Japanse kersenbloessem en gele koolzaadvelden kwam ik de lente niet tegen; overal blijken alle bladverliezende bomen nog kaal, op die summiere uitzondering tussen Ternie en Rieti na.

En nu, na een dikke vierduizend kilometer sta ik in de buurt van de stad die in de eerste jaren van de vorige eeuw de eerste aankomstplaats werd van een Tour de France etappe buiten Frankrijk.

De jaren gaan tellen, ik voel het, die zes dagen karren, ze waren prachtig, maar ook veeleisend en wellicht zo gek nog niet dat ik die laatste zes uur maandag maar ga doen.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo mar 14, 2012 7:49 pm

Langzaam rijd ik de Rijnstraat uit die na het water tussen de Amstelkade en de Jozef Israëlskade Van Woustraat gaat heten.

Wat heb ik het toch overschat, de geografische kennis van mijn lezers, ik had het niet zo ernstig kunnen bevroeden.

De Jozef Israëlskade werd tijdens de Tweede Wereldoorlog de naam ontnomen en omgekat tot De Tooropkade, maar gelukkig al snel na die tijd, op 18 mei 1945, op mijn pronatale verjaardag, de oorspronkelijke naam teruggegeven, de Van Wou werd genoemd naar klokkengieter Geert van Wou, waarom weet ik niet. Wel dat in die straat een juwelier zat, Vadertje Tijd, en die juwelier had een zoon, Frans, waar ik nog mee in de klas zat terwijl er tegenover café De Vluchtheuvel zit waar darter Co Stompé de kneepjes van het spel leerde.

Onbegrijpelijk, dat zoveel mensen menen de wereld te kennen, denken te weten dat ze rond is, dat ze alles over Afghanistan, Amerika, Irak en weet ik al niet meer menen te weten, maar als het op werkelijke kennis van één bepaald nabij land gaat, opeens blijkt dan dat de topgrafische kennis ver onder het minimum aanvaardbare te zijn.

Links af, de Ceintuurbaan op, een destijds zo voorname winkelstraat, waar bloemist en hofleverancier Kauffman zijn nering hield, de bloemist waar ik in een grijs verleden nog stage liep, de Ceintuurbaan, thans ernstig verpaupert tot ver beneden de c-status, de eens zo glorieuze straat.

Slechts één, één oplosser stuurde een bericht met aanvaardbaar redelijk goede antwoorden, een ander waagde een poging, maar zat er -te- ver naast, en verder: niemand! Niemand! Niemand die Italië kent! Erg, erg, erg! Aan het einde van de Ceintuurbaan ga ik de gracht over, de ene zeide heet de Ruysdaelkade, de gene zijde Hobbemakade, vernoemd naar de schilder Meindert Hobbema, en zo snor ik de straat in vernoemd naar de filantroop Hart, de Roelof Hartstraat in, het Roelof Hartplein op waar huize Lydia staat.

De verdere terugreis verliep voorspoedig, nog de macaroni in de marconistraat te Dordrecht gelost, terug naar Amsterdam en toen was de reis na 4.600 kilometers voltooid zodat ik deze avond weer eens kan schaken nadat in de Rijnstraat even bij de Italiaan wat ben wezen eten. Bij de italiaan ja, en zolang de spaghetti mijn neus nog niet uit komt, zal daar niet veel verandering in komen.

Met de honderd en één- jarige professor betreed ik de schaakzaal, we buigen ons over de borden en na elke zet bekijk ik het nieuwe landschap: als het even kan tracht ik de stukken van mij en die van de tegenstander in een soort laarsvorm te wurmen zodat ik de kaart van Italië voor me zie, Italië, dat ken ik het best, maar soms gaat het anders, komt de kaart van Polen op het bord, vaak een moeilijk door te worstelen partij.

Onder het spelen zie ik allerlei vergezichten, hooggelegen roversnesten, glooiende hellingen en er komt Russisch op het bord terwijl ik met zwart speel en mijn jonge, gewiekste tegenstander met een Lenin-uiterlijk laat mij weinig ruimte, speelt listig als een Breznjew, sterker nog, vanavond blijkt hij sterker en terwijl ik nog droom om met mijn pion in Calabrië te eindigen, zie ik zijn pion eerder de overzijde halen waarna ik het voor gezien houd.

Nadat ik heb de hand had gegeven, sluip ik muisstil door de schaakzaal en zie de Professor in diep gepeins, spelend tegen een tegenstander van alure.

Op staat, zo zie ik door het venster met uitzicht op café Wildschut, is het stil, zo nu en dan schuifelt er een fietser voorbij, de één met, een ander zonder licht.

Onderwijl troost ik mijn verdrietige ziel met het kijken naar de voortzetting van de diverse partijen, verdrietig, niet zozeer omdat ik verloor, maar vanwege het enorme geografische kennisgebrek onder mijn lezers.

En dan nog wel gebrek aan kennis over italië, het enige land waar zelfs het meest lelijke nog mooi is! Zo verglijdt deze avond, straks is de partij van de professor uit en in de auto straks weer een aardige anekdote, over vervlogen politieke kopstukken of over grappige geschiedkundige voorvallen.

Kom, laat ik weer even naar zijn bord lopen.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za mar 17, 2012 6:09 pm

Zo onderhand heeft het er veel van weg dat de o zo als heilig vereerde Europese Unie ongekend absurde elementen in zich bergt, dat bleek deze afgelopen weelk wel weer. Buiten zingen ze, de vogels, deze morgen, de lof de eeuwigheid, ze trekken zich niets aan van het absurde Europa, ze wéten het niet eens! Zoals altijd vliegen zij van oost naar west, een paspoort, hoe jong en klein ze ook zijn, hebben ze niet nodig.

Als metafoor even het volgende: een vrachtauto laadt zestig paletten van elke 100 kilo, thee bijvoorbeeld, want thee is niet zo zwaar, ik reed het menigmaal. De totale lading is dan rond de zes ton en samen met de truck komt dat neer op 22 ton, ruim onder de in Europa toegestane 40 ton totaalgewicht.

Nog steeds zoek ik naar een lente teken. Weliswaar bekleden de krokussen de grasperken met paarse, witte en gele kleuren, en zijn ze de voorboden van wat komen gaat, nochtans botten de bomen niet uit, hoewel, ik meende gisteren toch wel de eerste tekenen, het beginnende botten, te zien bij een witte berk, een statige treurwilg en ook hierachter, de forsythia, ook wel het chinese klokje genoemd, staat op springen.

En nu? Nu heeft het Sanctus Europei een weegschaal verordend, een weegschaal die door de inspectiediensten moeten worden gebruikt en waar elke pallet dient te worden nagewogen. Het bijzondere van de weegschaal is, dat zij elke pallet afrond naar boven toe, naar ten minste 1.000 kilo per stuk en daarbij heeft men in grote wijsheid, wijsheid die het goddelijke te boven gaat, besloten en in dwingende regelgeving omgezet dat gewicht het door de weegschaal geregistreerde gewicht is. Amen.

Duiven, in de verte hoor ik duiven koeren, in samenspel met de zang van mussen, mereld en ander klein grut, ach, wat weten die van gewicht? Met hun samenzang vullen zij de atmosfeer met lichtzingigheid, een genot voor het oor dat zelfs het krassen van een roek verrassend maakt.

Welnu, het voertuig met de thee wordt aangehouden en alles wordt gecontroleerd, de lading er uit en elke pallet nagewogen en deze blijkt uit zestig ton te bestaan, samen met het voertuig dus 76 ton totaalgewicht hetgeen neerkomt op 26 ton gewichtsoverschrijding. De bestuurder én de vervoerder kunnen thans rekenen op een fikse boete. Welkom in Absurdica. Waar? Ja, waar, maar dan anders.

Toch, als je goed oplet, kun je het voorjaar al wel ruiken, niet in de laatste plaats aan de gierlucht die de boeren met de aanvang van het voorjaar door het mestuitrijden veroorzaken, maar ook de merkwaardige kleuren, zo half maart, de zon er schigtig bij, hebben een naar de hemel ruikende geur, een beloftevol aroma, alsof het leven net, weer opnieuw, gekruid werd en bijna uit de over komt, want alle dingen lijken gereed, gereed tot leven, gereed tot ontsprong, gereed jubel, klaar voor opnieuw, de eeuwige wederkeer, de eeuwige wederkeer van De Eeuwige die niet laat varen.

Deze week werd ik er bij bepaald, bepaald dat er een verschil is tussen twee werkelijkheden, een absurde en een werkelijke werkelijkheid. Het was bij de Amsterdamse Rechtbank en ik keek er toch wel van op, want daar werd door een overheidsdienaar uitgelegd dat de Europese wetgever een wet heeft uitgevaardigd waarin is opgenomen dat "..rijtijd is hetgeen het controllemiddel als rijtijd registreert". Dat klinkt, zeker voor een buitenstaander, logisch, maar dat is het niet, want insiders weten, dat de afwijking tussen de geregistreerde rijtijd en de werkelijk gereden rijtijd meer dan 25 procent kan bedragen!

Wel leven dus in Europa in twee werelden! Een geregistreerde werkelijkheid die onwaar blijkt te zijn en een werkelijke werkelijkheid die onwaar wordt verklaart, tesamen dus een onwaar, een onwaarschijnlijk Europa, een wangedrocht, een Ontopia in plaats van Utopia, in optima forma! Nog in de morgen loop ik langs een perkje waar reeds een paar hyacinten bloeien en een zoete bloemengeur prikkelt mijn reuk, de kleuren strelen zalvend mijn oog, en ik begrijp, ik begrijp opeens hoe men het destijds, achter het IJzeren Gordijn, uit heeft kunnen houden.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo mar 21, 2012 3:57 pm

Het is altijd al zo geweest en er zal wel nooit verandering in komen: het kwaad staat bijna altijd aan de kant van de massa en de massa haat zonder oorzaak.

Terwijl ik het voertuig dat enkele dagen bij de garage stond om diverse storingen te laten verhelpen, zoals reparatie van de kachelkraan die alleen nog maar warme lucht de cabine in blies, de vernieuwing van de stuurhutveren en het daklek dichten dat bij nat weer sluiting in de bovendraden veroorzaakte bij de dealer ophaalde, hoorde ik het op de radio.

Massale onderbuikgevoelens jegens één bepaalde bevolkingsgroep komt vooral voort uit onmacht: de werkelijke oorzaak in óf te ingewikkeld, óf niet te traceren. Zo kregen tijdens de middeleeuwen met name de Joden de schuld van de pest: ze zouden de waterbronnen vergiftigen en zo gebeurde het dat duizenden onschuldigen het leven lieten door haat zonder oorzaak.

De route deze week, die voor mij dus pas vandaag begon, is niet bijster spannend, een copie van een paar weken terug, van Amsterdam naar Ems en vandaar even ten zuiden van Lyon.

Je kunt je de merkwaardige vraag stellen of er ooit een partij als P.V.V. zou hebben kunnen bestaan zonder buitenlanders, zonder moslims bijvoorbeeld en wie de zaak zo bekijkt moet wel tot de conclusie komen dat de partij van Wilders zich geheel afhankelijk heeft gemaakt aan buitenlanders: zonder moslims geen Wilders en dat zou voor Wilders toch een uiterst pijnlijke constatering moeten zijn.

Nee, zo heel ver kwam ik niet vandaag, net Luxemburg voorbij en in de buurt van de Douane vond ik een rustplek voor deze nacht, niet ver van de grote weg.

En nu? Nu dreigt de partij uiteen te vallen, als een souflee leeg te lopen, want ene Hero, een tamelijk ijdele en charismatisch mannetje, zei de partij vaarwel en begon voor zichzelf; ik volgde het allemaal op het nieuws.

Nee, zo heel onsympathiek stond ik niet eens tegenover de Wilderspartij: het geeft, naast leven in de politiek, ook vaak wel stof tot nadenken, soms ook wel tegenwicht, zo u wilt, maar helaas blijft en bleef hij hangen bij het effect van de zondebok en dat heeft het meldpunt voor Poolse overlast wel uitgewezen.

Natuurlijk is het zuur dat landgenoten zien dat werk, dat zij eerst deden, wordt overgenomen door, onder meer, Polen, maar ook Hongaren en anderen, vaak voor nauwelijk vier á vijf euro per uur en met name in de transportwereld neemt zulks thans meer dan bizarre vormen aan en wel in vorm van slavernij op de snelweg.

Dan is de zondebok zo gecreeerd, en na "weg met die Polen" is het een klein stapje naar "vernietig die Polen" terwijl juist dié Polen gehaat worden zonder oorzaak.

Echter de oorzaak is veel complexer en ingewikkelder om het met one-liners af te doen en ook een losse Hero zal daar niet veel verandering in brengen.

Geeuwend mijmer ik nog wat na, tracht mij de inzichten te herinneren die ik las bij Renè Girard in wiens boek "De Zondebok" nauwkeurig uit de doeken wordt gedaan hoe dit effect werkt.

De zondebok dient vaak als een soort offer voor de opgelopen en vaak uit de hand gelopen frustraties van onmacht. En vaak worden dat dan natuurlijk slachtoffers.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr mar 23, 2012 5:51 pm

De zon was eerder op, ze won het vanmorgen van mij en haar stralen beschenen reeds duistere uithoeken, uithoeken die vannacht het onrecht hebben gediend, waar misdaad onder de duisterdekking plaats vond.

In de tegenrichting, ikzelf reed Luxemburg uit naar Nancy, stond een lange, lange rij om het kleine landje in te rijden; elke dag stijgt de mensenspiegel in dit landje wel met twintig procent, als het al niet meer is.

Onder louterende zonnestralen liep de temperatuur snel en flink op en inmiddels keek in intensief om mij heen. Jawel, een route, bijna eender dan een paar weken terug, maar toch weer anders: mijn ogen zochten een definitief en ruimhartig lenteteken.

Natuurlijk, de zon passeerde gisteren reeds de evenaar en is nu op weg naar de kreeftskeerkring, een afstand waar zij een drie maanden over zal gaan doen, dus is de lente, wat dat betreft, begonnen, maar in de natuur? Onderweg naar Epinal en Remiremont stonden regelmatig Forshytia's met hun eerste gele bloemen te bloeien, witte bloesem hier en daar, en zilverglimmende wilgentakjes, dat wel, maar de bomen oogden nog steeds winterkaal.

Af, Plombieres, Saint-Loup en zo naar Vesoul, overal wel de sneeuw weg, achttien graden, maar het leek of de bomen niet wilden meewerken, nee tegen de zon zeiden Besancon, en vandaar eerst omhoog, wederom, voor de zoveelste keer, genietend van het uitzicht dat je te verwerken krijgt, het uitzicht over de Doubs met een nevenstaand kasteel, nu nog, door de kale takken, goed te zien. Ver, erg ver kijken, dat kon ook, want er was geen wolkje aan de lucht, tot aan Arbois van waaruit ik aan de einder de eerste sluierbewolking zag opdoemen.

Het was daar dat ik het mij ter ore kwam, het droefgeestige bericht, het bericht dat een naamgenoot van mij gisteren overleed, een schok ging door mij heen, want het was mij zeer onverwachts.

Het maakte de dag dubbel, enerzijds het wegvloeien van het leven, het einde van iemand en daarnaast de warmte van de zon die de natuur maar wil omarmen, haar ten huwelijk vraagt om zo tot volle bloei te komen.

Even heeft de onmacht van de angst mij in de greep, de macht die mij doet willen vluchten, sprakeloos maakt, verplettert, doet duizelen en een besef van verlorenheid en kwetsbaarheid influistert, maar doordat ik een belofte in de lenteboden lees verdwijnt ze als bij toverslag en ik weet dat de overledene daar net zo over dacht.

Tussen Lons le Saunier en Bourg en Bresse pakken steeds meer wolken zich samen, regen dreigde zelfs, maar bleef uit en hier en daar zag ik nog een ronde vuurkogel door het dek heen vlammen terwijl ik richting Villefrance reed om bij Chatillion rechts, naar Belleville, af te slaan en daar, bij het naderen van de Sâone, daar zag ik het voor 't eerst dit jaar; de ragfijne groene teint aan een rijtje bomen, wilgen zo te zien. En daartussen een bloeiende Magnolia met daarachter een dal van verspreid staande witte bloesem terwijl ik door het wolkendek op de achtergrond vaag de contouren van de Beaujelaisbergen ontwier. Een korte stop op een wonderbaarlijk chateau, niet lang daarna reed ik verder met wat lekkers in de kar, op weg naar de zuidoostkant van Lyon waar morgenvroeg een klant met smart op mij wacht.

In mijn stuurhut ontleed ik mijn gedachten, waag er een poging toe, over angst, maar angst is daarom zo vreemd, zo angstig, omdat het nooit geheel onder woorden te brengen is: niet in het schrijven en niet in spreken. Vandaar ook "onuitsprekelijke angst" maar juist dat fascineert mij. Is niet iedereen, van tijd tot tijd, in meer of mindere mate, bevangen door angst en is angst niet de macht van de onmacht, niet iets anders als weten, beseffen, dat het leven, het leven hier althans, eindig is? Is niet het principe van elke angst: doodsangst? Of dieper soms? Angst als machteloze almacht omdat we niet bij machte zijn onze eigen geschiedenis en toekomst te bepalen, een frustratie die leidt tot allerlei misnoegen en kwaad, tot onreine misdaad en allerhande grove ellendigheden die daardoor juist de mensengeschiedenis maakt tot één die niet meer om aan te zien is, een geschiedenis met collectieve schuld?

Wellicht is het daarom maar goed dat ons leven hier maar eindig is: de loutering van de zonnestralen, haar licht en haar warmte, wijst in die richting, de opkomst van het nieuwe leven, na de bladval groene loten, na gure koude, duistere tijden, vrolijk licht en opleving, de doodsdoortocht, de bevrijding van angst, van ook die angst dewelke toch ook als besef van schuld is omdat wij als aardbewoners er keer op keer maar een bende er van maken.

Onwillekeurig klinken mij de klanken in de oren van de dokter in de Ponti-opera van Mozart's Cosi fan Tutte waar de vermomde Despinetta zingt: I Liberi la sieta da morte en de met arceen vergiftigde Albanezen geneest, als de Eeuwige die bevrijdt van alle angst.

Inmiddels ben ik een beetje moe en ik gaap.

Morgen. Morgen is er weer een dag, en als morgen weer vandaag is, dan is vandaag, straks, de eerste dag. De eerste dag van de rest van mijn leven.

Als.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za mar 24, 2012 5:27 pm

Alweer werd ik meteen gelost, hoewel de "rendez vouz" op een later tijdstip was afgesproken zodat ik nog voor zeven uur de stad waar de jonge Rousseau een tijd lang heeft gewoond, de stad, Chambéry, verscholen achter de Montangne de L' Epiné, de eerste stad achter de alpen, doorreed en nog voor zeven uur stond ik in Saint-Baldolph bij de eerste ophaalklant voor de deur.

Vanaf dat adres, gelegen op een heuvel, had ik een prachtig uitzicht op de besneeuwde toppen van de Belledonne en omdat ik zo vroeg was liep ik een stukje naar boven, op zoek naar een warme boulanger die ik in het kleine centrum spoedig rook en vond. Niemand merkt het op, iedereen leeft maar voort alsof er niets aan de hand is, maar ik voel, ik ruik het al geruime tijd, vermoedelijk omdat ik niet aan het dogma zit vastgeketend.

Achteraf bleek de boer waar ik zou laden al wakker te zijn, ja, wakker geworden door het geklos van mijn klompen en intussen had hij de papieren al in gereedheid gebracht. Laden was ook zo gebeurd en reeds voor achten vertrok ik weer, nu naar een adresje dat ik toch niet voor de middag zou kunnen halen en met dit vreselijk mooie weer liet ik mij de mooie uitzichten niet ontnemen.

Eerst een klein stukje snelweg, en ach, het kan nu, want ik ken dit nog vrij recent, zonder snelweg, die begon pas ná Chambéry, richting Lyon, maar ik reed eerst een stuk richting Annecy waardoor je een mooi panorama kan zien over Aix les Bains, gelegen aan het Lac du Bourget, maar al snel verliet ik de snelweg.

Het lijkt op de val van Icarus, het is ingrijpend, maar het valt niemand op, want Icarus valt in zee, het is, zoals op het schilderij van Brueghel de Oude, nauwelijks te zien terwijl de boer onverstoord voortploegt en ook de overigen zich vasthouden aan hun dogma.

Via Albens en Rumilly, een doodstille weg, kwam ik in Fragny, passeerde het ene pittoreske dorpje na het andere, snorde, zoals vroeger, dwars door Bellegarde en schoot de weg op richting Nantua, kwam langs een verlaten bouwsel, een krot waar ooit "Annie" in zat, de naam van een veel bezochte knaagschuur, toen, toen al het verkeer hier nog langs kwam, kwam langs de plek waar de "blokhut" stond en waar nu een reuzepilaar van de snelweg is geplaatst en even later, net voor Les Neyrolles, stopte ik bij een nog steeds neringdoende en uit lang vervlogen tijden bestaande routier.

Altijd ná een ingrijpende gebeurtenis, vaak één of enkele decennia later, wijzigt de geschiedenis van koers, sluit een tijdperk zich af en beland men in een nieuw era, zoals enkele decennia na de Franse revolutie de mensheid in een nieuwe relatie tot elkaar kwam te staan, en zoals 20 jaar na de tweede wereldoorlog een waanzinnige cultuuromslag heeft gekend, maar steeds werd zij, op het moment zelf, slechts door weinigen opgemerkt.

Steeds meer ragfijn groen begon de loofbomen te sieren, benevens veel bloesems en ik nam een stukje snelweg, zeilde de Buguy af en bij Bourg en Bresse verliet ik die weer om er vandaag niet weer op terug te keren, kwam weer door een hele rits koddige dorpjes, Montrevel en Bresse, St Trivier de Courtes, Cuisery om er maar een paar te noemen, en dan noem ik alleen nog maar de grotere dorpjes en via Tournus en Chalon sur Saône kwam ik in de middag aan in Chagny, mijn tweede ophaalklant.

Vermoedelijk komt het door het dogma en het huidige dogmatische gevormde mensenkarakter, alzo klaargestoomt door de in bijna elk woning (aan)staande beeldbuis die de huiskamer als exercitieterrein gebruikt en als een magneet alle denken één eenzijdige kant op wrijft. Na Chagny nog eentje geladen in Beaune waarna ik via Bouze les Beaune naar Bligny sur Ouche reed en toen lange tijd de Ouche bleef volgen, een schitterend riviertje waarnaast het bourgondische kanaal werd gegraven, bijna tweehonderd jaar oud en meer dan tweehonderd kilometer lang, een kanaal dat eigenlijk de Middellandse zee met de Atlantische Oceaan verbindt, dat honderden sluizen kent waarmee een vaartuig naar steeds grote hoogte wordt opgekrikt. Tot aan Pont de Pany, toen sloeg ik af naar Sombernon, klom daar de enorme bult op om daarna verder te reizen naar Saint Seine l' Abbaye en vandaar koetelde ik langs de rivier, die hier nog maar niet veel meer dan een grote beek is, verder en rond half zes kwam ik aan in Châtillon sûr Seine.

De ingezoemde dogmatiek vertaalt zich in mimetisch gedrag, een ongekende gehoorzaamheid aan, bijvoorbeeld, navigatiesystemen, een heilig geloof in allerlei onzintechniek, het steeds weer terugkeren op dezelfde routen, het altijd weer belangrijk vinden wat volkomen nutteloos is, zoals het nieuws, sport en het weer. Dit plichtmatige dogmadenken maakt blind, gevoel- en reukloos.

Niet lang daarna kwam ik over Montigny sur Aube, reed langs de gevangenis van Clairvaux, eentje die doet denken aan de prisons uit de verhalen van Lucky Luuck, en uiteindelijk hield ik halt in Bar, Bar sur Aube.

Dit voorjaar, afgelopen winter reeds, veranderde het licht terwijl alles, alles anders ging kleuren en er vind een eigenaardige klantkverandering plaats. Opvallend, het is een decennia geleden, de grote verandering die plaatsvond door de aanslagen in New York en de invallen in Irak en Afghanistan, maar toen ging alles verder zoals voorheen, maar juist nu, verduisterd door de crisis, als bijna niemand het merkt, valt Icarus neer en wordt door de golven verzwolgen. Een ander era kondigt zich aan.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo mar 25, 2012 5:57 pm

Het juiste fimpje geplaatst.

admin schreef:De zon was eerder op, ze won het vanmorgen van mij en haar stralen beschenen reeds duistere uithoeken, uithoeken die vannacht het onrecht hebben gediend, waar misdaad onder de duisterdekking plaats vond.

In de tegenrichting, ikzelf reed Luxemburg uit naar Nancy, stond een lange, lange rij om het kleine landje in te rijden; elke dag stijgt de mensenspiegel in dit landje wel met twintig procent, als het al niet meer is.

Onder louterende zonnestralen liep de temperatuur snel en flink op en inmiddels keek in intensief om mij heen. Jawel, een route, bijna eender dan een paar weken terug, maar toch weer anders: mijn ogen zochten een definitief en ruimhartig lenteteken.

Natuurlijk, de zon passeerde gisteren reeds de evenaar en is nu op weg naar de kreeftskeerkring, een afstand waar zij een drie maanden over zal gaan doen, dus is de lente, wat dat betreft, begonnen, maar in de natuur? Onderweg naar Epinal en Remiremont stonden regelmatig Forshytia's met hun eerste gele bloemen te bloeien, witte bloesem hier en daar, en zilverglimmende wilgentakjes, dat wel, maar de bomen oogden nog steeds winterkaal.

Af, Plombieres, Saint-Loup en zo naar Vesoul, overal wel de sneeuw weg, achttien graden, maar het leek of de bomen niet wilden meewerken, nee tegen de zon zeiden Besancon, en vandaar eerst omhoog, wederom, voor de zoveelste keer, genietend van het uitzicht dat je te verwerken krijgt, het uitzicht over de Doubs met een nevenstaand kasteel, nu nog, door de kale takken, goed te zien. Ver, erg ver kijken, dat kon ook, want er was geen wolkje aan de lucht, tot aan Arbois van waaruit ik aan de einder de eerste sluierbewolking zag opdoemen.

Het was daar dat ik het mij ter ore kwam, het droefgeestige bericht, het bericht dat een naamgenoot van mij gisteren overleed, een schok ging door mij heen, want het was mij zeer onverwachts.

Het maakte de dag dubbel, enerzijds het wegvloeien van het leven, het einde van iemand en daarnaast de warmte van de zon die de natuur maar wil omarmen, haar ten huwelijk vraagt om zo tot volle bloei te komen.

Even heeft de onmacht van de angst mij in de greep, de macht die mij doet willen vluchten, sprakeloos maakt, verplettert, doet duizelen en een besef van verlorenheid en kwetsbaarheid influistert, maar doordat ik een belofte in de lenteboden lees verdwijnt ze als bij toverslag en ik weet dat de overledene daar net zo over dacht.

Tussen Lons le Saunier en Bourg en Bresse pakken steeds meer wolken zich samen, regen dreigde zelfs, maar bleef uit en hier en daar zag ik nog een ronde vuurkogel door het dek heen vlammen terwijl ik richting Villefrance reed om bij Chatillion rechts, naar Belleville, af te slaan en daar, bij het naderen van de Sâone, daar zag ik het voor 't eerst dit jaar; de ragfijne groene teint aan een rijtje bomen, wilgen zo te zien. En daartussen een bloeiende Magnolia met daarachter een dal van verspreid staande witte bloesem terwijl ik door het wolkendek op de achtergrond vaag de contouren van de Beaujelaisbergen ontwier. Een korte stop op een wonderbaarlijk chateau, niet lang daarna reed ik verder met wat lekkers in de kar, op weg naar de zuidoostkant van Lyon waar morgenvroeg een klant met smart op mij wacht.

In mijn stuurhut ontleed ik mijn gedachten, waag er een poging toe, over angst, maar angst is daarom zo vreemd, zo angstig, omdat het nooit geheel onder woorden te brengen is: niet in het schrijven en niet in spreken. Vandaar ook "onuitsprekelijke angst" maar juist dat fascineert mij. Is niet iedereen, van tijd tot tijd, in meer of mindere mate, bevangen door angst en is angst niet de macht van de onmacht, niet iets anders als weten, beseffen, dat het leven, het leven hier althans, eindig is? Is niet het principe van elke angst: doodsangst? Of dieper soms? Angst als machteloze almacht omdat we niet bij machte zijn onze eigen geschiedenis en toekomst te bepalen, een frustratie die leidt tot allerlei misnoegen en kwaad, tot onreine misdaad en allerhande grove ellendigheden die daardoor juist de mensengeschiedenis maakt tot één die niet meer om aan te zien is, een geschiedenis met collectieve schuld?

Wellicht is het daarom maar goed dat ons leven hier maar eindig is: de loutering van de zonnestralen, haar licht en haar warmte, wijst in die richting, de opkomst van het nieuwe leven, na de bladval groene loten, na gure koude, duistere tijden, vrolijk licht en opleving, de doodsdoortocht, de bevrijding van angst, van ook die angst dewelke toch ook als besef van schuld is omdat wij als aardbewoners er keer op keer maar een bende er van maken.

Onwillekeurig klinken mij de klanken in de oren van de dokter in de Ponti-opera van Mozart's Cosi fan Tutte waar de vermomde Despinetta zingt: I Liberi la sieta da morte en de met arceen vergiftigde Albanezen geneest, als de Eeuwige die bevrijdt van alle angst.

Inmiddels ben ik een beetje moe en ik gaap.

Morgen. Morgen is er weer een dag, en als morgen weer vandaag is, dan is vandaag, straks, de eerste dag. De eerste dag van de rest van mijn leven.

Als.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » ma mar 26, 2012 9:03 pm

De reis, afgelopen vrijdag, naar huis, verliep volgens het boekje. Natuurlijk, dit keer extra vroeg op zodat ik het grootste gedeelte nog in Delfgauw kon lossen en toen, nadat ik in Amsterdam was aangekomen, nog wat gerommeld en de boel achtergelaten omdat ik deze week voor allerlei zaken vrijaf heb genomen.

Tja, en dan even terugdenkend aan deze week waar een incident nog door mij onbesproken bleef. Het was donderdagmorgen, erg vroeg, ik was net in Saint Bandolph aangekomen, toen mijn telefoon overging.

Het was een collega van mij vanuit Spanje die net de avond daarvoor een auto vol met chupa chups, u kent het vast wel, de Spaanse lolly die zijn naam dankt aan het Spaanse woord voor likken; chupar, de lolly waarvan het logo nog onderworpen werd door Salvador Dali, en nadat ik had opgenomen vertelde die collega mij dat die nacht, de nacht van woensdag op donderdag dus, onverlaten achter uit zijn voertuig vier paletten van deze lekkernij hadden ontvreemd.

Nee, een leuk bericht was dat allerminst, maar toch ook weer een bericht dat heeft geleid tot nogal wat hilariteit onder de collega's, zeker als je bedenkt dat nu een groot gedeelte van Barcelona en omgeving aan die lolly's aan het likken is. Een woord ook, dat aanleiding geeft voor diverse woordspelingen en ondanks alle narigheid hebben we er maar het beste van gemaakt. Toch altijd wel weer vervelend als je wakker wordt en je komt tot de ontdekking dat tijdens je slaap naargeestigen je voertuig aan het leeghalen zijn geweest.

Maar ja, ook iets waar we steeds meer mee te maken krijgen en toch wel iets dat dit werk er niet bepaald leuker op maakt.Toen hij op het politiebureau aangifte deed van de diefstal kreeg hij te horen dat er soms wel acht keer per maand aangifte van diefstal werd gedaan, meestal van lolly's en dan vraag je je toch wel eens af waarom het dan zo moeilijk moet zijn om deze misdaad te bestrijden.

Maar ja, we vragen ons wel eens meer wat af, want als de collega verder had gereden, naar een meer veiliger parkeerplaats bijvoorbeeld, had hij weer in de knoop gekomen met zijn rij-tijd.

En zo zie je maar, het leven van een vrachtrijder is eigenlijk een aaneenschakeling van problemen.

Aldus schreef ome Willem.

Afbeelding

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do mar 29, 2012 6:21 pm

Al enkele dagen zien weJupiter en Venus naast de maan in de ram staan terwijl Mars, een stuk meer naar het oosten, in de leeuw rondwaart, een bijzondere verschijning, heeft het ons iets te zeggen?

De laatste dagen zien we de bomen langzaamaan groenen, afgelopen week, tijdens mijn reis naar Midden-Frankrijk, zag ik steeds meer duiding, het voorjaar deed zijn intocht, maar het meest en mooist zag ik het hier, bij ons, in Nederland, ja, vlak bij mijn huis. Vanaf de morgenstond vogelgekwetter, kennen zij goed en kwaad?

Ondanks al het prille mooie begin begon de week met een einde, een levenseinde, een laatste rustplaats en terwijl ik over de dodenakker liep zag ik namen, tal van namen, en veel namen zeiden mij iets, soms meer dan iets, ja, enkelen zelfs veel; vele gedachten schoten door mijn hoofd, want hoe moest ik het rijmen: het sterven, de dood en de dodenakker enerzijds en het mooie groen, de eerste bloemen, het ontluikende leven, de vogelzang, anderzijds, het bestaan lijkt een onontwarbaar raadsel.

Om het te duiden dacht ik in termen van goed en kwaad, vreugde en verdriet, mooi en lelijk en van lieverlee begon ik het kwaad en de dood een gezicht te geven, een huivergezicht met angstgrijns.

Na de laatste eer ging ik naar huis waar het leven met al zijn besognes gewoon weer verder ging, het leven dendert onvertraagt door, lijkt wel, en in de avond, nadat de vogels hun liederen staakten, staarde ik naar een indrukwekkende sterrenhemel.

De gedachten over het gezicht lieten mij niet meer los, het gezicht van het kwaad, wat is dat toch?

Wie is dat toch? In de er op volgende dag had ik afgesproken met iemand die ik ruim dertig jaar niet meer had gezien, een klasgenoot van de lagere school en we banjerden een tijdlang om in onze oude buurt; de Platanenweg, de Grensstraat, een bijzondere middag, we deelden een schat van jeugdherinneringen, herinneringen van vóór de mobiel, van vóór de P.C., oude herinneringen dus.

De zon scheen, alles voelde aangenaam, de geur van een roze Japanse kers overweldigde mij, een zwerfkat liep over een vervallen schuurdak, haar prooi, een zielig vogeltje, was het leven niet meer zeker, ze sprong en dra had ze het diertje, onwillekeurig dacht ik aan de dag ervoor, wat zit het leven toch vol tegenstrijd, vol strijd.

Strijd tegen kwaad, kwaad met een gezicht, de hermandad is er dagelijks mee bezig, maar ook het lijdende kwaad en met name het kwaad, het lijden, dat leidt naar het einde, althans het aardse einde, het einde hier.

Later, in de avonduren, was ik op de club te vinden, de schaakclub waar ik de strijd streed op de 64 velden, schaken, een metafoor voor de strijd tegen het kwaad dat, zo het geen remise wordt, het verlies van de ander tot gevolg heeft waarbij de speler die de partij wint, wint van het kwaad, want het kwaad staat aan de kant van het onderspit. Maar hoe valt dat dan te rijmen met gisteren, heeft daar het kwaad niet het leven, het goed, overweldigd?

Een schaakpartij heeft vele zetten en na elke zet een andere stelling, soms ziet het er afgrijselijk uit, de strijd tussen twee uitersten neemt soms bizarre vormen aan, maar de beste met de meest goede zetten zal na een lange lijdensweg de overwinnaar zijn.

Het ontluikende leven, in de wei de eerste lammeren, eerst de wilgen, daarna de berken en tot slot ook de eiken, ze geven dra hun groen weer, het leven vernieuwt zich keer op keer, jaar in jaar uit, het goede stijgt weer op.

Er waren woorden, krachtige woorden, woorden van verwachting, van troost, maar ook van hoop en van een reikhalzend uitkijken naar een overwinning, een overwinning op het levenseinde.

Met de dood ziet men het kwaad in zijn ultiemste gezicht, het kwaad lijkt gewonnen, maar niets is minder waar.

De kanteling van de tijd is begonnen, merkwaardige planetenstanden doen mij verbijsterd naar de nachtelijke hemel loeren; de jachthonden cirkelen naast de grote beer en ook Saturnus laat zich zien, nog voor de morgenstond komen slang en kreeft uit het oosten, ik zie wazige vergezichten met uitgebannen, ontmaskerd kwaad, geen gezicht meer, kon ik maar inzoomen, maar ze zijn onduidelijk, en ver, vooral ver, in het holst van de nacht! Lijden, sterven, dood, ze zijn nog niet het einde van de partij.

Nog niet.

Na de dood het schaakmat.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za mar 31, 2012 7:20 pm

De gang was veel smaller dan ik dacht en het lijkt wel alsof een oude herinnering in de loop de jaren uitzet.

Van het huis op de Platanenweg, het huis waar Ben had gewoond, waren de ramen dichtgetimmerd en het zag er naar uit dat de allerlaatste bewoners vertrokken waren: alle vijf de flats van Platanenweg, gebouwd in 1954, staan immers op nominatie binnen niet al te lange termijn gesloopt te worden zodat daarmee een deel van zijn roots voorgoed verloren gaat.

Maar niet het huis aan de Grensstraat waar ik mijn kinderjaren doorbracht, we namen bij de voordeur wat kiekjes en toen ik iemand binnen zag lopen kon ik het niet laten aan te bellen en van de bewoner mochten we even binnen rondkijken, de gang door waar ik zo vaak liep en ik zag de meterkast waar ik als kleine jongen, op momenten dat de weerspannigheid de overhand had, even in het donker werd opgeborgen.

Daarbij herinner ik mij nog dat ik onder het bij zinnen komen naar het vaag verlichte immer ronddraaiende wieltje van de electriciteitsmeter gluurde en wellicht dat ik daardoor het beroep van vrachtrijder koos.

Maar alles bleek van veel geringere afmetingen dan zoals ik het had opgeborgen in mijn geheugen; de keuken, de bijkeuken, de tuin, maar vooral de gang van keuken naar voordeur, die bleek wel de helft smaller. Als ik er aan terug denk zijn er al weer een paar dagen vergleden, het was voor mij het eerste melancholieke moment in het enkele weken geleden aangevangen nieuwe era.

Inmiddels, in de weiden, staan de madeliefjes lustig, maar anders, te bloeien, de vogels fluiten een ander ritme, is het u nog niet opgevallen? De sfeer, de klanken, de geur. Alles is gekanteld, als een dobbelsteen waarvan opeens een ander cijfer boven ligt, maar het lijkt er op dat ik het als enige waarneem.

Zelfs de stilte is veranderd, zwijgende wolken zijn nog nooit zo geruisloos overgedreven en toen ik vanmorgen naar een hond keek, keek hij anders vertrouwd naar mij, maar nooit meer dan tevoren.

Ja, ik hoor zelfs de kinderen een andere taal spreken, Nederlands, dat wel, maar anders met dezelfde woorden! Een vliegtuig scheert over, het motorgeronk, verdraait nog an toe, hoor ik het dan alleen? Dat het anders is?? Ben kon er wat van, van voetballen, speelde 15 jaar bij dezelfde club, de club waar ik ook twee jaar lang mee mocht doen. En terwijl ik een vierkante, robuuste speler was en door onze aanvoerder nogal eens aan de tegenpartij werd voorgesteld werd als "onze tank", was Ben lang, en dun, maar vooral zwijgzaam.

Dat was hij deze week ook nog, ik herkende dezelfde bewegingen, dezelfde karaktertrekken, dezelfde mentaliteit, in dezelfde proporties als ze in mijn geheugen waren gegrift; ditmaal bleken mijn herinneringen de juiste afmetingen te hebben bewaard.

Alleen kwam ik Ben tegen, nu, net in de nieuwe tijd, het tijdperk dat net is begonnen, waar alles, als bij toverslag, zich wijzigde, een koerswijziging van de eeuwige wederkeer die nooit meer terug komt.

Om mij heen zie ik vragende gezichten en ik begrijp opeens dat niemand het vat, niemand het begrijpt! De verandering, alleen niemand zag het.

Ach, ik ben te vroeg, vééls te vroeg, men leest mij als iemand wiens verstand verbijsterd werd, omdat. Omdat ik te vroeg zie, te vroeg ruik, te vroeg opmerk. Als een matroos in een kraaiennest, een eenzame op een bergtop.

Wellicht dat niemand opmerkt wat ik voel. Niemand, niemand voelt wat ik opmerk.

Ik denk, ook Ben niet.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » ma apr 02, 2012 4:36 pm

Een vader had geen zonen, niet één; en dus was hij eigenlijk helemaal geen vader, in ieder geval niet van zonen.

Zonen, in de Engelse taal is het nog te horen: het meervoud van zon en wie van wie zonen heeft ziet ze niet eens stralen als de zon? Een vader kreeg zonen: één, twee, drie en toen was de vader een vader die zonen had, duvels, gelijkend op engelen, engelen met namen; Chiniël, Tagasiël, jophiël, zonen van storm en onweer, stalend en vol van lichtflits.

Die zonen; ze zochten zichzelf engelen, engelen als een tegenover, spiegels waarin ze zich konden spiegelen, saphanja, miranda en achania en na verloop van tijd vloden ze heen, een ieder naar zijn stede, tot aan de randen naar de vele horizonten van het bestaan, naar Azazel, naar Hermonische toppen, het diepe Jamamelach, speurend naar de werkelijkheden, zoekend naar grenzen, spelend met kleuren, kobalt, azuur en oker, dolend als Hector Savadac, reizend als Michaël Strogoff.

Hoge bergen en diepdiepe dalen, zonen op weg, op weg naar de zon, de Zon de Gerechtigheid, wie zal zeggen en wie zal ze er anders toe leiden dan met hulp van de spiegels?

Een vader had drie zonen, drie. Heeft drie, maar nu anders, zonen die met spiegels verder gaan, het toen achter zich latend, achterlaten in de tijd die voortkabbelt, langzaam verdwijnen ze uit beeld, voortscheidende afstand. De zonen vertrokken, uit het ouderhuis, op weg, hun Ilias begon, op weg, terug naar het huis waar de Vader is.

De steeds groter wordende afstand komt ras dichterbij. Groene wanen, zwarte wanen, wie gaat er mee naar Engelenland varen? Engelenland, de hemelse gewesten, een waan? Maar niet voor engelen.

Een traan wordt weggepinkt.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr apr 06, 2012 5:23 am

Dat het vannacht had geregend kon ik vanmorgen zien aan het natte asfalt, maar ik was er niet wakker van geworden.

De grens was niet ver meer, nauwelijks een half uurtje en terwijl het langzaam steeds lichter werd kwam ik er steeds dichter bij terwijl ondertussen mijn ogen werden gestreeld door hernieuwde voorjaarskleuren. Met routine deed ik de douanepapieren, eerst naar de declarant en natuurlijk het Zwitserse wegentolbriefje halen waar ik 958341, de kilometerstand, invulde en bedacht mij plots dat het Dafje niet ver meer van het miljoen af zit.

Bijna een miljoen kilometers alweer en het motortje snort nog als nieuw; de problemen, die ik een tijd lang met hem had gehad, lijken inmiddels naar het verleden te zijn afgevoerd.

Na de ambtelijke formaliteiten op weg naar Bern, eerst, tot Arau, over steeds mooier wordende wegen, door kleine dorpjes, langs wit- en geelbebloemde weiden, daarna een stuk snelweg: ondertussen neem ik waar, maar wie niet wenst op te gaan in de futiliteiten van het dagelijkse, zal het niet zien, in ieder geval niet zonder meer.

Het oude Dafje echter heeft mij er gebracht, in de nieuwe, thans aangebroken, tijd, niet in de laatste plaats nadat de Amsterdamse dealer ook de service bijna op het oude, vertrouwde, niveau heeft kunnen brengen. Anders, zo vermoed ik, was het voertuig reeds voortijdig uit de vaart genomen, iets, wat toch wel onaanvaardbaar zou zijn geweest.

Nadat het klantje in Bern zijn spullen had, restte mij nog een ander adresje, geheel aan de andere kant van dit kleine landje wat enige overeenkomsten vertoond met het dorpje van Asterix en Obelisk temidden van het, toen, zo grote Romeinse rijk, nu, temidden van het te zelfgenoegzame Europa.

Het dorpje was Appenzell, eigenlijk ook weer een afzonderlijk plekje in dit eigenwijze alpenland en het oude Dafje bracht mij er zonder mopperen naar toe, zoals hij mij al naar zoveel plekjes bracht en nog nooit gaf hij blijk moe te zijn.

Ach, in onze drukke, kletsende, humanocentrische tijd is er toch totaal geen oog voor, geen oog voor wat ik daarna nog zag, het relief van de wolken, de onstuimige luchten, de omgeving, ik zie, dat ze steeds meer gaan lijken op landschappen van Carel Willink, zoals op de doeken van de stervende Galliër en de verlaten stad, op de weg van Appenzell naar Herisau, van Herisau naar Bischofszell.

De nieuwe wereld, waar we in terecht zijn gekomen, wellicht de laatste tijd, een laatste tijd, ik aarzel een weinig. Na Bischofszell de afdaling naar de Bodensee, in de diepte Kreuzlingen en Konstanz en als ik naar rechts kijk een schitterende witte bergrug beschenen door een melkerig zonnetje.

Het laatste halve uurtje vandaag voer mij over het meer, naar het oosten nog steeds de witte bergrug en daar weer boven weerbarstige bommelwolken en ik aanvaard dat alleen ik weet dat ik gelijk heb.

Het decor, de wereld, het schemert mij, een mengeling van schrik, aarzel en verwondering, zal ik ze ontvluchten? Omhelzen? Of aanvaarden?

In de avonduren lees ik nog even de krant van afgelopen zaterdag en speel de daarin opgenomen schaakpartij na, een duel tussen Sokolov en Riantsev, pionneneindspel, de één omhelst de winst, de ander aanvaard het verlies.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr apr 06, 2012 8:38 pm

Nee, ik ben er niet erg zeker van, of ik het al eens eerder schreef, dat over de oude handelsstad Ravensburg.

Techniek, mooi hoor, maar uiterts, uiterts verslavend, het maakt ons te veel afhankelijk.

In ieder geval meldde ik mij vanmorgen om half acht op het laaddadres, jawel, bij Ravensburger, rond 1890 door, als ik het wel heb, ene meneer Maier of Mayer die hier, in dit stadje, een bedrijfje begon, zo genoemd, maar men vertelde mij dat ik een dag te vroeg was.

Jawel, een dag te vroeg, en men zou wel eens kijken of het rond één uur vanmiddag te laden zou zijn en dit gaf mij de gelegenheid om het stadje te bezoeken, met de fiets, want die had ik tenslotte niet voor niets meegenomen.

Denkt u het eens in, uw huis zonder lichtknopjes, zonder deurbel, ja, zonder enige elektrische voorziening.

Het eerste spel, zo ik het nog niet beschreef in een eerder bericht, ontwierp de eigenaar rond de oprichting en wel rond een boek van Jules Verne, namelijk het spel "Reis om de wereld in tachtig dagen", maar werkelijk een enorm succes kwam eind jaren vijftig van de voorgaande eeuw, namelijk het overbekende spel dat meer door kinderen dan door ouderen wordt gewonnen, het alom bekende memorie.

Of: geen stromend water, geen toilet, geen rioolafvoer, niets van dat alles.

Enkele uren lang zwierf ik door het pittoreske stadje, raakte op de Marienplatz in gesprek met een oude Duitser die zijn vaderland kwijt was omdat hij uit het voormalige Köningsbergen, de geboortestad van Emanuel Kant, kwam, na de oorlog vijf (!!) Jaar Russische krijgsgevangene was -toch echt geen sinecure- en vervolgens hier terecht kwam en die mij tevens kon vertellen dat de tegenoverliggende straat van de Marienplatz in de oorlogsjaren vernoemd was naar een uiterts nare man wiens naam ik steeds maar niet uit mijn toetsenbord kan krijgen, zo naar.

En wat dacht u van geen aardgasaansluiting, of geen werktuigen waar we tegenwoordig machinaal spullen mee ophijsen, kunt u zich het eigenlijk wel voorstellen? Alle consequenties overzien? Zo rond de middag ging ik maar weer eens kijken bij de puzzelgigant, maar de bubs was nog verre van gereed en uit de onderlinge gesprekken kon ik eigenlijk al opmaken dat het er vandaag wel niet van zou komen, dus berichtte ik alszo het thuisfront Het is zo lang nog niet geleden of wij vertrokken met de truck, zonder telefoon, en zo mogelijk belden we elke dag even naar de planning. Als we leeg waren, ontvingen we één of een paar teruglaadadressen en vervolgens gingen we dan weer onze eigen weg.

Stelt u het zich eens voor! En juist dat stelde ik mij vandaag niet voor, het gebeurde gewoon, geen telefoon- én geen meelverbinding meer met het thuisfront, juist toen ik van het thuisfront wilde weten wat we zouden gaan doen, dus klom ik weer op het rijwiel en zocht een internetcafé op en ja hoor, gelukkig werkte dát nog wel.

Inmiddels was het drie uur in de middag en er stond nog geen doos gereed, dus uiteindelijk verliet ik, na acht uur wachten, Ravensburg onverrichter zaken, maar je vraagt je wel af wie er nu weer een auto had besteld voordat de goederen klaar zijn.

In de late namiddag snorde ik, volslagen contactloos omdat er telefoon noch e-meel was, over een prachtig landschap naar het westen, kwam onder meer door Pfullendorf, Messkirch, Tuttlingen en volgde de Donau stroomopwaards, tot voorbij Donau-eschingen en vandaar door het nog met een weinig sneeuw bedekte Zwarte Woud, over Titisee naar Freiburg en zo naar Breisach.

Al die tijd geen verbinding, eigenlijk net als vroeger, pakweg, 15 jaar geleden, misschien niet eens, maar merkwaardig is het wel.

Nergens meer een ouderwetse telefooncel te bekennen, geen tankstation of horecainstelling die een telefoonmogelijkheid biedt (en dan heb ik nog het "geluk" dat ik nogal wat nummers uit het hoofd weet, iets, wat, al heb je dan eindelijk een mogelijkheid om anders te bellen, bijna noodzakelijk is, want anders begin je nog niks!) en pas toen ik Frankrijk binnenreed kwam er weer verbinding tot stand.

Rond een uur of half tien hield ik halt in de stad Colmar dat zijn naam vermoedelijk te danken heeft aan duiven, want ik bespeur uit de oude naam, Columbarium, zoiets als duiventil. Twee keer, tijdens de Duitse overheersingen, was Colmar Kolmar, en het stadje herbergt vele cultuurschatten, zoals het op het lijdensverhaal gebaseerde drieluik van Grünewald, wel toepasselijk om nu juist in deze week daar aan te denken.

Aan de noordzijde van het stadje staat tegenwoordig een replica van het vrijheidsbeeld wat voor de haveningang van New York staat, ooit een gift van de Fransen aan de V.S., vervaardig door Frederic Bartholdi die hier op een boogschuts afstand werd geboren.

Inmiddels doet "alles" het weer, getuige het feit dat ik dit bericht kan versturen, maar deze dag toonde maar onomstotelijk aan hoe gemeenschappelijk gebonden, verslaafd, we zijn aan moderne middelen.

Toch wel gestoord dat als de telefoon gestoord is we meteen zo om het hand komen te zitten.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo apr 08, 2012 11:54 am

Toen kwam er een nieuwe koning over Egypte, die Jozef niet gekend had. Zo begint de schrijver van het boek Uittocht, beter bekend als het boek Exodus, zijn eigenlijke verhaal.

En zo begint bijna elk verhaal, elk tijdperk en elke geschiedenis, elke waarheid, dus elke vergissing; met het “niet kennen”. Een snijdende koude, elke keer als ik de stuurhut verliet, ik kreeg er zelfs een beetje hoofdpijn van en het was nog maar een dag geleden.

Een dag terug, toen ik in Colmar wakker werd en aan de rand van de stad die eerste klant ophaalde, om mij heen alles, alles groen, verbijsterend groen, ik reed verder, langs Mittelbergsheim, dus langs Sélestat en daarna, Strassbourg, Haguenau, op weg naar Klingenmünster, door een immense wijnstreek, velden van vergezichten, letterlijk en figuurlijk, en juist hier, de eerste lente in de net nieuw aangebroken tijd, het nieuwe leven en dat, ja dat, nét hier, tussen de twee machten van weleer, de Siegfried en de Maginot.

Gisteravond begon het zogenoemde Pascha, het feest van bevrijding en vandaag de dag tussen het Christelijke dood en nieuw begin, opstanding, juist nu, aan het begin van het tijdperk, het begin van de lente en er zijn parallellen, puzzelstukjes vallen ineen terwijl kruispunten verdwijnen. In Klingenmünster kreeg ik mijn laatste klant deze week en onder voorjaarzon en tussen jong groen door op weg naar Pirmasens en niet lang daarna reed ik over de bergen naar Trier, bergen waarop de bomen nog moesten uitbotten, grauw en grijs stonden ze er bij.

Even. Even had ik de lente verlaten.

Overal verdwijnen ze, overal duiken ze op, de kruispunten en rotonden, dwaalwegen, de tijd wissel en is veranderd, cruciaal veranderd, de mens liep, en kwam aan, aan op een kruispunt, een krúíspunt, stond stil, stíl, drie keuzes, of terug, vier dus; welke weg moest hij gaan? Vlak voor Echternach reed er een Bulgaar voor me, in een volgepakte personenauto en plots trapte hij op de rem, stond hij stil, midden op een rotonde en een aanrijding was nog net te vermijden: op een rotonde! Op een rotonde sta je niet stil maar ga je dóór!

Diekirch en Malmedy volgden, niet lang daarna keerde ik terug op Nederlandse bodem en op vrijdag volgde weer een ouderwets laad- en losritueel, de kar vullen voor de reis van komende week, de zon scheen, maar ondanks dat een snijdende noorderwind; ik had het koud, gewoon kóúd! De mens komt aan, nu op de rotonde en gaat, en als hij niet weet, staat hij niet stil, maar gaat, tolt door, cirkelt rond en geeft voedsel aan zijn dwaasheid; hoofdschuddend kijk ik er naar, de rondtollende, de rond”tolle”nde mens, gezeten in zijn ezel.

Merkwaardig intermezzo op deze dag, Renée, zij werd op 3 september 1928 op Sumatra geboren en juist nu, vandaag, juist vandáág, wordt ze begraven en op de kaart staat vermeld: Selamat Jalen, (goede reis, letterlijk veilig gaan), Renée, de moeder van mijn broodheer.

Toen kwam er een nieuwe tijd waarin niet meer werd gekend, kruispunten vervangen werden door rotonden, kruizen door cirkels, en het wiel des tijds draait door.

Morgen zal het Pasen zijn. Het feest van de ongezuurde broden gaat nog tot vrijdagavond door.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do apr 12, 2012 7:44 pm

Een dag later, vanwege de "extra" vrije maandag, vertrokken, maar ik kwam ver vandaag, tot Mariánské Lázně, het, zoals u inmiddels wel weet, oude Mariënbad, het kuuroord waar in een grijs verleden onze Koningen Wilhelmina regelmatig kwam kuren.

Niet zonder slag of stoot, trouwens, want een vijftig kilometer voor Frankfurt stond het ruim een uur vanwege een ongeluk muurvast en ook bij Lohr had ik oponthoud vanwege wat wegwerkzaamheden in het stadje.

Vandaag genoot ik intens van het jonge groen, de geel wordende koolzaadvelden, de opschietende graangewassen, het leven, het raadsel, want het leven is en blijft een raadsel. Wat het leven is? Ik stelde mij de vraag, vele keren, zocht naar een antwoord, maar vond er geen.

Tussen de bossen, net voor Marktredwitz, lagen zelfs nog sneeuwresten, tegen de avond snorde ik bij Pomezi het liefelijk Tsjechië binnen, meteen was de wereld anders, van geleidelijkheid is geen enkele sprake en zelfs het personeel van het grenstankstation sprak nauwelijks duits.

Het was al donker toen ik de kleine parkeerplaats voor de overnachting op reed, in het nevengelegen restaurant hield ik het maar even uit want de rooklucht was beklemmend zodat ik er snel alleen maar een glas water dronk en weer snel naar mijn voertuig terug ging.

Vanmiddeg, even na drieën stond ik een poosje stil in een dorpje net buiten Karlstadt, ik liep er wat rond en bij een kleine speeltuin renden enkele kinderen rond. Ik ging even zitten op een muurtje en sloeg acht op het gewiemel van de jeugdigen. Een klein, grappig jochie, vol met sproeten en Duitsblond haar bleef even bij mij staan en staarde naar mijn klompen, ik besloot het er op te wagen en in zo goed mogelijk Duits vroeg ik hem: "Vertel mij eens, wat is het leven?".

Hij keek mij aan, rende naar het grasveldje, kwam lachend terug en reikte mij een zonet geplukte madelief! Alsof hij wilde zeggen: "Domoor, dat ik lachen kan en u blij maak met een bloem!" Juist ja. Dát is het leven.

En 't blijft een raadsel.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr apr 13, 2012 2:56 pm

Het gebied waar ik vandaag doorheen snorde staat eigenlijk bol van de historie, eeuwen door, maar vooral de laatste honderd jaar.

Van Mariánské Lásně eerst door naar Stříbro en al gauw kwam ik op de weg naar Písek, je voelt het gewoon, leest het af aan de gezichten van de voorbijgangers, ruikt het soms, het hangt gewoon in de lucht en is dát het soms dat ik altijd zo melancholiek wordt als ik hier rondsnor? Aan het einde van de ochtend, onder de hoede van lentezonnestralen, langs Tábor en inmiddels had ik uit de CD-box Ma Vlast gevist.

Smetana had het juist begrepen dat deze voorname stad een muzikale ode verdiende en terwijl de laatste klanken van Tábor de stuurhut vulden had ik net links van mij, toen ik de weg, die meteen begint met de steile klim, naar Pelhřimov op reed, een prachtig uitzicht op de stad.

Veranderd hier, heel veel en steeds weer, vanaf 1900 hebben de Tsjechen al een paar keer ander geld gehad, een andere naam en ook de bevolking wijzigde zich rigoureus, soms met een aardige dosis geweld en dat merk je, aan de sfeer, aan de mensen, de heuvels roepen, schreeuwen het uit. Jihlava, Brno en dan via Slavkov u Brna, u weet wel, waar de slag bij Austerlitz plaats vond, over het pasje van Staré Huté met even verderop het merkwaardige eenzame kasteel van Buchlov, en dan weer naar beneden, Uherské Hradiště.

Nadat de Keizer van Oostenrijk-Hongarije hier een tijdje de scepter zwaaide, kreeg Tsechië na de eerste wereldoorlog zo zijn onafhankelijkheid, maar vanwege grote etnische verschillen bleef het altijd wat rommelen, vooral tussen Tsjechen en de enorme hoeveelheid Duitsers. Tijdens de tweede wereldoorlog werd een groot deel als Duits geannexeerd en werd een restant Tsjechië de vazalstaat Böhmen und Mähren (Bohemia en Moravië), kompleet met eigen geld en postzegels.

Na een half uurtje kwam ik aan op een vertrouwt losadres in Otrokovice, binnen een half uur was de kar leeg, op die ene kist na die ik nog moet gaan wegbrengen. Meteen reed ik een stuk terug, tot Uherské Hradiště waarbij ik langs een heus Nederlands kaaswinkeltje kwam waarvan ik een foto op het weblog plaatste.

Tijdens de Nazi-tijd werd veel vernield, een zwarte deken lag toen over een groot deel van Europa en hier, in dit land was dit vanwege zijn vele Duitse inwoners nog met een extra dimensie. Het had tot gevolg dat aan het einde van de oorlog nagenoeg alle Duitsers zonder pardon de grens werden overgebonjourd.

Via Veseli nad Moravou kwam ik na een half uurtje aan in Skalica, net over de Slowaakse grens, het land waar Josef Tiso tijdens de Nazi-tijd als eerste president van dit land heeft geheerst en na de oorlog door de leiders van het toen onafhankelijke Tsjechoslowakijë aan de wurgpaal terecht gesteld.

Via Hodonín - terug in Tsjechië- en Břeclav kwam ik uiteindelijk aan in het oude Nikolsburg, nu Mikoluv, waar ik een aardige plek vond voor de overnachting, Mikoluv, een kleine stad met een prachtig slot, waar ooit tweederde van de bevolking uit Joden bestond, de rest was Duits, eigenlijk van oorsprong dus een on-Tsjechische stad, maar nadat de Joden in de tweede wereldoorlog óf gevlucht zijn, óf vermoord werden, zijn vervolgens weer alle Duitsers uit de stad verwijderd en wonen er nu voornamelijk Tsjechen, het kan raar gaan.

Na de bevrijding, de bevrijding van de Nazi's, werd de lente verwacht, maar helaas, want een strenge communistenwinter kreeg jaren lang dit land in zijn greep, bijna vijftig jaren, waarin de ontwikkeling en de vooruitgang, die het "westen" heeft gekend, hier nagenoeg stil stond, het is nog steeds te zien, goed te zien ook en het maakt deel uit van wat ik ruik, zie en voel, ja, ik hóór het zelfs aan de weerklanken, aan de terugkaatsende echo's vanuit de heuvels, het landschap, wat lijkt het hier nog op de wereld vanuit mijn jeugd!

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za apr 14, 2012 7:27 am

Als bij toverslag veranderde de wereld, zonder nadere aankondiging, na nauwelijk drie kilometer rijden, ik zag, ik begreep, ik snorde Oostenrijk binnen, Niedern-Östenreich, en omdat na de Anschluss in 1938 de eeuwenoude naam Oostenrijk verdwijnen moest, heette het in de oorlogsjaren Niedern-Donau.

Het was vroeg, regenachtig en fris, erg fris, de heuvels lagen er, zoals gewoonlijk hier, aangeharkt bij en nergens meer een vervallen huis of gebouw meer te zien en na een uurtje kwam ik aan te Wenen, de stad die ik ooit bijna net zo goed kon als Amsterdam, maar er is thans zoveel veranderd dat ik het niet meer terug kon.

Wenen, toepasselijk onder huilende wolken, onder een grienende hemel, ik moest helemaal aan de andere kant zijn, in de Linzer Strasse, dus dat was even afzien, temeer daar het erg druk was.

Gedrieën verbleven ze hier lange tijd, Haydn, Mozart en Beethoven, bijna honder jaar voordat Gustav Mahler hier concertdirigent werd en ik luisterde in de regenachtige stad eerst naar het cello-concert van Franz Jozef en toen ik de Linzer Strasse in reed klonken de klanken van het eerste pianoconcert van Ludwig door de kabine.

Mahler en Smetana, ijverige heren, hoor, maakten best aardige muziek, maar ze bleken te laat, net te laat, want tijdens en na de onwenteling die Wagner met zijn antimuziek teweeg bracht kon het niet meer, het niveau van vóór die tijd is nooit meer haalbaar.

Nog in de morgen verliet ik Wenen, op weg terug, via Sankt Pölten en Krems reed ik naar Zwettl en niet lang daarna schreed ik bij Nagelberg, waar het zowaar aan het sneeuwen was, weer Tsjechië binnen, weer op weg naar wat sentiment uit het verleden.

Ieder hart verlangt een ander, naar het ander, waarin het rusten kan en ieder mens kent de uren waarin het een inwendige stem hoort zeggen dat het eigen hart moet streven naar groter en edeler, een hart dat boven deze vergankelijke, glimmende wereld uit komt en zulke uren zijn de moeilijkste, maar ook het schoonste van het leven.

De mysterieuze klanken van de drie van Wenen, massage voor de heimweeziel, wie zulke uren beleeft, verstaat, begrijpt, kent uren waarin hij, als het ware, boven en buiten zich uit stijgt, zoiets als edel en voornaam.

Třeboň, en daarna České Budějovice, de oude bierstad, en vervolgens de weg op naar Vodňany en niet lang daarna kwam ik door Horažđovice, op weg naar Přeštice, volgde weg 230, Stod, en kwam laat in de middag aan in Cheb. De onnavolgbare speelsheid van de ongeëvenaarde Mozart, één enkele opstrijk op een cello die Haydn speelt gaat duizend tonen van Mahler en Smetana te boven, de eerste stroven van Fidelio doen alle waanmuziek van Wagner verbeken en in het niet verzinken, waar overigens de muziek van Wagner voor bedoeld is.

Genoeg erover, ik weet het, het kwetst sommige oren dat ik Wagner's muziek veroordeel, dat ik naast de grote drie Händel en Bach, vooral Bach, niet noem, Bach, die voor de muziek voorzien heeft van een stevig betonnen fundament waarop de grote drie een pracht van een paleis op hebben gebouwd.

De week is bijna ten einden een week van verpozen, door de velden en wouden van de Bohemen, over in bloei gerakende Moravische heuvels en valeien, even snuffelen in Slowakije, nog een tijdlang rijden door het park dat Oostenrijk heet, en ook nog even terug geweest in Wenen.

Het Wenen van de Grote Drie.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di apr 17, 2012 4:19 pm

Al spoedig reed ik over de eindeloze Franse vlakten, overal schoten de gewassen de grond uit en met name na Troyes reed ik tussen in mozaïk gezaaide geelgenopte koolzaadvelden door en voorbij Auxerre leek het soms net of ik over een van gele en groene vakjes voorzien dambord snorde.

Vandaag probeerde ik het weer om de muziek van Hector, Hector Berlioz, te waarderen, maar ook deze keer mislukte, gelijk eerdere pogingen, het weer, want zijn composities zijn dermate chaotisch dat deze bij mij wrevel oproept, zoiets als de wrede ondergang van Hector in de Ilias: Hector die, uit wraak, door Achilles -die hem te pakken kreeg- drie keer achter zijn strijdwagen om de stad Troje heen sleurde en zo de dood vond, dát soort ruwe chaosbeelden roept de muziek van Berlioz bij mij op, huivermuziek, vol met dissonanten, ze nopen mij tot afkeer.

Door en langs bekende dorpjes ging het weer, het Belgische Couvin, langs Clamency, door Auxon waar over de weg drempels, bestaande uit een twee rijen overdwars aangebrachte gele kunstof doppen, werden aangebracht en die het voertuig en zijn kar ernstig deed schudden.

De zon deed zijn werk, althans, in de cabine, want, zodra buiten gekomen, ervaarde ik een snijdende wind, van warmte was dan, ondanks de overweldigende zonnestralen, opeens niet veel te merken terwijl de straffe wind jonge, groene, net opkomende haver eenzijdig deed wuiven. Het stralende zonlicht zorgde er in samenspel met de wind voor dat er een zilveren glans over de groene velden kwam te liggen, alsof er een enorme kudde zilvervisjes, voortgedreven door mysterieuze motieven, één kant op aan het zwemmen was.

Franse componisten, Debussy, Ravel, Dukas of Saint Saëns, om er slechts enkelen te noemen, hebben mij nauwelijks kunnen bekoren, op een enkele compositie na dan, maar ook dan kom ik niet tot een middelmatige waardering, maar ja, dat kán eigenlijk ook niet anders, want het meeste is van ná. Grimmig, de tijd, dit nieuwe era, dat net begon, begint onstuimig, fris, zuur en guur, hoe zal het verder gaan?

Gelukkig, rond de avond kwam ik aan, even voorbij de stad die lange tijd zetel was van de hertogen van Bourbon, Moulins, bij een culinaire gelegenheid van niet te versmaden niveau, tevens een plek waar de nacht kon worden doorgebracht.

Culinair, iets waar de Fransen wél goed in zijn en binnen kreeg ik, na een voorgerecht en naast rijst, een bescheiden, maar goed uitziend, en naar later bleek ook goed smakend, stukje rundvlees voorgeschoteld en aan de serie kleine ronde indrukken kon je zien dat het gegrild was.

Nadien wandelde ik terug naar het Dafje, het licht was geweken en boven mij had zich in de maanloze nacht een diep-kobaltblauwe deken ontrold, alsof ik onder een enorme grote fluwelen deken liep waarop ontelbare knopen, grote en kleine zilveren noppen, werden aangebracht.

Aldus schreef ome Willem.

Plaats reactie