Verhalen van Ome Willem

Al uw reisverhalen, fotoverslagen die niets met Polen te maken hebben, maar die u wel graag wil delen, mogen hier geplaatst worden
admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do apr 19, 2012 7:16 am

In de middag keek in naar de voorbijschrijdende menigte, keek, naar de gezichten, naar hoe ze er uit zagen, haastige heren, de parmantige dames, de voorbijhuppelende kinderen.

Een dag met tegenstelling, vanaf het vertrek, bij zonopkomst, fris, zelfs koud, min drie en naarmate ik zuidelijker trok, daalde de thermometer ondanks dat er een overdadige zon was. April, midden april, en toen ik, bij Massiac, hoger dan 800 meter kwam, sneeuw, en zeker niet weinig. Zo had ik, toen ik boven op de col de la Fageole was, een adembenemend uitzicht over het besneeuwde berglandschap dat in de Aprilzon er sprookjesachtig uitzag.

Vroeger, jaren geleden, keek ik ook naar voorbijgangers, misschien niet zo intensief als vandaag, maar ik trachtte de oude herinnering op te diepen en stelde mij, met een ernstig gezicht, de vraag: "Is er verschil, en zo ja, wat is het verschil met toen"?

Na die eerste, hoge col nam de sneeuw wat af, ik meende dat het ergste wel voorbij zou zijn, maar toen ik van Saint-Chély over de D 806 naar Mende snorde, werd het snel steeds kouder, min zeven en min acht werd even aangetikt, en ook de weg werd nagenoeg onbegaanbaar vanwege enkele centimeters sneeuw en hier en daar was de weg soms net een ijsbaan zodat ik enigszins nagelbijtend voortging en opgelucht ademhaalde toen ik de Can de la Roche over was en afdaalde naar Mende.

Enkele kilometers voor het eeuwenoude stadje was nergens meer sneeuw, en aangekomen keek ik terug en op de bergen in; niets dat er op wees hoe onherbergzaam de toestand even verderop was; de bergen geven niet zomaar hun geheimen prijs.

Lang geleden, toen ik lang geleden keek naar voorbijgangers, keek ik naar geklede dame's, nette heren in soms driedelig pak, enkelen nog met een hoed, een deukhoed, weinig blauw, gezichten, onbedrukt, bruisend, verwachtingsvol en uitkijkend naar een nieuwe tijd, het oude was voorbij gegaan, het nieuwe net enkele decennia begonnen, het kon niet op en dat zag je, dat zág je op de gezichten.

Toch waagde ik het er op, vanaf Mende over de Col de Montmirat wat probleemloos verliep, en toen, omdat ik ruim in de tijd zat, vanaf Florac over de Col de Faïsses, Col de Solpétières en toen over de Corniche des Cévennes, een weg over een enorme hoogte, met krankzinnig mooie vergezichten, vergezichten die stoutste dromen overtroffen, het onmogelijke bleek toch mogelijk en na ruim een uur kwam ik, na een zinderende afdaling via Le Pompidou en de col de L' Exil, aan in Anduze.

De tegenstelling tussen heren en heren was groot, toen, enerzijds dus de net gekleden, anderzijds de langharige hippie-outfit, vaak gekleed in indiase kuchhasjkledij terwijl degelijk gerokte vrouwen contrasteerden met de geminirokte bakvissen met uitdagende vooruitstrevendheid; t' was soms geen gezicht.

Achteraf had ik nauwelijks meer tijd nodig gehad indien ik gewoon de gebruikelijke N 106 had gevolgd zodat ik alsnog rond éénen in Nimes aan kwam en ik te horen kreeg dat het vóór half vijf niets zou worden en dus nam ik de fiets en sjeesde met gezwinde spoed naar het oude centrum, kwam langs de eeuwenoude arena en in één van de oude straatjes, vol langsslenterend publiek, koesterde ik op een wat verlopen terras een kleine versnapering en keek, keek!

Keek en vergeleek, vergeleek met toen, de gezichten, de mensen, de dames en heren, ze kijken, nu, bedrukt, teken van de bezorgdheid van de onzekere andere, nieuwe, tijd, men kijkt apathisch, gefrustreerd soms, en iedereen, bijna iedereen, is eender gekleed, het verschil tussen beide sexen lostte in de loop der jaren bijna helemaal op. Onzijdig, zo zag ik vandaag de voorbijgangers, de meesten in blauw spijkergoed, deernis overviel mij, tegen half vier fietste ik terug.

Ruim achttien graden en niets dat herinnerde aan de besneeuwde bergen van vanmorgen, ruim naar zessen waren de goederen er uit en kon binnen de tijd Narbonne nog bereiken, Croix-Sud, dat kon ik nog van weleer, toen hier nog de "douane" zat en het hier stampvol stond met Franse en Nederlandse trucks.

Maar de uitbater van de routier keek somber, zijn gezicht stond op onweer, op nimmerweer, want de eens zo bloeiende knaagschuur bleek erg verlopen. Hooguit dertig procent van de tafeltjes was bezet en het voer dat werd geserveerd was de naam van eten niet waardig. In het donker verliet ik het oord van vergane glorie, zelfs mijn gezicht werd er wankelmoedig van.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr apr 20, 2012 3:05 pm

Alle gedachten zijn zonnestralen die in het individu tot gekleurd leven wordt om daarna te verdwijnen in het ogenblik die als regendruppels verder vloeien in een oneindige stroom der dingen.

Regenachtig was de dag, op enkele uren na, zoals vanmorgen toen ik de opkomst van de zon beleefde op de weg van Sigean naar Port-Leucate, even de zee zien, onstuimig, het woei er flink op los, verder, Le Bacarés, Perpignan en toen naar het stadje van Dali, Figuras, waar ik de eerst acht paletten in de kar kreeg en toen weer terug Frankrijk weer in, want de tweede klant bevond zich in Narbonne-Plage.

Waar komen ze vandaan, die gedachten? Uit het niets, soms? Of toch uit een iets. En waar gaan ze heen? Ach, het niets. Is dat niet het vreselijkste iets, om zich daar aan vast te klampen, ontloken doelloos? Is het mogelijk, een Fata Morgana zonder Fata?

Het volgende doel was Villemoustaussou, een hele mond vol, ja, net boven Carcassonne en op weg daar naar toe, via Lezignan-Corbières en Capendu, keek ik links naar de besneeuwde toppen van de Pyreneeën die prachtig beschenen werden door het zonlicht dat hier en daar door de half-bewolkte hemel kliefde en rechts van mij keek ik op tegen het Centraal Massief waarboven donkergrijze wolken gemeen tegen mij grijnsden.

Wat is verstandiger, wat geloofwaardiger, eeuwige geest of eeuwige stof, de stof riep en dwong de geest, of, de geest de stof? Vanaf Carcassonne snorde ik recht op de gemene grijns af en weldra, vanaf Castres, reed ik in de regen die niet meer ophield, slingerend kwam ik aan in Albi en verder ging het, via Baragueville naar het pittoreske en indrukwekkende Rodez waarvan de enorme kathedraal hoog boven de stad uit torend.

Tijdens het traag vallen van de avond koetelde ik nog in stromende regen via Decazeville naar Maurs waarna ik de hoogte in ging, het Massief op richting Aurillac en even daarvoor, in Saint Mamet la Salvetat, was het bijna donker en bleef ik staan.

Is het dan: de grond van alle leven is grondloos, of; de eerste grond van het leven is een verheven geest welke wij vermoeden, zoeken, liefhebben, maar niet begrijpen, althans niet met behulp van natuur- schei- en redeneerkunde.

De gedachte aan beide gevallen is eeuwigheid, beide een geloofsstelling omdat eeuwigheid zich bewijzen noch begrijpen, en daarnaast niet verklaren laat.

Toch?

Aldus schreef ome Willem.

Plievo
Berichten: 2945
Lid geworden op: do aug 18, 2011 8:19 pm

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door Plievo » zo apr 22, 2012 1:13 pm

De weg klom nog wat hoger, om eerst nog even af te dalen, Aurillac, een tamelijk afgelegen. Franse stad waar ooit een monnik woonde die later, als Paus Silvester de Tweede, nog lange tijd voorkwam dat het getal nul gebruikt mocht worden.

Nul immers, was het niets, dat mocht, dat kón helemaal niet! Na Aurillac ging het weer omhoog en in gedachten verzonken ging ik verder, het begon te sneeuwen, aldenaars te sneeuwen, de weg nagenoeg onbegaanbaar, ik woog en dacht over hetgeen Silvester de Tweede heeft willen vermijden.

Rond het jaar duizend, toen er, net als dit jaar, ook een tijdskanteling plaatsvond, precieser, enkele decennia daarna, werden voor het eerst, vanuit de Arabische wereld, getallen ingevoerd, afzonderlijk, zonder gebruik van, zoals voorheen, van letters. Abstracte getallen, waarmee de eerste aanzet werd gegeven tot de vanaf toen opstomende techniek.

Eindelijk kwam de tunnel in zicht en het werd tijd ook, een zucht van opluchting, na twee kilometer was ik aan gene zijde waar de weg ook besneeuwd was, maar er was geen neerslag meer.

En toen ik hoog op de top van een berg een spierwitte Maria met in haar linkerarm het Kindeke zag, wist ik dat ik Murat binnenreed, het stadje waar ik nog wat spullen zou ophalen, twaalf ton mineralen, maar ik was niet meteen aan de beurt.

Hersenspook noch nevelpraat is het, de door mij waargenomen omwenteling, toen ik geladen was en terug reed merkte ik het weer, de gele velden, anders geel dan voorheen, de bekende weg terug, maar anders, Moulins, Auxerre enzovoorts, veel regen, stortregens soms, en dan weer even zon, Beethoven, klavierconcert, het eerste, meevoerende mijn denkzenuwen op de wandeltocht naar onontgonnen weiden, aan de andere kant hoorde ik onbestemde klanken, onstuimige tonen die mij nieuwsgierig maakten, ik wilde die kant opgaan,maar zag, dat de weg er naar toe onbegaanbaar was, en toch, ik werd gedreven, wellicht door een geheimzinnig noodlot, ik schreeuwde!

Nog nooit, of toch, de klanken, ik kende ze van héél vroeger, kende ze van toen ik nog een kind was, de raadselklank, de ondertoon, nooit hoorde ik ze, ooit, één keer meer,een weemoedklank, dan alleen die ene keer, diep, in het holst van een nacht, die éne nacht, die achternacht.

Maar nu: ik werd nieuwsgierig en bevreesd, het klavierconcert was afgelopen en de negende, de négende, begon, ik zette het tweede deel, de paukenslagen, op, volumeknop op maximum, de genezijdeklank hoorde ik niet meer en reed verder. Rond zeven uur bereikte ik sommesous en licht bevend zette ik het toestel stil, het slotkoor zong "Seid Umschlungen. Millionen! Diesen Kuss der ganzen Welt".

De regen stroomt langs de ruiten naar beneden, alles is grijs om mij heen, het was ten tijde van Silvester de Tweede, de komst van het uurwerk waardoor de tijden, als bij toverdlag, anders werden, tijd, het van de Eeuwige gegevene tot het voor de mens beschikbare tijd. De techniek, uitgewerkt, ze maakt plaats, plaats voor het vergezicht, delen draaien links om, rechts om, tegelijkertijd.

Nullen zijn énen en énen zijn nullen geworden.

De nullijn doorbroken, afgeschaft, vernietigd! De intocht van de onnul Wie onthult het raadsel?

Hoorde de eeuwenoude monnik uit Aurillac hetzelfde?

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di apr 24, 2012 8:56 pm

Lange, rechte wegen strekken zich uit over de glooiende heuvels van Picardië, soms hier en daar, bijna plotseling, verscholen in een dal, een stadje, zoals Poix de Picardië, ja, ook Amiëns ligt in een dal temidden van glooiingen.

Mat in twee zetten, dus wit zet, zwart zet en vervolgens geeft wit mat op "zijn" tweede zet, er zijn talloze van deze twee-zetten gecomponeerd en ze zijn bijzonder aardig om op te lossen.

Een wisselvallige dag, Veghel, Weert en Venlo kwamen op mijn pad, een wisselvallige dag, zeker wat het weer betreft, af en toe zon, maar vooral "hier" meer regen dan "daar" en vooral erg fris.

Sam Loyd, om er maar ééntje te noemen, was zo'n componist, hij maakte er nogal wat, sommigen zo mooi dat ze nauwelijks te ontwarren zijn en één van zijn problemen heeft mij ooit enkele avonden gekost.

Na venlo was het laad- en loswerk achter de rug en ik vertrok, via de geboortestad van Cesar Frank (die overigens een hele rits namen voor zijn naam had die mij helaas allemaal zijn ontschoten), Luik, en die, hoewel bekend als Franse componist, van oorsprong een Nederlander was omdat Luik juist in die periode Nederlands was.

Dwars door de Borinage, de streek waar Vincent van Gogh voordat hij zich op verven ging toeleggen nog als Aalmoezenier onder mijnwerkers heeft gediend, kwam ik, via Mons, langs Valenciennes en Cambrai, deze laatste voorheen Kamerijk geheten en beide steden liggen aan de bovenloop van de Schelde en zijn sinds de Vrede van Nijmegen, rond 1680, definitief Frans geworden. Cambrai, onder andere bekend van de snoepjes, snoepjes die voor komen in het (strip)boek "De Ronde van Gallië" van Asterix en Obelix

Jammer, eigenlijk, want tweezetten al prijsvraag verloren hun populariteit omdat ze met de computer eenvoudig zijn op te lossen, maar ik verkies zelf, met eigen brein, achter het geheim te komen en volgens de oude Professor voorkomt dat dementie; zelf is hij daar, met 101 jaar en scherpe geest, een levend bewijs van.

Vanaf Cambrai rijd je, als je naar het zuidwesten gaat, zo Picardië binnen, streek met zowaar een eigen taal, met lange, rechte wegen, ik reed via Bapaume en Albert naar de stad waar Jules Verne na het schrijven van, onder meer, Hector Savadac, 20.000 mijlen onder zee, reis om de wereld in 80 dagen, de kinderen van Kapitein Grand, Michaël Strogoff, koerier van de Tsaar en nog vele andere, voor toen, sience fiction verhalen en die ik allen, en enkelen soms meerdere keren, heb gelezen, overleed. In de weide omgeving leeft zijn naam voort: een enorme brug, een industrieterrein, het draagt zijn naam, hier, in Amiëns.

De regen klettert maar door, een tegenligger van formaat zoeft langs met in zijn kielzog een enorme wolk opgezweept water waar ik dan doorheen duik; even is het zicht door de voorruit weg, even maar, gelukkig, telkens weer als een collega tegenligt.

Aan het eind van de dag komt een waterig zonnetje door, langs de weg borden met geschiedenis, borden die aangeven waar precies tijdens de "grande guerre" het "front" was, zomer 1916, en ik bedenk, elk bordje staat garant voor duizenden doden, hier, langs de Somme.

'T is koud, kil en winderig, de regen stort weer neer, de stuurhut schudt, onder windgeraas, heen en weer, maar ik merk het niet eens. ik kijk naar een paar tweezetten en weet ze, soms na langdurig zoeken, op te lossen. Rond een uur of twee en diverse problemen verder besef ik, dat ik slaap heb.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo apr 25, 2012 8:17 pm

Kan een tweezet wel eens het hoofd breken, nog erger is het vaak met een driezet en soms kan het dagen duren voordat het begint te dagen, vooral als er nogal wat "materiaal" op het bord staat. Dus: wit zet, zwart zet, wit en zwart zetten nog eens en dan zet wit, wat zwart ook speelt, mat.

Al snel was ik gelost in Grandvillers zodat ik naar de volgende klant kon rijden die zich voorbij Parijs bevond, vlak bij Brie en derhalve besloot ik zo goed als mogelijk drukte te vermeiden, eerst naar Beauvais waar de hoogste gotische Kathedraal ter wereld staat, en toen naar Clermont en Creil vanwaar ik via Ermenonville naar de woonplaats van Joop, Joop Zoetemelk, Meaux, waar hij een hotel runt, snorde.

Vandaar nog even verder en nog net voor de middag had ik Savigny le Temple, bezijden Melun, er uit.

Zelfs een vrij eenvoudige driezet is voor een beginneling reeds een opgave waar hij of zij, soms na uren, niet uit komt en sommige overstijgen, wat moeilijkheidsgraad betreft, de kubus van Rubic die per slot van rekening in hoogstens twintig draaiingen in de juiste stand kan worden gebracht.

Vanuit Savigny weer Parijs door omdat er in Villepinte een graafmachine moest worden opgehaald, dus voor de tweede keer de drukte door, en het regende, dus dat beloofde wat, maar dit keer brak het weer het woord, het werd droog en kon, tegen verwachting in, goed opschieten.

Onderweg luisterde ik regelmatig naar de radio, het gevallen kabinet, het zwarte pietenspel en de kaartendans zijn weer begonnen, men rolt over elkaar heen, de problemen lijken ernstig, de miljarden vliegen ons om de oren.

Met enige listigheid en improvisatie reden we, de verlader en ik, de graafmachine achter in de kar waarna ik vertrok, nu wederom Parijs door en het had er deze keer veel van een niet al te moeilijke driezet, waarvan de slotzet het moeilijkste was, weg, want ik dreigde vast te komen staan, maar nog net kon ik er af om via via de weg naar Sens op te komen.

Sens, genoemd naar het Keltische volkje de Senonen die hier ooit, in een ver verleden, neerstreken en later hier de eerste, dus nu oudste, gotische kathedraal bouwden, Sens, het noordelijkste stadje in Bourgondië.

Misschien komt het, omdat ik als één van de weinigen nog klompen draag, maar ik kon het er op aanvoelen dat de euro geen lang leven was beschoren, het trekt ons steeds in een dieper en dieper moeras, omgeven door uiterst giftige valutagassen.

Een prachtige route vulde de rest van de dag, door het schitterende dal van de Yonne naar Auxerre en vandaar verder langs de Cure, naar Avallon, eigenlijk gewoon de voormalige "N"-weg 6, Saulieu en net even na Arnay le Duc vond ik het welletjes.

Voor een hersentraining waag ik mij aan een driezet, ééntje, waar ik gisteren aan begon maar waar ik niet uit kwam terwijl ik er de hele dag over piekerde, want er moest toch een oplossing zijn. Na een uurtje zag ik het, opeens, precies net zoals je het dier of voorwerp vanuit een vrijwel nietszeggende kleurenkaart ziet opdoemen, ach, hoe heet zo'n kaart ook al weer.

Inmiddels buigen 150 kamerleden zich over hun eigen driezet, maar ze zien aan de oplossing voorbij, men roept de ene naar de andere zet maar geen van die leiden tot de goede oplossing, maar, zoals in bijna elke driezet, de meest onwaarschijnlijke beslissingen zullen het probleem werkelijk oplossen, maar doordat de politiek zich vrijwillig door de Unie liet ketenen kan men de gespeelde zetten niet meer keren en is er geen oplossing meer voorhanden, een onopgeloste, ja heilloze driezet, Unie, Euro, Armoe. Je moet wel erg veel van het drama houden wil men hier mee verder gaan.

Het failliet, niet alleen van de Euro, maar ook van de democratie.

Morgen ga ik verder, de alpen in om de graafmachine af te leveren. Die gaat daar dan bergen verzetten.

Aldus schreef ome Willem.

Lech
Berichten: 4942
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 12:30 pm

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door Lech » do apr 26, 2012 10:07 am

Hoi Willem,

Zit er binnenkort weer een rit naar Polen in?

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do apr 26, 2012 8:32 pm

Een harde wind waait over het Franse land en drijft de koude naar elders, er zit verandering in de voortgedreven lucht.

Vanmorgen stond ik niet ver van waar ik nu sta, op de weg Auxerre-Beaune, de oude N 6, en een dag van noest rondrijden maakt het verschil, eerst vanmorgen vroeg reed ik in het duister langs de plek waar ik nu sta, op boogschutsafstand van Chalon sur Saône, ik kan de lichten vanhier zien.

Ik bleef de weg volgen, Tournus, de Saône over en via Cuisery snorde ik door de Bresse naar Bourg: de steek Bresse waar ik door reed is bezaait met talloze meertjes en staat bekend om zijn speciale kippen, Poulet de Bresse. Even nam ik dan een stukje snelweg, om er na twee afslagen weer snel af te gaan en reed heel ouderwets de Alpen in, of nee, eigenlijk behoren de bergen nog tot de Jura. Je ziet ze al vanaf Lyon, vanaf Macon, vanaf Bourg, en zo reed ik langs de Ain de bergen in, eerst nog vlak, de loop van de rivier volgend, en toen omhoog, de Cerdon op vanwaar je een adembenemend uitzicht hebt over het immense Rhônedal; kilometers ver was het uitzicht.

Langs een prachtig meer, Nantua, en niet lang daarna het imposante Bellegarde, een brug over, in de diepte de koninklijke Rhône, reeds eeuwenlang, ver voor het stadje, daar stromend.

Omhoog ging het weer, en weer de diepte in, Fragny, en wéér omhoog, afdalen, Rumilly, toen nog een paar kilometers, Alby sur Chéran waar de graafmachines er uit werden gereden.

Vervolgens weer terug, genietend van de vergezichten, witgepimpte bergtoppen, de bebloemde weiden, betuinde heuvels, een zwarte kraai scheerde regelmatig laag de weg over, hier en daar een loerende buizerd, stilzittend op een paal tussen het prikkeldraad. Van vroeger ken ik het nog, de fransklinkende echo's tussen de bergen, toen, toen het hier o zo stil was, gevrijwaard van snelwegen, toen de aanstaande vooruitgang nog in de lucht zat, ik krijg kippenvel als ik er aan terug denk, herinner mij dat ik hier rond '70 met een tweetakt DKW-tje (Stond dat niet voor Daar Komt Willem?) door de verleden tijd reed, ja, het lijkt of juist dié echo hier nog steeds is blijven hangen.

Rond de middag stopte ik even in een naamloos dorpje en snoof een weldadige geur van seringen op, de zon brak langzaam door, opeens begon het waaien.

Stormen zelfs, ik vreesde bijna om te slaan toen ik van Châtillon la Palud naar Châtillon sur Chalaronne reisde, maar ik ging onverstoorbaar verder, de brug bij Belleville over en niet lang daarna stond ik te laden in La Maison Blanc, het bleef maar waaien.

19 palleten, en toen ging ik weer, Macon, Tournus, en niet lang daarna kwam ik aan waar ik nu sta, de wind neemt iets af en heeft inmiddels de kou verdreven, buiten voelt het bijna warm aan. Die geheimzinnige wind, waarvan niemand weet vanwaar zij komt en nog minder weet naar waar zij toe op weg is, maar ditmaal heeft de wind wel een warm hart.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di mei 01, 2012 3:42 pm

Het is Wagner zelf die het schreef, wellicht heeft hij destijds de kanteling in de tijd waargenomen als hij schrijft: "De instrumentale muziek -de negende van Beethoven bewijst het- heeft haar laarste woord gesproken; zij kan niet verder. Na Beethoven is muziek tot volstrekte onvruchtbaarheid gedoemd" waarmee hij bewees de crisissituatie van zijn tijd haarfijn te hebben aangevoeld.

Vandaag zou ik nog zes adressen laden, maar bij het eerste, in Meursault, ging het al mis, want ondanks dat de leverancier op de hoogte was dat "wij" zouden komen, bleek zijn heftruck, nodig om te laden, al enige tijd stuk te zijn. Na ruim een uur niksen ben ik er maar vandoor gegaan, naar Beaune, midden in Beaune, en daar zat de handel in een oogwenk achter in het laadruim. Al lange tijd bestudeer ik de gezichten, het gelaat van de voorbijganger, die in de supermarkten, op de laadadressen, overal, de nieuwe tijd is er op af te lezen, vanaf het voorjaar kijken, lachen, het knippen met de ogen, ja, ook de grimassen zijn veranderd, in een oogwenk.

Inmiddels vielen nog twee klanten af, zodat mij nog ééntje restte, die in Pouilly sur Loire, toch nog een heel eind karren vanaf Beaune, dus toog ik eerst naar het oude stadje Autun en over Chateau-Chinon reed ik verder, door Saint Saulge, een lange rit dwars door de Morvan, een nogal wat ondergewaardeerde omgeving, slechts weinigen kennen de schoonheid van de streek. Zelfs vandaag, terwijl het nagenoeg onafgebroken regende, was het hier mooi, maar ja, ik houd ook van regen, van onguur, van opzwiepende regenvlagen, ik vind ze spannend.

Wagner herkende het, toen, in zijn tijd, en weinigen zullen hem zijn bijgevallen en wellicht de enige die het voor honderd procent met hem aanvoelde was Cosima, dochter van Franz List en Wagner's laatste echtgenoot.

Rivieren stroomden tjokvol door hun beddingen, in weiden en akkers stonden soms grote, drassige, waterplassen, het land heeft moeite het neergekomen water af te voeren. De klant in Pouilly zat er ook snel in en vandaar ging de reis verder, via Douzy naar Auxerre, en daarna, dit keer via Vouzieres. Even daarna, in La Chesne, bleef ik staan, at ik asperges met kaas.

Ruim honderd vijftig jaar tussen de tijdskanteling ten tijde van Wagner en die van dit voorjaar: eerst leefden de mensheid, in alle opzichten. Daarna sloeg leven, het leven, om in een ander soort leven, ik groeide er mee op, de mensheid leefde eigenlijk niet, maar beleefde, de mensheid maakte mee en na het verstrijken van de tijd steeg de beleving, soms tot ongekende hoogten! Bruisend beleefde men zijn tijd, gezeten op vooruitgang, voort ging het, met alles, met bijna alles. Maar dit intens beleven eiste zijn tol, het beleven maakte kwetsbaar, in die honderd vijftig jaar verdween door al dat beleven het grootste deel van de ziel, zodat uiteindelijk het lichaam met de zenuwen achter bleef.

Morgen nog het restant van de rit, waarna we weer zullen zien waar de volgende reis heen gaat.

Plost kwam de kanteling over ons, het beleven verdween, in één klap, de gezichten, wie weet, ziét het ook, de mensen, ze lopen langs, zonder leven, zonder beleven.

In de aangebroken tijd zie ik ze, lopens door de straten, zittend op het terras, fietsend op het rijwiel, aan de arbeid in de fabrieken, het leven is, na de tussenstap beleven, uitgekomen bij een louter overleven.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di mei 01, 2012 3:45 pm

Inmiddels zitten we midden in de lente, overal bloesems, sommige al aan het uitvallen, de weiden kleuren grasgroen met paardbloemengeel en ik ben, op de dertigste april, op weg, naar hartje Europa, Tsjechië werd vandaag, nadat ik "Wagnerstad" Bayreuth was gepasseerd, de stad waar de in Venetië overleden dramaschrijver werd begraven, reeds bereikt.

Morgen, de eerste mei, een vrije dag hier, zoals in zoveel landen, de dag van de arbeid, de eerste mei. In veel lidstaten van de Unie geld dan voor vrachtverkeer een rijverbod, 24 uur lang, een beetje zinloos als je er over nadenkt, maar hier, in Tsjechië, heeft men weldenkend verstand laten zegenvieren en een rijverbod ingesteld vanaf 13.00 uur en daar is wellicht iets voor te zeggen. Mee te "leven" ook.

Aangezien ik een heel eind oostwaarts ga, weer naar Otrokovice, vertrek ik morgen lekker vroeg zodat ik nog een heel eind zal komen, ondertussen genietend, hier, in hartje Europa, van hartje lente.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo mei 02, 2012 4:17 pm

Het is nog maar zo kort geleden, in mijn beleving althans, de tijd vliegt, ik zat op een omgekeerd bierkratje, volgens mij net na de vakantieperiode, en Bert was met laden bezig, hij stond opeens naast mij en vroeg "Heb jij ook last van kortademigheid?" En zonder mijn antwoord af te wachten vertelde hij dat hij na het laden niet met zijn voertuig weg ging, maar naar de dokter ging.

Bert was een rustige kerel, met een bijzonder soort humor; niet iedereen kon er tegen, maar ik vond het vermakelijk. En ook had hij belangstelling voor gedichten, vooral limmeriken, hij kon er heel wat uit z'n hoofd en bovendien kon hij niet onaardig schaken.

Na een paar dagen hoorde ik het bericht, het bericht dat hij ziek was, vrijwel ongeneeslijk, ik werd daar erg door geschokt, wist mij nauwelijks geen raad! Enkele keren speelden we een partij, ik herinner me die partij in zijn woonplaats Ouderkerk, in het plaatselijke café, waar hij pardoes een stuk voor kwam te staan, hij vond het leuk, dat schaken.

De tijd vloog voorbij, de maanden, waar bleven ze? En telkens had ik het voornemen, het voornemen waar maar steeds niets van terecht kwam, maar met Pasen zou ik bij hem langs gaan, ik sprak met hem af, eerst zou ik bellen hoe hij zich zou voelen, maar dan zouden we een partij spelen.

Op die dag belde ik hem, twee, drie keer, maar hij nam niet op. Tegen vieren belde hij mij en zei dat hij erg beroerd was en hij het niet zag zitten, we kletsten nog even, maar hij leek alle hoop te hebben verloren.

Nadien hoorde ik dat het steeds slechter met hem ging, vandaag bereikte mij het bericht dat hij afgelopen nacht is overleden.

Een schok, toch, al had ik het wel verwacht, maar een schok als je zo opeens een collega moet missen, nog lang geen 60 jaar, en mijn medeleven gaat uit naar zijn echtgenoot, kinderen en verdere familie.

Schuldgevoel ook, omdat ik die laatste partij niet met hem heb gespeeld.

Vaarwel Bert; ik zal je nooit vergeten en je staat voor altijd in mijn herinnering gegrift. En op mijn log natuurlijk: voor altijd!

Je collega, Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr mei 04, 2012 6:14 am

Moravië is schitterend, zeker zo in het voorjaar en bovendien heeft de tijd hier op onderdelen stilgestaan, ik snorde al vroeg de grote industriestad Ostrava en later Opava voorbij en vandaar, op weg naar Bruntál, door glooiende heuvels en bergen, er lag nog flink wat sneeuw op de Amenský Vrch tot aan de Vysoká Hora, hoge bergtoppen achter Bruntál. Zo heeft een Poolse vrije dag ook zijn voordelen.

Een adembenemende weg voerde omhoog, de weg naar Rymařov en daarna over de Skřítek met even daarvoor een verrassend prachtig panorama op de nog besneeuwde Pradéd, de Velký Děd en de Medvědi Hřbet, toppen van de Hrubý Jeseník, de weg slingerde zich door een eeuwenoud woud, hoge, zingende bomen met relatief dikke stammen, de bomen, ze vertelden hun verhaal, een verhaal van de hier stilstaande tijd.

Zo kwam ik aan te Šumperk waarna nog een prachtige tocht volgde, via Červená Voda met een reeks haarspeldbochten naar boven, op weg naar Jablonné, het weer werd wat onstabiel, er zaten onweerswolken in de lucht en op zeker moment leek ik langs de plek te komen waar een nepbebaarde Kuifje, de professor en Kapitein Haddock tijdens de achtervolging door de Bordurische politie met een okergele auto de bocht uit vlogen; het zag er nog net zo uit als op de plaatjes op bewuste bladzijde van het boek; rond de middag passeerde ik het oude mijnstadje Žamberk en hier hielden de bergen op.

Fleurige fruitbomen, bloeiende paardenkastanjes, één groot feest, de bomen vertelden mij onderweg stilzwijgend levendige sprookjes, ik luisterde intens met mijn ogen, het was spannend, superspannend, 't leek net echt, 't wás ook echt, het pittoreske Vamberk kwam in zicht, een dorpje, al tijden onveranderd, op de oerlelijke nieuwe supermarkt na.

De weg werd drukker, druk zelfs, het knooppunt Hradec Králové volgde en ik wurmde mij door het verkeer naar Jicín, ik begon aardig op te schieten, het verdere verloop beschreef ik eens eerder: Mělník, bekend omdat daar de Vlatva in de Labe stroomt en daarna Slaný en dit keer verkoos ik Louny en Chomutov om via het onwerkelijke en gure, gribusachtige oord Hora Svatého Sebestiána, dat midden op het Ertsgebergte ligt, Tsjechië te verlaten. Weer zag ik in de spiegels het zinderende uitzicht, tot ver de republiek in.

Via het voormalige Karl Marx Stadt snorde ik nog naar Leipzig en onder de rook van de grote stad bleef ik staan.

In het donker zie ik ze nog steeds voor me, de verhalen die de bomen mij vertelden, de schakeringen van licht en donker die ze in hun libretto schreven, de liederen die ze zongen, de prachtige zangen der stilte, ze vervullen nog mijn oren, en met deze eeuwige, ja Eeuwige Klanken en beelden sukkel ik dankbaar in een heerlijke slaap.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do mei 10, 2012 5:46 pm

Een lange recht stuk dijk strekte zich voor mij uit en met de grote molen duwde ik het rijwiel vooruit terwijl links van mij nors kijkende knobbelzwanen dreven die meewarig stoïcijns naar mij keken terwijl ze, zo vermoedde ik, zich afvroegen wat er nu weer voorbij kwam.

Vogels maken de mooiste muziek, vladderen lustig heen en weer, enkele, zoals de grote roofvogels, kijken vorstelijk, verheven maar zwanen, alleen zwanen, en vooral knobbelzwanen, kijken nors, boos en ernstig.


Nee, gisteren was er te weinig te melden. Nou ja, ik was even met een dagvrachtje onderweg naar Londerzeel, halverwege Brussel en Antwerpen en in de middag had ik even boven Apeldoorn de kar weer vol met spullen voor Frankrijk, het land dat vandaag een opstakel vormde omdat er op 8 mei in dat gebied, en alleen in dát gebied, weer eens een vrije dag is waardoor we er niet mogen rijden.

Zo vertrok ik vanmorgen uit de stad met twee namen, Luik en Liège, dat in het Waals vòòr 1963 Liége heette en geboortestad is van de "Franse" componist Cesar Frank (die daar overigens in een Nederlandse tijd werd geboren) en van de "Amsterdamse" schilder Gérard de Lairesse die de Nederlandse taal nauwelijks machtig was en zelfs een tijdje in de lik zat omdat hij in Amsterdam in het openbaar Frans sprak wat een tijdje strafbaar is geweest.

Via allerlei prachtige wegen snorde ik langs de Franse grens, afzakkend via Karlsruhe langs de Rijn naar het zuiden, zodat ik morgenvroeg Frankrijk dichter bij de losplek kan inrijden en zo leidt een vrije dag in Frankrijk tot een hogere belasting van het milieu; lang leve het verenigd Europa waar elk land maar een beetje aanmoddert zonder zich af te vragen waar dit allemaal toe leidt: ik heb er mee leren leven.

Breisach, een klein oud stadje aan de Rijn werd de plek waar ik de morgen af wacht, morgen wanneer Frankrijk weer toegankelijk wordt en halverwege de middag vond ik tijd er fietsend op uit te trekken, ik snorde de kleine heuvel op, een zeer steile helling, hijgend kwam ik boven en al rondkijkend leerde ik een deel van de geschiedenis van het stadje, zoals dat van de Bourgondische landvoogd Peter Hagenbach die hier een poosje de lakens uit mocht delen, maar die morgen 9 mei, vanwege de één of andere vage aanklacht, op de kop af 597 jaar geleden in dit stadje werd onthoofd en terwijl ik rondsnorde ontwaarde ik op een gevel een muurschildering van de naderende onthoofding door de beul van Colmar.
Boven, naast het slot, een boom met prachtige bloemen, even dacht ik dat het een sering was, maar toen ik zag dat er geen bladeren aan zaten en nog eens goed keek, zag ik dat het een zogenaamde Keizersboom was.


Later in de middag toerde ik wat rond langs de bezwaande Rijn, kwam langs Sasbach, Bischoffingen en fietste door een prachtig bos, prachtig, voornamelijk vanwege de enorme verscheidenheid van vogelgeluiden, het was zo mooi dat ik er en kwartier muisstil naar heb staan te luisteren: zelfs Beethoven had hier een puntje aan kunnen zuigen.
Inmiddels begon het vanuit de grijze lucht een beetje te regenen, en ik houd van regen; in de hele omgeving zag ik op diverse plaatsen de prachtige keizersboom bloeien, de keizersboom die zijn naam dankt aan een Nederlandse koningin van Russische afkomst, de wetenschappelijke naam is immers Paulownia Tomentosa, vernoemd naar Anna Paulowna, echtgenote van Koning Willem de Tweede en die helemaal idolaat was van de klokvormige bloemen.

Zes à zeven kilometer voordat ik weer terug was in Breisach hield het op met zachtjes regenen, ik trotseerde een heuse stortvloed en gelukkig had ik uit voorzorg de Zwarte Bes met plastic omwikkeld zodat die tenminste droog zou blijven.

Opeens hield de regen op, net zo opeens begon het enorm te waaien, wind tegen, mijn doorweekte kleding werd bijna sneller droog dan dat het door de regen nat werd. Het laatste stuk weg naar Breisach was weer een stukje rijndijk waar nog steeds de norse zwanen ongestoord ronddreven, zwanen stil en ernstig, zonder getwitter, geluid en zang.

Nee, zwanen maken doorgaans geen geluid. Zelfs hun zwanenzang hoor je niet.

Aldus schreef ome Willem. ConceptenVerzondenActivatie goedgekeurdActivatie niet goedgekeurdAdsFactuurInwoordenLinkruilMailsPolencafeVerslagenWebchampWebnaam beheerZoekmachines

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » ma mei 14, 2012 5:14 pm

Geloof aan mijzelf is één van mijn voornaamste kenmerken, een noodzakelijke voorwaarde, noodzakelijk wil ik niet aan miskenning en tegenwerking ten gronde gaan, want ik ben een tragedie op zichzelf.

De reis loopt aardig in de soep, om het zo maar eens te zeggen, want hoewel ik vanmorgen vroeg vertrok, de lading voor de afgesproken tijd kwijt was, blijkt geen enkele terugvracht klaar te zijn. Mislukte planning dus, maar het geeft mij tijd om de omgeving te verkennen, mijn gedachten weer eens de vrije loop te laten.

Uit te steken boven anderen is eigenlijk alleen benijdenswaardig in de ogen van die daaronder zwalken, want die kennen niet het gevoel van de eenzaamheid, van het leed van de verlatenheid van de eenzame, de weemoedige smart van het niet-begrepen-worden.

De weg Besançon-Bourg en Bresse lag er weer schitterend bij, het had geregend, de flora liet zich van zijn beste kanten zien, bloeiende lagestumia's, kastanje's in diverse kleuren, akkers en velden met boterbloemen, de paardenbloemen zijn hier reeds pluizenbolletjes geworden, paarse scabiosa, veldlelie's.

Strijd. Strijd om erkenning, het vechten tegen twijfel, tegen allerdaagse sleur die mij wil beletten op te stijgen. Scheppingsdrang vreet en woed in mij zonder ophouden, gunt mij geen enkele rust, sloopt en verteert mij en het zweept mij voortdurend op, van minuut naar minuut, van uur naar het volgende uur.

In de middag zette ik het Dafje stil, een tien kilometer voor Macon, een eeuwenoud stadje en ik trok er met het rijwiel op uit, eerst de Saône over en via lommerijke landerijen bereikte ik Saint Laurent, dat eigenlijk op een eiland in de rivier ligt en met een prachtige oude brug met Macon verbonden is.

Men noemt het een voorrecht, spreken soms van zegen van boven, maar wie, ja wie, begrijpt in plaats van benijdt? Met verbaasde ogen ziet men, leest men, luistert, rekken de hals en vragen zich af hoe het mogelijk is dat één iemand dit alles heeft kunnen voortbrengen.

De winkelstraten van het oude stadje bleken pover, er schelde een naargeestige, door luidsprekers voortgebrachte, "pop"-muziek door de wandelstraten waarmee het publiek vergiftigd werd, je zág het aan ze, de stierstoere mannen die uit de massa wilde breken, de vrouwen en meisjes gefocust op niet bestaande eeuwige jeugd, gegrepen door de modegod die hun wijs maakt dat ze hun schoonheid moeten en kunnen handhaven, schoonheid jegens mensen die ze niet eens kennen, waarvan ze niet eens houden, een bizar schouwspel en ik besloot te vluchten, vluchten, en liet die arme Fransen gehoorvergiftigt achter.

Maar ach, wie voelt de pijn, de ziellepijn die aan al dat schrijven kleeft, het gemoed dat brak door emotie, wie snapt de weemoed en de achtergedachten van de immer voortschrijdende drang die dit alles deed geboren worden? Even buiten Macon bezocht ik een immense supermarkt, oerlelijk, zeker, en rondom een enorm, evenzo wanstaltig, winkelcentrum, opgetrokken uit strak grijs metaal en alles leek op elkaar, gevolgen van misarchitectuur, de fout van de koopeeuw waarin bezit, heb en kopen een religie werd.

Scheppen is voortbrengen, baren in nood, smart en pijn om daarmee uiting te geven aan al wat inwendig woelt, leeft, brand, zingt en vecht, het kennen en weten van de openbaring, het bewust zijn van zegen en vloek, van de Hogerhand.

Nadat ik wat fruit en schapenyoghurt had gekocht, snorde ik terug naar het Dafje, de avond taande reeds, de zon wierp lange schaduwen, de avond is nog immer zwoel en ik peins verder, hoor woorden en klanken, inzicht en diepte overvalt mij, voel mysterie, voel het niet alleen, maar zie het, doorgrond het, sta binnen, zie en doorgrond datgene waar anderen staan voor een zevenvoudig gesloten poort.

Dat is geen geluk, nee, dat is geen geluk, maar leed, diep pijnvol leed, het doorgeven van het geven, het sloopt mij, het kennen maakt mij eenzaam en in mijn eenzaamheid ben ik een brandpunt waarin het gevoel van allen samenvloeit, van allen, hoog en laag, groot en klein. Wie is het toch, die de woorden met mijn handen, met mijn gedachten, ja, met inzicht schrijft? Hoog, stijg toch hoog, eenzaam hoog, als Icaris, zo hoog, om vandaar het licht over allen te verspreiden.

Aldus schreef ome Willem.

Thomasz
Berichten: 155
Lid geworden op: ma aug 22, 2011 1:39 pm

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door Thomasz » ma mei 14, 2012 5:46 pm

admin schreef:Geloof aan mijzelf is één van mijn voornaamste kenmerken, een noodzakelijke voorwaarde, noodzakelijk wil ik niet aan miskenning en tegenwerking ten gronde gaan, want ik ben een tragedie op zichzelf.

De reis loopt aardig in de soep, om het zo maar eens te zeggen, want hoewel ik vanmorgen vroeg vertrok, de lading voor de afgesproken tijd kwijt was, blijkt geen enkele terugvracht klaar te zijn. Mislukte planning dus, maar het geeft mij tijd om de omgeving te verkennen, mijn gedachten weer eens de vrije loop te laten.

Uit te steken boven anderen is eigenlijk alleen benijdenswaardig in de ogen van die daaronder zwalken, want die kennen niet het gevoel van de eenzaamheid, van het leed van de verlatenheid van de eenzame, de weemoedige smart van het niet-begrepen-worden.

De weg Besançon-Bourg en Bresse lag er weer schitterend bij, het had geregend, de flora liet zich van zijn beste kanten zien, bloeiende lagestumia's, kastanje's in diverse kleuren, akkers en velden met boterbloemen, de paardenbloemen zijn hier reeds pluizenbolletjes geworden, paarse scabiosa, veldlelie's.

Strijd. Strijd om erkenning, het vechten tegen twijfel, tegen allerdaagse sleur die mij wil beletten op te stijgen. Scheppingsdrang vreet en woed in mij zonder ophouden, gunt mij geen enkele rust, sloopt en verteert mij en het zweept mij voortdurend op, van minuut naar minuut, van uur naar het volgende uur.

In de middag zette ik het Dafje stil, een tien kilometer voor Macon, een eeuwenoud stadje en ik trok er met het rijwiel op uit, eerst de Saône over en via lommerijke landerijen bereikte ik Saint Laurent, dat eigenlijk op een eiland in de rivier ligt en met een prachtige oude brug met Macon verbonden is.

Men noemt het een voorrecht, spreken soms van zegen van boven, maar wie, ja wie, begrijpt in plaats van benijdt? Met verbaasde ogen ziet men, leest men, luistert, rekken de hals en vragen zich af hoe het mogelijk is dat één iemand dit alles heeft kunnen voortbrengen.

De winkelstraten van het oude stadje bleken pover, er schelde een naargeestige, door luidsprekers voortgebrachte, "pop"-muziek door de wandelstraten waarmee het publiek vergiftigd werd, je zág het aan ze, de stierstoere mannen die uit de massa wilde breken, de vrouwen en meisjes gefocust op niet bestaande eeuwige jeugd, gegrepen door de modegod die hun wijs maakt dat ze hun schoonheid moeten en kunnen handhaven, schoonheid jegens mensen die ze niet eens kennen, waarvan ze niet eens houden, een bizar schouwspel en ik besloot te vluchten, vluchten, en liet die arme Fransen gehoorvergiftigt achter.

Maar ach, wie voelt de pijn, de ziellepijn die aan al dat schrijven kleeft, het gemoed dat brak door emotie, wie snapt de weemoed en de achtergedachten van de immer voortschrijdende drang die dit alles deed geboren worden? Even buiten Macon bezocht ik een immense supermarkt, oerlelijk, zeker, en rondom een enorm, evenzo wanstaltig, winkelcentrum, opgetrokken uit strak grijs metaal en alles leek op elkaar, gevolgen van misarchitectuur, de fout van de koopeeuw waarin bezit, heb en kopen een religie werd.

Scheppen is voortbrengen, baren in nood, smart en pijn om daarmee uiting te geven aan al wat inwendig woelt, leeft, brand, zingt en vecht, het kennen en weten van de openbaring, het bewust zijn van zegen en vloek, van de Hogerhand.

Nadat ik wat fruit en schapenyoghurt had gekocht, snorde ik terug naar het Dafje, de avond taande reeds, de zon wierp lange schaduwen, de avond is nog immer zwoel en ik peins verder, hoor woorden en klanken, inzicht en diepte overvalt mij, voel mysterie, voel het niet alleen, maar zie het, doorgrond het, sta binnen, zie en doorgrond datgene waar anderen staan voor een zevenvoudig gesloten poort.

Dat is geen geluk, nee, dat is geen geluk, maar leed, diep pijnvol leed, het doorgeven van het geven, het sloopt mij, het kennen maakt mij eenzaam en in mijn eenzaamheid ben ik een brandpunt waarin het gevoel van allen samenvloeit, van allen, hoog en laag, groot en klein. Wie is het toch, die de woorden met mijn handen, met mijn gedachten, ja, met inzicht schrijft? Hoog, stijg toch hoog, eenzaam hoog, als Icaris, zo hoog, om vandaar het licht over allen te verspreiden.

Aldus schreef ome Willem.


Zou best weleens een reis met U MEE WILLEN MAKEN
Thomasz

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di mei 15, 2012 4:30 pm

Geloof aan mijzelf is één van mijn voornaamste kenmerken, een noodzakelijke voorwaarde, noodzakelijk wil ik niet aan miskenning en tegenwerking ten gronde gaan, want ik ben een tragedie op zichzelf.

De reis loopt aardig in de soep, om het zo maar eens te zeggen, want hoewel ik vanmorgen vroeg vertrok, de lading voor de afgesproken tijd kwijt was, blijkt geen enkele terugvracht klaar te zijn. Mislukte planning dus, maar het geeft mij tijd om de omgeving te verkennen, mijn gedachten weer eens de vrije loop te laten.

Uit te steken boven anderen is eigenlijk alleen benijdenswaardig in de ogen van die daaronder zwalken, want die kennen niet het gevoel van de eenzaamheid, van het leed van de verlatenheid van de eenzame, de weemoedige smart van het niet-begrepen-worden.

De weg Besançon-Bourg en Bresse lag er weer schitterend bij, het had geregend, de flora liet zich van zijn beste kanten zien, bloeiende lagestumia's, kastanje's in diverse kleuren, akkers en velden met boterbloemen, de paardenbloemen zijn hier reeds pluizenbolletjes geworden, paarse scabiosa, veldlelie's.

Strijd. Strijd om erkenning, het vechten tegen twijfel, tegen allerdaagse sleur die mij wil beletten op te stijgen. Scheppingsdrang vreet en woed in mij zonder ophouden, gunt mij geen enkele rust, sloopt en verteert mij en het zweept mij voortdurend op, van minuut naar minuut, van uur naar het volgende uur. In de middag zette ik het Dafje stil, een tien kilometer voor Macon, een eeuwenoud stadje en ik trok er met het rijwiel op uit, eerst de Saône over en via lommerijke landerijen bereikte ik Saint Laurent, dat eigenlijk op een eiland in de rivier ligt en met een prachtige oude brug met Macon verbonden is.

Men noemt het een voorrecht, spreken soms van zegen van boven, maar wie, ja wie, begrijpt in plaats van benijdt? Met verbaasde ogen ziet men, leest men, luistert, rekken de hals en vragen zich af hoe het mogelijk is dat één iemand dit alles heeft kunnen voortbrengen.

De winkelstraten van het oude stadje bleken pover, er schelde een naargeestige, door luidsprekers voortgebrachte, "pop"-muziek door de wandelstraten waarmee het publiek vergiftigd werd, je zág het aan ze, de stierstoere mannen die uit de massa wilde breken, de vrouwen en meisjes gefocust op niet bestaande eeuwige jeugd, gegrepen door de modegod die hun wijs maakt dat ze hun schoonheid moeten en kunnen handhaven, schoonheid jegens mensen die ze niet eens kennen, waarvan ze niet eens houden, een bizar schouwspel en ik besloot te vluchten, vluchten, en liet die arme Fransen gehoorvergiftigt achter.

Maar ach, wie voelt de pijn, de ziellepijn die aan al dat schrijven kleeft, het gemoed dat brak door emotie, wie snapt de weemoed en de achtergedachten van de immer voortschrijdende drang die dit alles deed geboren worden? Even buiten Macon bezocht ik een immense supermarkt, oerlelijk, zeker, en rondom een enorm, evenzo wanstaltig, winkelcentrum, opgetrokken uit strak grijs metaal en alles leek op elkaar, gevolgen van misarchitectuur, de fout van de koopeeuw waarin bezit, heb en kopen een religie werd.

Scheppen is voortbrengen, baren in nood, smart en pijn om daarmee uiting te geven aan al wat inwendig woelt, leeft, brand, zingt en vecht, het kennen en weten van de openbaring, het bewust zijn van zegen en vloek, van de Hogerhand.

Nadat ik wat fruit en schapenyoghurt had gekocht, snorde ik terug naar het Dafje, de avond taande reeds, de zon wierp lange schaduwen, de avond is nog immer zwoel en ik peins verder, hoor woorden en klanken, inzicht en diepte overvalt mij, voel mysterie, voel het niet alleen, maar zie het, doorgrond het, sta binnen, zie en doorgrond datgene waar anderen staan voor een zevenvoudig gesloten poort.

Dat is geen geluk, nee, dat is geen geluk, maar leed, diep pijnvol leed, het doorgeven van het geven, het sloopt mij, het kennen maakt mij eenzaam en in mijn eenzaamheid ben ik een brandpunt waarin het gevoel van allen samenvloeit, van allen, hoog en laag, groot en klein. Wie is het toch, die de woorden met mijn handen, met mijn gedachten, ja, met inzicht schrijft?

Hoog, stijg toch hoog, eenzaam hoog, als Icaris, zo hoog, om vandaar het licht over allen te verspreiden.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo mei 16, 2012 9:32 pm

De meesten hebben er een hekel aan, maar ik houd er wel van, van een flinke regenbui als je in het bos aan het fietsen bent.

Een beetje abrupt einde, afgelopen donderdag, maar ja, thuisgekomen vanuit de Chablis vond ik te weinig tijd iets zinnigs aan de meel toe te vertrouwen, maar het laatste deel verliep tamelijk vlekkeloos. Nadat ik bij alweer een uiterst vriendelijke wijnboer nog wat lekkers afhaalde was het via een alweer verschrikkelijke mooie weg naar een adresje in de Champagnestreek, vlak bij Bar sur Seine, dus kwam ik langs Tonnere en vandaar over een route die ik nog niet eerder reed; prachtig en stil was, ik genoot met volle teugen.

En via Bar sur Seine ouderwets, over Brienne le Chateau, Vitry le François en Vouziers weer naar huis.

Over de afgelopen dagen valt weinig te schrijven: eerst in Amsterdam geladen voor Wesel en Essen, dus het werd een uitstapje rond huis, al was het laatste deeltje nog het aardigst.

Toen ik in dinsdagmorgen in Essen leeg was, kon ik nog wat op gaan halen in Pronsfeld, vlak bij het kleine stadje Prüm, een stadje dat in 1949 bijna geheel in de lucht vloog toen men daar wat ongebruikte oorlogsmunitie aan het opruimen was. Dus; Keulen voorbij, Euskirchen de weg op naar Trier en daarna, even voorbij Prüm, geladen en toen de weg uit, over Dasburg (een klein stadje mer ongeveer 300 inwoners en dat ooit door één of andere hertog werd geveild) en via Clerveaux weer naar huis en wie voornoemde weg kent, weet, dat het daar, in de "hohe Eifel" goed toeven is, al zat het weer niet mee: afgrijselijke hagelbuien en naargeestig koud, net an vier, vijf graden.

Vanmorgen bracht ik hem weg, het Dafje, naar de zaak, want voor de rest van de week ga ik wat anders doen dan in grote getale goederen verplaatsen. Nog voor tienen fietste ik door de bossen tussen Hilversum en Austerlitz, in gezelschap van flinke en wederkerende regenbuien, maar verder fietste er niemand. Een enkele kraai kruiste zo nu en dan mijn bospad en het enige nare aan het gure weer was de kou die mijn handen deed verkleumen. In de laatste paar kilometers brak de zon door, wat bleek, maar genoeg om wat te warmen, maar ze was er, omringt en omzoomd door wolligdikke wolken, hier en daar met donderkoppen die onluisterend en wolkschuddend naar mij staarden, naar mij, doorweekt, natte baard en bol, maar ook met glimlach. Ja, ik smul graag van de regenwolken, ik lust ze rauw.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr mei 18, 2012 8:59 am

Geloof aan mijzelf is één van mijn voornaamste kenmerken, een noodzakelijke voorwaarde, noodzakelijk wil ik niet aan miskenning en tegenwerking ten gronde gaan, want ik ben een tragedie op zichzelf.

De reis loopt aardig in de soep, om het zo maar eens te zeggen, want hoewel ik vanmorgen vroeg vertrok, de lading voor de afgesproken tijd kwijt was, blijkt geen enkele terugvracht klaar te zijn. Mislukte planning dus, maar het geeft mij tijd om de omgeving te verkennen, mijn gedachten weer eens de vrije loop te laten.

Uit te steken boven anderen is eigenlijk alleen benijdenswaardig in de ogen van die daaronder zwalken, want die kennen niet het gevoel van de eenzaamheid, van het leed van de verlatenheid van de eenzame, de weemoedige smart van het niet-begrepen-worden.

De weg Besançon-Bourg en Bresse lag er weer schitterend bij, het had geregend, de flora liet zich van zijn beste kanten zien, bloeiende lagestumia's, kastanje's in diverse kleuren, akkers en velden met boterbloemen, de paardenbloemen zijn hier reeds pluizenbolletjes geworden, paarse scabiosa, veldlelie's.

Strijd. Strijd om erkenning, het vechten tegen twijfel, tegen allerdaagse sleur die mij wil beletten op te stijgen. Scheppingsdrang vreet en woed in mij zonder ophouden, gunt mij geen enkele rust, sloopt en verteert mij en het zweept mij voortdurend op, van minuut naar minuut, van uur naar het volgende uur.
In de middag zette ik het Dafje stil, een tien kilometer voor Macon, een eeuwenoud stadje en ik trok er met het rijwiel op uit, eerst de Saône over en via lommerijke landerijen bereikte ik Saint Laurent, dat eigenlijk op een eiland in de rivier ligt en met een prachtige oude brug met Macon verbonden is.

Men noemt het een voorrecht, spreken soms van zegen van boven, maar wie, ja wie, begrijpt in plaats van benijdt? Met verbaasde ogen ziet men, leest men, luistert, rekken de hals en vragen zich af hoe het mogelijk is dat één iemand dit alles heeft kunnen voortbrengen.

De winkelstraten van het oude stadje bleken pover, er schelde een naargeestige, door luidsprekers voortgebrachte, "pop"-muziek door de wandelstraten waarmee het publiek vergiftigd werd, je zág het aan ze, de stierstoere mannen die uit de massa wilde breken, de vrouwen en meisjes gefocust op niet bestaande eeuwige jeugd, gegrepen door de modegod die hun wijs maakt dat ze hun schoonheid moeten en kunnen handhaven, schoonheid jegens mensen die ze niet eens kennen, waarvan ze niet eens houden, een bizar schouwspel en ik besloot te vluchten, vluchten, en liet die arme Fransen gehoorvergiftigt achter.

Maar ach, wie voelt de pijn, de ziellepijn die aan al dat schrijven kleeft, het gemoed dat brak door emotie, wie snapt de weemoed en de achtergedachten van de immer voortschrijdende drang die dit alles deed geboren worden?

Even buiten Macon bezocht ik een immense supermarkt, oerlelijk, zeker, en rondom een enorm, evenzo wanstaltig, winkelcentrum, opgetrokken uit strak grijs metaal en alles leek op elkaar, gevolgen van misarchitectuur, de fout van de koopeeuw waarin bezit, heb en kopen een religie werd.

Scheppen is voortbrengen, baren in nood, smart en pijn om daarmee uiting te geven aan al wat inwendig woelt, leeft, brand, zingt en vecht, het kennen en weten van de openbaring, het bewust zijn van zegen en vloek, van de Hogerhand.

Nadat ik wat fruit en schapenyoghurt had gekocht, snorde ik terug naar het Dafje, de avond taande reeds, de zon wierp lange schaduwen, de avond is nog immer zwoel en ik peins verder, hoor woorden en klanken, inzicht en diepte overvalt mij, voel mysterie, voel het niet alleen, maar zie het, doorgrond het, sta binnen, zie en doorgrond datgene waar anderen staan voor een zevenvoudig gesloten poort.

Dat is geen geluk, nee, dat is geen geluk, maar leed, diep pijnvol leed, het doorgeven van het geven, het sloopt mij, het kennen maakt mij eenzaam en in mijn eenzaamheid ben ik een brandpunt waarin het gevoel van allen samenvloeit, van allen, hoog en laag, groot en klein.

Wie is het toch, die de woorden met mijn handen, met mijn gedachten, ja, met inzicht schrijft?

Hoog, stijg toch hoog, eenzaam hoog, als Icaris, zo hoog, om vandaar het licht over allen te verspreiden.


Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za mei 19, 2012 8:59 am

Hoger, steeds hoger, de mens wil steeds maar hoger.

Aken, Oochen, Aix la Chapelle, Achen, een stad met een fascinerende geschiedenis, misschien wel de eerste Europese hoofdstad, Edith Höllander werd er geboren en Karel de Grote blies hier, eeuwen geleden, in 813 zijn laatste adem uit.

Hier, deze nacht, in de Hoge Eifel, enkele wolken hinderen het gezicht op de sterren, maar zie ik niet Jupiter in de tweeling? Ik weet het niet, mijmer verder, over Edith, Keizer Karel, Lodewijk de Vrome, de zoon van en over het hoge, de Eiffeltoren bijvoorbeeld.

Een tripje om er weer even in te komen, vanmorgen vertrokken uit Kornelimünster, een piepklein, maar eeuwenoud stadje waar de zoon van, Lodewijk dus, vlak na de dood van de keizer van Paus Cornelius toestemming kreeg een Abdij te stichten.

Achter ons Achen, ooit de zetel van het oude Europese keizerrijk waar de bekende De Grote met despotisme zijn gezag jarenlang heeft gehandhaaft en met zijn dood werden een kleine tien eeuwen afgesloten.

Als begeleider ging ik mee, mijn zoon trok per fiets over bergen, door dalen, langs beken en door bossen, en natuurlijk raakten wij elkaar, volgens traditie, weer voor een uurtje uit het oog.

Zoals na elk tijdperk volgen pas enkele decennia de gevolgen elkaar op, met name tijdens het bewind van Otto de Derde die gelijktijdig met Paus Silvester de Tweede, de eerste Franse paus, grote invloed op de tijd hebben gehad, een geheimzinnige tijd, Otto de derde was met drie jaar al in Aken tot keizer gekroond, Silvester was slechts vier jaar paus, een onrustige tijd, noormannen over Europa. Opstand van Slavische horden, het einde van de duizend eerste jaren, de god van het Avondland stierf en verdween langzaam maar zeker uit het gezichtsveld en sindsdien, (niet eerder!!) Werd een groot deel van Europa volgezet met crucifixen die tot op de dag van vandaag nog overal te zien zijn en dat verklaart wellicht ook waarom er in enkele juist katholieke landen, zoals Italië, geen Hemelvaartsdag wordt gehouden.

We reden door de grensstreek België-Duitsland, door Belgische, desolate dorpjes met niet eens een kroeg, het was voor het eerst sinds Augustus (de maand, niet de keizer) dat Jaïr weer een echte klimrit reed, dus na een dikke honderd kilometer hielden we het voor gezien en bleven rond een uur of vier rondhangen in het stadje Prüm, wachtend op de morgen om nog een afzientochtje te rijden.

Himmelfahrt noemden ze het, zum Himmelfahrt, dat tuig in Auschwitz, als ze de zonen en dochters van het Oude Volk de gaskamers in joegen (en niet allen Joden, ook Zigeuners, anders geaarden) en daaronder ook Edith, Edith Höllander uit Aken, later Edith Frank, moeder van Anne, ook zij ging, januari 1945, "zum ......", 44 jaar, slechts 44 jaar!

Inmiddels is Duitsland veranderd, heeft de donkere dagen achter zich gelaten, in het etablissement te Prüm waar we ons even verpoosden, hingen enkele foto's van de enorme explosie van 1949 waarover ik de laaste keer nog schreef, de avond van Christi Himmelfahrt zoals dat hier op de raampoosters vermeldt staat.

We zijn wederom duizend jaar verder, het rommelt op velerlei fronten en politici, vooral die politici die, koste wat het kost (en dat is veel, té en ondragelijk veel) de "status" willen handhaven lijken ziende blind, als vanouds, zoals elke nieuwe era aanvangt, het zijn de weeen, de kosmos schreeuwt het uit! Oh ja! U hoort het niet?

Uit mijn hotelraam staar ik het duister weer in, denk aan de tijd van voor de ronde wereld, zoals ten tijde van de Keizer, van de Ottoranen, een vleermuis priemt zich door het duister en heeft geen boodschap aan mijn spinsels, ik ga in gedachten terug naar de tijd van het ontstaan, het ontstaan van de "fahrt".

Toen de Mensenzoon sprak met een grote groep volgelingen en getuigen, ergens ver weg in een afgelegen streek met de naam Galilea, en daarna ten hemel opsteeg, hoger, steeds hoger om, net zoals wolken mij nu het gezicht op de hemellichamen ontnemen, uit zicht te verdwijnen.

En dit is wellicht het beste bewijs dat pleit tegen een ronde aarde.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » ma mei 21, 2012 4:41 pm

Een hele dag vertoeft in de Ardennen, begonnen in Prüm en daarna via Dasburg naar Clerveaux waar een oud kerkje in romaanse stijl staat.

En daarna via-via, naar Lommertsweiler, Sankt-Vith, we kwamen een hellinkje tegen van ruim 21 %, geen sinecure als je dat per rijwiel op moet.
In de middag ging de reis over de Hoge Venen, langs de oorsprong van de Roer bij het Signaal van Botrange, vanaf de eerste wereldoorlog Belgisch en hu het hoogste punt van dit koninkrijk, terwijl voor die tijd Baraque Michel Belgisch hoogste top was, een oord trouwens waar we ook nog langs kwamen en alhier gesticht omdat ene Michel Schmit er tijdens een doorreis verdwaalde en de belofte deed, dat, indien hij het zou overleven, hij er een herberg zou stichten voor eventueel andere verdwaalde reizigers, nu toch al weer een tweehonderd jaar geleden.

Vandaar dat deze herbergplek in het Duits Michelshütte genoemd wordt en de plek ligt tegenwoordig aan de doorgaande weg van zuid naar noord om in Eupen te eindigen, een Duitstalig stadje waar weinig over te vertellen valt dan alleen dat het er vol staat met oude kerkgebouwen die de moeite van het bezoeken waard zijn.

Hier eindigde ook voor de fietser de fietsrit, daarna naar huis en het duurt niet lang meer voordat het weer maandag is, een dag waarop weer een reis begint waarbij ik weer aan het eigenlijke werk ga beginnen: goederen verplaatsen over Europa.
Tot dan maar weer.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo mei 23, 2012 7:24 am

Onderweg, de mens is altijd maar onderweg, onderweg, maar waarheen?

 
 De hele dag regende het onafgebroken, het regent nog steeds en in mijn stuurhut dacht en doordacht ik dit onderweg zijn terwijl ik mij gelijktijdig wierp op een driezet met weinig stukken, héél weinig stukken, en dat
zijn vaak de mooiste, de moeilijkste ook.
 
 Het zat trouwens ook flink tegen vandaag, eerst al vanmorgen vroeg, net voor Gent, waar om half zeven ruim tien kilometer file stond, drie keer drie rijen dik, maar die wist ik te omzeilen door er reeds bij Lokeren af
te gaan.
 
 Uiteindelijk verdwijnt het regenwater, in de grond, en veel water zal zich dan tot stroompjes vormen, en stroompjes tot rivieren, het water onderweg, onderweg, maar waarheen dan toch?
 
 En toen, rond de middag, reeds vóór Parijs, was het ook weer feest, en hoewel ik het allerergste kon ontrijden liep ik bij elkaar over de hele dag toch wel een uur vertraging op.

 
 Voor de liefhebber, ze is zo simpel ingewikkeld, wit: Koning op c2, paarden op c7 en e5 en een dame op h6. Zwart: Koning op c5 en een pion op c6, opdracht: wit geeft mat in drie zetten en als je het niet weet kost het
je uren, zoniet dagen, maar dan....
 
 Onderweg, de rivieren, ze blijven maar stromen, net zoals mensen, altijd maar weer naar hier, dan weer naar daar, we zijn onderwegmensen geworden, leven van reis tot reis maar voort, vliegen, rijden, maar ook te voet
 
 De reis deze week voert voor een groot deel langs een pelgrimsreis, op de route hier kom ik ze wel eens tegen, in sommige cafétjes langs de wandelroute, pelgrimgangers, op weg naar Santiago

 
 Laat op de avond onwar ik de opgave, ongewoon en onverwachts, kijk naar de stelling op het bord, zie de lijnen, ben gefascineerd door de ondoorgrondelijkheid van de eenvoud er van en vol verwondering staar ik minuten
lang naar de gevonden oplossing dat de allure heeft van een indrukwekkend natuurverschijnsel en dat is het eigenlijk ook: een wiskundig natuurverschijnsel.

 
 Parijs liet ik in wanorde achter mij en via Trappes en Rambouillet, Chartres en Vendôme, de N 10, passeerde ik Tours, en steeds maar die regen, de rivieren wassen.

 
 Rivieren als metafoor voor de mensen, voort, voort, maar waarheen?

 Tenslotte bestaat ook de mens grotendeels uit water.

 
 Aldus schreef ome Willem.

Plaats reactie