Verhalen van Ome Willem

Al uw reisverhalen, fotoverslagen die niets met Polen te maken hebben, maar die u wel graag wil delen, mogen hier geplaatst worden
admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do mei 24, 2012 8:27 pm

De meesten ontstaan hoog in de bergen, twinkelend, fris en vol beweging en na verloop worden ze groter en groter, vol leven, algen, waterspinnetjes, amfibieën en vissen, vooral veel vissen.

Al vroeg snorde ik Poitiers voorbij, op weg naar Angolême, de N 10 was nog stil en juist toen het verkeer op gang kwam verliet ik de N-weg om af te slaan naar een meer rustiger weg, via Chalais naar Libourne.

Vol leven, bruisend van leven, en van het water dat eenmaal is gepasseerd kan geen druppel het meer over doen; eenmaal voorbij is definitief voorbij, zoals bij ieder mens: geen uur kan hij over doen, zelfs geen minuut.

Eerst over de Dordogne, dan nog een hoogte over bij Sauveterre en dan zakt de weg weer af terwijl er dan een prachtige blik over de vallei van de Girone wordt gegund; bij Langon de rivier over en dan de eeuwig zingende bossen in, richting Pau.

Eens, lang geleden, voer ik als één van de weinige stervelingen met een bood op zee die reeds lang gestorven was, de zee tussen Jordanië en Israël, de dode zee, een zee die jaarlijks verder sterft, een zee zonder enig leven, waar geen vis in zwemt, zelfs geen zoute haring, zinloos, daar, op de diepste plek op aarde, haar ingewand.

Hoe dichter ik bij de Pyreneeën kwam, hoe dikker het wolkendek werd en bij Pau zag ik, of beter, zag ik juist niet de bergen die in een enorm wolkendek gehuld waren en tijdens de opmars naar de hoogte stroomde de regen onverzadigbaar neer terwijl beken en rivieren kolkend het water naar lager gelegen gebieden probeerden af te voeren.

Er zijn nu eenmaal rivieren die zo eindigen, zoals de Jordaan eindigt, roemloos, in een dode zee, de reis lijkt tevergeefs geweest, t' zijn doodsjordanen, maar andere rivieren worden breder en breder en na verloop van tijd worden ze bedaarder, stromen geruisloos door steden, met uiterste schoonheid, men kan zich er in spiegelen, ja, ze spiegelen kilometers oevers, bomen, bloemen, bergen en bruggen.

Achteraf bleek het alleen aan de Franse kant te regenen, want toen ik aan gene zijde van de bergrug was brak al snel de zon door, niet lang daarna stond ik in Jaca, een eeuwenoud stadje met een eeuwenoude, ik schat tiende of elfde eeuw, Romaanse kathedraal terwijl Jaca ongeveer het eerste stadje in Spanje is dat pelgrimsreizigers op weg naar Santiago aandoen.

Zoals de Douro, de Gironde en de Dordogne, ze worden steeds bezadigder, vol van water, vol met leven en tot slot eindigen zij hun bestaan in de ontzagwekkende zee, worden opgenomen en gedragen door de golven, vieren een dol fijn feest met haringen, haaien en dolfijnen, ze zijn op weg geweest, zinvol, vraag het de rivier en luister onder haar stromen naar het antwoord!

Mens! Heengaande, ongedurige en onderweg zijnde mens, waar gaat u, waar wilt u heen? Zegt de stem van het water u dan niets? De stem van de stroom?

Quo vadis, aqua vadis?

In de groene kabien buig ik mij alweer geruime tijd over een nieuwe driezet, pijnig mijn brein langdurig, zoek naar de sleutel, gaap, ik krijg slaap en aan de hemel staan heldere sterren die mij uitnodigen tot zachte rust.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za mei 26, 2012 11:51 am

Één Europa, en één munteenheid, laat me toch niet lachen! Sinds de tijd dat de regeringsleiders van de diverse lidstaten vanwege gevreesd kiezersverlies geen nóg hogere BTW-tariefen meer durven opleggen, vond men de opeens de truc de truck als nieuwe melkkoe te exploiteren, tolheffing, iedereen blij, die heffing op die vervelende wegreuzen, maar inmiddels is die tol-prijs allang doorberekend in de producten die u en ik kopen en daarover wordt natuurlijk weer fraai BTW over geheven: consument dubbel gepakt en ze juicht ook nog, wat wil je als politicus nog meer!!

De weg was lang, eindeloos leek het, vanuit het oude koninkrijk Aragón eerst langs Iruña (Pamplona) en dan Logroño en steeds als ik die namen zie met een ñ, -spreek uit nj- zie ik altijd in gedachten een kleine donkergebruinde Spanjaard voor me, zo eentje met een door het buiten werken gelooide kop, eentje met net zo'n snor als er op die n staat,
die met een donkere, door te veel Ducados kapotgerookte stem, de lippen enigszins tuitent, grijze snor oprekkend, de naam uitspreekt: Logroño.

En nu heeft het inmiddels bijna elk land behaagt de truck als reuzenmelkkoe uit te buiten, vermoeddelijk mede in opdracht, danwel uit noodzaak, vanwege rupsje nooitgenoeg, gevestigt in Brussel, want die opgevoerde schijnvoorstelling van de Unie kost natuurlijk poen. Veel, té veel poen!

Zowaar, hoog op de Sierra de Damanda lag nog sneeuw, raven wiekend in glijvlucht en soms een enorme adelaar kringelend door de lucht en het zomers zo uitgedroogde Castilië lag er prachtig groen bij terwijl de wegen omzoomd werden door gele brem en koolzaad met daartussen rode papaver en zo passeerde ik Burgos en Palencia vanwaar ik de weg op ging naar Benevente.

Sommige chauffeurs plakken ze daadwerkelijk allemaal op het voorraam, het tolkastje voor Duitsland, Oostenrijk, Italië, Frankrijk en Tsjechië waardoor en het zogenaamde boerka-effect ontstaat: de dubbele moraal van Europa, veiligheid; niets mag op de voorruit, tenzij het poen oplevert.

De weg naar Benevente, vlak, vrijwel kaarsrecht, hier en daar door een puebla en door onafzienbare ontgonnen landerijen, ik stel me voor dat Kansas en Montana er ook zo uit zien, ik kwam twee collega's tegen en ook het personenverkeer was minimaal, de zon scheen heerlijk en in de verste verte dreven wat ijswitte wolken.

Vanaf Benevento nog eens door, richting Vigo, honderd en zestig kilometer lang, de natuur werd steeds ruwer, de onontgonnen hellingen en vlakten stonden vol met steeneiken en dergelijke weerbarstige heesters, wit schilderverdriet, gele bloemen, vermoedelijk muur, maar ook paarse distels kleurden de omgeving en hier en daar een heus papaverveld, een weg dwars door een streek waar ooit de Romeinen, eeuwen geleden, er goudmijnen op na hielden, een weg met vreselijke hellingen, vooral als je ruim veertig ton bent, tot aan Verin waar ik links af sloeg om naar het enige land op het Europese vaste land te rijden dat in zijn geheel op het westelijk halfrond ligt vanuitgaande dat die onjuiste bol-theorie zou kloppen, het land waar ik bijna op de kop af veertig jaar geleden voor het laatst ben geweest, het land wat toen nog de grootste koloniale mogenheid was (Mozambique en Angola) en dat niet lang na mijn vertrek destijds getroffen werd door een anjerrevolutie en dan hoef ik nu niet meer te vertellen dat het land waar ik binnenreed natuurlijk Portugal was, de naam vermoedelijk afkomstig van de "poort" van de "Galliërs", maar daar zijn wat meningen over verdeeld.

Veertig kilometer was ik het land binnen, ik had het eigenlijk al gezien aan de stellages boven de weg, zogenaamde tolpoorten zoals je ze ziet in Oostenrijk en Tsjechië, maar ik wist van niets.
Navraag leerde dat ook in Portugal de tol wordt geheven, sinds kort, maar daarvoor moest ik wel een nergens verkrijgbare tolkast kopen, wéér een tolkast, de zoveelste!

Één Europa en elk land houdt er zijn eigen tolkastje op na, gek zijn ze geworden, maar zeker als blijkt dat die kastjes niet eens verkrijgbaar zijn zoals hier!

Nog even denk ik terug, aan de goudmijnen op de grens van Castilië en Galicië, de geschiedschrijver Plinius verhaalt er van, van de methode tot ontginnen door met de kracht van rivierwater de grond uit de mijnen te blazen, van mijnwerkers die soms jaren niet bovengronds kwamen, een ARBO-dienst had je toen niet.

Morgen maar gewoon verder, zonder tolkast maar, want om nu de handel maar terug te brengen is ook weer zowat.

Het valt me trouwens op dat sinds ik dit land binnenreed geen enkele ñ meer zag. Zouden ze die hier niet hebben?


Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo mei 27, 2012 8:43 pm

Een lange tijd hebben ze hier de scepter gezwaait, het zogenaamde Huis van Bragança en dat kon ook makkelijk, hier, zo afgelegen en rondom omzoomd door bergen. Het is daar waar ik sta, het oude stadje, warm, dik over de dertig, hoog boven mij zie ik een kleine maanschil en om mij heen het eeuwige nachtgezang van krekels.

Vanmorgen weg, bij het krieken, een uur of half zeven, en meteen een enorme lange klim tot over 1200 meter en stijl; ik kwam soms de dertig niet te boven en ook naar beneden toe bleef het stijl. En daarna wéér en en weer eentje, het ging de hele dag zp door en mijn gemiddelde bleef onder de 45 km per uur steken.

De bergen, ze leken wel van goud, bekleed met gele brem en soms met volop bloeiende paarse heide en zo kwam ik eerst in Vila Real, reed de col d Espinho over en via Amarante kwam ik in Volongo, het eerste en enige losadres deze week. Helaas bleek het adres niet geheel in orde en moest ik, bij nader inzien, een vijftiental kilometers terug om van de handel af te komen, maar weer met klim op, klim af, die Portugezen kunnen er wat van als het steile hellingen betreft.

Dat bleek ook bij het terugladen, dat midden in het oude Porto geschiedde, via nauwe, steilde straatjes bereikte ik de oever van de Douro, pal onderaan de brug die Ingenieur Eiffel ontwierp en die dezelfde constructie heeft als de Parijse toren, langs de kade en dan weer een stuk stijl naar boven waar ik in een eeuwenoude hal mijn spullen in ontvangst nam.

En toen weer terug, zeulend met de zware vracht door Porto, of eigenlijk gene zijde van Porto, Vila de la Gaia, op weg naar Spanje, en weer via Amarante, over eerst een stukje snelweg en, oh, ja, ook zo grappig. Blijken er hier twee tolsystemen naast elkaar te bestaan: één met, zoals ik gisteren omschreef, alleen een elektronisch "kastje" dat je in de auto meeneemt en één met de bekende tolpoortjes waar je een kaartje trekt om aan het einde daarmee af te rekenen en dit laatste systeem betrof het traject Porto- Amarante.

Van Via Real verder naar het oosten, maar Spanje bereikte ik niet meer en in de avonduren kwam ik, alweer na het rijden van enorme lange en pittige hellingen, aan, hier, in Bragança, waar ik na een eenvoudige maar voedzame maaltijd de stuurhut weer op zocht en al schrijvend bijna in slaap viel waardoor dit bericht wat later af kwam dan gewoonlijk.

Het zal waarschijnlijk de Madeira geweest zijn, het enige glaasje wat ik tijdens het eten dronk, dat mij zo snel naar de slaap voerde. Of ik was gewoon erg moe, dat kan natuurlijk ook.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di mei 29, 2012 5:15 am

Onderweg kwam ik weer een stuk over de pelgrimsroute, nu voor bedevaartgangers die vanuit het zuiden naar Santiago reizen.

Vanuit Bragança kroop ik het land uit, Portugal, en ik bedacht: misschien wel voor het laatst en zulke gedachten komen de laatste tijd wel meer bij mij bovendrijven.

Meteen was de weg in Spanje een stuk vlakker en een kilometer of wat over de grens deed ik een klein en afgelegen horecainstelling aan: koffie met een boterham en terwijl ik een beetje rond keek bleek hier werkelijk van alles in de aanbieding te liggen: drank, speelgoed, kleding, snoep, bijlen, hamers en zowaar, een heel rek met wapens in diverse maten en prijzen, van handpistolen tot jachtgeweren.

Santiago is een samentrekking van Saint-iacho, Sint-Jacob zouden wij zeggen, en Compostella of Compestela in het Galicisch, zou zoiets als afvalplek kunnen betekenen, (denk maar aan compost) maar is in ieder geval een nadere aanduiding om de diverse Santiago's uit elkaar te houden.

Vroeger zou het niet in mij opkomen, want als ik ergens was, had ik mijn hele leven de tijd om er een keer weer te keren, maar met het klimmen der jaren realiseer ik mij dat, om overal nóg een keer te komen, daar de tijd, mijn tijd, te kort voor is.

De eerste grote stad waar ik langs snorde was gelegen aan de Douro, het oude Zamora, een stad met zeer veel goed bewaarde oudheden en vroeger door de Romeinen Occellodurim, "Oog aan de Douro" genoemd en er is zelfs een spaans spreekwoord bekend die het eerst gebezigd werd door Isabella de Katholieke die een tijdje koning was in de regio en die luid: "Zamora is niet in één dag overwonnen" en vergelijkbaar is met "Keulen en Aken zijn ook niet op één gebouwd".

Van twee volgelingen van Jezus die gevangen werden gezet, Petrus en Jacobus, werd de eerste in vrijheid gesteld, maar Jacobus kort daarna onthoofd en het verhaal gaat dat twee medevolgelingen met de onthoofde Jacobus na een lange reis per schip op zelpker moment terecht zijn gekomen aan de Spaanse kust en hem daar hebben begraven waarna daarna ooot het bedevaartsoord ontstond.


Er zijn nu eenmaal plaatsen waar ik voor het laatst ben geweest, zeker, en dat geldt natuurlijk ook voor bestemmingen en wegen waar ik langs reed, soms vele keren, soms éénmalig en dan blijft het ook bij die éne keer, en nu, Portugal, als de trent zich door zet van eens in de veertig jaar, was dus vanmorgen mijn definitieve afscheid, ik keek nog in de spiegels, draaide mijn hoofd even naar de bergen om en mompelde "Vaarwel, Portugal, het ga je goed!"

Na Zamora volgde Tordesillas en Valladolid, ik volgde eigenlijk gewoon de Douro die in Spanje echter Duero wordt genoemd en sloeg af richting Soria, de plek van de oorsprong van de Duero en eerst door de Romeinen Orio werd genoemd hetwelk de Grieken verbasterden tot Dorius en met een beetje fantasie lees je zowel Soria als Duero in de naam, Soria, waar ik na de middag aan kwam en een stad die ongekende bloei meemaakte en enorm veel Joodse invloed had, tot 1492, toen bij decreet het Oude Volk de omgeving moest verlaten wat groot economisch verval tot gevolg had.

De pelgrims, althans de meesten, dragen een vanuit huis meegenomen steen met zich mee die wordt achtergelaten tussen Astoga en Ponferrada, even na het plaatsje Rabanal, op ruim 1500 meter hoogte, bij Cruz de Ferro, het ijzeren kruis en tevens het hoogste punt van de pelgrimage en men doet dat om zo symbolisch al de in het leven meegedragen verkeerdheden en naargeestigheden, kort gezegt, zonden, daar neer te leggen om dan, ook letterlijk, verlicht verder te gaan.

Laat ik er maar niet te lang over nadenken waar ik, misschien, allemaal voor het laatst ben geweest, maar het geeft wel een vingerwijzing, een verwijzing naar de eindigheid van het ondermaanse bestaan dat zonder verwachting mij zinloos het overbodig voorkomt: waarom zien de mensen al het moois dat ze zien als bij hun verscheiden opeens alles verdwenen is, nog afgezien van alle kennis die dan zo verloren zou gaan.

Daar dachten die volgelingen wel anders over toen ze de onthoofde Jakobus begroeven alsmede de meeste pelgrimgangers van wie ik er deze week nog met een paar in gesprek ben geweest, en ach, je gelooft het of je gelooft het niet, geloven blijft het, ook in het niet.

Na Soria, maar ook daarvoor, rijdt je regelmatig op 1.000 meter hoogte, het landschap heeft veel weg van een maanlandschap (hoewel ik daar eigenlijk nooit goederen op vervoerde), het is meteen de grens tussen Castiliè en Aragón, en pas tegen de tijd dat je Zaragoza nadert daal je af naar de bedding van de Ebro, een naam die mij altijd doet denken aan het kleine vrachtwagentje dat ik toen reed, toen ik, lang geleden, voor disteleerderij Van Zuylenkom uit de Westersraat te Amsterdam met een Ebro de sterke drankjes in het land rond bracht.

Zaragoza ligt eigenlijk in een woestijnachtig landschap, in een enorme vlakte en bij helder weer zijn in het noorden contouren van bergen zichtbaar, die kant ging ik ook op, Huesca, wilde nog verder en verder, maar helaas, de rij-tijd raakte op en noodzakelijkerwijs moest ik stoppen, maar vanwege de vrijdagavond bleek alles waar ik langs reed dicht en verlaten, tot even voorbij Barbasto waar ik de truck op een beboste parkeerplaats kwijt kon en ook in het aangelegen restaurant lekker kon eten.


Een lang verhaal, deze keer, maar t' is ook een lange rit voor mij, deze week, éénmalig wellicht en wat dat betreft lijkt deze tocht op de gang die de bedevaartreizigers maken, want ik kan me nauwelijks voorstellen dat er aardlingen zijn die meerdere malen naar Santiago de Compostella zijn gewandeld.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo mei 30, 2012 5:16 am

Afbeelding
Dat mij dat nu moet overkomen, net op een fraai deel van de route en nu kon ik er nauwelijks iets van laten zien. Jammer, héél jammer.

Net nu, in de week tussen Hemelvaart en Pinksteren, tussen Asunción en Pentacoste, het kon geen toeval zijn en het viel me gelijk al op, net als veertig jaar terug, nu, wat overdreven, op elke straathoek, van één nam ik een foto voor het weblog.


Plomp, zwaar, te zwaar staat ze er bij, ongeveer duizend jaar, de Romaanse "eglise" met kleine deur en ramen van geringe afmetingen ten opzichte van het geheel; de aldaar neergezette materie drukt neer, tracht vast te houden, tegen beter weten in.

Zaterdag maakte ik wat foto's, plaatjes van de prachtige ravijnen langs de weg van Barbastro naar Benabarre, maar alle plaatjes waren opeens dof, het deed pijn aan de ogen en juist op dat mooie stuk weg. Ook nadat ik het kleine lensje had gereinigd bleven alle foto's dof zodat ik er maar mee ben opgehouden opnames te maken van het verdere verloop van de reis die eerst door de Pyreneeën ging, door de "Tunel de Vielha" waarbij je vlak langs de Maladeta komt, je kunt hem bijna aanraken!


Overal zie je ze in Portugal, Banco Espírito Santo dat, vertaalt, de naam Bank van de Heilige Geest draagt en juist even voor Pinksteren, dat alles met die Geest te maken heeft, liep ik daar weer tegen aan, reed ik er voorbij.

Ongeveer na de dood van Karel de Grote, na het Failliet van de Eerste Europese Unie, worden ze zo gebouwd, de zware materie om vast te houden, vast te houden wat ooit was, maar ook, vast te houden wat niet vast te houden was en de Romaanse bouwstijl getuigt hier op schrijnende wijze van, banaal.

Binnen gekomen is de ruimte klein, kleiner dan je had verwacht, en als je het buiten niet wist, had je geen vermoeden van het overgewicht.

Nadat ik Frankrijk in was gereden volgde al snel Toulouse door de streek waar de Garonne haar oorsprong heeft, langs de afzink van de Col de Peyresourde, en ik snorde de weg naar Albi op om vanaf Rodez naar het noorden te rijden, via het schitterend gelegen Espalion dat trouwens ook aan de pelgrimsroute naar Santiago ligt, en door het kuuroord voor reumapatiënten met de warmste natuurlijke bronnen van Europa, Chaudes-Aigues, gelegen in de Cantal, ooit Haute Auvergne geheten, om nog binnen de wettelijke rijtijd aan te komen in Saint-Flour waarna ik even de snelweg op ging, tot aan Issoire en daar vond ik een aardige overstaanplek.

Overstaan, met Pinksteren overstaan, hier in Issoire dat vroeger als Yssoire werd geschreven en de Y vindt je hier nog terug in het wapen, Pinksteren, dat volgt op geboorte, dood en verrijzenis, als teken van verwachting, niet geheel toevallig in het voorjaar.

Reeds rond de derde eeuw werd op het Concilie van Nicea niet alleen de pinksterdag vastgesteld, maar ook de "leer van de drie-eenheid", de leer dat de Eeuwige God, Zoon en Geest is, een, wat mij betreft, niet te logenen waarheid omdat zowat iedereen en alles uit een drie-eenheid bestaat, zoals dat ruach, nesjomme en nephes, of, anders gezegd, lichaam, ziel en geest een onderverdeling is van u en ik, de mens in heel zijn wezen. Overigens is Pinksteren helemaal niet een exclusief Christelijk feest, want ook het Oude Volk vierde dit feest als oogstfeest al eeuwen voordat er een christen bestond waarbij in de synagoge de Thora rondom versiert wordt met bloemen, ook pinksterbloemen, maar zoals het met de meeste zaken is gegaan hebben christenen niet alleen de Voornaamste van het Oude Volk eigen gemaakt, maar ook de feestdagen zonder schaamte toegeëigend, gestolen mag je het misschien wel noemen.


In Issoire staat het te zware gebouw, de god, die duizend jaar over de Eerste Europese Unie regeerde en tijdens Karel de Grote zijn grootste invloed uitoefende, verdween, steeg op, zo u wilt, vandaar de macht van de zwaarte, men wilde hem tegen houden en steeds zwaarder werden ze, plomper, de Romaanse kerken, maar er was geen houden meer aan, de god van het oude Europa verdween naar elders, naar hemelse gewesten, maar zijn naschijnsel heeft nog lang tijd, eeuwen, na-geijlt in de geesten der mensen, in de gothische bouwstijl, in theologie, in schilderkunst, maar ook in de van die tijd af ontstane nieuwe kunst, de muziek, tot in de dagen van J.S. Bach aan toe die de bij velen overbekende Mattheuspassion laat eindigen met tranen bij het graf en zingt van "Selige gebeinde" wat niet overeen komt met de evangelie-verhalen en duidelijk is dat Bach het hier heeft over de god uit een verdwenen tijd.

Pinksteren, wie verstaat in deze zielloze zenuwenwereld, waarin de massamens als voorgeprogrameerde compjoetermens doelloos rondholt -niet in de laatste plaats op het voetbalveld- dagelijks getraint en gereset door televisiebeelden, nog iets van ruach? Geest?

De avond valt, duiven vliegen na een regenbui koerend naar een gindse boom, de zon vlamt door de wolken en schijnt haar licht over de neven gelegen weide, er staan bloemen, veel bloemen, ook madeliefjes en pinksterbloemen ik kijk er naar, de vier bloembladen, de vier windstreken, een belofte van hoop, ik lees een Nederlandse vertaling van Measure for measure van Shakespeare: "wat je niet hebt, jaag je na, en wat je hebt, vergeet je. Als je rijk bent, ben je arm...." En even later: "in dit leven toch, liggen duizenden doden verborgen; toch vrezen wij de dood die elke verschil doet verdwijnen", waarop Claudio de hertog antwoord: "Ik ding naar het leven, maar merk dat ik zoek te sterven. En zoekende naar de dood, vind ik het leven", pinksteren, het is zoiets als het krijgen van de menukaart waarop de lekkernijen reeds staan aangekondigd.

Een keer of drie bestudeerde ik het zware gebouw, fietste er enkele keren omheen en trachtte een zo goed mogelijke foto te maken van de ingang, met objecten dichtbij lukken de fotos nog redelijk, u ziet hem hier, van onder tot de helft, nog zeker eens zo hoog is het, u krijgt een indruk; de te kleine deur.

Aan de andere kant ontdekte ik tekenen van aberglaube, over de rand van het gebouw waren wat ongepast de twaalf tekenen van de dierenriem aangebracht, het geheel sprak van een stellige imposantie, gebedsgeuren omgaven de toren. Een voornaam voorkomen, welhaast een bunker, een fort tegen tegenstanders, een "kern"centrale, een bankgebouw, de Banco van de Espírito Santo.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do mei 31, 2012 5:29 am

Afbeelding


Afgelopen nacht vermoedde ik geen koddebeiers, dus waagde ik het er op en kreeg gelijk, de wegen waren totaal verlaten en gedekt door het duister reed ik van één tot vijf uur van Issoire naar Clamecy, een interessant en leuk klein stadje, gelegen aan de noordkant van de Morvan en dat uiterst belangrijk is geweest voor de verwarming van Parijs en woonplaats geweest van Nobelprijswinnar Rolland. .

Bijna 500 jaar lang werden er in heel de Morvan bomen gekapt voor brandhout en naar dit stadje gesleept waar het met grote vlotten in de Yonne werd samen gebracht en zo werd het vervoerd, via het water, naar Parijs waar de bomen in de winter lekker werden opgestookt, tot rond 1925.
Onderweg, hier naar toe, kwam ik in die vier uur nauwelijks een hand vol voertuigen tegen waaronder één vrachtwagen. Het roept overigens de vraag op waarom er een "verbod" geldt op een tijd dat er werkelijk geen hond op de weg is, maar wellicht toont dit aan dat het hier om louter politieke wetgeving gaat die niets met verkeersveiligheid of van dien aard te maken heeft: integendeel!

Bij het verkennen van het stadje stuitte ik op een oud kerkgebouw, ik nam een foto om, naast hetgeen ik gisteren trachtte aan te tonen, het verschil te laten zien en ook het waarom van het verschil: ik waag een poging.

De foto toont de voorkant.
De kerk stamt uit later tijd, in fasen gebouwt tussen 1300 en 1600, de stijl is Gotisch, de ramen puntig omhoog, de deur enorm, het gebouw geheel imposant, de twee mensen ervoor lijken in het niet verzonken en zelfs als het gebouw leeg is hoor je nog de Gregoriaanse zang door de dikke muren.

Voortschrijdend inzicht gaf te kennen dat de steeds verder verdwijnende god niet was vast te houden, dus wijzigde men de bouw, wilden hem volgen, navolgen, men maakte de Godshuizen hoger en hoger, in de bouw leest men het af, ook hier, in Clamency, dat eeuwen lang door geestelijken uit Bethlehem is beheerd, want Willem de vierde van Nevers had in zijn testament opgenomen dat het gebied rond Clamency gegeven moest worden aan de Bisschop van Bethlehem en toen eind 1100, zo rond het einde van de derde kruistocht, Saladin Bethlehem veroverden, maakten deze daar gretig gebruik van en tot aan de Franse Revolutie bleef Clamency onder gezag van de Bethlehemse bisschop in ballingschap

Wellicht is dat de verklaring waarom de inscriptie israël in Hebreeuwse letters boven aan de hoge deur siert hetgeen mij wat ongewoon voorkwam.

In de middag liep ik even binnen, voornamelijk omdat het in dit soort gebouwen lekker koel is en het buiten erg warm was en eenmaal binnen bleek ook hier de gezagsdrager te schitteren door afwezigheid

Of juist niet, het is immers maar wie of wat je de gezagsdrager van zo'n kerk noemt, ik keek eerbiedig rond, bestudeerde de voorstellingen van de brandgeschilderde ramen en ondekte een fout in een aantal voorstellingen, in die zin fout, dat ze geen overeenkomt vertonen met de verhalen van de evangeliën.

Drie of vier afbeeldingen stelden Jeshua voor aan wie door de Romeinen het kruis werd opgelegd en, uitgeput, bezweek onder de zwaarte van het gewicht, maar de evangeliën verhalen nergens dat het kruis door Jeshua werd gedragen en de ene die het, kort, wel noemt, Ioannes, schrijft dit louter omdat hij wilde aangeven dat Hij de handelende en niet de ondergaande was.

Gevult met koele lucht liep ik het gebouw weer uit, ik verliet de kerk, mijn fiets, die ik vergat op slot te doen, stond er nog, ik daalde de helling af waarop de kerk stond; midden in het stadje, nu, zonder mij, een totaal verlaten kerk, het was er binnen nog stiller dan vannacht op de snelweg.


Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo jun 03, 2012 2:07 pm

Rollen hooi en stro liggen, in groepen, her en der verspreid op de velden, de veelsoortige goudgele en groene akkers, het eerste maaien, het eerste hooien, is reeds begonnen, dat zag ik toen ik vandaag het Franse land doorkliefde.

Ze zijn van ver te zien, Amiens, met zijn grootste, Beauvais met de hoogste, Gotische, kathedraal, maar ook het volgen, het navolgen van de gestorven god van het westen hield men niet langer vol, voorgoed verdween hij uit zicht, dreigde hij ongrijpbaar te worden wat Paus Innocentius de derde tijdens het vierde Lateraanse concilie bewoog tot het middel van de transsubstantiatie.

Het is Dr. Frank de Graaff die er in zijn controversionele boek Anno Domino 1000 2000 op heeft gewezen dat dit niets anders was dan het steeds even terughalen van de verder terugwijkende westerse god en Mozart laat in zijn Zauberflöte horen hoe in het libretto van Schikaneder de Roomse kerk als sterrenvlammende koningin van de nacht verweduwd achterbleef met om haar heen Papageno, symbool voor mannen, die niet mochten trouwen.

Zo reed ik niet alleen door onafzienbare agrarische heuvels door, maar ook door een landschap met eeuwenlange traditie en cultuur die onmiskenbaar wordt gevoeld, je ruikt het welhaast door al het gemaaide heen en je leest het af van de Franse gezichten, ook achter de make-up van Franse vrouwengezichten.

Een oude route, Poix Picardië, Granvillers, Marseille en Gournay en Bray, afdalen naar de Seine, Les Andelys, even later de brug over en na nog één heuveltje kwam in aan in een dorpje bezijden Evreux waarvan de naam mij op dit late uur even is ontschoten maar waar wel de eerste pakjes deze reis werden afgeleverd waarna ik via Nonancourt en Dreux net na de middag aankwam in Plaisier met het restant van de lading.

Tijdens de reis steeds onheilspellende wolken, soms wind en nevel, dat een aanval ondernam om het mooie weer onver te werpen, het was vreemd en raar weer, een teken dat we leven in een nieuw era dat echter door bijna niemand onderkent wordt.

Hoog, hoog in de lucht draaiende en met elkaar strijdende wolken die als nevelgeesten tekeer gingen, de bomen hadden het er soms goed van te verduren wanneer de neerslaande wind zich door haar takken en bladeren joeg waardoor sommigen een prachtig zilveren bladachterkant lieten zien.

Terug dus, langs Beauvais, ik reed de oude route, thans nog weinig in gebruik, maar toch bevonden zich er tot Amiens nog twee routiers en kennelijk hebben daar de neringdoenden ondanks de nevengelegen snelweg nog stand kunnen houden wat deze keer niet aan mij lag want het was nog geen etenstijd.

In de avond bereikte ik Lille en zoch weer eens de Amiral op, een knaagadres dat nog steeds stand weet te houden op het oude douaneterrein in de buitenwijken, het Port Fluvial, een bron van veertig jaar herinneringen ontsprong in mijn binnenste en borrelde in mij op: wat was ik hier al vaak geweest.

Onderweg had ik nog even geluisterd naar een merkwaardige uitvoering van De Toverfluit in het Engels, vertolkt door Bruno Walter, de draak, die Tamino zo onheus bedreigde, is gevallen, drie vrouwen staan om hem heen en even later komt ook, al zingend, Papageno: het eigenlijke spel gaat beginnen, de kanteling die niemand zag zet zich door, de apocalips.

L' Amiral is inmiddels dicht, de lichten zijn uit, het is donker, aardedonker, en stil, angstwekkend stil terwijl om mij heen een tiental wegreuzen staan, ik overdenk de talloze voetstappen die ik hier reeds achterliet, vanaf de jaren zeventig, nog even, en L' Amiral gaat alweer open!

Zijn en niets werden hetzelfde, Monostatus, Verval de Heer der wereld, daar komt een eind aan: een Duitse opera in het Engels op de Franse velden, velden vol gewas, maar ook vol geschiedenis van vervlogen tijden en oude bomen vertellen het, onhoorbaar, eeuwenoude verhalen, en ook de akkers fluist'ren stilletjes mee.


Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di jun 05, 2012 5:23 am

Vandaag kwam ik weer aan in het land, het land dat de Europese leugen staaft en bevestigd, het land met mooie bergen, meren, rust en gemoedelijkheid, gevrijwaard van Europese dictatuur en ik hoef natuurlijk niet uit te leggen dat dit Zwitserland is, een enclave, een voortreffelijke oase temidden van de Europese regelwoestenij.

Er wonen, schat ik, ongeveer een kwart miljoen mensen, in de stad Freiburg waar ik, vóór ik Zwitserland in reed, doorheen kwam op weg naar Titisee en ik telde, oppervlakkig en snel, rekende en kwam tot een, vooralsnog onwetenschappelijke, ontdekking.

Een grens, het land heeft nog een grens, soms vervelend, maar wel iets dat een zichzelf respecterend land markeert: een grens! Zoals het hoort! Het betekent douanehandelingen, documenten, declaranten en een soms lange, soms korte, wachttijd.

Een lange vierbaansweg voert de stad in en uit, ik telde de voertuigen en vergeleek dat met de tijd, het was buiten de spits, en globaal spotte ik 100 auto's per minuut terwijl ik zelf ook voortging. Had ik dus langs de weg gestaan en geteld, zou ik al snel tot 50 per minuut gekomen zijn.


Zo heel ver ben ik Zwitserland niet ingekomen, langs de Schlursee bereikte ik Waldshut-Tiengen, een prachtige weg door Duits hoogland, op enkele toppen lag zelfs nog een weinig sneeuw, via de brug over de Rijn het "andere" land ik met het "andere" geld, net voor Zürich kwam ik nog, vlak bij de eerste klant, morgenvroeg.

Vijftig per minuut maakt drieduizend per uur, minstens, en ik concludeer, alleen al per auto, vanuitgaande twee personen gemiddeld per voertuig, verlaten zesduizend mensen per uur de middelgrote stad en komen er zesduizend per uur binnen, per tien uur is dat 25 procent van de bevolking de stad in, en 25 procent de stad weer uit, samen de helft van de bevolking dat dagelijks een dergelijke stad in en uit reist, en dan alleen over die ene weg die ik reed!

Terugkijkend verliep de reis voorspoedig, vanmorgen vroeg weg, deze keer lange tijd snelweg, behoudens een stuk tussen Ludwigshafen en Karlsruhe, en natuurlijk vanaf Freiburg, de stad waar ik een in- en uitreistelling hield.

Aan gene zijde der stad nam ik hetzelfde waar, zei het iets minder per minuut, maar daarnaast zijn er nog veel meer wegen waarmee je de stad kunt verlaten en binnenkomen, en daarnaast natuurlijk ook per trein, het stelt mij voor een vooralsnog onoplosbaar raadsel.

Dat laatste stuk weg door het Zwarte Woud, paarse bloemen die als lantaarns de wegzoom sieren, is het Akelei? Ik weet het niet, maar wel dat ze mooi zijn, en natuurlijk weer divers soort groen, boven in de lucht was het onstuimig, het weer wist niet welke kant het op wilde.

Als aan de éne kant van de stad vijftig procent in- en uitsnort en aan gene zijde ook, benevens nog eenzelfde hoeveelheid via de andere wegen, dan reizen er per tien uur een veelvoud van reizigers heen en weer dan dat er bewoners zijn.

Hier, in het land dat bewezen heeft het zonder de Unie ruimschoots te kunnen redden, dat het aantoonbaar béter doet dan alle lidstaten bij elkaar, denk ik na over het door mij geconstateerde fenomeen.

Zijn er dan meer mensen in zo'n stad dan er toeven?
Het hoe toeft het meer dan zonder er te zijn?
Ik begrijp het niet. Echt niet.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do jun 07, 2012 7:49 pm

Nee, niet alles begrijp ik, lang niet alles, was het maar waar, zeg!

Ruim voor openingstijd stond ik bij de laatste losklant in Buscate, onder de rook van Milaan, maar toen deze om 8.15 zijn deuren opende, en ik de mijne, was het er ook zo uit waarna ik vol gas vertrok naar mijn eerste ophaalklant, een adresje in Montforte d' Alba, een dorpje, prachtig gelegen op en tussen schitterende heuvels vol met wijngaarden en mooie huizen, villa's.

Van huis uit krijg je wat mee, bagage en ballast, met sommige zaken doe je je voordeel, andere gewoontes sleep je als een blok aan je been je leven lang voort terwijl niet altijd even helder is wat bagage of wat ballast is, ja, soms is het beide. Of beide niet.

Eerst langs Novara, richting Vercelli, even de snelweg op en via Casale naar Asti, de rijstvelden lagen er gretiggroen bij, hier en daar betrapte ik een muisstilstaande ooievaar tussen het rijstmoeras wat duidde op de aanwezigheid van kikkers of ander ooievaarslekkers.

Goed, oké, ik ben vermoedelijk rechts, ballast of bagage, ik weet het niet, nam het van huis mee, maar ik weet niet of ik er onder gebukt ga of het juist heerlijk vind, wél geeft mij dit rechts zijn het gevoel dat ik het niet altijd met mijzelf eens ben, voila, zo erg is dat toch ook weer niet?

Na Alba, richting Dogliana, wordt het echt schitterend, de tuinen van de huizen, de diversheid in flora, een genoegen, een lust, zeker in het voorjaar, en snor je een heuvel op mag je geheel gratis genieten van magnifieke vergezichten, kijk je over een zichtbaar oneindig wijngebied, het domein van de Barolo, Dolcetta, Nebbilo en Barbiera.

Iedereen vanaf het niveau van boerenverstand, met een IQ van vanaf honderd, ziet wat er gaande is, of je nu rechts, dwars of links bent: Europa, de Unie, gaat zijn eindcatastrofe tegemoet, de eenheidsmunt blijkt onhoudbaar, er wordt geld, onaanvaardbaar veel geld, gekieperd in het Orakel van Delphi, maar hoewel we het met bulldozers naar binnen schuiven, het orakel voorspelt het drama, de grote catastrofe, slechts een handjevol Eurologen die aan politieke zelfbevrediging doen weerspreken de duidelijke taal van het orakel; niet alleen liefde, ook haat maakt blind.

De ochtend begon zonnig, warm ook, tegen de dertig, maar hoog in de lucht betrok het, traag, héél traag en langzaam maar zeker kwam er een grijze deken over de vlakte van de Po te liggen, de vlakte die ik, nadat ik de spullen in Monforte er in had, voor een groot deel zou doorsnorren want het volgende adres was Bazzano, ergens halverwege Modena en Bologna.

Verbazingwekkend, dat vertrouwen, eigenlijk zonder meer naïef om al die terugbetaal- en ingrijpbeloften te vertrouwen, wie de cultuur van de zuidelijke landen werkelijk kent, weet wel beter en al dat vertrouwen kan rekenen op hoongelach, wellicht is dat terug te voeren op de bagage, de ballast van jaren, van eeuwen, het gaat "hier" nu eenmaal anders dan als bij "ons".

Dat bleek wel weer, toen ik, gewapend met een fax van 30 mei van de klant zelf (!!) en waarin stond te lezen dat de goederen, drie paletten, klaar stonden en afgehaald konden worden, maar vervolgens, nadat ik, na een rit van ruim vier uur, bij de klant aankwam, doodleuk werd verteld dat er niets af te halen was. Dat de goederen er -nog- niet waren.

En wat te denken van de sociale uitbuiting binnen de Unie tegen alle regelgeving in, we zién het, maar we zien het niet, u léést het nu, maar vergeet snel, verdringt het, we laten het gewoon gebeuren, slavernij langs de snelweg, in Nederland, maar ook hier in Italië, twee Roemenen op één voertuig, weken onderweg voor -te- weinig geld: geen douche, geen vers voedsel, we vinden het "normaal", om staks eenmaal, als de zelfexecutie van de Unie zich heeft voltrokken, meewarig te kwelen dat we het allemaal niet "geweten" hebben!!

Onverrichter zaken vertrok ik, op naar een volgend adres, ik had, ja heb, er nog twee, één bij Udine en één te Verona, dat wordt zaterdag thuis dus, mede doordat Oostenrijk weer eens een feestdag heeft en ik daar donderdag niet door kan.

Vanaf Bazzano nam ik de SS 12 naar Verona, dwars door het door aardbevingen getroffen gebied en plotseling zag ik ze: de huizen waar één muur was verdwenen, mijn oog viel op een nog gevulde boekenkast aan een nog staande muur, huizen met rondom gruis, afgevallen pannen, een enorme fabriek, een zijmuur verdween, pallets met vaten omgevallen, langszij werden reeds enkele enorme hijswerktuigen neergezet om de nog staande muren overeind te houden, op veel plaatsen tenten, de mensen durfden óf hun niet meer thuis te slapen of hadden die niet meer, ik was onthutst.

Ook de weg had hier en daar schade opgelopen, er waren diverse omleidingen, zoals de afgesloten Po-brug. De dorpen en stadjes leken verlaten, gelaten gezichten, spookgevoel meesterde over mij, zelfs de vogels hielden zich stil, verbijstering alom, wat een catastrofe.

Soms begeer ik links te zijn, is het rechts mij een steen des aanstoots, begrijp ik het?
Allerminst, maar waar ik nog minder van snap is dat de meeste als links bekend staande politieke partijen met betrekking tot de Euro, Europa en de Unie plotseling ultra tot zelfs extreem rechts blijken te zijn.

Hoelang, hoelang nog blijven we onverdient vertrouwen, vertrouwen in een Eurolist die ons naar de afgrond sleurt, verwoest, verwond?

Wonden helen de tijd niet. Nooit niet!

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » zo jun 10, 2012 6:21 am

Afbeelding
Rond de middag was het, in een héél klein dorpje ten noordoosten van Udine, Savortgnano de la Torre, ik zou even wat drinken, aan de gevel hing, naast de Italiaanse driekleur, een wat vreemde zwart-wit gekleurde vlag, naar later bleek een nogal foute vaandel.

Binnen was het donker, aan de muur hingen ingelijste foto's, herinneringen vanuit een ver verleden, of in ieder geval van een andere tijd, van een tijd voorbij.

Opeens stond ik stil bij één van hen, de eigenaar zag het en vertelde dat zijn vader er bij stond, als jongetje van zeven, acht, rond 1938, met anderen van zijn school, van zijn klas.

De foto intrigeerde mij, u ziet hem hier, op de achtergrond een strenge juf, een juf die nog met U wordt aangesproken, een juf, dat moet gezegd, met uitstraling. Er voor kinderen, de onschuld leest men van de gezichten, ze brengen, gehoorzaam, de Nazi-groet, niet één lacht, zoals ik al zei, men kijkt in een andere wereld, een ander, voorbij Italië.

Vergeet niet, de foto is van vóór, toen alle ellende nog moest aanvangen: niemand wist wat er zou komen, en zeker deze kinderen niet.

Wat is er van ze geworden? Van die kinderen? Hoeveel van hen zijn er gevallen voor 1945?, ik heb er maar niet naar gevraagt.

Door onze ogen is de foto wellicht angstig, walgelijk, fout, en toch, ze fascineert, ze is, zeker voor haar tijd, mooi, bijzonder mooi, shockerend mooi, duivelsmooi weliswaar.

En deze duivelse schoonheid is de bagage, de ballast, die de eigenaar, zoon van de derde van links, geërft heeft, nog steeds met zich mee torst.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » ma jun 11, 2012 11:41 am

Nee, gisteren liep het niet erg lekker, zeker niet, en de oplettende (mee)lezer zal zich wel hebben afgevraagd wat ik helemaal boven Udine te zoeken had.

Het was gisteren bij het laadadres in Oppeano ook al kommer en kwel, want toen ik mij met de laadgegevens meldde, bleek de vracht op vrijdag te staan: niets bleek "klaar" te staan, zodat ik ook naar dit adres, min of meer, vergeefs had gereden, de tweede deze week.

Dat zij zo: dingen die gebeuren, een weinig frustrerend, soms is het net moderne kunst, maar goed, er stond nog een klein vrachtje gereed even boven Udine, een dikke drie uur rijden van Oppeano dat net onder Verona ligt.

Dus ik op pad, langs Venetië, de stad waar Mario Girotti het levenslicht zag, (Mario G., beter bekend als Terrence Hill) en daarna nog een flink eind karren en nog net voor de middag kwam ik aan bij het laadadres, en jawel, dit keer kréég ik werkelijk lading! Het was hetzelfde dorpje waar ik koffie dronk, u weet wel, met die merkwaardige foto aan de muur.

Inmiddels was er paniek uitgebroken, grote paniek, met name en vooral vanuit Oppeano en bang als ze waren dat de vracht niet zou worden opgehaald werd het thuisfront in Nederland letterlijk platgebeld of "de chauffeur" alstublieft nog terug wilde komen.

Zodoende vertrok ik weer, want de firma geeft service, vanuit Udine, naar Verona, weer ruim drie uur snorren en inmiddels was de paniek al zo groot dat ze zelfs genegen waren na sluitingstijd nu op mij te wachten: rond zes uur reed ik weg, eindelijk, en ook nog met de vracht.

Al dit gemier had wel weer gevolgen, gevolgen voor mij, direct, want al dat rondsnorren over de Po-vlakte heeft enorm veel rij-tijd gekost waardoor ik gisteravond niet verder kwam dan Brescia, niet ver van de plek waar ik een dag tevoren de nacht door bracht.

Maar ach, als professional werp je dat soort dingen zo ver als mogelijk van je af, begrip is immers toch ver te zoeken en een goed middel is gewoon even wat anders gaan doen. In de avonduren er met de fiets op uit, kwam door een dorpje Castenédolo en rondom de eeuwenoude karakteristieke basiliek vlogen honderden zwaluwen af en aan vanuit de kleine nissen, jagend op de miljoenen muggen: er tegenover at ik een ijsje, italiaans uiteraard.

Het weer was bewolkt, de zon trachtte zich de hele dag door het dek heen te prangen, tevergeefs, en langzaam werd het ook broeierig en ik verwachtte toch wel onweder dat echter uit bleef en zo verliep de donderdag, gelukkig met aan het slot een goede spaghetti alio olio, te laat ging ik slapen, ik kwam immers een collega tegen die ik ruim twintig jaar niet had gesproken.

Te laat, ja, want om de file te Milaan voor te zijn, vertrok ik na een zwoele, warme nacht even na vieren; Milaan liet ik voor zessen achter me en ik zette koets naar de Alpen.

Vanaf Arona niet alleen de bergen, maar ook de wolken in, na Domodóssola begon ook de regen en met hondenweer de Simplon op, de temperatuur werd gehalveerd, overal gutste het water in vallen langs de bergwanden naar beneê, soms in lange, dunne slierten, anderen weer in onstuimig brede stromen; boven de boomgrens nog grote witte sneeuwvlekken en met mist en nattigheid het dal van Wallis door.

In de middag gleden vanaf grote hoogte mijn ogen langdurig over het Lac Léman, het "Meer van Genève", ruim vijftig jaar geleden zag ik het voor het eerst, ik stelde mij, al mijmerend, een onverwachtse vraag en ik schrok van die vraag.

Is dit meer hetzelfde, hetzelfde meer als wat ik vorig jaar, tien jaar, twintig jaar, ja, vijftig jaar geleden zag?

Hetzelfde water? Of is het andere water en nochtans hetzelfde? Hoe kijken de vissen er tegen aan?

Het regende, er was geen zeilboot te zien, niets, het meer, dat aan gene zijde gevuld wordt met, elders duur verkocht, weglekkend Evianwater, lijkt uitgestorven, dood maar onder het oppervlak speelt zich in het domein van, voornamelijk, de vis, van alles af, geheimenissen, aan het oog onttrokken, lange tijd snorde ik langs het meer, maar een goed antwoord op de gestelde vraag had ik niet.

Met sober weer klom ik de Jura over, Frankrijk in en even na Pontarlier, opeens, prachtig weer, de bomen, o zo intens groen en ondanks alles reed ik weer genietend door het landschap van de Comté, grijsbruine koeien in de weiden, een enorme havik klapwiekte van dichtbij rond, na tien rij-uren was het weer welletjes, Epinal, tot daar kwam ik vandaag.
De rest morgen maar, op de doorgaans vrije zaterdag, het moet maar voor een keer. De zon staat op ondergaan en vanuit de dalende hoek beschijnt ze de verspreid liggende wolken aan de onderzijde waardoor het net lijkt of ik vanuit een enorme hoogte op een eilandenkust neer kijk.

Het IJssel-, Garda- Como- Sneeker- Balaton- of Ladogameer, is dat, altijd, hetzelfde meer, of elk ogenblik een ander meer: een antwoord graag, niet meer.

De diepte van de vraag heeft veel weg van de diepte van het meer.

Weten de vissen het misschien?

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di jun 12, 2012 6:31 am

Ooit, eeuwen lang, leefde de mens in een wereld waarin meer niet, dan wel, te verklaren was, het was een wereld vol geheimzinnigheid, vol magie, met ondoorgrondelijke gebeurtenissen.

Het begin van deze week is vrijwel een kopie van de vorige reis, het geeft wat tijd om wat weg ter mijmeren, vanmorgen vroeg weg, dezelfde route, met dat verschil, dat er bij Ludwigshafen een vervelende file stond en ik vertraging op liep.

Maar de tijd veranderde, de mens ging op zoek, op zoek naar de oorzaken, de tijd van wetenschap en techniek deed zijn intrede, nagenoeg alles werd verdingt, misschien wel alles, en vervolgens moest alles worden verklaart en opgehelderd.

En tijdens de file kwam verbazing bij mij boven, ik begreep het even niet meer en terwijl ik bij Mutterstadt af sloeg om later via de Franse kant van de Rijn naar Bazel te rijden, (de variatie van deze reis) zocht ik naar een antwoord, een antwoord op hetgeen waarover ik mij verbaasde.

Zeker en vooral, vanaf de eeuw der verlichting, kwam de mens in de greep van een niet te lessen bewijslust: van alles en nogwat moest worden bewezen en liefst nog verbonden met het woordje precies, zoals: ze kunnen nu precies zien dat.... enz enz.; het bewijs al ultieme waarheid, Waarheid wellicht!

Door de vertraging werd het te laat voor Waldshut, dus probeerde ik een wat moeilijk alternatief: Weil am Rhein, maar daar stond nog een flinke rij vrachtverkeer te wachten, dus toen probeerde ik het via Rheinfelden en deze keer had ik wat meer geluk. Na een half uurtje stond ik op het douaneterrein om de papierwinkel te regelen.


Het is er overigens niet mooier of leuker op geworden door al dat gebewijs, want zo werd langzaam maar zeker uit alles het geheim ontfutseld, ontrukt, waardoor het mysterie en de mystiek verdween, alles werd ontgoddelijkt en daardoor verdween de verwondering.

Maar vandaag drong de vraag bij mij op of al die lust tot bewijs niet een nevenvorm van weleer is, of het geloof van toen en het geloof in bewijs, het geloof van nu, niet evident is, het antwoord vond ik in tijdens de file.

Vrijwel iedereen snort er mee in het rond, slechts een enkeling vindt het niet nodig en wordt als zonderling afgedaan, maar het zal niet lang meer duren of er zullen straten verschijnen met de naam Rue de Saint-Tomtom of Sint-Tomtomstraat, want aan de moderne navigatie worden welhaast magische krachten toegekend, want, zo roept men, je kunt "alles precies zien, precies!"

Die verlichting, het blijkt verlichting van een lucifer te zijn, de bewijslust strand, want, tot mijn verbijstering, een veelgehoord argument voor het rijden met een navigatiemiddel is, dat het instrument doorgeeft als er een file staat.

Vanaf de grens reed ik nog een stukje verder, richting Bern waar morgen de eerste klant op mij wacht, maar Bern was net even te ver, zodat ik in Oberbipp de nacht door breng, ondertussen verdermijmerend.


Dat is dan toch mooi aangetoond zo, dat een filemelding van een navigatieinstrument eigenlijk een soort contreadictio in terminus is, want je mag toch aannemen dat men wat doet met die informatie, dat men via een andere weg zijn doel zoekt teneinde de file te vermijden, en dat alle navi-rijders dat doen waardoor de file oplost, ja, uiteindelijk, dat de file geen kans krijgt te ontstaan.

Maar gezien het feit dat ook deze keer alle Navi-rijders gewoon in de ellenlange file stonden, geeft ondubbelzinnig aan de ondanks alle bewijslust er niets nieuws onder de zon is, want ook bewijs, alle bewijs, is aan geloven onderhevig.
En nog wel een ijdel geloof.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do jun 14, 2012 6:41 am

Het water gutste, wederom, uit de bergwanden, het regende, soms stevig, bij het ontwaken in Oberbipp was het al aan de gang. Voordat ik vertrok haalde ik eerst wat lekkers bij de Oberbippse bakker, maar toen op weg naar Thorishaus, vlak bij Bern en ondertussen dacht in na hoe een inwoner zou heten van het dorp waar ik vannacht de nacht door bracht: Oberbipper? Oberbipptijn? Oberbippeling? Oberbippenees?

Vaak verbleef hij rond het Comomeer, daar waande hij zich veilig, daar zat je immers vlak bij het neutrale Zwitserland, voor als er onverhoopt iets mis ging en sommigen noemden het slim, anderen weer laf.

Bij de eerste klant verlieten twee kleine graafmachines de truck, graafmachines die als kleine dinosaurissen achterop in de oplegger stonden en grommend het voertuig verlieten, maar daarna op weg, door de regen, op weg richting Zürich.

Toen hij eind negentiende eeuw werd geboren, noemde zijn vader hem bewust naar de Mexicaanse vrijheidsstrijder, de strijder die de euvele moed had keizer Maximilliaan de tweede of derde, ik weet het niet precies meer, zonder pardon te fusilleren: het zegt wel iets over het milieu waarin hij vervolgens opgroeide.

Zürich voorbij, langs het gelijknamige meer, en steeds maar die regen, stortregen soms, de weg leek soms een onstuimige beek, bij Lachen had ik mijn laatste Zwitserse cliënt en nog voor tienen zag ik in mijn natte spiegels de klant uit het zicht verdwijnen; ik ging op weg naar Chur.

Het grote verschil tussen de twee wetenschappen, wetenschap en geschiedenis, is, dat geschiedenis het niet herhaalbare bestudeert terwijl wetenschap datgenen bestudeert wat herhaalbaar is, een cruciale vaststelling.

De temperatuur zakte, zakte maar, eerst onder de tien, maar langzaam en zeker ging het naar de acht, zeven, zes, en maar regenen, na Chur, bij Thusis, sloeg ik af, op het informatiebord stond dat de pas open was, maar ik vreesde het ergste.

In Italië zelf geniet hij tot op de dag van vandaag nog een zekere populariteit, juist of onjuist, aanvankelijk deed hij, zo gaat het verhaal, veel goeds voor het land, het land wat na de eerste wereldoorlog in onbeschrijflijke armoede was terecht gekomen, een land waar gebrek was aan alles, waar mensen in kartonnen dozen woonden.

Het is altijd een grote vergissing dat uitmond in drogredenen indien met de geschiedenis wetenschappelijk, ja, op een wetenschappelijke manier, tracht te verklaren en dat geldt zeker voor de geschiedenis van Italië, met name van die van de laatste honder jaar.

Nog ver onder de boomgrens wisselde de regen zich in voor sneeuw, sneeuwval in Juni, en ondanks dat ik voor nogal wat hete vuren stond (al is hete vuren hier niet erg op z'n plaats) begonnen bij mij wel de twijfels over deze reis te rijzen want ik moest nog een heel eind klimmen.

Nee, groot was hij niet, integendeel, en op foto's uit die tijd heeft men het trachten te camoufleren en daarnaast kan hem ook niet direct antisemitisme verweten worden, ook hier, integendeel, want toen Albanië en een deel van Griekenland door Italië werd bezet, vluchtten veel Joden juist naar die gebieden die "Italiaans" waren en waanden zich relatief veilig; De Minister van Financiën was tot circa 1943 één van het Oude Volk.

De parkeerplaats bij Bivio durfde ik al niet meer op, toen begon de eigenlijke klim, de klim boven de boomgrens, alleen een zwart pad slingerde zich door een witte wereld, de schittering van al dat wit deed pijn aan de ogen, inmiddels bleef het maar sneeuwen, flink sneeuwen, ik bromde de berg op, na elke bocht die ik overwon riep ik stilletjes hoera, op het laatst werd ook de weg slecht terwijl ik in alle eenzaamheid voortworstelde, verstandsverbijstering dreigde, bij het bordje 2280 meter kon ik een glimlach niet onderdrukken, in nimmerweer daalde ik af en na enkele kilometers kwam ik stilstaande tegenliggers tegen die de moed hadden opgegeven en die mij vanuit hun zijruit met ongelofelijke ogen nastaarden.

Ook beneden, in Sils, in Majola, lag er sneeuw, was het wel juni? Verder, de pas af, naar beneden, en steeds weer die gutsende bergen, de aanzwellende beken, rivieren in crescendo, pas na de grens, bij Chiavenna, hield de neerslag op, ik was weer in het land met rijke historie en reed langs het dieppe Como-meer, ongeveer halverwege, nog voordat het meer zich "splitst", had ik zicht op het huis waar Benito zich vaak verschool, zoals tijdens de geruchtmakende Mars naar Rome die uiteindelijk heeft geleid dat hij de "macht" ontving van de toenmalige Koning Emanuel de zoveelste.

Rond 1943, of eigenlijk eerder al, had hij er al helemaal geen zin meer in, zijn politieke interesse was tot het nulpunt gedaald, verdween zelfs van het -politieke- toneel, maar onder druk van Nazi-Duitsland stortte hij zich weer op de macht, nam het roer weer, een groot deel droeg hem op handen, ook zijn "maitresse". Clare Pettaci die hem tot op het laatst heeft geadoreerd. Helaas, wellicht uit fatalisme, verloor hij zichzelf, vaardigde rassenwetten uit en de Joden die zich zo veilig waanden... ach, de lezer begrijpt. Uiteindelijk werd ook de Minister van Financiên met vele van zijn volksgenoten op gruwelijke wijze nabij Rome systematisch vermoord.

Op de weg naar Bergamo, binnen negen (rij)uur, ik bleef er staan, er stonden meerdere vrachtwagens, een ristorante, de wereld zit toch vol met merkwaardige tegenstellingen.

Aan het eind van de oorlog, april 1945, werden Mussolini en Clara gefusilleerd en daarna is er met hun lichamen onsmakelijk gesold, maar wie was die man toch, Benito, hoe toch te "taxeren", hij, die de geschiedenis inging als enerzijds de held van dit land, anderzijds als nare, foute fascist.

Ziehier: nu heeft de wetenschap geen oplossing meer, Mussolini was slechts éénmalig, zo ook zijn leven. Niemand kan dat overdoen terwijl de wetenschap zonder antwoord achterblijft.

Boven in de bergen, smeltende sneeuw, ze verdwijnt langzaam in het water, zakt af, het Lago di Como in dat later, onderweg, de Adda vormt, de rivier, ze stroomt en stroomt, verdwijnt in de Po, het water, kabbelend, oostwaarts, totdat ze in de delta bij Chioggia en Porto Viro verdwijnt in de eeuwigzingende zee.

Je kunt er niet omheen, om de geschiedenis, Benito en Italië, voor altijd met elkaar verbonden, of je het nu leuk vind of niet.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr jun 15, 2012 9:57 am

Zou ze er ooit zelf zijn geweest, die Margreet, buitenechtelijk kind van Karel de Vijfde?

Zoals met zoveel steden kent men tegenwoordig doorgaans alleen de stad vanaf een verkeersbord, er werkelijk "in" zijn komt niet vaak voor en is, met een grote truck, in de meeste steden onmogelijk niet toegestaan ook.

In haar hoedanigheid heeft ze nog enkele jaren in opdracht van halfbroer Philips de Tweede over de Nederlanden de scepter gezwaait, zo rond het begin van de tachtigjarige oorlog.

Veel van mijn collega's zijn honderden keren langs Keulen, Milaan en München gereden zonder ooit iets van de stad zelf te zien, trouwens, er is doorgaans ook weinig interesse.

In Italië zijn er heel wat middelgrote steden die ik nooit van binnen zag terwijl ik er vele keren langs zoefde, maar vandaag werd het er eentje minder: ik bezocht voor het eerst de eeuwenoude stad.

Maar eerst de handel gelost, de eerste vlak voor Brescia, de tweede op de weg naar La Spezia, net voor de Ligurische Alpen, maar toen dat er uit was reed ik er naar toe, parkeerde de wegreus aan de rand, sprong op de fiets en pendelde de Via Emilia af, een oude rechte weg die van Piacenza naar Cesena loopt, misschien nog wel verder, en daarbij door elke stad die op die route ligt loopt.

Als tienjarige kwam ze voor het eerst in Italië, maar waar, weet niemand, en later, na haar Nederlandse avontuur, keerde ze weer, maar of ze nu net hier is geweest, lijkt vooralsnog volstrekt onduidelijk. Wat wel duidelijk is dat ze getrouwd is geweest met de kleinzoon van Paus Paules de, ik geloof, derde, jawel, u leest het goed, de kleinzoon van.

Het weer was goed, een stevige zon, en na een goed kwartier fietste ik door het centrum van de stad waar de grote Arthuro Toscanini werd geboren, die is hier dus in ieder geval geweest, en Verdi, Giuseppe Verdi, al werd die op kanonschotsafstand van deze stad geboren, maar Margreet, hier geweest?

De stad is trouwens nog om andere redenen wereldberoemd, en wel om zijn hammen en bijzondere kaas en de nauwkeurige lezer heeft natuurlijk allang in de smiezen dat Parma de stad was waar ik vandaag, voor het eerst, rondfietste. Parmenzaanse kaas blijkt al eeuwen oud te zijn, een geschiedschrijver en dichter uit de twaalfde eeuw noemt het al in zijn decanonen, dus zal reeds ver voor die tijd de kaas er al geweest zijn.

Na een anderhalf uur hield ik het voor gezien, ik had even de sfeer gesnoven, het centrum doorkruist en wat oudheden aanschouwt, ik keerde terug naar het Dafje, onderwijl kwam vanuit de zuidelijke bergen een smalle strook onheilspellende donderwolken aan en toen ik de weg vervolgde, via de "ss-9" richting Alessandria zag ik in de verte diverse venijnige bliksemflitsen.

Voor vieren nog reed ik om Alessandria heen, ook zo'n stad waar ik nimmer "echt" kwam en ging op weg naar Nizza dat midden tussen de wijnheuvels ligt, en vandaar naar Canelli, ook zo'n prachtig mooi dorpje gelegen in het Ligurische voorgebergte, een ongeëvenaard groen gebied, en zeker deze tijd, groen, groen en nog eens, weelderig groen.

Zowaar, ze hadden er zin in, want hoewel ik voor morgen was besteld, kreeg ik de lading meteen al mee en na een uurtje vertrok ik richting Nederland, noordwaarts naar het noorden.

Vanaf Alessandrie is het dan genieten, genieten van de vergezichten, want voor mij zag ik de Alpen, maar dit keer was het wel heel bijzonder.

Zelf kwam ik vanaf wolkenloze streek, de zon zwiepte behoorlijk met de stralen, de zon, nu links van mij, beginnend aan haar daling, het was tenslotte na zessen.

Voor mij, vanachter de Alpen, enkele enorme wolkenlegers, indrukwekkend, een apokalyps gelijk, bovenaardse machten streden met elkaar, daar hoog in de lucht en een deel van hen hing al boven de noordelijke Po-vlakte, hier en daar gaten in het dek waardoor er links van mij enkele stralenbundels waren te zien, ze hadden iets heiligs, het was magnifiek; aan de bomen zag ik dat het behoorlijk aan het waaien was.
Een van de wolkenformaties, grimmig en ongezellig, leek op een enorme boze geest, zwartgallig en dreigend spreidde ze zich uit over de groene vlakte.


Het bord Arona kwam voorbij, ik snorde de eerste bergen in, door de lange tunnels langs het prachtige Lago Maggiore, tot aan Verbania, aldaar hield ik er mee op, het was weer mooi geweest.

Het komt natuurlijk wel meer voor, mensen die een stad als achternaam hebben, maar daar vervolgens, in die stad van hun naam, nooit zijn geweest, niet eens het plan hebben.

En wellicht is dat wel de oorzaak, hoewel ze het niet alleen als achternaam droeg, maar ook als titel, als hertogin, Margaretha van Parma, genoemd naar de stad waar ze, vooralsnog en voor zover ik weet, nimmer kwam.

Aldus schreef ome

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za jun 16, 2012 8:55 pm

Eén oogopslag leerde het mij, vanmorgen, de wolkenpartijen hadden de strijdbijl begraven, de geesten terug in de fles, een vriendelijke zonsopgang was reeds ver gevorderd en hier en daar hingen witte wolken er wat schaapachtig bij. Dat bleek ook later, bij het spiegelgladde waterdek van het Lac Léman waar de wolken zich zichtbaar in spiegelden, enkele zeilers waagden zich reeds op het water, en daartussen, tussen de zonsopgang van hedenmorgen en het Rhônemeer voor de tweede keer in zes dagen de klim, top en de afdaling van de Passo Sempione, vandaag alleen een stuk trager, want de vracht was aanmerkelijk zwaarder; het oude Dafje had er hoorbaar moeite mee.

Naast twee en drie-zetten kent het schaakspel ook vier, vijf en nog meer zetten, zogenoemde meerzetten en om die op te lossen is vaak diep inzicht vereist.

Vandaag, vanaf de Jura weer eens een kostelijk uitzicht op de besneeuwde koppen, de paradijsherinnering speelde weer op, een vergezicht om ademloos naar te blijven kijken.

Kijken ja, en zien, dat zijn woorden, en woorden zijn er nodig om zien en kijken zichtbaar te maken.

Zo langzamerhand gaat de lente in zomer over, prachtige flora, wegwiekende vogels, vrediggrazend vee dat soms opkeek als ik langssnorde en even voor Beaume les Dames reed ik langs een verzadigde Doubs die buiten de oevers trad.

Een eeuwenoud boek beschreef het reeds, de Thora, woorden als licht vóór ons, Uw woord staat er zelfs, eeuwigheidswoorden dus, die mij het zicht gaven op het altoosdurend Alpenmassief, op de rivieren, op het landschap van de Comté: zien en kijken blijkt zonder woorden onmogelijk.

In de middag schonk ik aandacht aan het Stabat Mater van Rossini, een zwaar, indrukwekkend muziekstuk, op delen kreeg ik geen vat, het gezicht werd mij ontnomen.

Slechts enkelen bevoorrechten krijgen het gezicht, zeker tijdens en onder de partij zelf, zie dan maar eens een mat in vier of vijf NIET over het hoofd en als je het ziet, stokken je eigen woorden, je ziet, ademloos.

De stad Nancy, dat werd mijn eindpunt, althans, vandaag, de lezer leest, woorden, en het fascinerende van woorden is, dat ze onzichtbaar zijn en hetgeen men leest zijn slechts de afschaduwen van het eigenlijke woord, zoals het notenschift op de toonbalk wel de muziek uitdrukt, maar niet de muziek zelf is.

Met de woorden is geschilderd, de wedstrijd, de bergen, alles in de notendop van de avond.

Woorden, het brengt de mens op weg, al het andere in de natuur zwijgt, althans heeft geen woorden meer nodig, het veronderstelt dat het, de natuur, er al is, de bergen er al zijn.

De natuur, de bergen, ze is wat ze is, ze zijn wat ze zijn, wat ze zijn moeten, en daarnaast de mens, met woord en Woord. De mens moet nog worden wat ze is.

Het onzichtbare als lamp.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di jun 19, 2012 8:12 pm

Bijna leek het toch nog fout af te lopen, maar gelukkig, het is weer allemaal voorbij, de kapitaalvernietiging, althans binnen Nederland, is een weinig ingedamd.

Voor de derde keer op rij een rondje Italië, maar saai? Nee hoor! Zeker niet als je de variatie in het oog houdt, zoals vandaag, nu eens over Maastricht en Verviers, de weg op naar Prüm en via de bierstad Bittburg naar Trier, zo kom je er ook.

Men buigt zich het hoofd, de politici, de Nederlandse burger, want hoe toch de crisis, de economische crisis de baas worden? Maar het antwoord is eigenlijk uitermate eenvoudig, al moet het wel gezien worden, worden willen gezien, maar ja, dat willen, dat wil men niet, dat wil men, om onbegrijpelijke redenen, niet.

Via Saarbrücken, Zweibrücken, Bitche en Hagenau kwam ik aan bij de eerste klant vandaag, net even over de Rijn, in Lichtenau en toen die er uit was reed ik naar Strasbourg, aan de noordkant, want daar had ik ook nog een afleveradresje, maar die bleken de deuren al toe te hebben.

Het betrof negen paletten enveloppen, en net op het moment dat ik besloot de floppen één voor één in de bus te doen, kwam er iemand van het bedrijf opdagen die mij vertelde dat na 13.00 uur de zaak gesloten was, maar uit voorzorg pakte hij de handel toch maar aan.

Het is immers totaal improductief wat ze doen, de voetballers, de hoogspringers, de zwemmers, de hardfietsers, maar voor die non-productiviteit strijkt men soms meer dan een vermogen op.

Na die laatste klant vandaag vertrok ik richting grens, het was bloedwarm, hoog ik de lucht ontstonden schijnbaar vanuit het niets diepgrijze wolken, boven de Elzas bliksemstralen, ik reed vanaf Mackolsheim langs de rijn, tot vlak voor Mühlheim waar ik de Rijn overstak. Niet lang daarna bereikte ik Bad Säckingen, het einddoel vandaag.

In de avonduren fietste ik bij 30 graden een 15 kilometer, bewegen is immers gezond, nietwaar?

En nu net hier zit het onderscheid: Bewegen, sporten, zolang het op amateurniveau blijft, maar om nu miljoenen te stoppen in iets wat niets oplevert is economisch onverantwoord en juist daarom ben ik er niet rouwig om dat die te duur betaalde Nederlandse jochies nu reeds thuis zijn. Dat scheelt misschien een beetje.

Indien alle betaalde sport morgen zou ophouden te bestaan, die voetballers gewoon is aan het werk gaan (het zijn nu, min of meer, veredelde steuntrekkers) en ook alle andere beroeps"sporters" afzien van inkomen uit sport, komt er zoveel poen vrij dat de crisis meteen verleden tijd is.

Maar ja. Dat moet je dan wel zien, willen zien.

Maar "we" willen, dwazen dat we zijn, niet.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za jun 23, 2012 9:07 am

De hele nacht snuffelde het diertje rond, op zoek naar lekkers en hier en daar vond hij, met behulp van zijn spitse snuitje, wat, allerlei torretjes, pissebedden en rupsen werden in het donker onverwachts door hem overvallen voor dat ze het in de gaten hadden, opeens, hap, slik, weg: opgesmikkeld.

Alleen de pijlers van de Vittorio Emanuel-brug over de Adda bleven origineel, ze stammen uit de vierde eeuw, de brugboog zelf is nauwelijks honderd jaar, zo lees ik op een info-bordje, de brug in Olginate waar in naartoe fietste omdat aan de muur van het restaurant waar ik halt hield een oude pentekening hing van de brug die mijn nieuwsgierigheid wekte: hoe zag het er nu uit?

Onvermoeibaar rommelde het diertje door, arglistig de argeloze insecten plots beet te nemen, een groot weiland lag voor hem, voor hem een tafel vol met lekkers, hij glunderde er van.

Precies na zeven dagen bevond ik mij vandaag wederom op de top van de Julier, nu heerlijk warm weer, zelfs op de top werd de 25 graden aangeraakt, in een pauze genoot ik een half uurtje van de zonnewarmte en onderwijl sloeg ik mijn ogen op naar de prachtige bergen, nog vol sneeuwresten.

Volgens Douwe Draaisma is het niet mogelijk achteruit te denken, het bijzondere is dat elk voorval dat in het geheugen ligt opgeslagen altijd in de juiste volgorde is gerangschikt: geen enkele herinnering denkt men achteruit. Nooit.

Na het weiland, waar diverse regenwormen werden buitgemaakt, door het hoge gras het talud op. Aan de horizon het eerste lichtschijnsel, een zachte morgenbries woei door de groene Rijnvallei.

Tevoren, vanaf de enige Zwitserse klant in Regensdorf, langs diverse meren: Zürichersee, Walensee en bij Chur over Parpan en Lenzerheide, waar zich de langste rodelbaan van Europa bevindt, naar de opgang van de Julier, zinderend mooi weer, de velden, vol met, vooral, gele bloemen, daartussen paars, en overal beken, watervallen groot en klein, in Bivio de inwendige mens versterkt.
Boven aan het talud een gazen hek, maar dat hield hem niet tegen, al zoekend volgde hij het hekwek, zo lang mogelijk, totdat hij er door kon, een, naar later bleek, fatale vergissing, maar de teerling werd geworpen.

Natuurlijk, de volgorde van de voorvallen kunnen verwisseld worden, iets, dat eerder gebeurde, kan in het geheugen in een later, foutief, tijdstip worden geplaatst, maar het voorval op zich is altijd vanaf begin tot eind: niemand denkt, tenzij geforceerd, in achteruit rijdende voertuigen, op de manier zoals een film achterstevoren wordt vertoond. Zelfs zo'n achteruit geprojecteerde film zit in het geheugen in juiste volgorde opgeslagen, dus als achteruit draaiende film.

Chagrijnig waren ze vanmorgen bij de declarant, knorrig zelfs, ik leverde de papieren in en fietste er van door, door naar een vroege bakker die heerlijke koffie had en toen de knorrepotten wat ochtendhumeur hadden ingeleverd keerde ik weer, de papieren waren inmiddels gereed en zo snorde ik rond negenen Zwitserland binnen.

Moe als hij was werd hij wat onoplettend, hij zoch een rustplek, zag iets wat hij voor een zwarte akker aanzag, "slenterde" daar, met een volle buik regenwormen en insecten, naar toe, maar toen, plotseling, fel licht, enorme herrie, en voordat hij ook maar iets in de gaten had.....

Het was al geruime tijd licht, ik was al een tijd in een wakkerroes, even na zessen vertrok ik naar de grens, een klein half uurtje nog. Onderweg zag ik aan de rand van de weg een klein puntig bolletje liggen met een klein, dun en langwerpig spoortje vocht, ik ontweek, uit respect, niet zozeer uit vrees voor een lekke band, een egeltje, net tevoren dood gereden.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » ma jun 25, 2012 6:33 am

De rivier was breed, ze stroomde, gestaag en zie, ik zag het frisse water en opeens, een bries, de oevers waren bekleed met groen, hier en daar een prachtige treurwilg, verder bloemen, geurende bloemen, veel bloemen, in alle kleuren.

De eerste klant vandaag, Osnago, onder de rook van Milaan, ik was er zo van af en toen de mierenhoop in, de Milanese ochtendspits, dat duurde een uur en daarna even stevig door. Hoog in de lucht grijze sluiers, bedompt weer, zoals zo vaak hier, de zon kwam er nauwelijks door. Rond de middag lossen in Piobesi Torinese, onder de rook van Turijn, en ook daar was ik relatief snel de lading kwijt.

Welke rivier het was, ach, ik weet het niet, had er geen idee van. Opeens ontwaarde ik boten, roeiboten, en ik elke sloep zat iemand, ik meende zelfs enigen te herkennen en terwijl ik nauwkeuriger probeerde te kijken hoorde ik een stem vanuit het water, ik schrok, beefde van schrik, de stem, de stem uit het niets dan water.

Terugladen bij hetzelfde adres als een week terug, weer, eerst door typerende Italiaanse dorpen, Villa-Stallone, Canale, Monté, Isola 'd Asti en nog veel meer, door fraaie akkers door, op zeker moment werd het heuvelachtiger en meteen bevond ik mij weer in de prachtige wijnstreek, kasteeltjes, briljante vila's.
Merkel, D'Hollande, Berlusconi, de stem maakte mij de namen bekend van die, die elk in een sloep gezeren was, ik herkende ze ook en toen ik weer beter keek zag ik op elke roeiboot het euro-teken en allen, allen zaten met de rug naar stroomafwaards, ze schreeuwden, schreeuwden naar elkaar, ik herkende de kraakstem van Angela "roeien, kom, roeien, harder, we roeien ons op weg naar het Eutopia!" Ik knipperde met de ogen.

De handel zat er met een uurtje in, en toen op weg, over de superstrada naar Vercelli, het was heet en de sluierwolken van hedenmorgen hadden zich inmiddels aaneengesloten, er onstond een kortstondig tempeest, een klein beetje regen, op weg naar Aosta.

Ze roeiden, allen, alsof alles er vanaf hing, en ze meenden dat ze vooruit gingen, bij elke slag die ze met de roeiriemen maakten scheen de boot stoomopwaarts te varen, en ten opzichte van de waterspiegel leek het ook zo. Leek ja.

Nadat ik in Aosta was aangekomen de fiets uit het laadruim, ik snorde het dorp in, trachtte wat te herkennen want een slordige 25 jaar geleden wandelde ik hier twee dagen rond, ooit, tijdens twee sneeuwdagen in de winter, ik zocht, maar vond niets wat mijn herinnering deed ontwaken.

"De Euro moet gered", riep Rutte, en "lang leve de euro" riep de Spaanse president en ook alle andere leiders roeiden en roeiden, "we redden het, we gaan vooruit" schalmde weer een ander, het was een heel gekrakeel op het water.

Maar. Toen ik naar de oevers keek en de boten zag, schrok ik hevig, want ondanks hun inspanningen bleek alles nutteloos, de rivier stroomde te snel, ze dreven, in tegenstelling tot wat ze meenden, stroomafwaarts en weer riep de onheilspellende stem, de geheimzinnige: "Het heeft geen zin, vertel ze het niet. Aan steekhoudende argumenten hebben ze geen boodschap. Ze zullen je niet geloven!" en inderdaad, ik schreeuwde over het water dat hun roeien een illusie was, en ook waaróm, maar ze lachten mij meewarig aan.
Onderweg snoof ik de heerlijkste geuren op, en op de terugweg werd het zelfs lekker fris. Ietwat vermoeid dook ik, niet veel later, mijn etui in, al snel sliep ik.

Een donderend geluid vulde mijn oren, de rivier, de brede rivier naderde een enorme waterwal, het water stortte wel honderd meter naar beneden, en alle politici zaten er met de rug naar toe, al roeiend hun ondergang tegemoet, dra is het zover!

Opeens begreep ik, het visioen, de mythe van de vooruitgang waarin politici ons willen doen laten geloven, de kanteling die niemand waarnam, het aanstaande drama: ironisch genoeg gaat Mammon ons de das om doen.

Met een schok werd ik wakker, wilde recht op gaan zitten, maar stootte mijn bol tegen het bovenbed, ik wreef door mijn haren, schudde bedwelmd mijn hoofd, het nachtgezicht speelde mij parten, ik dacht na, nam mij voor er over te zwijgen. Zinloos, er zal toch niemand zijn die mij gelooft.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » ma jun 25, 2012 6:36 am

Aangenaam wakker worden, het was weliswaar sterk afgekoeld, maar nog steeds warm, de zon bescheen de gindse bergen rondom het eeuwenoude Aosta, sommige van die bergen zijn ruim 3000 meter hoog, als voorname heren kijken ze van boven op de stad neer.

Lang geleden, wat heet lang geleden hier, pakweg dertig jaar terug, ik herinner mij een douanestaking: de vrachtwagens stonden tientallen kilometers lang op de strada statele, de doorgaande weg vanaf de Mont Blanctunnel, tijdens het voor-autosnelwegse tijdperk, chaos toen.

Omdat de decarant er nog niet was had ik nog even de tijd, wat rondgekeken in de omgeving, maar rond negenen was het zover, met een nieuw document naar boven, richting Zwitserland, want daar is het document voor, een route die men vroeger zelden reed, vooral vanwege de Zwitserse gewichtsbeperkingen, toen.

En weer sloeg ik de ogen op naar de hoge bergen, het werd, zo vlak voor het einde van deze week, weer zo'n mijmerdag, ik stelde mij de tijd voor dat ze er niet waren, toen ooit niets iets was.

Toen niets iets was, was er reeds mijn vriend, ja, ik heb oude vrienden, maar dit is de oudste, hij was er nog voor het iets, voor de oerknal, zo u wilt, al geloof in niet in oerknallen, maar voor alles vertoefde hij.

Zo reed ik naar boven, het niets werd iets, en wat allemaal, de variatie, geen berg, bloem, steen, wolk of waterval gelijk, hij was er bij toen vanuit het niets het iets, en met het iets alles werd, mijn trouwe vrind, trouwer dan ik ooit kan wezen, hij geeft mij zicht en inzicht, ook vandaag weer.

Zwitserland weer door, op weg naar frankrijk, ik zie en aanschouw, de huizen, de gewoel, het leven, de auto's met de wegen, de scheppingsdrang van mensen, vrijwel tot alles in staat, hoe wonderschoon soms, de kunst, de cultuur.
Wijsheid, mijn metgezel, is vriendelijk en opgetogen, veel leerde ik van hem, hoorde naar zijn stem en zoekt altijd het goede voor mij.

Is het niet mijn vriend Wjjsheid waarmee en waardoor alles is zoals het is, ook de bergen van de jura waar ik overtrok, de Comté, Lotharingen? In de avond kwam ik aan in Luxemburg, vandaag is het de laatste dag voor een drieweekse vakantie, mooie tijd om relaties de verdiepen, ook die met mijn vriend, mijn vriend Wijsheid.

Mijn vriend roept mij, fluistert, en waarschuwt mij, vooral tegen die ander die steeds poogt mijn vriend te wezen; Dwaasheid is zijn naam, ik leen en leende mijn oor al te veel naar hem, de onvriend waardoor er heel wat gaat in deze wereld zoals het niet zou moeten; ik probeer hem weg de duwen, af te schudden, maar telkens dringt hij zich weer op.

Nee, ik moet hem niet, ik ga hem uit de weg en mijn vriend Wijheid vraag ik daarom om raad, een vriend die wel roept, maar zich niet, zoals Dwaas, aan mij opdringt.

Vriend Wijheid, die de nacht gaf waarin ik sliep vannacht, de regen voor de akkers, kom, we gaan weer samen op weg.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do jun 28, 2012 7:38 pm

Wolken, wolken en nog eens wolken, met zo af en toe de zon er door, ik ben er niet rouwig om, ik houd zelfs van regen.

Wat in de muil van een haai terecht komt, zal en niet meer uit ontsnappen, evenals vanuit de bek van een giftige adder.


Denk nu maar niet dat ik een vrij weekje niets te doen heb. Daar is eerst de dinsdagavond, traditiegetrouw de schaakavond en zoals gewoonlijk sprak ik weer met de nestor af, de vermaarde professor, altijd goed voor een bijzondere anekdote.

Op de club werden we allen ingedeeld in groepjes van vier, we speelden drie partijen en ik werd ingedeeld in de groep met de honderd en één-jarige en geloof het of niet: de professor won met 2 1/2 punt de poule wat betekend dat zijn schaaksterkte in de loop der tijd nauwelijks is ingeboet. Oei, klopt deze zin eigenlijk wel?

Op de terugweg hadden we het nog over "Europa" en daar had hij, uiteraard, als één van de eerste Europarlementariërs een uitgesproken mening over: dat de zaken veel te ver zijn doorgeslagen, uit de hand gelopen, dat op deze manier de Unie juist dáár zal eindigen waartegen zij ooit werd opgericht, namelijk opgericht tegen de verschrikkingen van de oorlog en wie deze woorden aandachtig overweegt heeft voorlopig genoeg stot tot nadenken. "Men heeft helemaal niets geleerd" waren zo ongeveer zijn laatste woorden toen ik met hem meeliep tot zijn voordeur.

Vóór het schaken was ik nog even aangewipt bij Nino, een Italiaan, een ras Italiaan, eigenaar van een restaurant van uitnemende kwaliteit, al jaren hier, Nederlander werd hij nooit, bleef altijd zijn indentiteit trouw, Italiaan dus, in hart en nieren en ik zag het: samen een Euroindentiteit? Kom nou! Dat is toch lariekoek!

Wie thans nog enthousiasme kan opbrengen hoe het er in de Unie aan toe gaat; het lijkt vooral gebaseerd op verregaande naïeviteit, wellicht ook aan gebrek aan kennis terwijl men meent alle kennis van de wereld te hebben.


Nadat de flamboyante, besnorde prof de deur achter zich dichttrok, snorde ik naar huis en kwam langs de kliniek waar ik in de morgen het fotogedeelte van de blackberry trachtte te repareren, maar helaas, dat bleek niet mogelijk waardoor plaatjes vanaf het toestel wazig zullen blijven. Een nevenoplossing ligt overigens in verschiet.

Onderhand kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de Europese Unie thans wordt gedreven door machtswellust: na één munt, één unie, één Europese indentiteit, één leider, bij mij huivering in plaats van euforie, waar hoorde ik die woorden toch eerder?

Grappig, zo'n
reparatiewerkplaats, zo'n zwartebeskliniek voor de moderne telefoon annex radio annex fototoestel annex meelmachine en wat er al niet meer mee gedaan kan worden: als ik dertig jaar geleden alles bij elkaar zou leggen wat ik thans met een "mobieltje" kan doen, zat de laadruimte van de truck al aardig vol.

Nieuwe slogans, in andere jasjes gestoken, Triumpf des Willens van Leni Riefensthal onrolt zich weer voor onze ogen af, zien het, maar zijn ziende blind geworden, een onheilspellend drama.


De avond was warm, zwoel bijna, radio vier bracht Bocherini en Beethoven ten gehore, boven mij was het vermoedelijk bewolkt, maar ook het vele kunstlicht zou mij het zicht op de sterren kunnen ontnomen hebben: als ik mij woonstede nader, beginnen net de eerste strofen van La Nozze de Figaro waarin de woorden klinken "Se voil balare, signor contino, il gitarino le suonero" wat zoveel betekend als "indien u wil dansen, heer graaf, dan speel ik wel even de gitaar".

Onderwijl denk ik na, vooral over de woorden van de oude man, een politiek fossiel gelijk, iemand die werkelijk, nog steeds, weet waarover hij praat. Listig als een adder probeert de Eurohaai alles en iedereen op te slokken, chaosmachten nemen het, langzaam maar zeker, over: zo langzamerhand zijn er meer (euro)-wetten dan vliegen.

Maar zoals het kunstlicht mij het sterrenzicht ontnam, ontnemen ongefundeerde angstuitingen en prietpraat van Eurofielen het zicht op de afschuwelijke realiteit.

Aldus schreef ome Willem

Plaats reactie