Verhalen van Ome Willem

Al uw reisverhalen, fotoverslagen die niets met Polen te maken hebben, maar die u wel graag wil delen, mogen hier geplaatst worden
admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do jul 05, 2012 7:35 pm

Al heel wat keren kwam ik er over, reeds toen ik het niet eens wist, maar mijn eerste herinneringen gaan ver, héél ver en ik kwam er, zeker vroeger, vele keren per jaar en ondanks dat mijn herinneringen terug gaan tot kindertijd, peutertijd zelfs, is de herinnering van het héél vaak beperkt tot enkele ogenblikken.

Nooit geweten dat Urk zo’n grappig stadje was, wel dat het lange tijd onder de Gemeente Amsterdam viel, dat Amsterdam er nogal wat, met verdiend geld van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, in geïnvesteerd had, want Urk lag op de vaarroute naar open zee: schepen die vanuit Amsterdam vertrokken voeren eerst naar de Het Val van Urk om van daaruit naar het noorden te koersen, en ja, overleden Urkers werden, tot ver in de jaren dertig en in het geheim, door serieuze wetenschappers onderworpen aan schedelmeting omdat men afwijkingen in vorm van grootte verwachtte. (Dat overigens onzin bleek te zijn).

Eiland Urk, dat rond 1936 na de dijk met Lemmer verloor eiland te zijn.

Eén van de vroegste herinnering is, dat ik op donkere avonden liggend op de hoedenplank van de oude Ford, mij liet fascineren door de sterren terwijl het voertuig voortschreed over de betonnen platen van de rijbaan en daar ongeveer vier keer per seconde, afhankelijk van de snelheid, dat aparte geluid ten gehore bracht, een soort moderne housmuziek avant garde, maar dan beschaafd zacht; het gonst nog na in mijn geheugen.

Langs de polderdijk en prachtig bloeiende piepervelden kwamen we te Lemmer, daar struinden we ook nog even rond, we, want met vakantie ben ik zelden alleen. Het oude haventje, het plotseling wisselen van de spraak, het eerste Friese plaatsje met een nog prachtig uitziend stoomgemaal dat het overtollige water uit de zogenoemde Greithoek
wegpompt, Fryslân, de streek waar ik wat mee heb, met name de zuidwesthoek, Gaastelân, waar toen, Pake en Beppe woonden, de reden dat we vroeger altijd de keus maakten: gaan we over land of over de dijk.

Aan het begin, bij Den Oever, nog net vóór de sluizen, stond een blauwe houten keet waar we wel eens koffie dronken, maar ooit verdween het houten tentje, wanneer weet ik niet en aan beide zijden, bij Kornwerderzand en aan de Noord-Hollandse kant, lag een door de Duitse Wehrmacht aangelegde tankversperring: de twee rijstroken reden over enkele “afgezaagde” betonpunten tussen de rijen door en ervoor of erna lagen nog enorme bundels uitgerold prikkeldraad.

In de avonduren hielden we ons op in Makkum, en als de dijk zou roken, dus onder de rook van de dijk, we fietsten er rond, overnachtten er en onderwijl ontstond er bij mij een plan, een idee, want honderden keren passeerde ik de dijk, meestal per auto, één keer met de brommert, maar nooit….

Nooit, of bijna nooit, stopten we bij het torentje, het monument, want daar was de koffie te duur en bovendien herinner ik mij nog de opmerking dat moe slechte ervaring met de bediending had. Eén keer, toen we iemand mee hadden, al weet ik niet meer wie, stopten we er even voor een kijkje bovenin, waar verrekijkers stonden waar je door inworp van 10 cent in de verte kon loeren.

En dan de schaapjes, de honderden schaapjes, de blik op het meer, soms onstuimig, vissers bij de netten, wiegend in de golven. Rond 1971 werd de dijk op de schop genomen, het was net die ene keer dat ik er met de bromfiets over kwam, ze werd een weinig verbreed en vierbaans gemaakt waaroor er een paar kleine gebouwtjes, twee geloof ik, die langs de meerkant stonden, verdwenen.

De twee “huisjes” vormden tot dan bij straffe wind soms voor een naar gevaar, omdat het gevaar bestond dat bij het passeren van zo’n huisje (dat de wind afvong) de bestuurder soms een flinke ruk aan het stuur kreeg.

Niet al te vroeg, rond half twaalf, stapte ik op, op de fiets, helaas, tegenwind en niet zo weinig ook, maar het weer weerhield mij niet, er tegenaan, tegen de tegenwind, Kornwerderzand was een makkie, maar toen, de sluizen, de ellenlange bocht, op weg naar Breezanddijk dat ik al snel in de verte zag liggen, maar dat ook in de verte scheen te blijven liggen, verbijsterd stoempte ik verder.

Na een korte pauze pakte ik de dijk weer op, de uitdaging, wie zou er breken, de dijk of ik, nooit fietste ik de dijk en het wás: nu of nooit, het bord met Oant sjen kwam in zicht, de tegenwind tartte mij, zocht het nooit voor mij, maar toen het monument nog enkele kilometers van mij af was, wist ik dat ik het zou redden, doorgebroken, de tegenwindse dijk gekraakt, na ruim twee uur tegenwerking, en eenmaal in Den Oever kon ik het niet laten terug naar het monument te fietsen, wind mee op de dijk, dat wilde ik ook wel eens voelen.



Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » ma jul 09, 2012 5:04 am

Een woud van wegen loopt er door de Alpen, deze Alpen dan, want door de bekende, andere Alpen, zijn dat er, in vergelijk, aanmerkelijk minder, evenals de zon die hier nadrukkelijk, nadrukkelijker, aanwezig is.

Toch maar gekozen voor de snelste route naar de Italiaanse zon, dwars door een kil regengebied, een voorgenomen Noord-Poolse reis werd wegens overdadig wolken- en regenweer ingewisseld voor enkele dagen frequente zon, natuurlijk mochten de fietsen ook mee.

Wie om tien uur vertrekt en een beetje door gaat, zit via Bastonge, Martelange, Longwy, Epinal, Lure, Beaume les Dames, Pontarlier en Lausanne nog voor achten aan de voet van de Mont Blanc in Martigny met uitzicht op het Rhônewater aan het avondeten en dan heb je onderweg nog koffie gedronken ook, nee, het is waar, met mijn Dafje lukt dat niet zo snel.

's-Anderen daags, in de vroege morgen onweer en regen, veel regen, en toen dat voorbij was, wij op weg, eerst door een dikke wolkenlaag, dichte mist, naar Chamonix, nee, zeker, nu niet de snelste route, in tegendeel, een uitstapje over een traject waar in normaal niet kom, via wat zijpaden alsnog aangekomen in Aosta, met zeker een uur meer snorren dan normaal, en toen meteen de warmte, de -bijna- broodnodige warmte, de echte zomerwarmte in, snelweg tot Santhia en dan, via de strada statale, langs Vercelli, Allesandria en Novi Ligure, de bergen in, de Alpen in, de Ligurische Alpen, want zo heten ze.

De Franse, Zwitserse, Oostenrijkse Alpen zijn hoger, het wegennet stukken minder uitgebreid, zo kent het lange grensgebied tussen Italië en Frankrijk niet meer dan tien overgangen waarvan de meesten in de winter vaak gesloten zijn, Wallis-Italië, als we Martigny daar ook bij rekenen, drie en de rest van Zwitserland een stuk of veertien, dat is het wel, wat magertjes afsteekt bij de enorme mogelijkheden om door en over de Ligurische Alpen heen te crossen.

In de loop der eeuwen verrezen er talrijke dorpjes, het is er dan ook aangenaam toeven, bloemen, bomen, struiken, de geuren. En daar doorheen wegen, overal wegen, kronkelwegen, bijna elke berghelling heeft er wel één en vermoedelijk is er een reis van ruim een jaar nodig voordat je over alle mogelijke doorgangen door deze Alpen bent geweest, de Alpen die bij Lucca stilzwijgend in de Apenijnen over gaan.

Zo bracht vanuit Novi Ligura anderhalf uur slingerweg ons tot even voor La Spezia waar de tolweg ons langs Pisa naar de oude havenstad Livorno voerde en even verder, nog voor Cesina, vonden wij onder een wolkenloze hemel een aangename stek in de volle zon, nog dezelfde namiddag fietsten wij langs de zee, de immens blauwe, wijdse en aangename zee: Italië heeft, naast de crisis, ook zomer!

We houden het hier nog wel even uit.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo jul 18, 2012 5:10 pm

Vlak voor de indrukwekkende Kathedraal van Chartres sluit ik voor een moment mijn ogen, ongeveer een minuut of twee, dan open ik ze weer en zie datgene wat ik daarvoor zag, maar, toen ik zoeven de ogen toe had, was ze er toen wel?

Het zwerversbestaan nam vanmorgen weer een aanvang, maar vreemd genoeg dit keer geen kikkergebrul vanuit de sloot en ik vermoed dat ze reeds diep onder water waren gaan schuilen om niet nat te worden van de naderende wolkbreuk waar ik even nadien, rond vijfen, doorheen reed.

Op het eerste gezicht kan goed alleen bestaan bij gratie van kwaad, want hoe zou je anders weten wat goed is, maar "klopt dat wel", zo overdacht ik toen ik even de ogen sloot, zo recht voor de eeuwenoude Notre Dame.

Al vroeg reed ik door de streek waar Vincent van Gogh nog een poosje als aalmoezenier verbleef, de Borinage, overigens niet erg ver van Auvers sur Oise, waar hij, rond 1890, in een vlaag van wanhoop zijn leven bekortte, het plaatsje waar ik langs had kunnen rijden indien ik dit keer niet voor de route over Mommignies had gekozen.

Bestaat het niets, en indien ja, is het niets dan iets, of bestaat het iets bij gratie van het niets, kan er uit iets niets voortkomen en andersom, kan iets opgaan in niets?

Nog in de morgen snor ik over de weg langs Hirson, nader al ras de schitterende, van verre te ziene heuvel met daarop het oude Laon en vlak daarna stop ik even bij een imker en sla een aantal potten lekkere honig in, ditmaal hebben ze, sinds lange tijd, ook weer honing van sarrasin, op zich al een bijzonderheid, en na het imkerbezoek verdwijn ik richting Soissons.

Alleen datgene, wat ik nu zie, is, is iets, en datgene, wat ik zag, is er niet, verdwenen in het niets, terwijl wat ik straks en morgen nog ga zien, er nog niet is, nog verscholen zit in het niets, want het is er immers -nog- niet, zoals wat ik zag er niet meer is.

Omdat ik "ADR". (gevaarlijke stof(en)) geladen heb moet ik langs Parijs manoeuvreren en via Senlis en Pontoise rij ik via Saint Germain de la Haye en Louvencienes langs Versailles naar Ramboullet, hier en daar prangt de zon door het versplinterde wolkendek.

Is dan de tijd synoniem voor niets, immers alles ligt in tijd opgesloten en verborgen en is dan alleen het moment, het moment dat direct verdwijnt in de tijd, de enige plek waarin we iets, het iets, kan worden waargenomen?

Nog een uurtje, nog niet eens, en ik fiets de stad binnen, moet aardig trappen om de heuvel op te komen, de heuvel waarop het vroeg-gothische bouwwerk staat met de twee langgerekte torens die van zeer ver zijn te zien.

Een volle fles veronderstelt een lege, een lege een volle, en alles wat daartussen zit.

Rond achten fiets ik naar het voertuig terug, snel nog even voor vers fruit langs de Carrefour, en tracht opgeworpen gedachtenknopen te ontwarren en als ik mij uitstrek op mijn foedraal neig ik naar een ontknoping, als een oplossing van een driezet; zie ik daar de juiste variant?

De volle fles, het alles (dat is het totale iets) en het volledig (is volmaakt) goede zijn allen volheid van het zijn terwijl een lege fles, het niets en het kwaad geen tegenhangers zijn van de eersten, maar er louter (niet) zijn wegens een gebrek aan zijn.

En er is heel wat tijd nodig om dat te begrijpen.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » ma jul 23, 2012 12:46 pm

In de avondschemer, een lange haag van bloeiende Ganzerik, de avond viel, de ondergaande zon kleurde de wolkentorens in het oosten, het was een lange dag vandaag.

Het in eigenlijk onvoorstelbaar, de hoeveelheid cellen die elke dag in ons lichaam worden aangemaakt en afgebroken, per seconde ongeveer een half miljoen, en dat gaat maar door, zonder pauze, dag en nacht!

Gisteren keerde ik terug, voor even, snorde door velden met geschoren koren, via Brussel naar de bakermat van DAF en Phillips, Eindhoven, vermoedelijk oorspronkelijk Genderhof geheten, naar het riviertje de Gender dat al snel Ender en toen Eind werd, terwijl hoven geen meervoudsvorm, maar een oude enkelvoudige vervoeging is, en zo onstond de naam Eindhoven, hof aan de Gender (en gender is weer germaans voor water)

Elke dag dus miljoenen cellen die af en aan reizen, het komt er op neer dat al onze cellen eens in de veertien dagen geheel vernieuwd werden, van top tot teen, tot in elk detail, verbazingwekkend.
Eindhoven, en daarna lossen in Lelystad, en toen keerde ik naar huis. de volgende morgen, vanmorgen dus, fietste ik weer naar het braaf wachtende Dafje, maar wederom hielden de kikkers in de nevengelegen sloot weer stil en ik vroeg me af wie hen toch het zwijgen op had gelegd.

Dus ongeveer vijf en twintig keer per jaar zijn wij geheel vervangen, zijn wij fysiek niet meer diegene dan die we waren, steeds weer zien wij elkaar in een andere gedaante: het is net als het Lac Léman, we zien het als water, maar het is steeds weer ander water: ik kijk naar iemand en die iemand weer naar mij, we lijken dezelfde, maar elke veertien dag zijn we niet dezelfde, wonderbaarlijk eigenlijk.

Het werd is wat hand- en spandiensten verrichten in Amsterdam, maar daarna, zo rond de middag, deed ik de kar vol en rond twee uur ging ik er van tussen, richting Frankrijk, en om de filebrei te vermeiden, via Rotterdam, Zierikzee naar Zelzate waarna ik bij Gent op de snelweg kwam. Dat duurde maar even, want na enkele kilometers stond er aangegeven dat er een lange file stond, dus boog ik af, ging langs Oudenaarde naar Ronse, door prachtig heuvellandschap met daarboven steeds meer wegdrijvende wolken, de Vlaamse Ardennen zijn werkelijk de moeite waard en zo reed ik Walonië binnen, richting Doornik, op weg naar de Franse grens.

Als alle cellen dus regelmatig vervangen worden, dan kan het niet anders of ons eigen ik, ons denken, ons lange termijngeheugen, onze talenkennis en alles wat daarmee samenhangt, kortom het deel van ons mens wat wij doorgaans met geest betitelen, is van onstoffelijke aard, is niet fysiek in de cellen aanwezig.

Kort daarna was ik op weg, van het oude Atrecht, Arras, via Doullens naar Amiens, wederom genietend van de natuurlijke volheid, het intense groen, de heerlijke lucht van het afgeschorene, en, niet te vergeten, de vergezichten, Picardië, steeds weer geweldig.

Alweer, het fysieke niets, dat het menselijke alles bepaald, waarmee hij met zijn fysieke deel onzichtbare uitingen kan doen als praten, fluiten en zingen, het besturingsmechanisme, niets, en toch alles, de paradox waarmee wij leven. Wellicht bestaat er dan toch het niets, maar dan in de vorm van een onzichtbaar iets, een allesniets.

Een kwartiertje na Amiens, op de oude N-1, bleef ik staan in de wetenschap, dat, als ik morgen wakker wordt, en weer een dikke miljard cellen van mij vervangen werden door nieuwe aanwas.


Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » ma jul 23, 2012 12:48 pm

Voor verspreiding vatbaar.

1: De wetgeving
2: De domheid
3: De praktijk.
4: De milieuramp!!
5: De pettenplicht.
1: De wetgeving.

Al enige tijd tracht de media ons iets wijs te maken en op te dringen hetgeen bij nader inzien onzin -en mijns inziens- grote kolder is. Je zou haast denken dat alle mediaorganen aandelen hebben bij de fabrikanten van blaaspijpen en thans geniepig in hun vuistje lachen.

Het is werkelijk en "hipe" aan het worden, en nagenoeg iedereen holt elkaar maar zonder nadenken achterna: op naar de blaaspijpwinkel en het is werkelijk komisch om te zien dat iedereen, sorry, nagenoeg iedereen, nog even naar de blaaspijpwinkel rent!

Belachelijk gewoon!

Het gaat om een wet in een Europese lidstaat, afzonderlijk en alleen voor dat land gemaakt, een wet die voorschrijft dat een automobilist twee testen met Frans (!!!!) keurmerk bij zich moet hebben, dit, om het alcoholpercentage in het lichaam van de chauffeur vast te kunnen stellen.

Voila, een Franse nationale wet waar dus een investering voor nodig is en direct, danwel indirect, het voertuig betreft, en hier gaat het om.
Binnen Europa is immers, reeds lang geleden, afgesproken (binnen héél Europa zelfs!) dat een voertuig, goedgekeurd in Nederland, die keuring voor HEEL Europa geldt (Verdrag van Wenen, 1964!!, en enkele uitzonderingen daargelaten).

Daarnaast is er binnen de Europese unie afgesproken dat een inwoner van een ene lidstaat bij bezoek aan een andere lidstaat zich aan de wetgeving van de bezochte lidstaat moet houden mits... HIJ DAAR GEEN INVESTERING voor hoeft te doen.

Welnu, gezien deze afspraken is het duidelijk dat deze blaaspijpwet alleen en louter voor Fransen geldt, want het aanschaffen van pijpjes vergt, weliswaar een kleine, investering! Niet voor niet-inwoners van het Franse deel vanm de Unie, dus.

2: De domheid

Hoe dom is het die dingen nu reeds aan te schaffen. En al is het louter lariekoek, bekend gemaakt is namelijk dat er pas vanaf het najaar wordt bekeurd en aangezien de pijpjes een beperkte houdbaarheidsdatum hebben moet je ze zeker niet NU aanschaffen en indien je de desinformatie van de media meer dan dit verhaal gelooft, doe het dán vanaf volgend jaar. Immers dan blijven ze langer goed. Bovendien kunt u er van uit gaan dat u NU de hoofdprijs betaald!!

Dus de aanschaffers van nu: domdomdom, driewerf dom!


3: De Praktijk.

Ome Willem komt al vanaf 1958 in frankrijk en al die jaren is mij nooit, NOOIT een blaastest afgenomen. Toegegeven: de eerste twintig jaar zoop de gendarmerie er zelf lustig op los en men verweet je nagenoeg dat je niet met minstens drie glazen wijn achter het stuur kroop, maar desalniettemin: daarna reed ik hier duizenden keren rond, soms bijna wekelijks, maar een blaastest: ho maar.

Zelfs als ik met mijn truck slingerend over de weg reed: blaastest: ho maar, nooit is het mij gelukt die door een Franse gendarme te laten afnemen. En dan: u schaft ze aan, dit jaar, volgend jaar, voor de vakantie, met beperkte houdbaarheid. Bij thuiskomst verdwijnen ze in één of andere lade. En dan, het jaar er op. Miep pakt de koffers, Karel roept: Mien, vergeet je de pepkes niet? Oh, ja, waar zijn die, ach toe maar, we kopen wel weer nieuwe, zo gaat dat in de praktijk.

Bekeuring voor het niet bij je hebben van die onzin, ELF euro! Praktijk: geen enkele gendarme voelt er veel voor deze administratieve handeling te verrichten, nog meer praktijk: de boete zal alleen uitgeschreven worden aan diegenen die ook werkelijk teveel op hebben, maar dan zal naast die elf euro er wel het één en ander bij komen. Alles daargelaten: men laat zich bangmaken voor een controle die nagenoeg NOOIT plaatsvindt en waar een boete van elf euro op staat die bovendien ook nog succesvol kan worden aangevochten als u niet in Frankrijk woont!!

4: De millieuramp.

Dat die hele desinformatiecampagne,waar onder andere ook de ANWB lustig aan mee doet, ook ernstige schade toe brengt aan ons (en frans) milieu, hoeft, denk ik, geen nadere toelichting. 99,9 procent zal op den duur ongebruikt bij het vullis belanden, dus naast je reinste kapitaalvernietiging dus ook een schandalige millieubelasting waarvoor we ons diep zouden moeten schamen!

Kortom, mensen, laat je niet gek maken, en diegene die zich al gek hebben laten maken, ontwaak uit uw massamediahypnose!

5: De pettenplicht.

Oh, ja, ik ben in La Douche France en hoorde daarnet, tijdens dit schrijven, op de Franse radio dat, vanaf 1 augustus 2012, het VERPLICHT is in Frankrijk tussen negen en tien uur in de morgen op openbare ruimten en op straat de BLAUWE "chapeau p'tit Basque" te dragen, in het Nederlands de "Alpinopet" geheten.

Dus kom op, snel, haast u, nu allemaal meteen naar de pettenboer!!

Ehhh. U gelooft mij niet??

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do jul 26, 2012 7:44 pm

De tijd gaat voort, het lijkt, in steeds rapper tempo, of verbeeld ik mij dat maar? Het is immers al weer maandag en laat terwijl ik mij op Luxemburgs hoogland bevind.

Er zijn mensen met wie je herinneringen deelt, met wie je in een reeks van jaren veel hebt meegemaakt en waar je met weemoed aan terug denkt.

De afgelopen vrijdag verliep geruisloos, ging evenzo geruisloos over in het weekeinde dat vanmorgen alweer passé was, om vier uur toog ik naar Wesel, net over de grens, lossen, en rap weer terug, net zo rap als de tijd het toestond.

Hier, op enkele kilometers afstand, huist thans zo iemand, tijdelijk, vakantie heet dat, ik was er daarnet nog en ken hem van het begin van zijn leven, zag hem opgroeien, veranderen, terwijl hij toch dezelfde bleef.

In Emst laden, voor Frankrijk, omgeving Lyon, niets bijzonders dus, en zo reed ik op de eerste zomerdag dit jaar via België naar Luxemburg en stopte dáár waar ook hij zich in de buurt bevond en haalde de fiets achter uit de kar.

Hij zal drie, vier jaar zijn geweest toen hij met me mee ging; doorgaans naar Italië, Milaan, Cesena, Forli, maar ook Frankrijk, Bayeux, Toulouse en Zwitserland, in een reeks van jaren, terwijl hij groter en groter werd, alleen Spanje niet, daar is het, ondanks zijn wens, nooit van gekomen.

Eerst ging het even bergop, daarna een tijdlang dalen, na enige tijd fietste ik langs een riviertje, enkele kilometers, en toen kwam ik daar aan waar hij was, nu groot en sterk terwijl hij niet alleen gebleven is.
Aan de campingtafel verpoosden we gedrieën, groeven in herinneringen, mijmerden over de dingen en de dingen dicht achter de dingen, filosofeerden over dan, ooit, toen en nu terwijl in het veld voor de voortent anderen een ingewikkeld lijkend spel speelden met houtjes, paaltjes en stokjes.

In de avondschemering -het was behoorlijk fris geworden- keerde ik terug naar de oude DAF waarmee hij wel zes á zeven jaar geleden voor het laatst mee was geweest: mee, dat vond hij altijd al leuk, zitten op de bijrijdersstoel en glurend naar de vele verten

Voorbije tijden, ze zijn als een muziekstuk, met dat verschil, dat ze slechts één keer wordt gespeeld.

Alleen met de herinnering kun je, heel summier, het nog een beetje trachten na te neuriën, maar de meeste klanken zijn opgegaan in toonloze vergetelheid en blijven hangen in woorden als: "grut, hoe zat het ook alweer".

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do jul 26, 2012 7:44 pm

De sfeer is beklemmender dan menigeen durft toe te geven, ik ervaar ze als ongenaakbaar, men gaat nog, nog wel, ja, maar voor hoe lang?

In alle vroegte, alle lichten op groen, het kriekende Luxemburg, rond zeven uur snorde ik reeds nabij Nancy, op weg naar Lyon en in Epinal reed ik even langs een boulangerie waarna ik met een meergranenbrood rijker verder reed.

Leeftijdsgenoten kunnen het weten, ik heb de tijd nog geproefd, de tijd dat men ging, vaak voor het eerst, het kón, de euforie had menigeen opgeslokt, men trok er, liftend of rijdend, op uit, alles bleek mogelijk, de wijde wereld in! Een sfeer van overwinning, onbezorgdheid en jubel, de tijd dat men er voor het eerst kwam, de verre stranden, andere steden, de toerist werd geboren, was niet exclusief meer, 't was in een mum voor iedereen weggelegd.

Het was warm, de weg doorsneed enigszins gerepte en grotendeels ongerepte natuur, ik genoot van cul- en natuur, langs bekende plekken, Vesoul, Arbois, Lons.

Nog één keer maakte ik eenzelfde soort van euforie mee, even na het vallen van het gordijn toen "het westen" in korte tijd overspoeld werd door oosterse trabantjes, men kon, en mocht opeens, dus ging men, naar streken waar ze veel van hadden gehoord maar nooit waren geweest, heel het oosten op ontdekkingsreis.

De jaren vergleden, de nieuwigheid werd sleur, na men mocht werd het men moest, vakantie als plichtsbetrachting, men sleept(e) zich van vakantie tot vakantie steeds voort.

Probeerde het nog, maar er stonden er teveel aan de dokken, ik had geen schijn van kans, dus trok ik er fietsend op uit, door het terugkerend Lyonees spitsverkeer, ik reed een flink stuk, deed boodschappen, dronk prikwater, genoot van de zon, de bloemen, en tijdens het vallen van de avond van de vrijkomende geuren, de even verder groene olmen wogen zacht op het ritme van de wind.

De poet raakt op, de brandstof duur, er is veel, te veel mee gesmeten en gemanupileerd, na de kanteling, de tijdskanteling begin dit jaar is het steeds meer voelbaar, het overleven, men gaat, men gaat nóg, nog wel, het kán nog, maar voor hoelang? De vakantieplicht en de daarnaan verbonden reis is er goed ingesleten, een must, ze gaat voor veel, zoniet alles, vaak de verantwoording voorbij, ik proef steeds meer de fatalistische sfeer, men gaat, wellicht voor het laatst.

Moe kwam ik aan bij het voertuig, het werd stilaan wat koeler en in de avonduren bestudeerde ik de langsgekomen gezichten, een steeds meer somber achter de lachgelaten, men wéét het ook, maar tegen beter weten in duwt men dit weten van zich af, al winkelend de Eurostrofe tegemoet: er is vermoedelijk ook geen ommekeer meer mogelijk.

De vraag is niet óf, maar hoelang nog, hoe lang kunnen de materiële beentjes het allemaal nog dragen?

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » do jul 26, 2012 7:45 pm

Het gebeurde zoals ik had verwacht, ondanks de "los"-afspraak van acht uur stond ik voor vijfen reeds aangedokt en twee Fransen haalden met extra lange elektrische pompkarren steeds drie pallets tegelijk uit de kar; binnen tien minuten stond de lading in de loods en had ik 33 lege paletten terug; ik kon vertrekken, richting Lyon, Lyon-zuidwest, nauwelijks 30 kilometer verder, en natuurlijk nog ver voor de ochtenddrukte.

Baan, baan, baan, iedereen klets maar over een baan, baantje hier, banenplan, baanverlies, noem maar op, maar ik wil geen baan, ik heb er geen trouwens.


Een deellading ophalen in Saint Genis de Laval, om precies te zijn, vlak bij Franceville waar meneer Leo, Leo Hendriks, oud-directeur van het gelijknamige bedrijf, woont, het bedrijf waar ik een betrekking -mee- heb, dat is toch wel even wat anders dan een baan en omdat het laden sneller ging dan verwacht, maar meteen even gebeld, hij en zijn ega waren thuis en in snorde er heen voor de koffiepauze.

Lang geleden, ik weet het nog goed, kwam ik al bij hem op kantoor langs; samen met zijn broer, altijd, ter onderscheiding, meneer Hans genoemd, had hij toen de bedrijfsvoering, ik zie hem nog zitten, aan het houten bureel: ietwat lang haar, meen ik; hij had wel iets weg, vond ik, van Lenin, alleen sprak hij geen Russisch.

Na de koffie, waaronder wij zo veel mogelijk problemen in de transportwereld hebben trachten op te lossen, vertrok ik weer want ik had nog wat klanten te doen: onderweg kwam ik nog een tegemoetsnorrende collega tegen, en ja hoor, alweer een pauze, nu geen koffie, maar een koude prikwater; hij, de collega, een koude cola.

Nu zit ik zowat dagelijks op de baan, ja, dat zal, maar het mag toch wel duidelijk zijn dat dit iets anders is dan het spreekwoordelijke baangepraat waar men werk onder verstaat, iets, waar ik mij dagelijks aan erger, want al het gewouwel over banenplannen wordt doorgaans gebezigd door de baantjesjagers die zonder enige binding met het werk trachten top-banen te verwerven: vaak gaan ze over lijken.

Welaan, daarna maar weer de baan op, eerst een adresje nabij Meursault, maar daarna een klantje in Arcenant, in de achterbergen van Nuit-Saint-Georges, weer eens een gebied waar je de ogen uit kijkt: alles lijkt er te groeien, valeriaan, berenklauw, scabiosa en nog weel meer dat ik niet meteen bij name ken.

De klant zelf kwam aangereden in een voordeoorlogse mercedes, volledig nieuw gepimpt, na een half uurtje kon ik weer op weg, nu niet over een "baan", maar over een slingerend bospad, Bruant, Bécoup, tot aan Pont-d' Ouche, vergezichten over Arcenant, de achter-Bourgognevalei, een enorme bomenverscheidenheid, en via Bligny kwam ik te Arnay-le -Duc, eigenlijk weer de Morvan, dewelke route ik tot net voor Auxerre uitreed, want even daarvoor ligt, op de plek waar de Yonne en de Curé samenkomen, het plaatsje Cravant met een aardige knaaghut aan de weg; aldaar bleef ik staan.
Ooit was er een tijd dat men niet zo ordinair van banen sprak, een modernisme dat vrijblijvendheid uitstraalt, een baantje, een poosje hier, dan weer eens daar, baantjes is werk zonder binding, ook werkgevers begeven zich daarmee op glad ijs, iedereen en alles op contract, voor even, even contact met het tijdelijke contract, en daarna over.

Binnen in de knaaghut deed een stevige krullenbol naarstig zijn best zijn eters het naar de zin te maken, iemand die echt wat leek op te hebben met rijdend volk, hoewel een jaar of dertig, toch iemand van de oude stempel, eentje met compassie, een zeldzaamheid, zeker in La Douce France.

Dat is ook wat ik bedoel, voormaals sprak men van een betrekking, en ik wil ook alleen maar een betrekking, want dat is toch wel even wat meer dan een normale baan.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di jul 31, 2012 6:45 am

Nee, ik had er nog nooit van gehoord, dus wist ik ook niet wat het zou betekenen, het is steeds weer het wederkerende drama voor de predigitale generatie, het probleem van de onbekende taal.

Het begon al afgelopen week, donderdagmorgen, toen ik "de binding" schreef, het bericht kwam niet op het log aan en ook enkele foto's werden vergeefs gestuurd toen ik via Auxerre, Troyes en Brussel naar huis reed, het blog werkte ik in de avond uit, maar inmiddels begreep ik dat er wat aan de hand was, maar waar kon ik toch voor raad terecht?

Het zijn de talloze nieuwe woorden die in rap tempo hun intrede deden en ik ben er niet mee opgegroeid: browser, mutetoets, modus, downloaden, upload, wifi, taging en coocies om er slechts enkelen te noemen en hoe ouder men is, hoe minder men van deze woorden begrijpt.

Vrijdag verliep relaxed, Amsterdam, Frankrijk bij Harderwijk, Nunspeet, Almere, laden en lossen, en toen naar huis, waarna ik vanmorgen de kar weer pakte en vertrok, in alle vroegte, mijn eerste adres bevond zich in Aubange, zo ongeveer op het drielandenpunt frankrijk/Luxemburg/België, en daarna snorde ik via Schengen naar Saarbrücken; Schengen ja, waar ooit eens omstreden besluiten werden genomen.

Na intensief zoeken lukte het mij digitaal een vraag te deponeren, en zo waar, binnen afzienbare tijd ontving ik het antwoord, het anwoord op de vraag waarom e-meel-berichten niet op mijn blog aankwamen en het antwoord bevatte voor mij een woord dat ik niet begreep, er bleek namelijk een bug in het programma te zitten, maar wat was dan toch een bug?

Via Saarbrücken en Sarrequimines kwam ik weer langs Bitche, Hagenau en Strassbourg, vandaar reed ik Duitsland weer even in, eerst Freiburg, daar het Zwarte woud in en langs de Titisee vond ik de eerste rustplek deze week.

Door de vele nieuwe woorden is een gebruiksaanwijzing van menig toestel welhaast onleesbaar geworden, zeker als er met het toestel iets digitaal kan worden gedaan: de taal die dan gebezigd wordt is soms raadselachtig en te weinig wordt rekening gehouden met het feit dat een groot deel van de bevolking een andere "taal" spreekt.

Na enig onderzoek bleek een bug een "fout" te zijn en daarnaast stond er nog dat er aan het verhelpen van de fout naarstig werd gewerkt en inmiddels blijkt inderdaad de vlek te zijn weggewerkt: de berichten komen weer aan op het blog.

Dat neemt niet weg dat ik absoluut niet begrijp waarom een fout zo raadselachting bug moet worden genoemd; welke diepgaande gedachte zit hier toch achter?

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr aug 03, 2012 6:24 am

240 lege drinkglazen, reclamemateriaal, weegt ongeveer 360 kilo, de waarde is weinig, er zat een factuur bij met een bedrag van vijf euro er op, de Zwitserse douane, ze kennen er wat van.

Het gebeurt niet vaak dat ik ruim dertig meeltjes krijg op een drie-letterwoord, iedereen schijnt zich er tegenaan te willen bemoeien, onderhand weet ik het wel, een bug is dus, letterlijk vertaald, een vlieg, luis, kever, in ieder geval een klein, vaak naargeestig, beestje.

Vanuit het Zwarte Woud zakte ik af naar de bovenloop van de Rijn, de grens, jawel, grenzen bestaan nog, en vandaag bleek maar hoe komisch zo'n grens kan zijn, met zwaarwegende beambten, dounaniers genaamd.


Eén iemand wees mij er op dat het helemaal geen nieuw woord is, maar reeds om en nabij de Tweede Wereldoorlog al werd gebruikt als benaming voor een radarstoring, een ander wist te vertellen dat, toen compjoeters nog heel groot waren, muggen inwendige storingen konden veroorzaken en ik bedacht zelf dat die keverachtige voertuigen waarmee men nageslacht mee voortrolt daarom dus voor buggys worden uitgemaakt. Het laat onverlet dat het een reeds jarenlang gebezigd woord is dat ik natuurlijk had moeten kennen, vaktaal ook, zoals, en ook daar wees iemand mij op, overal vaktaal bij wordt gebruikt, zoals men bij een slecht
startende automotor te horen kan krijgen dat het de ontsteking is. Een medicus zou de neiging krijgen het voertuig dan immers meteen van anti-biotica te willen voorzien.

Na de grens toog ik eerst naar Luzern, juist, om de hiervoren genoemde glazen af te leveren, maar daarna snorde ik vol goede moed weer eens de Grimsel op, en bovenop bleef ik staan, het was immers etenstijd en daarom haalde ik van achter uit de kar het rijwiel en snorde eerst naar de zuidkant, liet me een weinig naar benedenrollen voor een goed uitzicht op de Furka en de Rhônegletsjer; aldaar nam ik wat mooie kiekjes.

Goederen van weinig waarde worden niet "ingeklaard", in onderhavig geval: zaten in het voertuig 30 pallets met lege glazen, zijnde een waarde van, pakweg, 3.000 euro, is de afzende vrijgesteld tot het betalen van de BTW in eigen land (of land van herkomst) en is men in Zwitserland BTW over 3.000 euro verschuldigd, al gouw een bedrag van 500 euro, maar het behoeft geen verder uitleg dat de meeste bedragen er ver boven liggen. Kortom, heeft men een paar boeken, een stapeltje posters, of, zoals ik vandaag, een paar dozen met glazen promotiemateriaal, dan hoeft niet te worden ingeklaard.

Na de foto's stapte ik op de fiets en snorde een paar honderd meters naar boven en daarbij reed ik enkele zwoegende medefietsers, die van geheel beneden kwamen, voorbij, reed fluitend langs het meer op de top en dook aan gene zijde ook weer even een klien stukje naar beneê en tijdens deze -korte- rit werd ik gadegeslagen door een menigte verbijsterende toeristen en enkelen daarvan moesten en zouden van mij een foto hebben met sneeuw op de achtergrond, intussen aan mij vragend of het wel lekker fietste met die klompen op de trappers: ik vermoed dat ik vandaag op de Grimsel het meest gefotografeerde object ben geweest.

Gratis invoer van de glazen, denk je dan, maar zo eenvoudig zit de wereld van de grenzen nu ook weer niet in elkaar, er bestond nog een andere regel, een regel die betrekking had op het gewicht van de BTW-vrije import.

Na een uurtje had ik het wel gezien vanaf de Grimsel, ik dook de diepte weer in, na een lange afdaling kwam ik aan in Brig, waarna ik de Simplon op- en overstak, rond vieren reed ik, wat sommige collega's Het Beloofde Land noemen, in, Italië, het was, en is, er snikheet, rond dit middennachtelijke uur, hier in Carisio, het eindpunt vandaag, nog steeds 30 plus.

Ware de btw over de waarde, dus over vijf euro, nauwelijks één euro, thans echter, omdat het btw-vrij is, 15 franken per honderd kilo, afgerond naar boven naar een honderdtal, vier keer 15 franken, afgerond en omgerekend, 50 euro: volgens mij zit er een joekel van een bug in de Zwitserse douanevoorschriften.

Of is de bug hier misplaatst?

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr aug 03, 2012 6:26 am

Nee, je kunt Wagner veel verwijten, dat hij de muziek op het verkeerde been zette of dat hij antisemiet was, maar je kunt hem niet de schuld geven van de holocaust tijdens de nazi-tijd: hij was immers al 50 jaar overleden.

Gisteren vertrok ik uit Carisio, de nacht was warm, erg warm geweest, niet onder de 30 graden, en reed naar de laatste klant te Leini', ooit de eerste Italiaanse bestemming van het transportbedrijf waar ik voor rijd en reeds voor negenen reed ik er weg, leeg, op weg naar het teruglaadadres.

Trouwens, de meesten waren, destijds, vergiftigd met het gif van het antisemitisme, sterker nog, veel mensen zijn het nog steeds en dat zal, zolang deze wereld bestaat, wel niet anders worden; Sarasto wordt immers gehaat zonder oorzaak.

Op weg dus, weer naar Canelli waar ik om even voor elven aan kwam en te horen kreeg dat men om twee uur zou beginnen met laden, drie uur wachten dus, en dus weer tijd voor een tocht op de Harley, de Harley Trapson en ik besloot in smoorhitte naar Nizza te trappen: iedereen heeft zo zijn eigenaardigheden.

Op afschuwelijke wijze hebben Hitler en zijn trawanten de muziek van Wagner misbruikt, vooral Siegfried in de Nibelungen, en waar dat toe heeft geleid heeft de geschiedenis wel duidelijk gemaakt: niemand rooft ongestraft andermans muziek, zelfs niet die van Wagner, voor eigen ideologie.

Er zaten twee noemenswaardige hellinkjes in, de tocht was ruim twintig kilometer en terug kwam ik over een doodstil "b"-weggetje vol met prachtig in bloei staande heesters, langs keurig geschoren wijngaarden en net gemaaide korenvelden en alles liet steeds andere geur en aroma ruiken. Diverse vogels trokken mijn aandacht, één keer zag ik een boomstambruin kraaiachtig dier met pikzwarte vleugels en ik vroeg me af wat soort het zou zijn.

Aan het einde van zijn leven componeerde de inmiddels stokdove Ludwig zijn negende, zijn negende symfonie, het zou zijn laatste zijn, maar ook zijn eerste waarin hij in het laatste deel een vocaal door weefde.

Net voor twee uur was ik terug bij het voertuig en niet lang daarna kreeg ik de bubs er in, en toen op weg, eerst uit de heuvels en toen langs Asti recht naar het noorden. Dit keer reed ik bij Vercelli niet de snelweg op, maar ging nog een stuk verder door over de strada statele, door Santhia' en langs het geheimzinnige meer van Viverone, zo op Ivrea aan, ook weer een eeuwenoud stadje met een silhouet van kantelen.

Doorgaans bestond een symfonie uit vier delen, instrumentale delen, een snel deel, allegro, daarna een langzaam deel, een andante, dan een kort menuet en vervolgens weer een snel deel, sneller vaak als het eerste, allegro molto, bijvoorbeeld, maar in de negende brak Beethoven met dit systeem door het menuet op de tweede en de andante als derde deel te plaatsen, maar vooral een koor, samen met tenor, bariton, sopraan en mezzosopraan in het laatste deel te componeren was bijna schokkend voor die tijd: Beethoven, de dove Beethoven, schrok er niet voor terug.

Na Ivrea snelde ik nog even door tot Quincinetto en daar snorde ik verder via de snelweg, tot Aosta. Verder kon niet, want vanmorgen moest ik er eerst een "transit"-document laten maken.

Alweer: de geschiedenis leert dat de mens totaal niets leert van zijn geschiedenis, voornamelijk omdat men zijn geschiedenis niet eens kent, zo ook de leiders van het schijnheilige Europese rijk, men steekt zijn handen uit, onwelgevoegelijk.

En vanmorgen werd dat document ook gemaakt, waarna ik weer op weg ging, en, net zoals de vorige keren, eindigde in Noord-Luixemburg. Onderweg zette ik, terloops, een CD op, van Luidwigs negende en uitgevoerd onder leiding van Bruno Walter, een oude opname uit 1947, (eentje waar je soms nog een parmantige dame door de muziek hoort kuggen) de andante daarvan doet mij steeds opnieuw onroeren, het verlangen in de klanken, de opstandigheid die soms de kop op steekt en daarna het vierde deel, het waagstuk dat je diverse keren moet horen wil je het ook maar enigszins kunnen begrijpen: klanken van een genie, en nog wel een genie die het zelf nooit -fysiek- heeft gehoord!

Afschuwelijk, dat het Europa van nu de euvele moed heeft gehad en zijn handen heeft uitgestrekt om ongevraagd deze muziek tot eigen eer en meerdere glorie te roven en als volkslied te proclameren: waar zal dit eindigen!

Wie de tekst goed kent, ziet direct dat het hier een grove schending is van datgene waar Beethoven voor stond, het is blasphemie in optima forma en deze schending zal niet zonder gevolgen blijven. Muziek en lied, geroofd van diegene die daar onmiddellijk zou hebben tegen geprotesteerd; Ode an der Freude als Europees volkslied, laat me niet lachen. Dat is werkelijk een bug over Beethoven.


Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo aug 15, 2012 6:51 pm

Dat was even op de tanden bijten, vrijdag, maar ook wel weer leuk; de "drie", vanaf Regensburg naar Keulen, via Nürnberg en Würzburg, hoe vaak reed ik dat vroeger al niet, ooit kende ik elke afslag, als de boeken van de bijbel, bij name én in de juiste volgorde, reed er soms drie keer per week!!

Meteen is het ook te horen, de Metamorfose, de wedergeboorte, in de zesde, meteen: hij, Ludwig, lijkt zich gewonnen te geven en overwint daarmee zichzelf, verzoent zich, zo goed en kwaad mogelijk, met zijn lot, hij schrijft de liefelijke Pastorale.

Drie keer per week naar Passau, of Linz, maar ook drie keer per week naar Wenen, dat was ooit mijn lot. Het was toen afzien, zeker, en ik vermoed, achteraf, dat ik menig uur slapend heb afgelegd, dat kon toen, want 's nachts was er toch niemand.

Ontwaken van vrolijke gevoelens bij aankomst op het land, zo noemde de grote meester het eerste deel van de zesde, en dat is ook te horen. En dan: nog iets merkwaardigs, Beethoven hield van de natuur, iets, dat voor zijn tijd tamelijk ongewoon was: natuur was chaos, daar hield je je verre van.

Zo verafschuwde Mozart de natuur, in die zin, dat natuur alleen te verstaan was, en dus alleen mooi kon wezen, indien ze was gecultifeert. Reizigers reden in het algemeen per koets met geblindeerde ramen, naar de natuur keek je niet eens.
Het ging niet om natuur, maar om cultuur en Beethoven breekt, als één van de weinigen en als één van de eersten, met deze traditie: hij ziet de schoonheid van de ongerepte natuur.

Overdag echter reden er natuurlijk wel auto's. Én vrachtverkeer, zeker: tussen Keulen en Frankfurt waren drie op de vier vrachtwagens van Nederlandse herkomst. Drie van de vier!

Na een prachtig eerste deel volgt een weemoedig, rustig een ademgevend deel, Scéne bij een beek genoemd, Beethoven lijkt opeens alles anders te zien, lijkt een andere levenbril te hebben gekregen.

Maar nu, tegenwoordig, vanaf Neurenberg had ik goed opgelet, de meest vreemde namen staan op de opleggers geschreven, en als er dan al een bekende Nederlandse naam voorbij kwam, reed er een truck met witte kentekenplaten voor, meestal Polen, maar ook Slowaken, Hon- en Bulgaren, maar geen Nederlander.

Dan, weer een prachtig allegro, met enorme variatie, met veel durf en ritmiek, een onweerstaanbare fagot, de meester kan het leven echt weer aan, een vrolijk samenzijn van landmensen schreef hij er boven en wie dat deel niet weet te waarderen moet wel ver verwijderd zijn van elk muzikaliteitsbesef.

Zegge en schrijve: drie, niet meer dan drie echt Nederlandse voertuigen zag ik vrijdag tussen Neurenberg en Keulen, niet meer dan drie! Europees beleid heeft flink aan de nederlandse transportpoten gezaagd, en met succes! En wat daarvan het ergste is: de slavernij keerde er mee terug.

Een vierde deel volgt, Beethoven beeldde er met tonen een onweer en storm mee uit, zoals Rossini in zijn ouverture Wilhelm Tell en ook anderen waagden een muzikale poging, maar de ondoorgrondelijke en onnavolgbare professionaliteit die Beethoven is dit vierde deel aan ons ten gehore meedeelt, is toch ongeëvenaard; niemand voor hem heeft zulks geraffineerds geschreven en nooit zal er iemand na hem opstaan die hem dat verbeteren kan: het is de uitbeelding van storm en onweder in grootste grootheid.

Hoe ik het bedoel? Vrouwen en pakistaners moeten maar vanaf 1 september met 50 procent op hun salaris worden gekort, een absurd voorstel?

Ja, een absurd voorstel, en louter als metafoor bedoelt, maar dát is hetgeen thans in het barbaarse Europa aan het gebeuren is. Onder uw en mijn ogen! We zien het, kijken er naar, en laten het gewoon gebeuren! Ons nageslacht zal ons er om vervloeken!

Het zijn echter niet vrouwen en pakistaners, maar Bul- en Hongaren, polen en Roemenen die op schandelijke wijze worden uitgebuit en uitgeknepen, het is sociale discriminatie van het ergste soort!
Even terug naar de drie op de vier, en nu slechts drie Nederlanders op de snelweg, waar zijn ze gebleven?

Juist ja, "vervangen" door chauffeurs van elders, die voor geen 50 procent, maar voor 75 procent en minder salaris hetzelfde werk moeten doen, sociale dumping, lui zonder uitzicht op een fatsoenlijke toekomst! Zes weken en meer van huiis zonder geld voor een douche, zonder geld voor een fatsoenlijke maaltijd!

Vreugde en dankbare gevoelens na de storm, zo heet het laatste deel, een deel waar de melancholiek de boventoon voert, en met onuitsprekelijk verlangen zingt de toondichter zijn muziek. Wat over blijft is het hemelse verlangen naar een hemelse werkelijkheid, te horen in de allerlaatste strofen, dan eindigt het gedicht, als een vredige rivier die uitmond in de eeuwige oceaan, ik luisterde er onderweg, tussen Arnhem en Neurenberg, meerdere keren naar en ik begrijp opeens het fenomeen: na de doortocht van de vijfde volgt ooit een zesde.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo aug 15, 2012 6:51 pm

De slootkant staat vol met Lisdode en inmiddels hebben zich enorme sigaren gevormd, en in het morgenduister hoorde ik geen kikkers meer toen ik mij naar het Dafje spoedde; wel vestigde ik mijn blik naar het noorden, ik zocht naar de giraffe en de vissen, niet gemakkelijk vanwege de lichtvervuiling, maar toch nam ik in een paar minuten nog twee vallende sterren waar; rond deze dagen keert de jaarlijkse kometenregen terug.

Eerst naar de thuisbasis, Amsterdam, lossen, en dan weer laden, voor Machelen, een plaats ten noorden en onder de rook van Brussel, bij nader inzien in een gribusbuurt, straten met kinderkopjes, aan de achterkant van de voormalige Renaultfabriek, rond de middag was ik van de eerste vracht deze week af waarna ik terug reed naar Tilburg.

Een aardige etappe, terug naar Antwerpen, de snelweg op richting Eindhoven en er af in Beerse, dan over een klein, smal ophaalbruggetje naar Merkseplas en vervolgens via Baarle- Hertog cq Nassau naar Tilburg waar ze maar wat blij waren met mijn komst.

Aldaar de pakjes er in, pakjes, wat heet, 24 grote paletten, 24.000 kilo, en daarna vertrok ik, weer eens naar de Franse republiek en dit keer reed ik eens langs het stadje waar, volgens mij, Lambiek en Sidonia hebben gewoont en dan beseft de oplettende lezer dat het natuurlijk Turnhout betreft.

Onder een bedompte hemel ging ik verder, Gent, Lille en reed zo dikke wolken tegemoet waar opeens een enorme stortregen uit voortkam, maar daarna brak in het westen een vaalbleek zonnetje door.

Het duurde tot vlak voor Amiens toen ik er mee stopte, en bovendien was het al tamelijk laat en begon ik te gapen, dus toen ik een geschikte plek zag, parkeerde ik het Dafje subiet. Morgen gaan we weer een dag vol met kilometers stoppen.

Inmiddels speur ik de hemel af, de wolken weken reeds in het westen en noordelijk, vormen jupiter en venus bijna één ster, ik formuleer een wens, tevergeefs, want ik neem geen vallende ster meer waar.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo aug 15, 2012 6:52 pm

Heerlijk scheen de zon in de betoverde omgeving, tussen de takken van de vogellijmvolle bomen door, klaterend op het water van de Loire dat weer heerlijk warm door de voorruit naar binnen kwam en uit de speakers klonk de zomer, de zomer van Vivaldi.

Na negen rusturen vertrok ik maar weer, over vertrouwde wegen, Amiens, Poix de picardië en daarna de prachtige weg naar Les Andelys, door heerlijk ruikende en geschoren stokbroodvelden door, velden waar nu, vaak, in grote getale enorme hooirollen te zien zijn, en soms ook enorme stobalen, als duploblokjes verspreid over de akkers.

Alles en overal was het verlaten, maar het leek alsof iedere boom langs de oever tot mij sprak, achter het voertuig wiekten nog oude herfstbladeren op, deemoedig onderging ik de weg langs de Loire, ik begon het bos, de rivier, de uitgestrekte velden, de blauwe lucht, de trekkende wolken, de bloemenkleuren en het gezang van vogels enigszins te begrijpen en ik voelde "verblijf met Mij heden even in het paradijs".

Vanuit het noord-oosten wierp het zonlicht een oranje gloed over de velden, het leek alles goud wat er blonk en als zodanig voortrijden ervaarde ik als een waar genoegen; ik voelde mij als een in goudstukken zwemmende Dagobert.

Ergens tussen Varades en Ingrandes, een Auberge waar ik om een sandwich camambert verzocht die voor één frank vijftig voor mij werd vervaardigd, hier, in februari, terwijl het thuis nog vroor, was het reeds lente, en hier, hier was je weg, afgesloten van elke elders en alleen de weinige wegen zorgden voor een summiere verbinding met het ginder.

Voort ging ik, ik wilde immers vandaag nog lossen, stak de Seine over, op weg naar de andere grote Franse rivier, toch wel een aanzienlijk traject, Evreux, Verneuil, Alençon en Le Mans, dan ben je wel over de helft.

Mijn baard was nog zwart en Frankrijk was toen nog Frans en ook de Fransen waren Frans; dat zijn ze nu nog steeds, maar alleen willen ze dat niet meer zijn, niet meer weten, erger nog, op hun oerfranse wijze weerstaan ze het Frans zijn waardoor ze eigenlijk Franser worden dan ooit: rare jongens, die Fransen.

Door de bossen naar La Fléche, Baugé en dan bij Saumur de brug van de Loire over, op weg naar de eindbestemming, Cholet, waar ik rond drie uur in de middag aankwam. Cholet, ooit een liefelijk mooi stadje, gevrijwaard van elk modernisme, gelegen in een dalkom, je kwam er destijds dwars doorheen.

Vier keer per week kwam ik hier langs, een jaar lang, twee keer op de heen- en twee keer op de terugweg, de hele omtrek speurde ik af, kende vrijwel elke bocht, was de enige die hier kwam, geen Nederlander, nauwelijks een Fransman, en verder niets, Angers was nog maar een dorpje waar je in nog geen twee minuten doorheen reed en op de heenweg was het eigenlijk altijd nacht.

Rond Cholet kwam rondom op de rondliggende heuvels, een rondweg, en later zelfs een heuse snelweg terwijl hoog rond de rondweg de meest afschuwelijke bouwsels verschenen, immense supermarktgebouwen, misstaande industriepanden, alles lelijk, zó lelijk, Cholet, waar is je schoonheid gebleven?

Toen was het prille ervaring, de eerste jaren en ik meende dat het nooit zou veranderen, in ieder geval niet zo drastisch, een misrekening naar later bleek, en zeker hier, een metamorfose vond plaats, nergens meer alleen op de weg, de kalme gesloten werkelijkheid maakte plaats voor ontsloten drukte, tussen 1974 en 2012 liggen bijna veertig jaren.

Het lossen ging vrij vlot en ik ging op zoek naar een aangename stek en vond die op een alleen door twee bruggen verbonden eiland in de Loire, vlak tegenover Varades waardoor talloze herinneringen weer boven kwamen en besef de bijna grenzeloze indrukken die hier in de loop der jaren bij mij binnen stroomden terwijl ik in de avondschemer een magnifiek gezicht heb op het verlichte kasteel van Saint-Florent-le-Vieil en die daardoor de herinneringen nog voorzien van een extra tintje.

Herinneringen en ervaringen die ik nauwelijks meer kan delen met beroepskornuiten, ze zijn immers bijna allen jonger, en hoe ouder je wordt, hoe meer en meer je je eigen geschiedenis alleen moet dragen, hoe meer het gepasseerde verleden van mij een alleenstaande maakt.

Vanaf gene zijde hoor ik zingen, het bos, de rivier, de uitgestrekte velden, de blauwe lucht, de trekkende wolken, de bloemenkleuren en het gezang van vogels, het paradijsverlangen, ach wanneer? Wanneer begrijp ik ten volle?

En opeens lijkt het wel wat op die tijd van weleer, toen ik hier nog zo naïef en zorgeloos rond reed, maar nu met grijze baard.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » ma aug 20, 2012 5:04 pm

Duizendmiljoenen sterren, vanwege het weinige licht zag ik veel, de lijn van de melkwegnevel was duidelijk waarneembaar en in het noorden nog steeds zo af en toe een valster, wederom een adembenemend schouwspel en in die vroegte vertrok ik die morgen.

De meesten van mijn collega's kennen het wel, net na de Pont de Tancarville, tot voor "kort" de voornaamste doorgang van Picardië naar Normandië. Tegenwoordig is de Pont de Normandie bij Le Havre meer belangrijk.

Vanaf Varades recht naar het noorden, beetje westelijk zelfs, na een eerste, kronkelig, begin kaarsrechte lange wegen die je eindeloos lijkt af te kijken, langs de grens van het officiële Bretagne, misschien nog net Vendée, of toch al Normandië, reeds voor Laval lees ik departement Mayenne, een niet al te bekende streek.

Vanaf de Pont de Tancarville rijdt je door het dal van de Seine en als je richting Caen gaat zie je links een stijle rotswand, altijd prachtig om langs te rijden, iedere keer weer. Indrukwekkend; op het plateau, aan het begin, een oude vuurbaak, een "phare", meestal wordt dat over het hoofd gezien; ook door collegé.

Mayenne zelf kom je deels nog door, reed verder naar het noordwesten, Domfront, nog net daar voor schoot ik westelijk een landweg in, op weg tussen appel- en peergaarden naar een adres, een zogenoemd ophaaladres, het bleek een grote boerderij te zijn.
Herstel: of jonge collega's het weten, betwijfel ik, maar de ouderen zeker wel, langs de stijle rotswand opeens een grote parkeerplaats met daarbij een klein gebouwtje met puntdak, een bijzonder uitziende pleisterplaats, een "Relais".

Intussen overdenk ik de gaarden, schreef ik het wel goed? Is het niet: appels- en perengaarden?


Cider, voornamelijk appelcider, maar ook perencider zijn producten uit de streek, een licht alcoholische drank, nooit vond ik het lekker. En calvados, zeg maar een "cognac" vervaardigd met en uit appels, naast "fromage" is Normadië er beroemd mee geworden en naar de sterke drank werd zelfs een departement vernoemd. Het waren ook de producten die de boer vervaardigde en na het laden snorde ik verder, via La Fleche en Caen richting Nederland


Ooit was het een bekende pleisterplaats, het stond er vol met camions, Fransen, Belgen en Nederlanders, het was er goed slapen, goed douchen en goed eten, kortom, goed toeven, zo, langs de doorgaande weg naar het zuidwesten, naar, ondermeer, Bretange: iedereen kón die tent gewoon!

Is het soms ook Appels-cha of Appel-scha, en, zo er dan eenzelfde naam in peer of peren bestond: Peer-cha of Peren-cha, Peer-scha of Peren-scha??

Net rond de middag kwam ik er langs, er stonden wat luxe auto's, het bleek open, maar de grote parkeerplaats was afgezet met grote betonnen bloembakken waar tussendoor alleen personenvoertuigen konden, maar ernaast was nog een plek waar een aantal trucks zouden kunnen staan: ik besloot tot een tussenstop.

Jaren gingen voorbij, de hoofdweg verloor zijn functie aan de snelweg, aan de Pont de Normandie, steeds minder trucks legen bij het "relais" aan. Bovendien kwamen er langzaam maar zeker andere trucks op de weg die de neringdoende niet bezochten, eenvoudig weg omdat daar bij hun geen geld voor werd weggelegd, de Polen, Roemen en anderen, de routier ging dicht, kwam leeg te staan, een aantal jaren.

Vreemd hoor, bij nader inzien blijkt het Perengaard en Appelgaard te zijn, waarom bij de één het meervoudig, en bij de ander het enkelvoudig woord?

Klaarblijkelijk had het weer een bestemming, echter niet meer als routier, binnen was het er deftig, alles tot in de puntjes vernieuwd, niets wees er meer op dat hier nog truckers kwamen, het straalde hoogwaardigheid uit en het enige wat bleef was de naam, restaurant du phare.

Wijngaard, kijk, daar kun je mee leven, want wijn is, net zoals melk, reeds enkel- en meervoud, hoewel het woord wijnen bij sommige wijnhandelaren wel zijn intrede deed (en waarom dan niet wijnenhandel gebezigd?).


Toch wilde ik er nog één keer even goed toeven, ik zag "selle de Agneau" staan, iets van schaap dus, en toen er ook nog knoflook bij stond, was ik verkocht: ik liet het gerecht aanrukken.

"Selle" bleek een soort biefstuk te zijn, en, het moet gezegd, ook hier weer de goede kant van de Franse keuken, werkelijk heaute quisine, lekker, niet te veel, ik genoot weer eens van het kostlijk maal.

Na een drie kwartier weer verder, mijn stemming had het midden tussen droef en melangonisch, in mijn rechterspiegel verdween de teloorgegane routier, de Pont de Tancarville kwam al spoedig in zicht en daarna doorkruiste ik Picardië via Abbeville waarna ik langs Hesdin en Douvrin de reis naar nederland af maakte.

Perengaard en appelgaard, ach, je moet eigenlijk nooit appels met peren vergelijken, ook niet als het gaarden zijn.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo aug 22, 2012 7:36 am

Stonden de sigaren van de Lisdode er vrijdagmiddag nog zo mooi bij, toen ik er in de vroege morgen langskwam, bleek alles verdwenen: met grof geschut had men de hele sloot gesnoeid, niet één rietstengel bleef staan.

De afgelopen dag kwam ik er langs, meerdere keren, de bomen stonden steeds op gelijke afstand, de ene keer tien, bij een ander traject wat meer of minder, maar de onderlinge afstand blijkt steeds gelijk.

Altijd lekker om meteen naar de verte te kunnen vertrekken, vroeg, om de verkeersdrukte overal voor te zijn, het begin van de route is bekend, op weg naar het oosten, via Venlo, Frankfurt, Lohr am Main en Bamberg, twee weken terug reed ik ongeveer dezelfde route.

Maar het gekke is, als je over zo'n weg komt, dat de eerste afstand tussen de twee onderlinge bomen langer lijkt dan tussen de twee volgende onderlinge bomen en de afstand daarna nóg wat korter: de gelijke afstand tussen de afzonderlijke bomen wordt steeds korter naarmate ze verder van je af staan.


Vanaf Frankfurt eigenlijk steeds door het stroomgebied van de Main; na Bayreuth slinger je nog steeds over de Witte Main heen en weer, je klimt er naar ruim zevenhonderd meter. Vanaf de top ontspringt aan gene zijde de Eger, het eerste rivierje waarvan het water uiteindelijk zal afvloeien in de Zwarte Zee: vanaf daar bevind ik mij in dat stroomgebied.

Waarom toch, waarom zie ik die gelijke afstanden niet gelijk? Bij een lange rij bomen zie ik aan het einde zelfs geen afstand meer, het is alsof er tussen de bomen geen enkele afstand meer in zit: en is iets eigenaardigs met onze blik.

Na de afdaling overschreed ik de Tsjechische grens, reed de oude weg van Pomezi naar Cheb, Cheb, door de Duitsers naar het riviertje genoemd, Eger, de Tsjechen noemen het de Ohri, ik kom dwars door het vriendelijke stadje dat op de landkaart als een soort pukkel op de neus helemaal aan het begin van het land ligt, het begin dat zich diep als een speerpunt, als een neus, in Duitsland uitstrekt.

Zo gaat dat kennelijk met onze blik: we menen die te werpen, naar de bomen, naar elkander, naar alles om ons heen, naar de steeds korter lijkende afstand, maar we blikken niet, we werpen niet, dat denken we maar, vandaar dat we de gelijke afstand steeds korter zien.

Na Cheb duurde het niet lang meer voordat mijn rij-tijd op was, ik kon nog komen tot aan Ostrov en inmiddels was de temperatuur tot een dikke 35 opgelopen, best lekker als je, zoals ik, van de warmte houd.

Nee, onze ogen werpen geen blik op de dingen, want dan zou de afstand meteen als gelijk worden gezien en niet alleen de afstand, ook de kleuren om ons heen zouden als gelijk worden gezien, edoch: onze ogen werpen niet, werpen helemaal niets, maar ontvangen, ontvangen datgene wat er gezien wordt, en daarom ziet het ontvangende oog een variatie, een oneindige variatie, variatie in afstand, in kleuren, een variatie die er helemaal niet blijkt te zijn en dat is weer zo'n wonder van het bestaan.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo aug 22, 2012 7:38 am

In het aardedonker vertrok ik weer, het was flink afgekoeld, regen alom, alles geurde en op de stille, donkere weg naar Nepomuk had ik vanwege de afwezigheid van kunstlicht goed zicht.

Het is als met grijs worden: sommigen worden het nooit, of héél laat, anderen krijgen de kans niet, want het haar verdween, anderen grijzen vroeg, soms te vroeg, en alles wat er tussen zit.

Goed zicht op het weerlichten in gindse bergen rechts en ten zuiden van mij, in het Bohemenwoud rolde de donder angstaanjagend rond, enorme lange horizontale flitsen, soms tientallen kilometers, dan weer verticaal, en soms terugflitsend vanaf de aarde, de regen maakte de weg glibberig.

Traag werd het licht, de schemer duurde lang, het land onderging een metamorfose, in Blatná even voor een zwarte koffie gestopt en niet lang daarna kwam Písek in zicht, de regen hield aan, maar minderde wel inmiddels.

Hoog in de bergen vergeelt blad eerder, en ook sommige populieren en eiken gelen vroeg, maakt niet uit waar ze staan, andere bomen vergelen nooit.


Tábor volgde, wat genoot ik weer van de omgeving, zeker in deze tijd van het jaar, het was druk op de weg naar Soběslav, maar toen ik de weg naar Jindřichuv-Hradec opging was alle drukte weer over, een landschap met heuvels, akkers, bossen en stilte had de overhand, langs de wegen appelbomen, ontelbare appelbomen, nu vol met fruit, rijp fruit.

Telč volgde, ongeveer de grens van Bohemen en Moravië, en daarna Třebič, de stad waar even ten noorden daarvan Ludvík Svoboda werd geboren, de generaal die in de Praagse lente een opmerkelijke rol speelde, weliswaar Alexander Dubček en Josef Smrkovský uit Moskou vrij kreeg, maar de inval op 21 augustus 1968 niet kon verhinderen waardoor toen op de lente ijzige winter volgde.

Het werd steeds droger, aan de horizon zag ik roodrose licht, dat beloofde goeds, het werd ook warmer en zo volgde Náměšť en Rosice, dra kwam ik langs de zuidkant van Brno, het oude Brün, waarbij je een uiitzicht hebt op welhaast monsterlijke socialistische stadsbouw, enorme groepen hoogbouw, en toch heeft dat zicht wel wat.

Zo vergaat het, net als de mensen, ook de bomen, niet één is gelijk, allen vergelen op hun eigen tijd.

Bij Šlapanice wilde ik van de snelweg af die ik bij Rocise op kwam, maar dat ging niet, zodat ik een afslag later, bij de vlakte van Austerliz, de vlakte waar ooit een slag werd geleverd, af ging en niet lang daarna kwam Slavkov in zicht.

De weg naar Uherské Hradiště ging over een flinke hoogte, vandaar kwam ik weer in het dal van de prachtige Morava, even vóór Otrokovice liep ik bij de Nederlandse kaasboer binnen, een winkeltje dat ik op een vorige reis ontdekte; ik kocht er echter een klein stukje Slowaakse kaas.

Het zag er even naar uit dat de zon zou doorbreken, maar toch niet, het wolkendek werd alleen maar dikker terwijl het flink benauwd werd, de temperatuur steeg, bleef in ieder geval hoog.

Het lossen ging snel, zoals altijd, hier, in Otrocovice, waarna ik een stoppauze inlaste. Stoppen, alleen voor het Dafje, want zelf nam ik de fiets en trapte er mee naar het verderop gelegen Zlín, dat, zo vertelde ik reeds ruim geleden, een tijdje Gotwaldov heeft geheten en waar Thomas Batá ver voor de Tweede Wereldoorlog zijn schoenenimperium begon, ik nam, tegenover het "Obuv"museum (schoenenmuseum), een foto van zijn standbeeld en fietste weer terug, vlak bij het Dafje voelde ik enkele spetters.

In deze omgeving lijken de steden nauwelijks een oude kern te hebben, wellicht hebben destijds overijverige socialistische stadsambtenaren alles laten slopen en "nieuw" gebouwd, maar Otrokovice, Zlín en ook andere stadjes hebben nauwelijks een echt "centrum", ik zocht er naar, maar vond niets.

Nog twee uur kon ik snorren, dus de fiets ging weer in de kar en vertrok, eerst richting Slowakije, dan langs de grens omhoog, Vizovicé, Vsetín, een weg dwars door de heuvels van Moravië, links en recht bloeiende Spirea en Astilbe, en hier, hier zag ik de eerste bomen dit jaar. De eerste bomen met een lichte gele herfstkleur, eiken vooral, maar ook een paar essen.

Ook deze weg weer verkeersluw, en zo kwam ik in Valašske-Meziříčí (hoe zou je dat toch moeten uitspreken?), een behoorlijk grote stad, maar volslagen onbekend.

Vandaar volgde nog een aardig traject naar Nový Jičín en daarmee kwam ik dan Silees Moravië binnen, ging nog even rechts af naar Přibor (spreek uit: Pzibor) en aldaar bleef ik staan.

In de avonduren tracht ik zoveel mogelijk van de reis voor mij te halen, de gedachten zijn niet aan te slepen, de dag was weer een waar genoegen.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di aug 28, 2012 6:39 am

Het zat er snel in, daar in Schkopau, net onder Halle, waarna ik de weg naar huis nam: onderwijl had ik intensief nagedacht over het zien, het waarnemen en kijken: hoeveel blikken ontvangen wij dagelijks?

Van Halle an der Saale naar Nederland is betrekkelijk saai, vooral het traject Kassel-Dortmund, afzien dus, twee uur, maar daarna is het niet lang meer naar huis; tenminste: zonder pech of ander ongerief.

Elke blik die we ontvingen, ligt achter ons, is voorbij, de voorbije blik, het is direct slechts herinnering: we leven in ogenblikjes achtereen, niet zodra ontvingen wij, of de blik is reeds voorbij, in feite bestaat zij in de werkelijkheid niet meer.

Niet ver voor Oberhaussen; zit ik weer eens even op de snelweg, en ja hoor: een file, en wat voor één: drie rijen dik, voetje voor voetje, uiteindelijk een uur lang volledige stilstand en geen ogenblik meer verder.

Van de ogenblikken die nog komen ontvingen wij nog niets, geen enkele blik wordt ons gegund, hooguit fantaseren wij daarover, maar bijkans altijd vergaat het ons anders dan wij dachten, anders dan wij wensten vaak, geen enkel gedacht moment komt overeen indien het ogenblik daar is, Mozart vertolkte dit alles zo prachtig in De Toverfluit.

Nadat de file voorbij was, duurde het niet lang meer of ik kwam in Nederland aan. De vracht was voor Gouda bestemd, de klant bleek niet ver van het centrum onderaan een dijk te zitten: achteruit met veertig ton de dijkhelling af; dat is altijd wel spannend, het brave oude Dafje steunde en kraakte enigszins.

Wie de ouverture van De Zauberflöte van Mozart kent, zal het herkennen, de snelle noten achtereen, het is het leven in de tijd, het leven in kleine ogenblikjes achtereen, het ene ogenblik komt, en meteen verdwijnt het en wordt vervangen door een nieuw ogenblik.

De rest van de werkweek verliep soepeltjes, laden in de Moerdijk, lossen en laden in Amsterdam, in de avonduren weer thuis, gereed voor de komende week.

Midden tussen al die ogenblikjes achtereen hoor je het opeens, verrassend, Mozart wist het prachtig uit te drukken, drie keer, de drie klaroenstoten der eeuwigheid temidden van de onstuimig voortrazende ogenblikken.

Maar daarna gaat met een onverminderd allegro de tijd weer verder, ook Mozart wist het: voorlopig is de enige werkelijkheid die wij kennen datgene wat we in een oogwenk ontvangen, de blik dat we in één secondeonderdeel ontvangen, de ogenblik. De rest is direct geschiedenis, gestorven in het voorbij. Wat overblijft is herinnering van slechts hier een daar een ogenblik, de niet geherinnerde ogenblikken verdwijnen in een eeuwig niets, worden ongekende ogenblikken, niemand weet ze meer, men kent en vindt die ogenblik niet meer.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di aug 28, 2012 6:40 am

Het kwam doordat we de Floriade bezochten, de bloemen- en tuinbouwtentoonstelling in Venlo, een omvangrijk, elke tien jaar gehouden, fenomeen van grote klasse, vanaf 1972 heb ik ze allen bezocht, sommigen zelfs meerdere keren, in elk stadium van mijn leven dus eentje.

Er viel mij tijdens het rondwandelen iets op, duidelijk iets op waardoor ik, en nog wel in Venlo, een conclusie trok: de o zo geprezen intergratie is mislukt, de geforceerde intergratie heeft, zoals te zien was op de Floriade, nagenoeg geen vruchten afgeworpen.

Er waren dijken te zien, aangelegd voor de Floriade, maar dijken worden altijd aangelegd, dus dat was niet zo vreemd. Drie of vier dijken zelfs, en elke dijk had men voorzien van een andere flora, een indrukwekkend schouwspel; onder en tussen de regenbuien door genoten wij er intens van, wij, want de mooiste bloem die ik ken was ook mee.

Er liepen mensen, veel mensen tussen de bloemen, perken en aangelegde tuinen, het was er druk, mensen uit Nederland, Duitsland, enkele Britten en een paar Zwitsers, ja, en Japanners, natuurlijk, ook busladingen Japanners, die zijn gek op dit soort uitjes.

De bloemenkas, wat was ze weer mooi, talloze orchideeën waarvan ik velen bij name ken, Strelizia’s, Anthuriums om er maar slechts enkele te noemen, gerangschikt in verheven schoonheid, mijn jaloersheid werd gewekt, kón ik zulke verfijnde kunst ook nog maar schikken.

Tussen de duizenden mensen zocht ik, zocht ik naar landgenoten van Marokkaanse of Turkse afkomst, maar vond er niet één en daardoor kreeg ik een vermoeden, ja, meer nog, ik trok een conclusie, eentje waar ik niet omheen kon.

En dan de vele tuinontwerpen, de éne nog mooier dan de andere, en de educatieve vormen, thema’s, de één nog boeiender dan de ander, we trachtten veel in ons op te nemen; op een apart gedeelte waren inzendingen van diverse landen te zien, China, Thailand, die twee liggen vanwege hun bloemencultuur voor de hand, maar ook Jemen, Pakistan, Afghanistan waren vertegenwoordigd en eerlijk gezegd: dat begreep ik niet, van tuinarchitectuur was er bij die inzendingen nauwelijks sprake terwijl er wel allerlei kettingen, sjaaltjes, oorbellen en dergelijke snuisterijen te koop werden aangeboden: het had een groot rommelmarktgehalte, temeer daar er diverse muziek uit die landen door elkaar heen ten gehore werden gebracht: “Beverwijk” was er niets bij en de bedoeling van die inzendingen ontging ons geheel, het was ronduit Floriade-onwaardig, een misser, we snelden snel heen, naar gene zijde want hier hadden we niets te zoeken.

Ver daar vandaan, aan de andere kant van de Floriade, was nog een inzending te zien, de inzending van Israël, met symbolen van de zeven granen en kruiden, eenvoudig en bijzonder, apart, geïsoleerd, we kwamen er een tijdje tot rust totdat een groep drukpratende bezoekers uit Israël langs kwam: zij wél.

Terug naar huis begon het te dagen, de mislukking, ik ondervond, de intergratie van met name Turkse en Marokkaanse landgenoten binnen de Nederlandse samenleving heeft gefaald, dat heeft de samenstelling van de Floriadebezoekers aangetoond.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » di aug 28, 2012 6:41 am

Een fraaie zomerse dag strekte zich voor mij uit hoewel de dag nog tamelijk fris begon: na het onstuimige weer waren de wolken weggetrokken en was koelte op de omgeving neergedaald en het bleef fris tot een uur of tien, toen ik de Ardennen reeds achter mij had gelaten.

Het wordt weer Italië deze week, de route via Nancy, Epinal, Lure en Pontarlier waarna bij Vallorbe de grens met Zwitserland werd gepasseerd; onderweg steeds meer zonneschijn, steeds minder wolkenwit totdat uiteindelijk een diep kobaltblauwe lucht boven het zomergroen overbleef: ik reed door een Frankrijk zoals menig toerist het kent, op hoogzomerse wijze.

Dit maal echter groener dan menig ander jaar, frisser ook, het hemelwater van de laatste weken had hier de flora goed gedaan, de Doubs, de Jura en in de middag was het weer louter genieten toen ik in de verte de stad zag liggen met daarachter een halfrondlopende opstaande bergketen, Pontarlier, dat zelf reeds op achthonderd meter ligt en wat het zo bijzonder maakt: op de één of andere manier heeft het iets geheimzinnigs, alsof de geur en lucht hier anders is, de stad als een parel in een openstaande oesterschelp, en dit keer onder een strakblauwe hemel, een hemel waar een zegen van leek uit te gaan.

Niet lang daarna passeerde ik de sluis, de nauwe bergdoorgang met daar bovenin het slot, ooit ook een gevangenis waar éne Honoré, graaf van Mirabeau, een aantal jaren gevangen heeft gezeten, dezelfde Mirabeau die daarna ook korte tijd in Amsterdam, en wel in de Sint Lucienssteeg bij de Kalverstraat, heeft gewoond; niet lang daarna, na de grens, daalde ik af, het dal van de Jura in, en vanwege de wolkenloze hemel ontving ik het zeldzame uitzicht op de omringende Alpen; recht voor mij de witte toppen van Midden-Zwitserland, rechts van mij de enorme witte mutsen van de Mont Blanc keten en toen ik dat reeds eeuwen en eeuwen stilligende schouwspel aanschouwde leek het of de eeuwigheid door mijn geest heen trok: de voorwaarde voor dit vergezicht zijn immers zeldzaam: wolkenloos en een nevelloze, droge lucht.

De avond viel, in het oosten was reeds lang de maan te zien, en wat later omgaf de steenbok haar, voor mij het prachtige Lac Léman met daarachter Thonon en een recht oprijzende bergmuur: niet lang daarna de nachtelijke stilte waar ik niets van merkte. Ik sliep immers reeds.

Aldus schreef ome Willem

Plaats reactie