Verhalen van Ome Willem

Al uw reisverhalen, fotoverslagen die niets met Polen te maken hebben, maar die u wel graag wil delen, mogen hier geplaatst worden
admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di sep 25, 2012 5:46 am

Vanmorgen maar weer terug gekeerd, vroeg, want rond en in Parijs is er veelvuldig file, de Autoroute de soleil stond, richting stad, al in het donker van de vroege morgen bij Evry vast; het duurde nog ruim na achten voordat ik voor het losdock kon.

Het verleden, de toekomst, ze behoren mij niet toe, terwijl het heden al meteen weer wegvlucht; hoe kan ik beweren dat ik mijzelf toebehoor? Mijn ik is slechts een vluchtig product van voorbijkomende omstandigheden.

Halverwege de morgen vertrok ik weer, ge- en verlost van de lading, op weg naar Arras waar weer nieuwe vracht lag te wachten, ik koos ervoor het drama Parijs links te laten liggen en via Meaux en Melun kwam ik na een goed uurtje aan in Senlis waar ik even de grote weg nam, tot Roye, waar ik er af ging en dwars door enorme uitgestrekte stokbroodvelden verder snorde, langs plaatsjes als Omniécourt, Peronne en Bapaume.

De stelling "Ik ben niets" moet wel vreselijk zijn voor een ieder die het ik gelijk stelt als het zijn, maar als ik wil zijn wat ik ben, een oneindige kleinheid, ergo, dus een niets, dan vind ik mijn werkelijke plaats in de werkelijkheid.

Inmiddels stroomden grote grijze wolkenpakken de voorheen blauwe luchten binnen, met prachtige vormen dwaalden ze door de in beslag genomen hemel, neerslag lag op de loer maar bleef vooralsnog uit: rond een uur of twee kwam ik in Atrecht (Arras) aan.

De bladval komt langzaam op gang, de eerste bladval in de nieuwe era die eerder dit jaar begon, de kanteling die nagenoeg niemand bemerkte, men leeft zo onverstoorbaar door dat het lijkt dat er niets is gebeurd. Lijkt, maar het inzicht zal dra doorbreken, zekerbij diegenen die gaan beseffen niet meer te beleven, maar te overleven.

Drie adressen België kreeg ik er in, het eerste adres was Gembloux, een stadje en streek net boven de lijn Charleville-Namur, ik vertrok naar Cambrai en vervolgens richting la Chesne en net er voor de lange, weinig bekende weg naar Bavay, doodstil, recht en een enigszins mysterieuze omgeving, bij Bavay naar Bergen en via Nivelles naar de klant te Gembloux.

Het enige werkelijke bezit wat mogelijk is, is ik te zeggen tegen mijzelf, dat is alles. Het enige waar een ik toe door kan dringen is het inzicht in het feit dat het ik niets voorstelt. Mijn grootste vrijheid is om zodanig over mijzelf te beschikken dat ik in staat ben om afstand van mijzelf te doen, mijzelf weg te geven.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di sep 25, 2012 5:47 am

Een "hokje" van nauwelijks drie vierkante meter, ruim twintig chauffeurs die zich willen aanmelden, buiten is het net begonnen met dagen en het is fris, erg fris, terwijl er in het grauwe hokje nauwelijks plaats is voor drie personen; aan één muur een glazen loketje waarachter een nors, wellicht onderbetaald, kereltje één voor één de papieren in ontvangst neemt en vervolgens een doknummer gromt. Na twaalf chauffeurs krijgen de volgenden te horen dat ze in hun voertuig moeten wachten totdat uit een luidspreker op onverstaanbare wijze transportfirma en doknummer wordt geschreeuwd.

Deze morgen behoor ik tot de eerste twaalf waardoor ik om zeven uur lossen kan, maar daarvoor heb ik wel ruim een half uur voor dat "hokje" lopen hangen voordat de grombeer genegen was aan het "werk" te gaan. Insiders hebben het al door, dit is een distributiecentrum van de Aldi, een uiterst naargeestig en onaangenaam losadres waar je nooit voor je plezier naartoe wilt.

Dit keer heb ik nogmaals geluk. Van de lading die ik breng hoef ik niet de plastic wikkelfolie te verwijderen, iets, dat enkele anderen wel moeten doen. Uiteindelijk heb ik voor half acht de tien paletten voor dit adres er uit. Na enige tijd komt een controleur langs, mijn voertuig heb ik weggezet en ik ben teruggelopen naar de grombeer achter het loketje van het te kleine, vieze, hokje. Buiten galmt onverstaanbaar de luidspreker; het geeft een gevoel in een strafkamp beland te zijn: chauffeurs worden hier als lastig beschouwd en worden zoveel mogelijk afgesnauwd door merendeels niet al te snuggere medewerkers van de prijzenkraker. Niet al te snuggere, ja, want anders zou je er niet gaan werken.

Het duurt nog een uur voordat ik een getekende vrachtbrief terug krijg waarna ik eindelijk verder kan, op weg naar Heusden-Zolder, een prachtige weg door Walonisch gebied, eerst richting Tirlemont en je moet maar weten dat dit het Frans voor het Vlaamse Tienen is. Prachtig glooiend landschap, door dorpjes waar je elk ogenblik Lambik of Suske in het straatbeeld verwacht, lange rijen mooie bomen langs de wegen die soms uitermate slecht zijn. België. Zoveel mogelijk genieten, even maar, een uurtje, dan ben ik bij de tweede Aldi waar ik de papieren van de lading in een koker moet doen, de koker in een pijp moet plaatsen en vervolgens op een knop moet drukken. De papieren gaan "ergens" heen, en ik dien in het voertuig plaats te nemen. Voor hoe lang, weet niemand. Aan de muren hangen diverse plakbiljetten met daarop de tekst: "gemotiveerde chauffeurs gevraagd" en "magazijnpersoneel" gevraagd, in deze tijd, nou, dan weet je 't wel.

Over het terrein galmt onverstaanbaar de luidspreker, ik loop naar binnen om te vragen wat er werd geroepen waarna een echte patatbelg mij toeschreeuwt dat ik er nog maar net ben, kennelijk daarmee uitdrukkend dat je hier minstend een paar uur moet wachten eer ja mag lossen.

Het valt mee: na een half uurtje mag ik voor een dok, niet verstaanbaar uitgeroepen door de luidspreker, het lijkt er veel op: de kampcommadant heeft bevolen, onpersoonlijker kan bijna niet.

Negen paletten, die zijn er zo uit, net over elven ben ik er mee klaar, maar nu nog de teruggift van de afgetekende vrachtbrief. En jawel, hoor, ik was weer te optimistisch, om half twaalf gaan alle deuren dicht, iedereen, klaar of niet, dient het pand te verlaten, want er is nu een half uur pauze: chauffeurs zoeken het maar uit, ze worden buitengesloten, asocialer kan niet; mijn vrachtbrief waar ik al een half uur op wacht heb ik nog steeds niet. Enkele chauffeurs scholen samen en hebben geen goed woord over voor de Aldi-handelswijze, allen, ALLEN, foeteren op de prijzenkraker die zijn prijzen kraakt, mede, over chauffeursruggen heen.

Even over twaalven gaan de deuren weer open, de chauffeurs "mogen" weer verder lossen, en wachten, zoals ik, op de afgetekende vrachtbrief die ik kwart over twaalf pas krijg waarna ik met spoed vertrek.

Er wacht mij nog één drama, ééntje nog, in Zemst, vlak boven Brussel, maar zal ik dat op tijd, dus voor twee uur, halen? Kwart voor twee rijdt ik het terrein op en geef zo snel mogelijk de laadpapieren af, hier weer bij een sullige zielepiet achter een vies plasticglazen loketje die begint te zaniken dat ik te laat ben en er eigenlijk niet meer gelost kan worden. Ik wijs hem erop dat ik bij zijn collega's onnodig veel tijd verloor en dat het om slechts zes paletten gaat én dat het nog geen twee uur is. Vermoedelijk door mij gestrengheid neemt hij een doknummer en ik sjees naar een dok waar weer een andere Aldi-medewerker mij onwelkom heet en ook al begint te mieren dat ik eerder had moeten komen. Na het lossen blijkt dit keer dat de afgetekende papieren al ter meenemen gereed lagen: het kan dus wel!

Gedesillusioneerd verlaat ik het vreselijkie Aldi-oord: de strafexersitie is, gelukkig, ten einde en langzaam voel ik mij van hond weer mens worden.
Wat en vreselijke Woensdag!!

Jaren geleden besloot ik nooit meer iets bij deze misgassers te kopen en opeens weet ik weer waarom!

Als iedereen zich eens zou realiseren dat TE goedkoop altijd gaat ten koste van: dan houdt je vanzelf wel op om vanwege "fair trade" er ook maar ooit nog iets te kopen.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di sep 25, 2012 5:47 am

Voor zevenen stond ik voor de deur te wachten, te wachten in Moerdijk voor een lading naar Poissy, een plekje aan de Seine, zijdelinks van Parijs.
Over het water van het Hollans Diep ontwikkelde zich een prachtige aurora die het licht deed kaatsen tegen de wolkenflarden en om zeven uur werd met laden begonnen.

Een klein kereltje van een jaar of vijftig en met een strenge uitdrukking zette de "brug" tegen de achterkant van de oplegger, een echte praktijkman die de klappen van de zweep wel kon: we overlegden en hij begreep precies wat ik wilde en begon met de heftruck de anderhalf ton zware paletten te laden.

Op het schermpje van mijn zwarte bes verscheen het bericht met de vraag voor een update, ik ergerde mij. Ergerde mij, want in Nederland wens ik Nederlands te schrijven en spreken en daarom erger ik mij aan al dat buitentaals gedoe.

Uit nijd wiste ik het bericht, ik antwoordde niet, liet taal nog teken van mij horen en nog voor achten kon ik aan de reis beginnen, eerst door België waar het aldenaars druk was: rond twaalf uur was ik in Frankrijk.

Onderweg herinnerde ik mij een oude anekdote, ooit, op de schaakclub waar door het bestuur opeens ook een domme, rare, engelse term werd gehanteerd: voor een teambegeleider die niet meespeelde: de non-playing captain. Op de jaarvergadering verzocht de heer Barendregt, oud-HBS-leraar Nederlands en ook een beijveraar voor het behoud der Nederlandse taal, dat er een Nederlandse uitdrukking voor dat malle engelse woord moest komen. "Niet-meespelende teamleider" antwoordde de voorzitter, waarop de oude, grijsbebaarde Barendregt gevat zei "nu nog dat woordje team!"

Ruim binnen de tijd en rond zes uur dacht ik aan te komen op het juiste adres, het adres dat ik met behulp van de zwarte bes had opgezocht: via een druk op de knop kwam ik op kaart, voerde de klantnaam en plaatsnaam in en terstond verscheen op het schermpje een wegenkaart met de klantnaam en het adres: de klant bleek buiten Poissy te zitten, vlak bij het naastgelegen Orgeval: zoiets komt wel meer voor in Frankrijk.

Maar toen ik er naar toe reed, bleek het een woonwijk te zijn: erger nog, hoewel het kaartje aangaf dat ik in Poissy was, bleek ik mij wel degelijk in Orgeval te bevinden en dit alles noopte mij het oude Parijse stratenboek dat oud-chauffeur Joop ooit, bijna twintig jaar geleden, in het voertuig achterliet, te raadplegen en toen bleek dat het adres zich ver verwijderd, aan gene zijde van Poissy, bevond en na een klein uurtje kwam ik alsnog op het juiste adres aan.

Een doodlopende straat, aan het einde een enorme hoeveelheid straatvuil, oude autobanden, onguur en ongezellig, een iso- en desolaat straatje, gelukkig maar voor één nacht. Om de hoek, even verderop, had ik een creools restaurantje gezien, en, na opgedane ervaring, een heus aardige knabbelhut, een uniek Creools gerecht, voldaan keerde ik naar het arme Dafje dat in desolatie stond te wachten.

Nog even luister ik naar de Nederlandse radio, helaas, 't gaat weer over sport en net voordat ik hem uit doe vliegt er weer zo'n engelse term door de luidspreker de kabine in: sky-box.

Sky-box, sky-box, hoepel op! Zoiets noem je gewoon voetbalcon!

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di sep 25, 2012 5:48 am

Onverwachts stak een straffe wind op, de vlaggen bogen zich onder het geweld en ook begon het flink te regenen: de laatste spreker had net gesproken en het leek alsof men op dat moment in de rug werd aangevallen: een verder protest moest en zou de mond worden gesnoerd.

Het was eigenlijk nog volop zomer toen ik vertrok, en het was toen, toen ik me afvroeg hoe ik zou terugkeren, hoe ik het zou terugvinden.

Vanuit Poissy, waar het nog betrekkelijk goed weer was, snorde ik naar het noorden, nu over prachtige met bomen omzoomde Picardische wegen, langs Amiens, haalde nog een vrachtje op in Lomme, nabij Lille en trok België in, de bewolking nam toe en het werd flink koeler, en zo keerde ik terug, eindelijk, afgelopen vrijdag, na twee weken, de herfst was begonnen, er heerste kilte alom terwijl de bladval reeds een eerste aanvang had genomen: “Vaarwel zomer, vaarwel en tot ziens” mompelde ik, “misschien tot ziens”. "Deo Volente tot ziens".

En zo werd het maandag, een dag waarop er door collega’s actie werd gevoerd, actie tegen, zoals het wordt genoemd, “sociale dumping” en ik besloot mee te doen, want bij veel collega’s staat de nood aan de lippen: vanmorgen vertrok ik naar Brussel waar naast een gote groep Nederlanders tweeduizend lotgenoten uit Luxemburg, Frankrijk, België, Engeland en Duitsland actie voerden, demonstreerden tegen de schaamteloze uitbuiting door "werkgevers" van voormalige Oostblokchauffeurs die voor drie euro of soms zelfs minder over de wegen rijden, we protesteerden, kort gezegd, tegen de Europese slavernij dat hand over hand toeneemt en waartegen het politieke Brusselse machtsblok niets doet, althans geen antwoord op weet.

Protest dus tegen sociale uitbuiting door veel te lage salarissen waardoor de verkeersveiligheid onherroepelijk in de knel komt, chauffeurs die zonder uitzicht op een goede toekomst als zombies rondrijden, wanhopig vaak, suïcidaal gedrag vertonen en in staat zijn om hun truck met lading en al te gebruiken om er maar een “eind” aan te maken en in hun wanhoopsdaad anderen, u, of ik, in de dood meenemen.

Rond half twee was de laatste spreker uitgesproken en toen begon het: de storm, de windvlagen, en de demonstranten renden uiteen en zochten een goed heenkomen. In plaats van politieke belangstelling kwam de storm langs, een veeg teken: Daar, in Brussel, hét Brussel van Europa, waren slechts twee “politieke” oren te vinden (Dennis de Jong, van de S.P.) die de nijpende situatie in de transportsector wilde aanhoren. De rest was kennelijk niet geïnteresseerd, schitterde door afwezigheid.

Enorme windvlagen joegen de winden door de hoge kroonbomen rond het stadion, ik reed terug langs het Atomium, ik keek de grote bollen net achter het stadion onderzoekend aan: Wie zolang, zoals “Brussel”, het onrecht toestaat, krijgt het vroeg of laat als een boemerang op eigen hoofd, ik bleef naar de bollen staren.

Inmiddels waren alle chauffeurs weer vertrokken, de wind en regen hielden aan, verhevigden de strijd, de elementen stemden tegen en ik zag opeens in één van de bollen een vreselijk visioen, een vergezicht van storm en regen dat met oergeweld tekeer ging tegen het bastion waar de Europese leiders zetelen, die leiders die deze wantoestanden hebben veroorzaakt, de storm verergerde, het leek een aardbeving gelijk, de Europese elite verliet beangst en gillend de kantoren en onder enorme slagregens vluchtten ze Ardennen in: het natuurgeweld had de onrechtvaardige onverlaten op de knieën gedwongen en het stormgeweld had de incompetente Brusselse kliek verjaagd zoals ooit Simson de Filistijnen verjoeg.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo sep 30, 2012 6:21 am

De dagen verglijden in rap tempo, en ze korten snel, te snel, zo snel dat ik er soms wat somber van wordt. Maar misschien is somber wel niet het juist woord, het overvalt mij, telkens weer opnieuw als ik buiten kom, zo ook dinsdag toen de oude professor naast mij plaatsnam en onder het vallen van de eerste bladeren weer oude anekdoten klaar had, verhalen van voor mijn tijd waar ik aandachtig naar luisterde terwijl mijn voertuig geladen was met een slordige honderd en vijftig jaar schaakervaring.

Zelf was ik net-an drie, onbegrijpelijk, maar het staat mij nog bij als een dag van afgelopen week, de herinnering van wat wellicht mijn eerste les, mijn eerste “college”, was, de dag ik het van Pake leerde.

Pake ja, en ik ben er van overtuigd dat pakes dat veel vaker deden dan opa’s; pakes konden goed en kordaat het spel uitleggen, zeker aan driejarigen en natuurlijk ben ik hem daar nog steeds dankbaar voor.

Mijn opa, tja, die had andere kwaliteiten, maar schaken: ho maar.

Wanneer de honderd en éénjarige leerde schaken heb ik eigenlijk nooit gevraagd, maar wel vroeg, zeker voor zijn vijftiende en met bovenstaande gegevens is het mogelijk bij benadering mij leeftijd vast te stellen, maar dat even terzijde.

De omgeving van het Roelof Hartplein was gevuld met herfstgeuren, auto’s ruik je nauwelijks meer, we vonden een parkeerplek op de Johannes M(einardus) Coenenstraat –straat vernoemd naar een Haagse dirigent- en we stapten uit. “Kijk” zei de professor “hier heb ik nog op school gezeten, die was toen net nieuw”, wijzend op wat grotere deuren temidden van de huizenrij, “en daar, aan de overkant, was weiland, er graasden nog koeien” en terwijl we verder liepen ging hij verder, draaide zich even traag om en knikte, steunend op zijn rollator, die hij altijd opgewekt “mijn Rolls Royce” noemt, in de richting van de Beethovenstraat “Daar, bij die brug, waar nu de Reinier Vinkeleskade is, was een standje en water waar ik nog veel in gezwommen heb, het was net Zandvoord en op warme dagen erg druk, aan de overzijde was geen huis te zien” .

Zwijgend liepen we verder terwijl ik onder de indruk was: voor hem vergelden de jaren, wie de stad kent, weet dat die open weiden van weleer nu aan de binnenstad grenzen; ik kon me nauwelijks voorstellen wat de professor in gedachten helder voor zich zag.

De professor speelde remise, mijn avond verliep desastreus; reeds op de elfde zet stortte na een onnauwkeurige tiende zet mijn stelling in, nog even speelde ik wanhopig door, maar toen hield het op en alweer laat bracht ik mijn oudste vriend naar huis, hij vertelde over een vlak na de oorlogs jaar toen hij vanwege een overheidsopdracht net na de capitulatie naar Hamburg vertrok. “Op de scholen” zo vertelde hij “was er nog niets veranderd. Alle geschiedenisboeken waren natuurlijk nog van voor de oorlog, van de eerste tot de laatste bladzijde vol met Nazieverheerlijking en antisemitisme en er werd nog steeds op oude voet les uit gegeven; men had immers geen ander lesmateriaal” en vol verbijstering hoorde ik hem aan “en ook de gymnastieklessen waren op nazi-leest geschoeid”, ging hij voort en terwijl hij vertelde vroeg ik mij af of zulke vreemde zaken wel bekend waren, want terwijl ik mijn eigen oren niet geloofde, klonk het anderzijds ook logisch! “Toen ik terugkwam en verslag moest uitbrengen, heb ik geadviseerd om de vakken geschiedenis en gymnastiek per onmiddellijk te verbieden” klonk het door de auto en ik hoorde ze nauwelijks meer; ik “vergat” zelfs te vragen of dat advies destijds ook was opgevolgd, we waren inmiddels bij de voordeur van zijn woning beland.

Niet lang daarna reed ik, met een vers college geschiedenis van de professor op zak, zelf naar huis.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo sep 30, 2012 6:21 am

Somber weer is het weer en het weer is weer somber.

Het is altijd een bijzondere ervaring, het ervaren van stilte, dé stilte. Natuurlijk, door het steeds vroegere donker ziet men steeds meer maan, zwijgende maan, een zwijgende maan die lacht, want zo stellen we, sinds onze kindertijd, de maan voor. Een lachende, én zwijgende.

De afgelopen dagen was ze goed te zien aan de zuidelijke hemel, in de vissen en gevolgd door een heldere Jupiter, de planeet die thans bij de stier rondhangt: de sterrenpracht, ze fascineert mij, ze geeft mij elke nacht verkwikking in een steeds donker wordende tijd, de tijd van het nieuwe overleven: moed houden, worstelen en dan boven komen.

Stilte staat in groot contrast bij het bezoek aan een radiostation dat ik dinsdag bezocht, daar was het één en al geluid, van mooi, minder mooi, tot afgrijselijk, voor mij althans. Transportradio, een station dat op korte golf uitzendt (6095 kHz) en tot ver in Europa is te horen, alles ten behoeve van de vrachtrijdersberoepsgroep, waar veel collega’s naar luisteren en afgelopen dinsdag, tijdens mijn bezoek, ook naar mij luisterden toen ik verslag deed van en mijn zienswijze gaf op de bijeenkomst de dag er voor, u weet nog wel, daar bij de bollen.

Dan is daar altijd weer het contrast als je op de late avond in alle eenzaamheid naar de sterren staart, geniet van de juichtonen van de serene stilte, maar ook geniet van de stilte tijdens een clubavond, stilte tijdens het schaken; een grote groep, voornamelijk, mannen en een enkele vrouw, een hele avond vrijwel zwijgend achter een bord met stukken, starend naar soms onmogelijke mogelijkheden, een sport waar eigenlijk geen radiolive verslag van gemaakt kan worden; de tegenstelling is opvallend.

Alleen een summier fluisteren zo hier en daar, zelfs het tikken van de (schaak)klokken hoor je, sinds het digitale tijdperk ook bij deze sport zijn intrede deed, niet meer; schaken is dus: stilte. Oók stilte, heerlijk, goede, oude vrienden ontmoeten en dan nergens over praten, nergens over hoeven, ja, zelfs niet mogen, praten, een kleine voortzetting van de gewoonte in het klooster waar Arnold Bomans 33 jaren lang verbleef.

Zo’n stilte-ervaring is verrijkend en geestverruimend waardoor je in meer somber wordende perioden het leven met licht weet te omkransen en daarom genoot ik de volgende dag van de stad toen ik langs de sculptuur van Gandhi fietste terwijl de enorme hoge bomen met hun beginnende herfstkleuren de brede staat sierden, heerlijke koele herfstaroma’s doorboorden mijn neusgaten, even later liep ik een winkel binnen vol najaarskleurige heerlijkheden, ja, zelfs chocolade in prachtig geel, groen en bruin, en in vorm van bladeren, maïskolfjes, paddestoelen en eikels, een verrukkelijk gezicht, 3,95 per ons.

De avond viel weer, de nacht kwam en alles lijkt te verstillen; niet alleen de economie komt knarsetandend tot stilstand, ook de natuur maakt zich gereed voor een langdurige winterslaap, het is een tijd van versterving, van stilte, langdurige stilte, ook de daarop volgende dag toen ik, ver van het gewoel, in het bos was met uitzicht over nog donkergroene velden, met uitzicht op de enorme wolkmassieven die als buitencategorische bergen vrijwel bewegingloos aan de hemel kleefden en ik hoorde hen tezamen een loflied zingen, een vreugdepsalter op de stilte, een prachtige duizendstemmige aria; bij het horen van dat stiltelied werd mijn binnenste onrustig door dat Ontzagwekkende, hier en daar wisselde het donkergrijs zich af met bewegingloos dansend engelenwit, plekken waar de zon de zijden bescheen, de onrust werd verwondering, en weer viel de avond, een bries scheerde door de bomen en nam in haar vlucht weer wat blad mee waarvan er enkelen op mijn schouders terecht kwamen.

Later werd in het zuiden de lucht wolkeloos, weer ontvingen mij ogen het frivole maanlicht waardoor mijn innerlijk werd gezalfd, gebalsemd en verkwikt en het somber verdween door de maan als sneeuw voor de zon.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo okt 17, 2012 5:36 am

'T wordt steeds moeizamer, alsof raderen langzaam allemaal tegelijk dreigen stil te komen staan, zo vergaat het elk najaar, elk najaar opnieuw.
Dagen korten zich onverbiddelijk in, geen redden meer aan, ook vanmorgen, toen het bijna eindeloos lang donker scheen te blijven, wanneer het pas licht werd toen ik het Ahrdal al over was, op weg richting Koblenz.

De heuvels van de Eifel en de Taunus, ze kleuren steeds minder groen, de dag verliep grijs, in het begin ook menig regenbui, in de muziekhouder zat nog de CD met de eerste waar ik het vorige week nog over had') en waarvan ik het laatst deel beluisterde dat begint met een snel gespeelde pianosolo, een indrukwekkend deel en ooit leerde ik mijzelf dat eerste thema spelen; het lukt me nog steeds.

Het valt me op de laatste tijd, in Frankrijk, maar nu ook hier op de bebosde heuvels, dat ondanks de herfst het toch wat langer "groen" blijft dan in voorgaande jaren, vermoedelijk de oorzaak van een laat voorjaar en een mild najaar, bij Koblenz stak ik de Rijn over naar de "drie", de snelweg Keulen- Frankfurt-Regensburg.

Nog voor Frankfurt werd ik ontvangen door mijn eerste afleveradres, dat gaf trouwens nog wat problemen.

Net voor dat adres, in Idstein, moest ik met 42 ton een helling van dertien procent op, het wegdek was nat, de lading zwaar en ondanks dat ik dus enorm veel druk op de trekas had, slipten aan het begin van de helling de wielen over het asfalt zonder dat ik vooruit kwam: rookwolken kwamen van de banden.

Onder begeleiding van de "Polizei" werd ik achteruit hellingaf gelootst en via een andere weg kwam ik alsnog bij de klant die maar wat blij was met de door mij meegebrachte spulletjes.

Het is een uiterst snel stuk, dat derde deel van het eerste, onnavolgbaar wisselen orkest en piano elkaar af, het staat in een weergaloos contrast met het voorgaande, bijna tragische, tweede deel, het eindigt als een enorme explosie, alsof een LPG-tankwagen uiteenklapt. En dan is het voorbij, het eerste voorbij.
Ostfildern bij Stuttgart was mijn tweede klant vandaag, bij Heidelberg enige file, rond drie uur was ook die tweede klant afgeleverd, waarna ik verder toog, op weg naar het zuiden, weg van de kille koelte.

Slechts zeven graden nog maar, inmiddels, in het donker, is het nog frisser, ik zal er wel nooit aan wennen en het lijkt als een vlucht, vlucht voor de koude, maar zover is het nog niet.

Voordat ik in een warmere streek asiel weet te vinden, eerst nog overnachten op de Würtembergse heuvels, Bad Dürrenheim, op een half uurtje van de Zwitserse grens, een grens die mij welkom lokt.

Aldus schreef ome Willem.
') Het derde deel van het eerste pianoconcert van Beethoven.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo okt 17, 2012 5:36 am

Verrast door de dikste mist vertrok ik weer, nu traag, turend naar de middenstrepen, 't was echt koud geweest de nacht en met een goed half uur doemde de Duitse douane voor me op.


Zo vroeg was het niet eens, maar de dag maakte nog geen aanstalten om tevoorschijn te komen, en zo passeerde ik ook de Zwitser, tolbriefje, stempeltje en verder; na Schaffhaussen, bekend toch van de watervallen, werd het eindelijk wat licht.

Uitgaand, uitgaand uit Zwitserland waren mijn papieren op Iselle gemaakt en daarna vernam ik dat er nog een collie (nee nee, geen hond, maar een plastic kan met vloeistof) mee ging voor Sempach, net even boven Luzern, dat betekende een kleine omweg.

Het liep voortreffelijk, kwam bij het Vierwoudstedenmeer vlak langs Tribschen waar zich het buitenverblijf van Wagner bevond en waar Nietszche hem enkele keren bezocht, waar de grote denker, kijkend naar het immer en oneindig kabbelende water, zijn filosofie van de eeuwige wederkeer ontwikkelde.

Na Sempach reisde ik via Luzern naar Interlaken, ik hoopte tegen beter weten in dat de Grimsel nog open zou zijn, maar helaas, dus maar weer verder, niet geheel onaangenaam, de Brienzer See, Interlaken, de Thunsee, wellicht een mooiste stukje Zwitserland en zoals iedere dag weerlegde het heden weer het gisteren.

Voor de geboorteplaats van Doctorandus P., Thun, links af, het Simmendal in richting Zweisimmen, Saanen en Gstaad, vermoedelijk de oudste wintersportplaats, maar zeker de duurste wintersportplaats ter wereld, waar nogal wat fameuze artiesten en lui van koninklijke huize vije tijd doorbrengen- en brachten en één ervan was ooit Yehudi Menuhin, violist van voor en na de oorlog '40-'45 en waar in Gstaad naar hem een jaarlijks terugkerend festifal genoemd werd.

Y. Menuhin deed op latere leeftijd aan Yoga en in die hoedanigheid voerde hij ooit als dirigent de vijfde van Beethoven uit door op zijn hoofd en handen te gaan staan en met de benen en voeten de maat te slaan en aanwijzingen te geven. Hij had toen de respectabele leeftijd van 77....

Gstaad liet ik maar even wat het was, als niet-loerdooskijker zou ik toch niemand herkennen, na een kwartiertje stond ik op de Col du Pillon, midden op besneeuwd terrein en tijdens mijn bezoek op de hoogte gelegen horecagelegenheid merkte ik dat Gstaad niet ver weg was; een Goulashsoepje voor 18 franken.

Een bochtige afdaling, dwars door bossen waar regelmatig blad naar beneden dwarrelde en in gedachten zag ik ze als muziekblad van een componist die zijn bladmuziek uit handen laat vallen; op elk boomblad vermoed ik een muzieknoot, ik hóór bij elk vallend blad zelfs de toon.

Aigle kwam na een tijdje in zicht, een goed uur rijden en ik zou aan de voet van de tweede reus zijn die ik vandaag nog over wilde. Het Rhônedal, de Valais, Wallis voor anderen, in de verte de eeuwig liggende bergrug voorzien van een dikke sneeuwlaag, ik zette muziek op, het tweede') waardoor het gezicht op horizon anders werd, deemoedig blikte ik de verte in, het deed bijna pijn, hoe vaak zag ik ze reeds?

Een niet onbekende in mijn repertoire, de Sempione, beter bekend als de Simplon reste mij nog, halverwege begon de sneeuwgrens, alle Lariksen op de noordflank, nog volop in naald, waren met een witlaag bedekt, aan kanten waar de zon scheen was vooralsnog niets van naaldval te bespeuren, totdat ik de laatste paar kilometers klom en waar de lariksen reeds bruinden. Elk jaar weer nieuwe naalden, zoals vroeger bij de pic-up, bij elke plaat een nieuwe naald, inmiddels, ik kon het niet laten, galmde een uitvoering van het vioolconcert van Mozart uit 1935 door de stuurhut met Menuhin aan de strijkstok.

De laatste kilometers toefde en zoefde ik weer eens in Italië, Dommodossola, daar, waar de slaap op mijn ogen tikt, ze worden zwaar, op kousenvoeten komt hij, de aardigste der dieven, en steelt op geheimzinnige wijze mijn gedachten.

Steelt mijn zonderlinge geachten.

Aldus schreef ome Willem.

') Het tweede, het tweede pianoconcert van Beethoven.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za okt 20, 2012 8:57 am

Er bleken nieuwe lekkernijen op de menukaart van Il Rossopomodoro te staan en één er van, een vleesloos gerecht, kon ik niet mijn neus voorbij laten gaan; ik rook het al vanaf de kaart!

Met het Lago aan mijn linkerhand voerde ik verder, eerst nog door het dal van de Toce, daarna, na het meer, nog in het donker de weg op van Arona naar Novara en halverwege, bij Olegio, links af, tijdens het ochtendgloren de smalle brug over over de Ticino, weldra was ik bij de klant, in de stuurhut kon ik nog net het nieuws van radio 747 meekrijgen, het zinloze nieuws dat er ergens ver weg een planeet is ontdekt.

Dat is altijd zo, zodra het daglicht gloort, vervaagt de ontvangst en dat schijnt het gevolg te zijn van zonnestralen in de luchtlagen; daarna, op twee uur Transportradio via de korte golf na, blijf ik ontstoken van Nederlands nieuws. "Gelukkig maar", dacht ik "wat zinloos om zulk nieuws de ether in te slingeren"; dan liever geen nieuws.

Nadat in Castano Primo een graafmachine met een heftruck uit mijn oplegger werd gelost, in de loop van de morgen naar Turijn, Settimo Torinese om precies te zijn, de laatste klant er uit en toen naar de zuidkant van de koninklijke stad, Piobesi Torinese; de lucht, die de hele morgen toch al grijs was, werd steeds zwaarder belast, steeds grijzer, geheimzinnig dik.

Het blijft een merkwaardig verschijnsel, het nieuws, we zijn er aan verslaafd en al heel wat keren heb ik mensen er op betrapt die beweerden geen slaaf van de kijkbuis te zijn en daar dan beschaafd aan toevoegden eigenlijk uitsluitend naar het journaal te kijken. Alsof dat niet de ultieme verslaving is, de nieuwsverslaving van de moderne eeuw. Verschrikkelijk!

Nog voor de siesta zat de eerste er al weer en, en verder ging ik, eerst een stuk door dorpjes, daarna een lang en saai stuk snelweg; Asti, Alesandria, Tortona en vandaar de kronkelsnelweg richting Genova, de wolken, die als maar dikker werden, maakten het aardedonker en op het moment dat ik ging klimmen sloeg de regen toe, afwisselend, stromend en miezerend, dertig kilometer voor de Ligurische kust sloeg ik af, op zoek naar een klein gehucht, Borgo Fornari, midden tussen de bergen en om bij het adres te komen moest ik een gribuspad op met bijna aan het einde daarvan een onderdoorgang waaronder ik maar net door kon; het scheelde nauwelijks centimeters.

Op de fabriek werden moppen vervaardigd en ik kreeg derhalve enkele paletten moppen in de kar, moppen van diverse lengten en kleur, de meeste moppen in het blauw naar later uit de pakbon bleek, en natuurlijk een hele pallet met vierkante spoelemmers om de mop in uit te kunnen wringen: halverwege de middag vertrok ik met een kar half vol moppen.

Terug meidde ik tot Novi Ligura de snelweg, reed kronkelend door de soms uiterst smalle straatjes van Serravalla en andere dorpjes en ik bedacht: "Ooit was dit dus de doorgaande weg van Milaan naar Genua, wellicht heeft Columbus hier zijn schreden nog gezet".

Daarna ging ik via de snelweg verder, eerst eenzelfde stuk weer terug, Tortona en Alessandria, maar vandaar de weg op naar Vercelli en Aosta; terug naar het noorden toe werd het droog en ook de wolkendikte naam aanzienlijk af.

Het is toch welhaast idioot dat we ons allerlei zinloosheid dat nieuws genoemd wordt laten aanhoren! Nieuws, uiteindelijk betekend dat gewoon: dom, contra-productief en onnodig om te weten, je wordt er eerder onwijs dan wijs van; weg met al dat genieuws!

Als de moderne mens ergens behoefte aan heeft, is het wel een nieuwsdieet!

Aangekomen in Aosta sprong ik op de fiets, voor het eerst deze week, en trapte het stadje in. Rond acht uur kwam ik aan in de Rossopomodoro, een uitstekend etablissement waar alles vers is; het bestelde gerecht smaakte voortreffelijk.

Het ontdekken van een nieuw gerecht geeft mij meer vreugde en voldoening dan het ondekken van een verre, onbereikbare planeet.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za okt 20, 2012 8:58 am

Aosta, vandaar vertrokken, dit keer, voor het eerst deze week, niet in het donker, na negenen koetelde ik de bergen in waarvan alleen de eerste honderd, misschien tweehonderd meters, zichtbaar waren, de rest stak in oneindig lijkende wolken en mist. Grote zwarte vogels vlogen in oostelijke richting, kraaien, boven hen het grijs als achtergrond, toverachtig luguber, een enkele keer wat schorrend krassen.

Komende maanden wordt het werk relatief zwaarder, het donker gaat steeds meer parten spelen, zeker ook als de ogen ouder worden en in het donker draagt men de tijd zwaarder dan in het licht.

De route was, voor diegenen die veel met mij meereizen, wel bekend, en ook de plaats waar ik binnen de tijd kon komen, natuurlijk, Weiswampach, alweer, zo onderhand een soort stamplek aan het worden, al vele nachten bracht ik hier door.

Morgenvroeg zal ze er wel weer zijn, het oude dametje, rond een uur of vijf scharrelt ze in de bakkerij rond, doet de deuren van de Aral-pomp open, 75 en nog altijd actief, vermoedelijk kwam zij nimmer het dorpje uit, twee jaar geleden stierf haar man, onlangs nog haar zoon; de verliezen staan in haar gezicht gekerfd.


Onderweg hierheen, eerst door een dikke mistlaag, halverwege de klim opeens klaarhelder, onder mij grijs, maar ook boven mij. Het leek, alsof ik mij in een luchtbel bevond, een vreemde gewaarwording, maar daardoor begreep ik opeens meer van het leven.

Boven het Lac Léman lag op het oppervlak een ragfijne mist, de gindse bergen oogden bommelig en ik had niet verbaasd gekeken indien ik Tom Poes met de Oude Schicht over het water had zien zoeven.

Eenmaal in Frankrijk trof ik een oneigenlijke sfeer aan. Alles was ongewoon stil terwijl mijn gedachten niet van de luchtbellen los kwamen, ben dorpen doorgekomen terwijl ik me dat niet herinner, de temperatuur liep maar op, tot boven de 22, de middag verliep, de avond kwam, de bossen en heuvels van Luxemburg, ik hoor ze onheilspellend fluisteren.

Leven in een luchtbel, ik houd me met handen en voeten aan de zijden vast, maar onsnappen kan ik niet terwijl de wind mij meeneemt in de richting die ik niet kies, maar ik kijk weldadig om mij heen, verrukt om wat ik zie.

Onberekenbaar is de wind die mij meevoert naar onbekende verten en het maakt, ondanks de toenemende duisteris de tijd wat lichter.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo okt 24, 2012 6:20 pm

Daar doe je dan een hele morgen over, twee adressen lossen, eentje in Bergeijk en één in Eindhoven; het was meer wachten en administratieve afhandeling dan goederen afleveren, iets, dat sinds de invoering van de kompjoeter inmiddels regel is geworden terwijl je anders zou verwachten. Als er iets ter bevordering van snelle levering op de helling moet, is het wel het afschaffen van de veel te grote gecreëerde papierwinkel er omheen.

Zo begon deze nieuwe werkweek en even voor de middag kon ik eindelijk echt aan de gang, vertrok richting Frankrijk, maar daarvoor moet men eerst door het land van Herman.

Herman, die als eerste ongekozen kopstuk binnen de Europese Unie voetje voor voetje aan het staatsgrijpen is, langzaam aan, zonder dat het opvalt, voeren Van Rompuy en consorten hun snode plannen uit, zoeken binnenskamers naar mogelijkheden om de Europese macht te vergroten, ja, de huidige crisis daartoe misbruiken en wij, wij Nederlanders maar denken dat die Belgen dom zijn.

Na de Belgische doortocht weer in Frankrijk, dit keer de westkant, via Rijssel, vlaams voor Lille, naar Arras (Atrecht), dus vlak voor de Pèage de snelweg af en over de weg die zich baant door het heerlijke heuvelachtige Picadrië.

Het was vreemd, het weer zomers, oktoberzomers en ik kan mij niet heugen zo een zomerse oktober te hebben gekend, zelfs in de avond koelt het nauwelijks af.

Strakblauw was de lucht, slechts hier en daar enkele wolkstrepen en de overdadige zonneschijn deed van afstand de herfstkleuren in voorjaargroen lijken terwijl ik, rijdend tegen de zon in, zag hoe dat hemellicht het groene biebopachtige winterkoren met vloeiend zilver overgoot en de geploegde zwartaarden akkers met ragfijn spinsel bekleedde.

Via Amiens, Poix, Granville, Marseille (en Beauvais) en Gournay keek ik na enige uren vanuit de hoogte uit over Les Andelys waar de ondergaande zon zorgde dat ik van een prachtige kleurenwaaier over het stadje mocht genieten terwijl links reeds een halfwas maan mij in de gaten hield.


Evreux, even ten zuiden van de Seine, werd vandaag mijn eindbestemming en het was zelfs nog een beetje licht toen de handrem er op ging.

In de stuurhut overdenk ik de dag, de tijd van het heden, de zichzelf voortslepende tijden en de eigenaardige omstandigheid waarin ze verkeren, het ongewoon mooie weer tegenover de sfeer van het overleven. Deze vreemde ontijdse zomer met daarnaast de steeds harder klinkende, bijna dagelijkse, onheilstijden.

Daar moet wel iets achter zitten, een iets meer dan een Herman.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo okt 24, 2012 6:21 pm

De serveerster, ik schat begin twintig, loopt af en aan, terug met meestal half- en heelleeggegeten borden en vuile glazen, heen, met grote serveerkunst vier, soms vijf volle borden met dampende rijst, haricovers of crême brûlé die vervolgens voor overwegend kletsende mannelijke hoofden wordt neergezet. Wat een hondenbaan.

Het eerste deel van de reis verliep vandaag in diepe duisternis, en niet alleen dat, ook lag er over een groot deel van Normandië een ongewoon dikke nevel en door het achtervolgen van de rode achterlichten van mijn voorganger kon ik er nog aardig de sokken in houden. Nonancourt, Verneuil en zo naar Alençon en nog steeds geen spoor van daglicht.

In een hoek vlakbij de buitendeur staan twee Engelsen, steeds opnieuw met een volle en lege halve-literpul in de hand en ze vragen mij of ik "Dutch are", waarop ik ontkennend antwoord en meedeel dat ik "from Holland" ben. Met een typisch Britse blik kijken ze me aan en merken op dat dat toch "the same" is, waarom ik antwoord dat, als ik aan een Brit vraag of hij Engels is meestal als antwoord "no" krijg waarna "I am Scottisch" volgt; ze lachen zoals alle Britten lachen, schots of niet, met scheve mond en klokken terloops met de andere mondhoek nog een kwart liter weg.

In dikke mist zoefde ik bijna onzichtbaar door de Sartre, Le Mans, La Flêche, Baugé en vandaar over de brug bij Saumur. Even daarvoor onderbrak ik de reis voor een welriekende versnapering, inmiddels was het licht geworden, maar het zicht bleef nauwelijks 300 meter.

Toetjes, ik eet nooit toetjes, toetjes vind ik vreselijk, vooral als je even daarvoor lekker hebt gegeten en de mondholte nog gevuld is met de aroma's van de daarnet genoten maaltijd danwel de smaak van zojuist genoten Franse kaas nog tussen de tanden en in de speekselporiën zit; daarna zo'n toetje, jakkiebah!

Na Saumur, dus ten zuiden van de Loire, begint de Vendée, en even voor Thouars had ik mijn eerste klant die ik nauwelijks door de mistdikte kon vinden, maar eenmaal toch, was ik er binnen een half uurtje vanaf, waarna mijn mysterieuze mistreis verder ging, nu op weg naar het zuid-oosten, een dikke honderd kilometer verder, naar weer een nieuwe streek, de Poiteau en rond de middag, juist toen de mist minder werd en ik zowaar boven mij een blauw helder gat waarnam, passeerde ik Poitiers.

De serveerster blijkt "de dochter van" te zijn, moeders staat achter de toog, rekent de "repas" af, al dan niet met koffie, giet met de richardfles en besluit op zeker moment de Engelsen niet meer van nog meer bier te voorzien, heer papa blijkt in de keuken zijn koksopleiding in praktijk te brengen wat hem niet onverdienstelijk afgaat. Inmiddels zijn de Britten aan het protesteren en aangezien ik vermoedelijk de enige ben in het etablissement die Engels spreek probeer ik hen tot bedaren te brengen met op te merken dat de oorlog nu toch wel afgelopen is. Wellicht onbegrijpelijk onder de indruk betalen ze en nadat ik ze bedankt heb voor hun gezellige aanwezigheid taaien ze af; ik keer terug naar mijn bord vol œuf mayonaise.

De lucht klaarde helemaal op, de weg naar Limoges was een verrukking, golvend over de heuvels en alweer passeerde ik een grens toen ik de Limousin binnen snorde.

Het landschap leek zomers, nog weinig sporen van herfst, nauwelijks bladval en alleen aan de lagere zon bleek dat de zomer allang voorbij was en zo naderde ik Limoges, de stad die reeds voor het jaar nul door keizer Augustus als nederzetting werd gesticht.
Van Limoges ging het verder, langs, onder meer, Uzerches, de stad die mooi even zeven jaar stand hield tegen aftocht blazende "arabieren" die, door eerst door Karel Martel verslagen te zijn op de terugweg de stad wilden plunderen.

De Fransen houden er altijd vier of soms zelfs vijf gangen op na, ook hier, in deze voortreffelijke haphut,en ja hoor, nadat ik de eerste drie gangen verorberd heb, ook nu weer de vraag, of ik een toetje, een "dessert" wil en als antwoord haal ik mijn veelgebruikte grapje van stal, dat ik geen ijsje, geen gebakje, geen pudding en óók geen crême brûlé wil, maar reeds tevreden ben een petit bissou, maar ondanks de kleinheid ervan werd het nog nimmer door een serveerster gegeven.

Even verder het dal van de Correze waaraan de oude stad Brive ligt. Brive, jarenlang Brive, op elke kaart stond louter Brive, tot enkele jaren geleden, toen er opeens Brive la Gaillarde stond. Op de kaarten, de borden, overal, en nergens meer Brive solo, nu ontsloten.

Eerlang kwam ik menigmaal in Brive waar je zigzaggend doorheen reed, eerst rechts af om over de rivier te komen, dan links naar Brive oost om een spoorbrug te vinden met voldoende hoogte, dan weer geheel naar west, een volgende onderdoorgang en dan kon je eindelijk verder. Onderweg nauwelijks een tegenligger, buiten mijn motorgeronk geen enkel ander geluid dan soms bij het verlaten der stad een in de verte kraaiende haan.

Maar vandaag, ik fietste even de stad in, en ik was de snelste, want aan weerskanten stonden voertuigen bumpertje aan bumpertje de stad in en uit te willen; na mijn bezoek was het niet ver meer naar de plaats waar ik ben geland, nauwelijks een kwartier en ik kon het nog van een ver verleden, toen van de langsgelegen snelweg nog geen sprake was, toen de serveerster nog niet eens in de wieg lag.

De serveerster, de eerste die mij de gevraagde bissou serveerde, mijn Belgische tafelgenoot verbaasd en mij glunderend achterlatend.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo okt 28, 2012 7:29 pm

Waarom kan ik niet verklaren, maar ik vind het eigenlijk de mooiste streek als het om wijngaarden gaat terwijl er nauwelijks, slechts mondjesmaat, van de druiven wijn wordt gemaakt.

Een vreemde dag, vertrokken om half acht, maar om acht uur nog donker, temeer daar uit de oceaan dikke regenwolken de lucht boven mij bevolkten. Net na achten kleurde in het noordwesten de lucht purperrood, kennelijk hielden de Dordogne en Gironde de dikke wolken tegen, iets, wat grote rivieren wel meer doen.

Nauwelijks vijftig jaar geleden was het niet meer dan een stipje op de Franse landkaart op bladzijde 12 van de bosatlas, ver verwijderd van elke grote stad, als een verloren stipje in de groene leegte, want Frankrijk was daar grasgroengekleurd: geen bergen van betekenis in de buurt, net te ver van de zee en er was ook geen weg naartoe getekend: een onbetekenend stipje tussen de druivenstruiken.
Margaux, een dorpje aan de Gironde, daar kreeg ik de laatste deelvracht voor van de week, en toen weer verder, eerst afzakken langs de grote rivier, langs oude kastelen en burchten, naar Bordeaux en aldaar de enorme brug over, op weg naar het noorden.

Eerst nog over een landtong, dan met een zesbaansbrug over de Dordogne met links uitzicht op de oude brug, tot begin jaren tachtig de enige verbinding naar Bordeaux, naar West-Spanje, al het verkeer ging er over, onvoorstelbaar.

Het drankje, ja, daar had iedereen wel van gehoord, en je wist ook dat het uit Frankrijk kwam, zelfs, dat het duur was en over de reuk waren de meningen verdeeld: in de eerste klas van de middelbare school leerde ik, dat het drankje ook een plaats was, de aardrijkskundeleraar zocht naar dat stipje, zag het niet, totdat ik naar hem toe liep en de onogenlijke stip aanwees: héél klein stond er de naam van dat drankje bijgeschreven.

Eerst even de N-10 op, tot Barbizieux, en daar sloeg ik af, kwam rond tien uur weer eens van de destijds nagenoeg van de buitenwereld afgesloten streek, de Charentes, golvend, stamp vol druivenstruiken, bijna allemaal Ugni-blanc, en temidden daarvan dat stadje, ontsloten en heden ten dage overbekend, meer dan een vage stip op een groene landkaart.

En weer voelde ik de melancholiek in mij opkomen, dacht steeds terug aan het moment dat ik bij de meester die onvindbare stip aanwees, ach, topografie, het zat er dus tóen al in.

Slingerend reed ik door de streek, langs druiven waar bijna alleen cognac van wordt gebrouwen, door Segonsac, bakermat van de top-cognac met Frappin als enige zelfstandig nog overgeblevene; anderen zijn bijna allemaal opgekocht door Baccardi of Hennesy.

Hoe moet ik het omschrijven, ik zoek naar woorden, geen van hen dekt de lading, de streek is tragisch en jubelend tegelijk, herfst en voorjaar tesamen en er galmt een onhoorbare syrenezang over de eindeloze velden terwijl een bleek zonnetje toch fel op de akkers blikt. Tegelijkertijd wordt ik bang en blij en misschien is dat het wel, dat ik, vanwege de talloze tegenstrijdige gevoelens die de omgeving bij mij oproept, juist deze streek de mooiste vind, de mooiste met druivenstruiken.

Onderweg filmde ik de streek en luisterde daarbij naar het tweede, sentimentele deel van het derde pianoconcert van Beethoven dat bij mij een versterkend gevoelseffect naar boven haalde.

Zo kwam ik langs Cognac, zocht naar de (reclame)borden Pinot, een nevenproduct van Cognac, Pinot de Charentes, maar zag er geen, vermoedelijk omdat Pinot, in de verte een beetje op port gelijkend, thans "uit" is.

Langs Matha, waar de Cognacstreek zo ongeveer eindigde, en dan via Melle naar Poitiers en onderweg dit keer luisterend naar die andere componist die zijn eigen geschreven symfoniën nooit hoorde. Niet, omdat hij doof was, maar eenvoudigweg omdat hij niet genoeg poen had ze te laten uitvoeren. Slechts enkele heeft hij, zeer gereduceerd met enkele muzikanten, summier gehoord, anderen helemaal niet. Pas enkele decennia na zijn dood werden ze in volle bezetting uitgevoerd, de symfoniën van Frans Schubert, ik luisterde naar de "tweede", luisterde naar de heimwee in de muziek, naar de eerste dissonanten van de nieuwe tijd, want Schubert is weliswaar voor Wagner, maar ná Beethoven; hij was zelfs bij diens ter aardebestelling.

Het werd nog warm, vandaag, tussen drie en vier vertoefde ik even in de oude stad van Poitiers, reed langs het best bewaarde Romaanse kerkje ter wereld, liefst 28 graden was het, maar daarna snelde ik verder en al spoedig kwam ik een tijdelijke klimaatgrens over.

Toen ik bij Tours de Loire passeerde werd het mistig, zakte de temperatuur naar minder dan de helft, met tien moest ik genoegen nemen, de herfst lijkt nu echt begonnen.

In Chartres bleef ik staan, keek even tussen mijn boodschappen en vond het kleine miniflesje met cognac XO; dat slapen zal best goed gaan vannacht.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo okt 28, 2012 7:29 pm

Oktober telt maar door, de 24e alweer, en weer; een dag vol zomerse werkelijkheid ligt er achter mij; alleen aan de latere opkomst en de lagere stand van de zon herkende ik dat het reeds midherfst is.

Niet alleen zomerse werkelijkheid, ook een fascinerende route verdween langzaam uit de spiegels en ik weet het wel stellig; een dergelijke prachtige route rijdt menig Nederlander in vier weken Franse vakantie niet eens. En zoiets heet nu: werken!

Nog niet eens zo bar vroeg, maar toch nog met donker, de weg weer op, wat kronkelend naar Soulliac, de zogenaamde "oude" weg, maar zo lang is de weg nog niet oud, want ik herinner bij de diverse keren, nog tot ver in de negentiger jaren, dat ik vanuit Toulouse en omstreken bij nacht en ontij juist deze route naar huis toe nam omdat je geen kans kreeg tijdens het rijden in slaap te vallen.

En zo kwam vandaag al snel Cahors in beeld waar ik de Lot overstak. Hier en daar waren de dalen in nevelen gehuld wat een prachtig gezicht gaf als je een keer vanuit de hoogte er op neer keek.

Net na Cahors de weg op naar Villeneuve sur Lot en ook daar weer vanaf geweken, richting Valence, een klein stadje aan de Garonne, maar voordat ik dáár was eerst naar Bagat de Quercy, langs een wijnboer die nota bene afgelopen vrijdag zelf had gebeld dat de lading klaar stond, maar toen ik, na het volgen van zo'n tien kilometer bospad, eindelijk voor zijn sprookjesachtige boerderij aankwam, bleek, dat alle flessen nog van etiketten moesten worden voorzien.

Bij nader inzien bleek deze wijnboer vermoedelijk nooit verder te hebben gekeken dan zijn eigen druiven, wist niets van rij-tijden en afstanden, volslagen wereldvreemd, zo aan het einde van het bospad en ik dacht "koesteren, deze lui, zet er een hek omheen, bewaar het voor het nageslacht".


Menig vakantieganger zou al blij en tevreden huiswaarts keren indien hij zoiets geweldigs had meegemaakt en daarbij ook nog zo ontzettend veel moois had gezien, maar voor mij was dit slechts de ouverture; de dag begon nog maar net.

Nadat het plakwerk klaar was en ik de pallet er in had staan, kreeg een dove opa de opdracht van de wijnboer om voor mij uit te rijden en aan te geven waar ik eventueel kon "draaien", iets, dat doorgaans op bospaden niet altijd even gemakkelijk is met 18 meter lengte.

Slingerend gingen we enkele kilometers verder tot aan een T-splitsing, het opaatje sloeg daar rechts af, ik ook, maar ging toen meteen recht achteruit zodat ik links af weer terug kon rijden. Tevergeeft toeterde ik, wenkte met mijn lichten, maar mijn keren werd niet opgemerkt en uiteindelijk zag ik de oude man achter de bossages verdwijnen. Misschien is hij nu nog steeds op zoek naar mij.

Na een half uurtje was ik weer teruggekeerd in de wat bewoondere wereld, op weg naar klant twee vandaag en er was nogal wat kaartkennis voor nodig om daar te komen, vluchtig noem ik even wat namen, namen die u vermoedelijk nooit eerder las: bij Valence stak ik de Garonne over, dus kwam ik onverhoeds in het oude Gascogne terecht, een streek die, tot aan Bordeaux, rond 1350 ruim honderd jaar in Engelse handen was, juist de tijd dat de Bordeauxwijn ontstond en de Engelse invloed op die wijn is tot op de dag van vandaag nog herkenbaar: duur en arrogant, en vooral, niet lekker.

Na de oversteek langs Saint-Clar, Fleurance, langs het prachtige slot van Lavardens, door Jegun, Vic-Fezensac en tot slot kwam ik net na de middag aan in Lannepax, stuk voor stuk nostalgische stadjes, Pittoresk tussen en op de heuvels gelegen, het landschap ten westen van Auch is adembenemend, in de verste verte de eerste contouren van de Pyreneeën, nauwelijks sporen van herfst, hier en daar verloor een berk wat blad en in voorbije heggen soms een felrode vuurdoorn of sierlijke rode besjes van een hulsthaag.

Natuurlijk, na de middag aankomen betekend in deze streken wachten, en dit keer tot twee uur zodat ik ver na tweeen pas verder kon. Inmiddels had ik Lannepax verkend, en reeds in een uur kon ik elke straat. Zo groot is het ook weer niet.

Nu volgde nog een deel, weer genoot ik van het vele, bijna het veel te vele, ik werd verwend vandaag: Eauze, Nogaro en langs de kasteeltoren van La Houga, zo ongeveer de laatste heuvels, want vanaf daar begon Les Landes, de grootste verticale houtopslagplaats van Frankrijk, langs Mont de Marsan, voor Frankrijkkenners wellicht de eerste naam die nog enigszins bekend in de ogen leest.

Vandaar ging het rap, sneller dan de voorgaande uren, net voor Dax, het stadje waar nog regelmatig stierengevechten worden gehouden, rechts af, op weg naar Castets en zowaar; toen ik daar net voor vijfen aan kwam en ik kans zag de losmeester te vermurwen, kon ik nog lossen, de laatste (los)klant deze reis.

En zo snorde ik, toch nog tevreden, richting Dax, want het zou nu wel gebeurd zijn, zo meende ik, maar tot overmaat van geluk bleek de betrokken klant, waar ik wat lading zou ophalen, nog aanwezig en dat was niet echt vervelend omdat ik nog ruim anderhalf rij-uur op voorraad had en, zo ik niet verder kon, deze anderhalf uur de volgende dag over de datum zou zijn en ik die tijd dan had verloren.

Hoe dat precies zit? Dat leg ik een andere keer nog wel eens uit. Feit is, dat ik nog een eind in noordelijke richting ging, een adres bezijden Bordeaux: iemand laat mij morgen daar wat ophalen wat voor de handel is bestemd.

En ik kwam nog aardig ver, bij Le Barp ging ik er nog af, de weg op naar Lacanau-Océan, een badstad waar ik ooit, in 1972 of daaromtrent, voor een korte poos een huis had gekraakt. Maar zover kwam ik niet vandaag, net voor Saumos zat de tijd er op en breng ik de nacht door in Gascogne, een naam dat is afgeleid van: Vascogne en wie goed op let hoort daar "vasco" en uiteindelijk "Basko" in, de streek dus waar ooit, in een ver verleden, louter Basken woonden.

Bascogne dus, laten we het voortaan zo maar noemen.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr nov 02, 2012 7:46 am

Snelwegen en doorgaande wegen lopen kriskras door Duitsland, ze houden doorgaans geen "rekening" met de binnengrenzen van de deelstaten, sterker nog, bijna niemand weet precies hoe en waar die lopen.

Gisteravond was de lucht nog open en toen ik uit het rookhol vluchtte en de frisse lucht op zocht, staarde ik nog even naar een bijna volle maan die ik in de buurt van het sterrenbeeld stier zag staan, maar vanmorgen tikte de regen royaal tegen het Daffendak.

In anderhalf rijden reed ik Duitsland binnen, maar kon niet de eenvoudige weg nemen richting Bayreuth, want dat ligt in Beieren en daar geld vandaag een rijverbod.

Dus week ik uit via Bad Bramberg naar Saksen, waar vandaag geen "Fahrverbod" is en via een prachtige weg kwam ik aan in Oelsnitz waar ik even de snelweg had kunnen nemen om via Hof richting Halle te rijden, maar die snelweg loopt ongeveer 12 kilometer door, jawel, Bayern, zodat niet alleen ik, maar ook enkele anderen met de wegreuzen over smalle, steile en kronkelige landweggetjes via Oelsnitz naar Gefel reden waar de meesten de snelweg naar het noorden op reden. ik daarentegen niet, snorde door naar Bad Lobenstein en vervolgens via Saalfeld naar Stadtilm, ik was nog steeds in Saksen.

Je zou denken, dan neem je de weg via Kassel naar Dortmund. Fout, want dan passeer je Noord-Rijnland Westfalen en ook dat is vandaag verboden terrein.
Dus ging ik maar door. Even een stukje snelweg en toen via Bad Langensalza naar Heiligenstadt, weer even grote weg en toen weer de veel snellere oversteek van Göttingen naar Hameln; dan rijdt je door Neder Saksen en Thüringen die vandaag ook verbodsvrij zijn.

En dan bleef er nog over de weg Bad Oeyenhaussen-Osnabrück-Nederland en hoewel Osnabrück zelf nog in Nieder Saksen ligt, loopt de snelweg ervoor en erna een klein stukje over Noord-Rijnland Westfalen, verboden gebied dus.

En ondanks al die malle onzin had ik vandaag een geweldige rij-dag waarbij ik langs en door veel moois reed, hier en daar door met sneeuwresten bedekte vlakten, door bossen nog in prachtige herfstkleuren, door met (dennen)groen-, rood- en vele kleuren bruinbeboomde heuvels en bergen, glooiende hellingen en verlangende vergezichten en alles onder wisselende weersomstandigheden: regen, miezerig, soms bleke zonneschijn en in de avond onstuimige windvlagen.

Maar hoe je het ook wendt of keert: het zijn natuurlijk wel mafkezen die dit soort absurde wetgeving laten gelden. Idioten die zichzelf ook nog serieus durven nemen.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo nov 25, 2012 1:31 pm

Vanaf de hoogte aanschouwde ik de glimmende natte zwarte daken van Auxerre die door de opengescheurde lucht door de zon werden beschenen terwijl ik zwarte wolkenflarden naar het oosten zag wegtrekken.

Het duurde tot voorbij Charleroi voordat het duister van de nacht voor mijn ogen weg trok; vanaf vier uur, toen boven mij stilliggende witgewolkte nachtflarden in een grote V-vorm met de punt van west naar oost lagen en sterk op de kaart van Tsjechië leek met de halve maan als Praag in het midden en meer naar 't zuidwesten Sirius als Plzen, was ik onderweg en Sint Job in 't Goor, Borgerhout en Merksem al voorbij, onder het Antwerpse stadsdeel Hoboken doorgesnord en had via Wilrijk en Boom en langs de nog deinende danszaal Carré van Londerzeel Brussel reeds bereikt, was langs Ukkel, Anderlecht en Drogenbos verder gesneld om als laatste Vlaamstalige naam Sint Wouters Brakel tegen te komen dat dan even verder Wautier Braine heet. Vanuit gene zijde stroopte het reeds, bij Nijvel file richting Bruxelles; ik was alle schuiverij voor geweest.

Ook de Parijse chaos liet ik een slordige honderd kilometer rechts liggen, want onder een dikke wolkenlucht bereikte ik via Rethel en Troyes en over de N 77 de eerstgenoemde stad, Auxerre, dat dus pas gewassen onder de zon te drogen lag.

Hoe anders deze week als de vorige week. De velden groen van het opgroeiende wintergraan, veel bomen die nog met de bladval beginnen moeten, mensen zonder muts en dikke jas en een sfeer om bij weg te dommelen.

Tot twee keer toe gaf ik er aan toe, zette het spul aan de kant en deed een hazenslaapje waardoor ik enorm opkikkerde en er weer tegen kon.

'T is alweer een tijd geleden dat ik deze route reed; Clamency, Nevers en Moulins liet ik nog achter me en morgen wacht in Clermont-Ferrand de eerste klant op mij.

Intussen is het donker, alweer geruime tijd en wat flardenwolken drijven over waardoor ik sterren maar moeilijk thuis kan brengen. Zie ik in het zuiden niet de Orion met de Rigel jacht maken op de Pleiaden?

Even maar, even, de jachthonden, dan verdwijnen ze achter flarden, net als de nog halvere maan.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo nov 25, 2012 1:32 pm

Eens waren ze samen, vanaf het eerste en prille begin en nooit verlieten zij elkaar, eeuwen lang; ze dansten, treurden, speelden en knuffelden en er leek geen einde aan te komen; ze hielden elkaar steving omarmd, hand in hand waren ze altijd samen. Altijd!

Rond deze tijd speelt mijn leven zich voor een niet onaanzienlijk deel in het donker af, van vijf tot even na zeven uur zag ik niet veel van de omgeving, wel de immense lichtzee vanuit een hoogte, Riom en Clermont-Ferrand dewelke ik naderde vanover een stuk snelweg dat kilometers lang recht op de agglomeratie afdaalt en daardoor de naam snelweg met verfe verdient: immers, met zoveel grote massa zou het voertuig bij niet afremmen onverantwoorde snelheden kunnen bereiken: ik temde de DAF tot rond de honderd.

Altijd? Nee, want tien eeuwen geleden besloten ze om onbekende reden(en) elke een eigen leven te leiden, maar dat scheiden werd een droefgeestig lijden: de wereld werd er anders door, de mens werd erdoor gewijzigd: hoe gelukkig was zij nog toen ze nog samen waren!

Het hemelwater gutste naar beneden en terwijl in het westen vanachter een gindse bergkam de regenwolken lichtgekeurd grijsden, hobbelde ik het terrein van Michelin binnen, de fabriek van de bekende banden, opgericht, ruim honderd jaar terug, door de twee broers Edouard en Andre en in Clermond-Ferrand zijn diverse fabrieken: ik moest in die in de stad zelf zijn, de oudste van het concern, wat te zien is aan de ver-voor-de oorlogse bouw van de loodsen, ouderwets met zogenaamde zadeldaken en tegen één ervan zette ik de achterkant van de oplegger neer waardoor het lossen mogelijk werd.

Aanvankelijk ging het nog best goed tussen de twee, diverse keren raakten zij elkaar, waren niet helemaal los van elkaar, ja, zijn het nog steeds niet, maar het komt en kwam de kwaliteit niet ten goede: de één werd een verdoving, de ander een banaliteit voor en van de mensheid.

Tijdens het lossen bestudeerde ik de oude loodsen, genoot van de oude stijl, maar rond achten was het er uit en kon ik verder: een strook van 300 kilometer stil snelweg, de A-75, slingerend door het dunbevolkste deel van Frankrijk, door de Cantal, Lozère en Aveyron, en op het einde door de Auvergne om dan uit te komen tussen Beziers en Montpellier aan de Middellandse Zee.

Het begon onschuldig, het ontstaan van muziek dat zich losworstelde van het woord, de eerste tonale klanken van Notker de Stotteraar en Guido van Arezzo en later, Monteverdi, Vivaldi, Händel en Bach die de klanken, los van Het Woord, hun eigen soevereiniteit gaven: de scheiding was compleet.

Toch kon ik het niet laten, even een kijkje nemen bij de spoorbrug, de Pont Garabiet, het studieproject van Gustaaf Eifel en net voor de middag, toen ik afdaalde naar Millau om daar tijdens de rusttijd een kijkje te nemen. Van lieverlee werd de omgeving anders, anders gekleurd, van de meer rode- naar steeds meer groen-bruinere herfstkleuren. Nog voor twee uur was ik in Poussan bij de tweede klant , er stond een aardige bries die fris aanvoelde, maar toch altijd aangenamer dan de twee graden van daarvoor uit het hooggebergte.

Aanvankelijk hadden de klanken nog een zalvende werking, de riepen op tot terugkeer tot de stem, De Stem van het Woord, die stem die niet zonder klank is en het eigenaardige is dat muziek een vorm is zonder inhoud en het woord, goed en verstandig gesproken, inhoud heeft en geeft zonder vorm terwijl beiden, ik schreef het ooit eerder, het onzichtbare deel van het leven zijn: zelfs deze woorden die men leest zijn, als men ze hoort, niet zichtbaar!

Niet ver van het losadres had ik een eerste ophaler, vlak bij Montpellier, in Saint Jean de Vedas en die zat er in rap tempo in zodat ik doorging naar de voorlaatste losklant te Vendargues, net aan de andere kant van Montpellier: helaas, net rond spitsuur en ook nog ergens een deviation, zodat ik kostbare file-tijd vermorste maar niettegenstaande dat, ik raakte het nog op de valreep kwijt.

Zoals muzieknoten op een notenbalk De Muziek zelf niet zijn, zo zijn letters en woorden niet Het Woord zelf; beiden geniet men door het gehoor zolang ze te genieten zijn.

Nog een half uurtje, meer had ik niet en met die wetenschap koetelde ik de weg op naar Ales, door smalle dorpjes terwijl het reeds donker werd. Zo kwam ik aan in Sommieres, een oud verstingsstadje, met een brug uit de tijd van ver vóór de muziek, uit de tijd van Tiberias, een stadje waar ik een rustplaats vond.

Maar de muziek raakte zijn zalvende werking kwijt, zoals het woord zich liet verworden en afgleed tot antiwoord, gekwebbel, platvloers gepraat en redeneren.

Het woord heeft het al in zich, het redeneren, de rede eren, zodanig, dat de mensheid ontzield raakte en als een soortement zenuwenbundel overbleef, een bundel "prikkels" dat overal op reageerd zoals een kompjoeter op toetsen van een toetsenbord en daarnaast werd de muziek van zalving verdoving, verdoving voor de zielloze zenuwenmens die ver verwijderd van de werkelijkheid voortstrompeld.

Alleen in de sjoel wordt het Woord nog gezongen.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di nov 27, 2012 6:02 am

Het pad was smal, vermoedelijk té smal er voor; bedachtzaam speurde ik de kronkelige weg af en ik vroeg me af of ik het er op zou wagen, of niet.

Na een frisse koude nacht zette ik de reis weer voort, door het nachtelijke duister en soms bij onder nul, op weg naar het idyllische Ales waar ik bij een opgegeven adres wat palletten op zou halen.

Dat bleek een fabriek te zijn waar men van metaal allerlei geraamtegerelateerde onderdelen maakten en zo kwam het dat ik tegen een niet onaanzienlijke berg metalen knieschijven aan zat te kijken. Het waren er zoveel dat je haast zou denken dat elke Europeaan, vroeg of laat, zoiets nodig heeft.
Daarnaast lagen er lichtmetalen heupjes en andere lichaamsdelen onder neonlampen te glimmen, waar was ik toch beland?

Echter; wat ik vandaar voor Nederland meenam was iets geheel anders, wellicht een "rest"-product, het zat in grote zakken, zogenaamde Big Bags, en na een half uurtje kon ik weer verder.

Het was het tweede adres, even buiten Claret.

Verderop zag ik het liggen, maar ik vertrouwde het niet. Voor de zekerheid belde ik met de daar verderop huizende wijnboer -ik had zijn telefoonnummer gekregen- "of het allemaal wel mogelijk was" en als antwoord kreeg ik dat het geen probleem was. Nogmaals benadrukte ik dat het een "grand camion" was, maar het was "pas de problem".
En dan; of ik ginder kon draaien en ook daarop kreeg ik als antwoord: "pas de problem".

Inmiddels was de kou de lucht uit door een stevige zon, boven mij een sprankelendheldere blauwe lucht die de herfstbladeren van de druivenstruiken nog mooier maakten als ze reeds waren; ik reed het bospad in......

De eerste honderd meter ging nog, maar daarna ging het wel erg kronkelen, met haakse bochten waardoor de achterwielen van de oplegger buiten het bospad kwamen.

Voor de niet-"kenners": hoe scherper de bocht, hoe meer de oplegger naar "binnen" komt, rede waarom een trekkker-oplegger-combinatie altijd een zo groot mogelijke "buiten"-bocht tracht te maken om de binnenbocht van de oplegger te verruimen. (Let daar maar eens op bij rotonden).

Maar toen werd het bospad te smal, vééls te smal en op zeker moment ging het echt niet meer, liep zelfs schade op aan de "fietsenvanger" van de oplegger, enkele honderden meters voor de woning van de boer. In de verte zag ik hem naar mij toe lopen.

Ook zag ik even verderop de boerderij en het leek mij uiterst onwaarschijnlijk dat ik daar zou kunnen draaien, afgezien dat ik er onmogelijk kon komen. Ondanks dat vond de kennelijk van elke realiteitszin ontstoken "fermier" dat ik maar even door moest rijden terwijl hij duidelijk kon zien dat het niet ging. Een beetje dubbel allemaal, want in het Frans brabbelde hij ook zoiets als dat hem gisteren was gezegd dat ik met een klein voertuig zou komen.

Al snel had ik in de gaten dat ik hier te maken had met een franse idioot waarbij -zeer waarschijnlijk- in de loop der jaren de wijn, zijn eigen product, zijn vernietigend werk grondig gedaan had en toen ik hem duidelijk maakte dat ik de terugtocht aanvaarde, liep hij weer naar zijn huis terug, in zichzelf hardop mompelend en zonder zich verder om mij te bekommeren.

Het duurde meer dan een uur; de haakse bochten achteruit, links en rechts een diepe greppel terwijl ik, met de lading uit Ales er in, ook niet meer al te licht was: het moge duidelijk zijn dat ik tamelijk verbolgen was en na de achterwaartse martelgang, toen ik eindelijk weer met alle wielen op het asfalt stond, belde ik nog even de gindse jokkebrok op om hem te bedanken: voor alle goede zorgen en zo. Altijd handig, zoi'n nummer.

Stijlloos, zo'n vent, die ook nog te beroerd was de palet -het ging er slechts om één(!)- naar mijn voertuig toe te brengen, waarmee hij zich overigens in eigen vlees sneed; anderhalf uur later en zonder zijn lading vertrok ik, naar een volgende klant.

Het volgende adres was wederom een wijnboer: ik had al wat aanwijzingen gekregen en een donkerbruin voorgevoel overviel mij: hier was ook iets aan de hand. het voorgevoel kwam uit: de boer zat werkelijk verstopt, ver in de steeneiken rimboe, verscholen achterin een kilometers lange grondweg en onder aan de voet van een uitstekende rotskam. Maar deze keer een aangenaam mens die mij met zijn landrover op kwam halen en voor ging rijden en, niet onbelangrijk, ik kon ook "draaien" bij zijn onderkomen, al was het uiterst krap.

Het was inmiddels warm, reeds na twaalven, en de prachtige omgeving deed mij het leed van de morgen vergeten. Donkergroene bergen, vol met -voornamelijk- steeneiken, hier en daar grijze rotsformaties en daartussen enkele wijnvelden. Nadat met een oude tractor de palet er in zat en ik nog een half uurtje op de "papieren" had gewacht, vertrok ik naar adres drie, net opzij van Nimes, eentje die ik kon en dat ging allemaal van een leien dakje.

Tja: en dan had ik nog een laatste losadres in Miramas met een afspraak voor morgen tien uur; ik reed er vast naar toe, dus de gehele Rhône-delta over, richting Salon en Aix de Provence, rond vieren kwam ik aan.

Dit keer had ik mazzel, het maakte de dag weer goed want ze namen het "nog wel aan", meteen voor het losdok met het spul en de laatste zes pallets eruit gejast.

Dat betekende; de geladen wijn aan de kant zetten, de anderen er tussenuit wurmen en de wijn weer terug zetten. Nee, 't is allemaal niet zo gemakkelijk als men denkt.

Via Tarascon kwam ik nog voorbij Remoulins, uiteindelijk tevreden terugkijkend op de dag die de jokboer niet heeft kunnen vergallen.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di nov 27, 2012 6:02 am

Doodstil, verlaten, afgelegen en dikke mist; dat laatste, in dit jaargetijde komt dat nogal eens voor.

Lyon, daar wil men vanaf zeven uur nogal eens in de rij staan, dus is het een stilzwijgend advies zo mogelijk deze stad vóór dat uur achter je te laten en dat kon met een verkortte nachtrust, overigens wel binnen het Europese wettelijke kader.

Eerst als een eenzame cowboy over de totaal verlaten N-weg, door in diepe rust verkerende dorpjes, en vanaf Loriol snelweg, door duister heen, soms flarden van mist en tussen kwart na zes en kwart voor zeven via Saint Genis de Laval, Chapenost en Franceville in alle rust Lyon westelijk gepasseerd.

Zo kwam ik aan in de Beaujelaisstreek, Belleville sur Sâone en daaromheen langs een paar adressen. Inmiddels liet het licht zich ook weer van de goede kant zien, een stralende dag, wat heiig, dat wel, maar aangenaam. Alzo reed ik tussen de bladerloze Gamaystruiken door naar het eerste adres in Saint Jean d' Ardieres, een adres waar ik wel vaker kom en waar altijd wat lekkers onder de kurk te vinden is, zelf om acht uur 's-morgens.

Na daar lading te hebben opgepikt naar een volgend adres, midden in Morgon, Vilée Morgon, een dorpje uiterst beroemd om de van ouds hoogstaande wijnkwaliteit en enkele boeren maken er nog steeds iets geweldigs van.
Het is hier, de bakermat van de terugkeer, van enkele wijnboeren die zich verenigde in de Bende Zonder Zwafel, die, min of meer, onder leiding van de onlangs overleden Marcel la Pierre vanaf de jaren tachtig begon om, nadat wijn steeds meer verontreinigd werd met steeds weer nieuwere en vernuftige additatieven, wijn weer te maken zonder al die troep er in.

Men was reeds zover van het originele wijnmaken afgeweken dat de kennis daaromtrent volkomen verloren was gegaan en dat heeft er toe geleid dat de eerste twee jaar het wijnmaken zonder rommel er in volkomen mislukte. Maar daarna kreeg men het steeds meer, hernieuwd, onder de knie en zodoende kreeg men wijn van hoogstaande kwaliteit zonder inmenging met troep.

Schoorvoetend gaan, zei het traag, steeds meer wijnmakers over tot het bereiden van drinkbare wijn zonder troep, gelukkig maar. In Morgon haalde ik een paletje op bij een nogal weerbarstige boer die overigens al van meet af mee doet met zuivere wijn maken, ene meneer Breton, wilde zwarte haren, erg warrig, vuurschietende donkere ogen en bijzonder aardig, meer artiest dan fermier, en nadat ik rond negen uur drie of vier van zijn producten had moeten keuren snorde ik weer verder, hikkend en slingerend over kronkelige "land"-wegen, eerst nog langs La Chapelle, aan de N-7, maar daarna de -wijn-bergen in, naar het onogenlijke dorpje Vauxrenard, een adresje waar ik wel eens eerder was geweest, midden in de bergen van de Beaujelais, een weg en naartoe net vrachtwagenbreed, heuvel op, heuvel af, links, rechts, vergezichten, prachtige vogels, vooral roofvogels; net voor het dorp een enorme opwiekende arend.

En die bergen, dat zegt wel weer wat: hoe hoger op de heuvel of de berg de struiken staan, hoe, in het algemeen, beter de kwaliteit van de wijn daardoor kan worden. De "Grand Cru" komt bijna altijd van heuvel- en bergtoppen, daaronder de iets mindere "Primier Cru" en dat komt doordat het regenwater het eerst vanuit de toppen naar onder toe wegzakt waardoor de wortels van de druivenstruiken die op die top staan dieper moeten groeien, in de grond afdalen moeten om het voedselniveau te bereiken en dieper de grond in betekend, doorgaans, meer karakter in het sap en de schil van de druif, dus, na verwerking, betere wijn. Doorgaans, want het gaat niet altijd op.

Ook in Vauxrenard een zwavelvrije wijnboer die daarnaast ook zijn product niet filtert: ik waagde het er op om er een paar "Windmolens" te kopen; kenners weten wat ik bedoel.

Nadien kocht ik in Macon bij een fruitboer veel en lekker fruit, benevens bij een bakker gezond bruin vijgenbrood en vertrok richting Nederland, Tournus, Chalon, Arnay, Saulieu, het begon donker te worden, alweer donker en de streek werd steeds stiller, verlatener ook.

Montbard, en daarna Chatilion sur Seine, wat ik altijd al een wat vreemde naam gevonden heb, want, vertaald zou dit dus Monster aan de Seine zijn, Monster, niet als vreselijk mens of dier, maar als bewijs of steekproef.

Steeds stiller werd het, en tussen Bar sur Aube en Chatilion sur Seine wist in een afgelegen parkeerplaats waar in binnen de uren kon komen, een plek, ver weg van de grote weg, eentje, bij wijze van spreken, voorbij de laatste steg, onder een duizendensterrenhemel.

Tomaten, kiwi's, overheerlijke mandarijnen en vijgenbrood met tahinapasta, een uit sesam verkregen product dat met verse knoflook niet te versmaden is en natuurlijk is het weer veenbessentijd, besjes die overal doorheen lekker zijn. En zo deed ik mij in de stuurhut als een brave bruine beer tegoed aan allerlei lekkers, intussen genietend van de volkomen stilte om mij heen; in de omgeving was alleen mijn smakken hoorbaar.

De morgenstond was donker, en dikke mist, dus draaide ik me nog even om. Inmiddels brak de dag reeds aan en drijft de mist wat op. Kom, we gaan maar weer eens. Op naar het noorden.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za dec 01, 2012 8:33 am

Een reis in het donker over het Oost-Friese en Groningse platte land; ik herinner me nog de oude weg over Apen, Leer, Weenen en Bunde, een dikke dertig jaar terug, het leek er toen vrijwel autovrij op die paar vehikels aan de grens te Nieuweschans na.

Inmiddels schrijden de seizoenen voort, zonder ophouden, ze komen, één voor één, en gaan voorbij en verdwijnen in de geschiedenis; geen komt weer terug. Nooit.

Winschoten voorbij, via Veendam naar Assen, dan Zwolle en daarna Vaassen waar een nieuwe vracht lag te wachten en het was eigenlijk net licht toen ik daar aankwam.

Is het niet juist dan? Ja, elk jaar wordt en werd het voorjaar, zomer, herfst en winter, maar nooit van de vier was dezelfde; zoals geen mens gelijk is aan de ander, zo is ook geen zomer of winter gelijk aan voor- of nagaande jaren, het laat iets opmerkelijks zien.

Overweldigend begon de dag, laaghangende zon prangde de voorruit, de zon, maar net als waarheid kan ze niet worden aanschouwd: men wordt erdoor verblind, gaat er met de ogen van knipperen.

Opmerkelijk, ja, het leven blijkt geen cyclus, geen steeds weer terugkerende fenomenen te zijn, maar een doorgaande reeks steeds verder lopende lijn; dat leert mij de seizoenen, dat leerde mij het vlakke Groningse platteland. Nooit werd een volgende dag dezelfde. Nooit!

Het cyclis denken van de moderne massa heeft de aarde rondgedacht, en al denkend denken wij de dagen en seizoenen gelijk, maar de werkelijkheid weerlegd deze onuitroeibare wangedachte; echter worden de meest twijfelachtige zaken door de mensheid dermate zeker voorgesteld dat twijfel er niet meer binnen kan dringen, laat staan nieuwe gezichtspunten.

Naar het zuiden nu, eerst door Nederland, Nijmegen, Venlo, Maastricht en vandaar de oude weg onder prachtige boomkronen door naar Verviers. Heerlijk weer, het zonlicht deed deed de omgeving verrukkelijk glanzen terwijl het geluk voor het opsnuiven lag; zelden lag de voerstreek er zo welgenoegd bij.

Groots zijn niet die gedachten waartegen niets valt in te brengen, maar die, die iets te zeggen hebben.

Daarna de Ardennen door waar overal het Eeuwige handschrift van de afwezige te lezen was, steeds hetzelfde lettertype, altijd weer die andere zin en hoewel ik hier regelmatig kom, steeds weer een ander lied; even na de middag rolde ik Luxemburg binnen.

Na een versnapering bij de oude weduwe in het eerste dorpje, Weiswampach, weer verder en net even na Marnach sloeg het weer abrupt om. Grote nevelen rolden vanuit het zuiden op mij af, dra ontnamen ze mij de zicht op de zon; op slag werden het weer en ik droefgeestig; ' t leek meteen een andere wereld.

Het bleef zo, de verdere dag en ter opvrolijking van mijn gemoed liet ik wat pianomuziek door de cabine klinken, passeerde Metz, Nancy en Epinal en net even voor Remiremont was het wel weer welletjes

Aan de klimrek van het denken gaat het er niet om gedachten te ontwikkelen zonder lacunes, maar om tijdens het klauteren hoogstandjes neer te zetten die overvol van inhoud zijn, achtergedachten, en die dan in de zee des tijds werpen zoals een fles in de oceaan, met een onvergetelijke boodschap voor de vinder aan gene zijde van de horizon.
Ooit.

Aldus schreef ome Willem

Plaats reactie