Ondertussen in Polen

Informatie over de Poolse politiek mag hier geplaatst worden.
Lech
Berichten: 4933
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 12:30 pm

Ondertussen in Polen

Bericht door Lech » ma jan 06, 2020 5:38 am

Ondertussen in Polen
Onze ‘correspondent’ Paul Meijknecht volgt de rechtsstatelijke ontwikkelingen in Polen. Het Poolse dagblad Gazeta Wyborcza heeft in de maand augustus diverse artikelen gepubliceerd over de rechtspraak in Polen. Bij Rechters voor Rechters doet Paul verslag van deze berichtgeving.
Afbeelding

Paul Meijknecht

Het Hof van Justitie van de Europese Unie besliste op 19 november 2019 na prejudiciële vragen van drie raadsheren van het Poolse Hooggerechtshof dat de Kamer voor Arbeids- en verzekeringszaken van dit Hof zelf bevoegd is om te beslissen of de nieuwe, in 2018 ingevoerde Tuchtkamer van dit Hooggerechtshof een onafhankelijk en onpartijdig gerecht is in de zin van Europees recht, en dat in het ontkennende geval de recente wettelijke bepalingen die aan deze Tuchtkamer in disciplinaire zaken bevoegdheden toekennen, buiten toepassing moeten worden gelaten. Een uitspraak met potentieel verstrekkende gevolgen. Reacties van Poolse rechters op deze uitspraak leidden al binnen enkele dagen tot grote beroering, bij de rechterlijke macht zelf en bij het Ministerie van Justitie.

Deze recente uitspraak van het Hof van Justitie was het voorlopige eindresultaat van de trammelant die ontstond nadat regeringspartij PiS in de afgelopen jaren met de Grondwet strijdige wetgeving invoerde betreffende de benoeming van rechters, waarbij werd gesleuteld aan de grondwettelijke machtenscheiding. Volgens artikel 187 van de Grondwet worden van de drieëntwintig leden van de Landelijke Raad voor de Rechtspraak, het grondwettelijke orgaan dat de rechters ter benoeming voordraagt aan de president, er vijftien gekozen uit rechters. Dit werd tot voor kort ook zo uitgelegd dat de rechterlijke organisaties zélf deze vijftien leden kiezen. Maar omdat regeringspartij PiS meer invloed op de rechtersbenoemingen wilde, bepaalt de wet (niet de Grondwet!) sinds 2018 dat deze vijftien rechter-leden van de Raad voor de Rechtspraak door de Sejm (de ‘Tweede Kamer’ van het Parlement) worden geselecteerd en benoemd, op grond van voordrachten ondertekend door vijfentwintig rechters per kandidaat. Ook werd in dat verband in 2018 aan het Hooggerechtshof een aparte nieuwe ‘disciplinaire’ Kamer (Tuchtkamer) toegevoegd, van waaruit de overal in het land verspreide lagere disciplinaire Kamers sindsdien worden aangestuurd en geïnstrueerd.

Door de invoering van dit nieuwe systeem in 2018, werd de nog niet verstreken grondwettelijke zittingstermijn van vier jaar van de zittende rechters in de Raad voor de Rechtspraak afgebroken, teneinde plaats te maken voor de nieuwe door de Sejm te benoemen rechters. In strijd met een uitspraak in 2018 van het Hoog Administratief Gerechtshof werden en worden de namen van de ondertekenaars van de voordrachten echter nog steeds niet bekend gemaakt, zodat hiermee kan worden gesjoemeld. De algemene klacht van de rechters dat in het nieuwe systeem de Grondwet wordt geschonden, maakte op de regeringspartij geen indruk, maar heeft wél, na prejudiciële vragen van rechters in het Hooggerechtshof, geleid tot de recente uitspraak van het Hof van Justitie.

In het nieuwe benoemingssysteem waren intussen door de Raad voor de Rechtspraak sinds 2018 al vele honderden nieuwe rechters benoemd, waardoor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in zijn geheel op steeds grotere schaal in het geding komt en de chaos steeds groter wordt.

Er ontstond nu ook verdere onzekerheid, omdat het Hof van Justitie, anders dan verwacht na de verdergaande conclusie van advocaat-generaal Evgeni Tanchev, niet zélf heeft beslist over de door de vragenstellers in twijfel getrokken bevoegdheid volgens Europees recht van de nieuwe Tuchtkamer. Deze Kamer bestaat gezien het recente tijdstip van haar samenstelling immers wellicht uit niet geldig gekozen rechters: zeer wel denkbaar is dat de vrij recent aan de president voorgelegde voordrachten voor deze functie juridisch gesproken problematisch zijn, omdat de mede-voordragende nieuwe rechter-leden in de Raad voor de Rechtspraak de plaats innamen van de in strijd met de grondwettelijke zittingstermijn voortijdig ontslagen rechter-leden in deze Raad, én omdat er zoals gezegd gesjoemeld lijkt te zijn met de lijsten van de vijfentwintig zogenaamd ‘ondersteunende’ rechters, waarvan de namen, in strijd met de uitspraak van 2018 van de hoogste bevoegde rechter, te weten het Hoog Administratief Gerechtshof, niet zijn vrijgegeven. Wel heeft het Hof van Justitie de bevoegdheid om daarover te beslissen nu in feite toegekend aan de Kamer voor Arbeids- en verzekeringszaken van het Hooggerechtshof zélf. Ook de regering (minister Ziobro en zijn staf) en allerlei lagere disciplinaire kamers in den lande roeren zich nu, ter verdediging van het regeringsbeleid om de rechterlijke macht ondergeschikt te maken aan de uitvoerende macht.

Zij beramen soms vergaande sancties tegen ongehoorzame rechters. In het bijzonder gaat het daarbij om rechters die zich nu beroepen op de nieuwe uitspraak van het Hof van Justitie, welke kan impliceren dat ook beslissingen van lagere disciplinaire rechters ongeldig zijn. Rechters kunnen immers nu ook openbaarheid eisen met betrekking tot de benoeming van rechters in deze lagere tuchtkamers.

Intussen liet Dariusz Zawistowski, voorzitter van de Civiele Kamer in het Hooggerechtshof die in 2018 de prejudiciële vragen stelde aan het Hof van Justitie welke leidden tot de einduitspraak van 19 november, al weten dat hij geen zaken zal laten behandelen door kamers waarin rechters zitting hebben die (mede) worden bemand door rechters die volgens het hierboven bedoelde nieuwe systeem zijn benoemd, dat wil zeggen door de president op aanbeveling van de hervormde Raad voor de Rechtspraak, waarvan de daarin zitting hebbende vijftien rechters ondersteund zijn door de vijfentwintig ‘rechters’ waarvan de identiteit alleen aan de regeringspartij PiS bekend is. Het is waarschijnlijk dat een groot aantal van deze aanbevelende rechters is gedetacheerd bij het Ministerie van Justitie geleid door minister Ziobro, die het brein lijkt te zijn geweest achter deze nieuwe benoemingsprocedure en ook achter de instelling van de nieuwe Tuchtkamer in het Hooggerechtshof zit. Dit verklaart eens te meer waarom, ondanks het openbaarheidsbeginsel en een bevel van de hoogste administratieve rechter, de Kanselarij van de Sejm tot nu toe weigert de namen van deze aanbevelende rechters bekend te maken.

Illustratief voor de nieuwe onrust is de in de pers dezer dagen uitvoerig besproken actie van Paweł Juszczyszyn, rechter in Olsztyn (Noordoost Polen), en de reacties daarop van het ministerie van Justitie. Juszczyszyn behandelde in hoger beroep een civiele zaak waarin in eerste aanleg vonnis was gewezen door een rechter die recentelijk was benoemd op voordracht van de Raad voor de Rechtspraak. Om te kunnen beoordelen of die benoeming in het licht van de uitspraak van het Hof van Justitie van 19 november rechtsgeldig was, hetgeen repercussies kon hebben voor zijn uitspraak in dit hoger beroep, besloot Juszczyszyn bij de Administratie van de Sejm een afschrift op te vragen van de lijst van rechters die de kandidaten van de desbetreffende nieuwe rechter-leden in deze Raad hadden ondersteund, hetgeen immers van invloed kon zijn op de rechtsgeldigheid van de benoeming van de desbetreffende rechter in eerste aanleg. Het gevolg hiervan was dat bij schrijven van minister Ziobro zijn delegatie naar het appel-gerecht met onmiddellijke ingang werd geannuleerd, zodat hij gedegradeerd werd tot rechter in eerste aanleg. En aldaar werd hij voor minimaal een maand geschorst.

Soortgelijke maatregelen om soortgelijke redenen werden namens Ziobro dezer dagen ook getroffen tegenover drie appelrechters in Kraków. En er zijn intussen alweer veel meer van dit soort gevallen. Gazeta Wyborcza meldde op 3 december dat op dit moment op het Ministerie van Justitie wordt gewerkt aan een spoedwet, die ook de oplegging van gevangenisstraf mogelijk maakt indien een rechter de rechtmatigheid van voordrachten van de Raad voor de Rechtspraak in twijfel wordt getrokken.

Paul Meijknecht

Foto: Robert Robaszeksi (Agencja Gazeta)


https://www.rechtersvoorrechters.nl/ond ... polen-4-4/

Plaats reactie