Het verhaal van de Pools-joodse Mala Rivka Kizel

Lech
Berichten: 4935
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 12:30 pm

Het verhaal van de Pools-joodse Mala Rivka Kizel

Bericht door Lech » do nov 07, 2019 6:01 am

Literaire Kroniek: Bevel was niet áltijd bevel tijdens de Tweede Wereldoorlog
Tussen de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog valt het verhaal van de Pools-joodse Mala Rivka Kizel meteen op: zij overleefde als blonde Duitse de oorlog. Pieter van Os tekende haar turbulente persoonlijke geschiedenis op in Liever dier dan mens, zonder de grote geschiedenis die erachter zit te vergeten.

In het dorp Bieniaszowice aan de rivier de Dunajec in Polen was in de Tweede Wereldoorlog de joodse Pejka Kapelner ondergedoken. Dat wisten de dorpsbewoners niet. Tot ze op een dag een buurtbewoner met een krant zagen lopen. Een krant? In een dorp van analfabeten? Toen wisten ze hoe laat het was. In zulke gevallen werd iemand zonder meer aangegeven, als onderdeel van de ‘jodenjacht.’

Bij Wojciech Pula, een boer uit het dorp Dulzca, ging het anders. Die liet de jood Josek bij hem onderduiken. Het hele dorp profiteerde ervan dat Josek kleermaker was en Pula verdiende er ook nog wat aan. Tot de dag dat de politie langskwam en het dorp werd gesommeerd eens werk te maken van de jodenjacht. Toen werd Josek met een hooivork gedood.

Aan zulke pijnlijke anekdoten is geen gebrek in Liever dier dan mens, het boek van Pieter van Os over de zwerftocht door Polen en Duitsland van Mala Rivka Kizel, een joods meisje van vijftien uit een orthodox gezin uit Warschau. De ervaringen van de nu 93-jarige in Amstelveen wonende Mala zijn niet alleen een bevestiging van het beeld van de antisemitische Polen. Net als onder de Duitsers waren er ook goede uitzonderingen.

Dat Mala door een gelukkig toeval op een katholieke school terecht kwam en daar goed Duits leerde was voor haar vader nauwelijks te verteren.

Van Os reisde haVan Os reisde haar tocht na. Hij wilde zien wat er nog over is van de plaatsen, gebeurtenissen en mensen waarover Mala in haar memoires schrijft en waarover ze hem vertelde.

met grote willekeur gemoord

De geschiedenis van het antisemitisme en de jodenjacht ligt in Polen bijzonder gevoelig en maakt voor veel Polen geen deel uit van de geschiedenis: ‘Het land was immers bezet,’ luidt de verontschuldiging. Helemaal aan de basis van jodenhaat bevindt zich wat nu ‘identiteitsdenken’ wordt genoemd: het xenofobische idee dat het Germaanse volk beter was, en dat de Polen beter waren dan de joden.

Het gezin waartoe Mala behoorde was streng orthodox joods, wat betekende dat men met anderen geen makkelijke omgang had, en in een eigen wereld leefde. Zelfs binnen het gezin werd ‘gediscrimineerd’: de meisjes bestonden nauwelijks, hun verjaardagen werden niet gevierd, die van jongens wel. Dat Mala door een gelukkig toeval op een katholieke school terecht kwam en daar goed Duits leerde was voor haar vader nauwelijks te verteren. Ze leerde er de niet-joodse wereld kennen.ar tocht na. Hij wilde zien wat er nog over is van de plaatsen, gebeurtenissen en mensen waarover Mala in haar memoires schrijft en waarover ze hem vertelde.

Mala doet alsof ze een Duitse is en verzint een plausibele familiegeschiedenis.

Toen het gezin door het bombardement op Warschau hun huis kwijt raakte kwamen ze terecht in wat al snel het getto werd. Daar waren de omstandigheden erbarmelijk. Het leven speelde zich af tegen de achtergrond van de dreiging van de concentratie- en vernietigingskampen in de omtrek, zoals Belzec, Treblinka en Sobibor. Daar werden in de zomer van 1942 in slechts honderd dagen tijd 1,3 miljoen mensen vermoord. Van Os vertelt in detail wat zich in de regio heeft afgespeeld. Er werd met grote willekeur gemoord.

In dat deel van Oost-Europa hebben zich de ergste verschrikkingen afgespeeld, door Timothy Snyder in zijn gelijknamige boek Bloedlanden genoemd. Van Os bezocht menig archief en stelt vragen die ze niet elke dag krijgen. Wat vaak resultaat heeft, maar ook vaak niet. Alles wat Mala hem vertelde, probeert hij aan de werkelijkheid te staven of in te vullen. Daar gaat hij zo ver in dat het soms tot uitweidingen leidt.

verrader van het joodse volk

Mala en twee zussen vluchten uit het getto en komen op het platteland terecht. Daar moeten ze in de bieten werken. Mala is een blond joods meisje dat vloeiend Duits spreekt en daardoor voor een Duitse kan doorgaan. Wanneer ze op het land met bloedende handen bieten aan het trekken is wordt ze er door de de baron-landeigenaar uitgepikt.

Omgeven door dagelijkse verhalen over bombardementen en executies om niets, treft Mala steeds weer mensen die het beste met haar, als Duits meisje, voorhebben.

Ze gaat bij hem werken als dienstmeisje en krijgt een eigen kamer. Ze slaapt er heerlijk, maar droomt hardop in het jiddisch, wat door iemand wordt gehoord. Die verraadt haar: ‘Jij bent een jodin!’ Vanaf die tijd doet Mala alsof ze een Duitse is en verzint een plausibele familiegeschiedenis. Dat brengt haar meerdere malen in precaire omstandigheden, maar ze weet zich er steeds uit te redden, niet in het minst omdat ze mooi, blond, intelligent en aangenaam gezelschap is.

Omgeven door dagelijkse verhalen over bombardementen, plunderingen, razzia’s, barbaarse invallen in huizen, executies om niets, treft Mala steeds weer mensen die het beste met haar, als Duits meisje, voorhebben. Ze wordt zelfs door een officiële commissie van ‘rassenbeoordelaars’ tot een Volksduitse verklaard: ze zou een Poolse met Duitse wortels zijn.

Na een bombardement waarbij het huis waar ze woonde in vlammen opgaat wordt ze door een heel aardige nazi-gezinde familie opgevangen en als een eigen dochter behandeld. Dan begint niet voor de eerste keer haar geweten te knagen. Tijdens een verjaardagsfeestje moet ze dansen met mannen die een armband dragen met een hakenkruis. De ‘goede en intelligente’ vader van het gezin zegt een keer langs zijn neus weg: ‘we’ kunnen niet vroeg genoeg verlost worden van ‘die vervloekte joden.’ Ze kan er niet van slapen: ze moet aan haar vader denken. ‘Die zou haar als een verrader van het joodse volk zien.’

Ze ontmoet in die tijd ook een man op wie ze smoorverliefd wordt. Ook hij heeft Duitse sympathieën, maar die horen bij zijn werk als vliegtuigingenieur. Helaas zijn Mala en Erich, zoals hij heette, elkaar uit het oog verloren door een ander bombardement. Van Os heeft hem ook niet meer kunnen traceren.

Mala is later getrouwd met Nathan Shlafer met wie zij, en andere joodse overlevenden, in 1948 op de Negba naar Israël voer. Daar werden ze in armoedige omstandigheden opgevangen en woonden in een piepklein huisje zonder stromend water, geen gas, elektriciteit, geen wc in huis – omstandigheden die Mala bekend voorkwamen.

moreel onzichtbaar

Van Os vertelt wel de turbulente persoonlijke geschiedenis van Mala, maar vergeet allerminst de grote geschiedenis die daar achter zit. Dat geeft het boek meer dimensies. Het is daardoor persoonlijk, documentair, historisch en politicologisch. En stelt morele vragen. Dat gebeurt aan de hand van de dienstplichtige soldatenzonen van de Möllers, het aardige gezin waar Mala bij woont.

Waren die zonen op dat moment hun moordzucht aan het uitleven op krijgsgevangenen, joden en de lokale bevolking? Of volgden ze alleen maar bevelen op en waren ze slechts een radertje in de oorlogsmachine van het nazibewind?

‘Een bevel was niet altijd een bevel.’

Het antwoord geeft Van Os door in discussie te gaan met Hannah Arendt en Zygmunt Bauman, die allebei van mening zijn dat de zonen banale radertjes zijn in de oorlogsmachine. Ze waren ‘moreel onzichtbaar’ volgens Bauman, de verantwoordelijkheid lag bij de degenen die het bevel gaven.

Zo denkt Van Os er niet over. Geholpen door Christopher Browning en zijn boek Ordinary Men roept hij majoor Wilhelm Trapp in herinnering. Die leidde op 13 juli 1942 het vijfhonderd leden tellende Duitse politiebataljon 101 dat als opdracht had in het dorp Józefów 1.800 joden ‘te ruimen’, te doden.

De majoor zag bleek, was nerveus en zei het bataljon dat de taak angstaanjagend en betreurenswaardig was. Het bevel kwam van de hoogste autoriteiten. Maar, zei hij ook, wie zichzelf niet in staat achtte deze taak uit te voeren, moest dat nu zeggen. Die hoefde niet mee te doen.





https://www.vn.nl/literaire-kroniek-lie ... -dan-mens/

Plaats reactie