Politiek cafe

Al wat niet met Polen te maken heeft mag hier geplaatst worden
Plievo
Berichten: 2945
Lid geworden op: do aug 18, 2011 8:19 pm

Re: Politiek cafe

Bericht door Plievo » wo mar 29, 2017 5:06 pm

Het zal een heet 2-jaarlijks debat gaan worden 8-)

Lech
Berichten: 4942
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 12:30 pm

Re: Politiek cafe

Bericht door Lech » do mar 30, 2017 5:20 am

Uiteindelijk zullen beide kampen zeggen dat ze de beste deals eruit gesleept hebben.....

bertvaneck
Berichten: 16423
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 8:54 am

Re: Politiek cafe

Bericht door bertvaneck » vr mar 31, 2017 10:14 am

Tusk presenteert eerste brexitplannen: 'We willen niet straffen'

Jasper Van Loy


31/03/17 om 11:10 - Bijgewerkt om 11:55

Bron: Belga

Europa geeft in haar eerste richtsnoeren voor de brexitonderhandelingen toe aan Groot-Brittannië, maar zet ook op een aantal gebieden de hakken in het zand. 'De brexit is al voldoende een straf'.


Tusk presenteert eerste brexitplannen: 'We willen niet straffen'

Donald Tusk. © Reuters




Als de boedelscheiding tussen de Europese Unie en Groot-Brittannië voldoende opschiet, dan wil de Unie in een tweede fase van de onderhandelingen ook al gesprekken aanknopen over een handelsakkoord. Die toegeving aan de Britse premier Theresa May staat in de onderhandelingsrichtsnoeren die Europees president Donald Tusk vrijdag heeft gepresenteerd. Een reeks flankerende maatregelen zullen echter minder naar de zin van Downing Street zijn.

Twee dagen nadat May de Brexit-onderhandelingen op gang floot, presenteerde Tusk vrijdag in Malta de ontwerprichtsnoeren die de Europese Unie zou moeten trekken in de onderhandelingen die maximaal twee jaar mogen duren. De Europese staatshoofden en regeringsleiders moeten de richtsnoeren op een bijzondere top op 29 april goedkeuren.

'We willen niet straffen. Brexit is op zich al genoeg een straf', zo verklaarde Tusk, die zich schrap zet voor 'moeilijke, ingewikkelde en soms confronterende onderhandelingen'.

In deze onderhandelingen zal de Europese Unie eendrachtig handelen. Ze zal constructief blijven en streven naar een akkoord. Maar ze zal ook voorbereid zijn mochten de onderhandelingen falen.'

De president bepleit een gefaseerde aanpak. Als er in de eerste fase voldoende vooruitgang wordt geboekt over de rechten van EU-burgers in Groot-Brittannië, de financiële afwikkeling en andere voorwaarden van de boedelscheiding, dan kan in een tweede fase ook gesproken worden over de toekomstige relaties en een handelsakkoord. May pleitte ervoor dat de onderhandelingen over de echtscheiding en de toekomst parallel zouden kunnen lopen. Maar cherry-picking is geen optie. De vier vrijheden - vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal - zijn 'onverdeelbaar', aldus de verklaring.



Lees hier het integrale richtsnoer dat Tusk presenteerde.




Maar die toegeving wordt geflankeerd door voorwaarden die minder naar de zin van de Britse regering zullen zijn. Hoedanook, het is quasi uitgesloten dat er tegen 29 maart 2019 een volwaardig Europees-Brits handelsverdrag op tafel ligt, dat de toekomstige relaties tussen het Europese vasteland en het Verenigd Koninkrijk zal regelen. In een eventuele periode zouden de Britten volgens Tusk moeten blijven bijdragen aan de begroting en onderhevig blijven aan de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie.


Dat zou voor de Britse regering een bittere pil zijn. De begrotingsfactuur en de supprematie van de Europese wetten waren samen met immigratie de drijfveren achter de keuze van een nipte meerderheid van de Britse kiezers om de EU te verlaten. "Volgens ons verkeer je in een overgangsperiode nog steeds in een situatie waarin je op een bepaalde manier nog lidstaat bent", zo legde de Maltese premier Joseph Muscat uit.

Uit de recente brief van May aan Tusk maakten sommige waarnemers ook op dat Downing Street de samenwerking op het vlak van defensie en de strijd tegen terrorisme afhankelijk zou maken van een handelsakkoord, maar die vrees deelde de Pool niet. "Ik ken Theresa May goed genoeg. Daarom sluit ik speculatie uit als zou veiligheidssamenwerking gebruikt worden als pasmunt in de onderhandelingen. Dat moet een misverstand zijn."
6qq 6qq aquu een schop onder hun kont moeten de Britten Hebben weg met dwarsdrijvers volk ....

bertvaneck
Berichten: 16423
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 8:54 am

Re: Politiek cafe

Bericht door bertvaneck » za mei 20, 2017 8:44 am

Foto: Serge Ligtenberg

Afwijzing door andere partijen maakt Geert Wilders alleen maar vastberadener


Tandenknarsend toekijken

Vandaag, 05:30 Jorn Jonker en Wouter de Winther










Geert Wilders mag dezer dagen de formatie van een afstand gadeslaan. Zijn PVV is met twintig zetels de tweede partij van het land, maar nagenoeg alle anderen weigeren met hem te onderhandelen om een nieuw kabinet te vormen. Het sterkt Wilders alleen maar in zijn voornemen om koers te houden. „Ik ga mijn standpunten niet veranderen om de volgende keer acceptabel te zijn.”







Dit weekend is Geert Wilders (53) in Los Angeles. In een spreekbeurt voor sympathisanten gaat hij verder met wat hij noemt zijn ’missie’ om de wereld te waarschuwen tegen de gevaren van de islam. Intussen wordt er aan het Binnenhof druk vergaderd over de vorming van een nieuw kabinet. De formatiepoging van VVD, CDA, D66 en GroenLinks liep vast. „Gelukkig”, vond Wilders, want het land lijkt zo minister Paul Rosenmöller en staatssecretaris Wijnand Duyvendak bespaard.








Bizar: Overvaller zélf overvallen



Containermonster komt aan in R’dam



'Rutte is net Rubberen Robbie'





Wat maakt u van de breuk die na twee maanden praten ineens ontstond over het migratievraagstuk?

„Het is onbegrijpelijk toneelspel geweest. Ik denk dat iedereen vanaf dag één al wist dat er met GroenLinks geen streng immigratiebeleid zou komen. Het was een enorme schijnbeweging.”








Waarom hebben ze dat volgens u gedaan?

„Ze wilden een partij die veel zetels gewonnen heeft een kans geven. Ook nu duurt het toneelspel voort, nu gekeken wordt naar de optie met de ChristenUnie of de SP. Ik denk dat Pechtold dat alleen aan zijn achterban kan verkopen als het eerst is geprobeerd met de progressief linkse partijen. Dat was GroenLinks en straks volgt wellicht nog het blindedarmpje dat er van de PvdA is overgebleven. Als dat dan allemaal niet lukt, kan Pechtold tegen zijn achterban zeggen: we hebben alles geprobeerd op links. En dan gaan ze alsnog met de ChristenUnie in zee.”

Vindt u dat uw partij een eerlijke kans heeft gekregen?

„Nee. Helemaal niet! Wij zijn één van de winnaars van de verkiezingen en de tweede partij van Nederland. Wij zijn ongeveer opgericht om de immigratie te beperken. Ik denk dat we er binnen een week, misschien wel binnen een dag met partijen als VVD en CDA uit waren gekomen over immigratie. Het feit dat Rutte zowel met GroenLinks, als de ChristenUnie, als de PvdA, als de SP wil praten zegt álles. Maar met ons wil hij dat niet.”

Heeft u daar niet zelf aan meegewerkt? U sloot voor de verkiezingen ook van alles uit en deed weinig moeite om te investeren in collega’s van andere partijen.

„In mensen investeren? Ik ben geen filantroop.”

Wat heeft u nou zelf gedaan om te zorgen dat de PVV ook echt een kans maakt aan die tafel?

„We hebben verkiezingen gewonnen. Nederland is al te veel een consensusland. We hebben allerlei verenigingen van huisvrouwen die zich overal mee bemoeien en adviezen schrijven aan de SER en noem maar op. Je wordt er knettergek van. De Nederlandse politiek is een grote pot ’consensus’ nat.”

Zo bouw je wel een coalitie.

„D66 en ChristenUnie of Rutte en – hoe is het in hemelsnaam mogelijk – SP en PvdA... Ze kunnen allemaal, ze willen allemaal, je ziet geen verschillen. Ik reken wél af. Ik doe niet voorzichtiger, omdat ze me anders straks niet meer aan tafel willen. Die zelfcensuur is niet goed voor de democratie. Het verlamt om de problemen op te lossen.”

Voor de verkiezingen werd u uitgesloten om uw minder-Marokkanen-uitspraken. Van de week noemde VVD-leider Rutte het mislukte Catshuis-overleg in 2012 als motivatie. Wat is volgens u de werkelijke reden dat ze niet met u willen spreken?

„Rutte wil premier worden. Daarvoor heeft hij het CDA en D66 nodig. Hij denkt dat het met de PVV niet gaat lukken. SP, PvdA, CU: alles vindt hij goed! En dan heeft hij GroenLinks al geprobeerd! Dit is Rubberen Robbie, bezig met zijn enge, eigen premiersbelang.”

Zou u ’minder Marokkanen’ terugnemen als u daardoor mee kan onderhandelen over de PVV in het kabinet?

„Hoe kan ik terugnemen wat ik wil? Ik wil minder Marokkanen.”

Een politicus kan van alles terugnemen als hij wil. In hoeverre bent u zelf van rubber? Als ze nou wel met u willen praten, is er dan ruimte voor compromissen?

„Tuurlijk. Ik ga hier nu niet onderhandelen, maar een compromis had bijvoorbeeld kunnen zijn dat ik akkoord zou gaan met een aantal van hun maatregelen aan de Europese buitengrenzen en dat ik een deel van mijn maatregelen voor de binnengrenzen zou krijgen. Ik zie alleen maar winnaars.”



Na zijn gesprek met Edith Schippers, die opnieuw als verkenner voor een nieuwe coalitie is aangesteld, blijkt dat Wilders er opnieuw alleen voor staat.
Na zijn gesprek met Edith Schippers, die opnieuw als verkenner voor een nieuwe coalitie is aangesteld, blijkt dat Wilders er opnieuw alleen voor staat.

Foto: ANP


De VVD congresseert vandaag. In die achterban stond men niet te juichen bij een avontuur met GroenLinks. Verwacht u nog iets van de liberalen?

„Mijn boodschap is: hun leider is een windvaan. Het is uiteindelijk iets wat de VVD kwaad zal doen en ook slecht is voor het land. Rutte is een man zonder ruggengraat die met iedereen het bed in duikt, als hij maar premier kan worden.

Met iedereen, behalve met de PVV; de enige partij met wie hij een streng immigratiebeleid voor mekaar kan krijgen. Niemand die dat snapt. Het gaat Rutte dus niet om een streng immigratiebeleid maar om de macht.”

U bent na een tamme campagne de tweede partij geworden. U stond op 35 zetels in de peilingen, maar haalde er twintig. Had er niet meer in gezeten als u echt gas had gegeven?

„Ik heb het idee dat ik gas heb gegeven. Ik denk dat ik één debat minder heb gedaan dan Rutte, die de verkiezingen heeft gewonnen.”

Waarom heeft u er dan geen 35 gehaald?

„Natuurlijk was ik liever de grootste partij van Nederland geworden. Maar ik vraag me af of het dan met coalitiebesprekingen heel anders was gelopen.”

Gaat u het anders aanpakken de volgende keer?

„Ik ga mijn standpunten niet veranderen om de volgende keer acceptabel te zijn. Want ik ben ervan overtuigd dat wij ons land aan het verliezen zijn. We capituleren. Dit gaat heel erg fout. Zeker als daar ook nog een keer, wat ik hoop dat niet gebeurt, aanslagen bij komen.”

Wat bedoelt u met ’fout gaan’?

„Kijk even naar de afgelopen weken. De politie in Amsterdam wil hoofddoekjes. Dat is dus een sharia-politie. Kijk naar die veroordeelde IS-terrorist, die bij de basis van de Koninklijke Luchtmacht werkt. Neem autoriteiten die over de criminaliteit van de asielzoekers een zwijgdeal aanbieden. Neem de Poolse doodrijder, die eerder wordt vrijgelaten en niet meer hoeft terug te komen. Kijk naar hoe mensen geterroriseerd worden door moslimjeugd. Of hoe 38 procent van de Turken het eens is met Erdogan dat Nederlanders fascisten zijn! Het zijn geen incidenten. Dit is het verval van Nederland. Als hier nog één of meerdere aanslagen bij komen, is de beer los. Ik voorspel het u.”

Wat gebeurt er als de beer los is?

„Dan zullen mensen hun ongenoegen nog moeilijker in toom kunnen houden.”

Wat bedoelt u daarmee?

„Ik weet het niet. Ik zit niet te voorspellen dat we een burgeroorlog krijgen of zoiets. Want dat wil ik helemaal niet.”

U denkt dat mensen iets gewelddadigs gaan doen?

„Ze zullen het niet meer accepteren. En ik hoop dat dat zeker niet iets gewelddadigs is.”

Maar waar uit zich het ongenoegen dan in?

„Ik hoop dat dat allemaal zonder geweld gebeurt. Weet ik hoe het zich uit... Ik zeg alleen maar dat het sluimert en ik hoop dat het beheersbaar blijft.

De PVV kiest voor de rechtsstatelijke, geweldloze weg van verzet in het parlement.”

Bent u niet gewoon angst aan het zaaien nu?

„Ik noem toch feiten?”

U voorspelt daar vervolgens bij dat de beer los gaat.

„Ik voorspel dat dit meer dan sluimert en dat het alleen maar erger wordt. En dat we een premier van de grootste partij hebben die in de onderhandelingen zegt: ’Het interesseert me allemaal niks, als ik maar premier blijf’. Het gaat niet om oplossingen, het gaat om continueren van de macht.”

Tot slot. U toonde zich een fan van de Amerikaanse president Donald Trump, maar de laatste tijd houdt u zich op Twitter opvallend stil over hem. Hoe komt dat toch?

(Lacht) „Eh ja. De beweging waar hij voor stond, voor de hardwerkende Amerikaan die zich niet meer vertegenwoordigd voelde, daar zag ik overeenkomsten in. Maar er gebeuren ook wel rare dingen nu. Onder mevrouw Clinton was het erger geweest, maar Trump verdient geen staande ovatie.”

Wat zou u hem adviseren?

„Wie ben ik om hem te adviseren? Tja. Hou vast aan je politiek. Hou vast aan je koers. Hij doet nu veel andere dingen dan hij heeft beloofd. Ik hoop ooit 40 zetels te halen, maar als het er vier zijn hou ik hetzelfde verhaal. Omdat ik er in geloof. Ik zeg dingen ongeacht het aantal zetels dat ik haal. En dat zweer ik tot in mijn graf.”
Wat ben ik blij dat deze racist buiten staat 6qq 6qq 6qq aquu

bertvaneck
Berichten: 16423
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 8:54 am

Re: Politiek cafe

Bericht door bertvaneck » zo mei 28, 2017 6:13 am

Ook Job was gekke Henkie niet

Als tegenspoed hem treft is Job, de eerste boze burger, furieus op God, zoals de huidige boze burger de overheid vervloekt, Gods plaatsvervanger, die het land met een migrantenplaag zou hebben opgezadeld.


door Arnon Grunberg

23 mei 2017

Medium 1e beeld job le%cc%81on bonnat muse%cc%81e bonnat bayonne

Léo Bonnat, Job (detail), 1880/ olie op canvas
© Musée Bonnat, Bayonne

‘Nodig is een afscheid van de kosmopolitische illusie waarin velen zich wentelen’, schreef Paul Scheffer in zijn bekend geworden essay ‘Het multiculturele drama’, dat in 2000 in NRC Handelsblad werd gepubliceerd. De mild apocalyptische toon, waaruit ongetwijfeld oprechte bezorgdheid sprak, nam hier en daar een oudtestamentische galm aan, maar wat zou een waarschuwing voor de Apocalyps zijn zonder oudtestamentische retoriek? Er werd gesproken over ‘spontane apartheid’ die om zich heen zou grijpen en met instemming werd de socioloog J.A.A. van Doorn geciteerd die in 1995 schreef dat ‘de aanwezigheid van de allochtonen, evolutionair gezien, de klok van de Nederlandse geschiedenis een halve eeuw of langer heeft teruggezet’.

Men vraagt zich af hoe Nederland er zou hebben uitgezien als die klok niet een halve eeuw of langer zou zijn teruggezet, als we niet geplaagd waren door allochtonen. Volgens Van Doorn en de zijnen vermoedelijk paradijselijk, op z’n minst paradijselijker. Hoewel Paul Scheffer dat woord niet laat vallen, mag het duidelijk zijn dat we het hebben over een plaag. In 2000 noemde Scheffer 2015 als het omineuze jaar waarin de catastrofe waarvoor hij waarschuwde werkelijkheid zou worden. ‘Belangrijk is ook dat in 2015 ongeveer de helft van de bevolking in de vier grote steden allochtoon zal zijn.’

In een dit jaar eveneens in de NRC gepubliceerd vervolg op dit essay had Scheffer het over 2050 als het omineuze jaar: ‘In 2050 is één op drie Nederlanders immigrant of kind van een immigrant.’ De onheilsprofeten hebben een ding gemeen: als ze van hun hobby hun carrière hebben gemaakt moeten ze de datum waarop de Apocalyps zijn intrede zal doen steeds weer verschuiven.

Ook de onheilsprofeten lijken te beseffen dat de plaag er zelf vermoedelijk weinig aan kan doen dat ze plaag is. Deze keer worden we niet geteisterd door sprinkhanen – overigens werden niet zo lang geleden in Duitsland, door de toenmalige spd-voorzitter Franz Müntefering, bepaalde kapitalisten met een sprinkhanenplaag vergeleken. Het is ook niet de hagel die de oogst verwoest heeft, maar een mensenplaag, die eveneens heel wat dreigt te verwoesten, de immigranten en dan nog een bepaald type immigrant. Wederom is daar die vraag: in wat voor een heerlijk land zouden wij zonder een dergelijke plaag hebben geleefd? Die vraag wordt nergens beantwoord. Wie voor rampspoed waarschuwt, heeft al zijn krachten nodig om de omvang van de ramp uit te tekenen.

Paul Scheffer ontkent niet dat immigratie ook voor de inwoners van het land van aankomst positieve gevolgen kan hebben. Hij grijpt dan wel terug op een ver verleden, hij spreekt over joden en hugenoten. Die ‘positieve gevolgen’ doen wat ironisch aan, aangezien de joodse bevolking tijdens de Tweede Wereldoorlog bijna volledig is uitgemoord, maar zijn punt is duidelijk: immigratie an sich hoeft niet verkeerd te zijn, als je maar de juiste immigranten binnenlaat. Als dit de juiste benadering zou zijn, dan komt het neer op selecteren en weren. Iets wat de ind ook probeert te doen, maar het selectieproces is niet altijd even deugdelijk en een deel van de bevolking is van mening dat het weren ook niet wil vlotten.

***

Nu was Paul Scheffer niet de eerste die waarschuwde dat de ‘maatschappelijke vrede’ zou verdwijnen en dat de tolerantie aan het kreunen was ‘onder de last van achterstallig onderhoud’. Wat geloof ik een nette en stilistisch verantwoorde manier is om te stellen dat wij minder tolerant zouden moeten worden. Oftewel, dat wij minder zouden moeten verdragen. Tolerantie en laissez-faire overlappen elkaar niet volledig, maar er zit een element van laissez-faire in alle tolerantie. Je hoeft iets niet goed, mooi of juist te vinden om toch te concluderen dat je het laat passeren. Wie spreekt over achterstallig onderhoud van tolerantie roept op tot actie en de vraag is dan: wat voor actie?

In 1997 had Pim Fortuyn De islamisering van onze cultuur gepubliceerd, waarin hij veel van wat Scheffer beschrijft al had opgenoemd, zij het stilistisch minder verantwoord en op de agressieve, ietwat verontwaardigde toon die later door vele anderen zou worden overgenomen. Die toon van ‘ik laat me niets wijsmaken, ik ben gekke Henkie niet’. Fortuyn schreef dat de Nederlandse samenleving ‘twee decennia lang door de “Linkse Kerk” van politiek en media, en wel in eendrachtige samenwerking ook met die vreselijke geestelijke terreurpolitie der antiracismecomités is geterroriseerd’. Fortuyn voegde er nog droogkomisch aan toe dat een andere term er moeilijk voor te bedenken valt.

De antiracismecomités zullen zoals elk idealisme hun absurdistische en minder aangename uitwassen hebben gekend, maar Fortuyn is niet in opdracht van een antiracismecomité vermoord. Het woord ‘geterroriseerd’ blijft niettemin veelzeggend. Lang voor de opkomst van onder andere GeenStijl had Fortuyn in de gaten dat een deel van de Nederlandse bevolking genoeg had van wat het politiek correcte denken is gaan heten. De gedachte dat vooroordelen beter niet geventileerd kunnen worden werd als onderdrukkend ervaren, het politiek correcte denken, zo vonden velen, was een aanval op de vrijheid van meningsuiting. In de praktijk kwam het er vooral op neer dat men plompverloren wilde zeggen wat men dacht, dat men eindelijk eens zou zeggen hoe het zat. Je zou kunnen stellen dat het beschavingsideaal te zwaar drukte op de mensen; men wilde af van de last vrijwel voortdurend beschaafd te moeten zijn.

Geen enkel ander onderwerp heeft het maatschappelijk debat in Nederland sinds Fortuyn zo bepaald als de obsessie met de band tussen afkomst en onwenselijk gedrag, tussen etniciteit en criminaliteit, tussen religie en terrorisme. De missie in Afghanistan, de bankencrisis, de Griekse schuldencrisis hebben emoties losgemaakt – vele opiniepagina’s zijn ermee gevuld – en toch is het niet te vergelijken met de discussie over de nieuwkomers, die als volgt kan worden samengevat: zijn de nieuwkomers, of althans sommige van hen, wel goed voor de oorspronkelijke bevolking en als niet, wat doen we met hen? Hoe voorkomen we dat er nog meer nieuwkomers bij komen? Hoe overleven we de elfde plaag?

Het debat wordt, zoveel mag duidelijk zijn, gevoerd vanuit het perspectief van de oorspronkelijke bevolking. Scheffer spreekt in zijn essay weliswaar over een ‘verondersteld reservoir aan talent’ van nieuwkomers dat onbenut wordt gelaten, maar dat onbenut laten van het al dan niet vermeende talent is toch vooral vervelend voor de oorspronkelijke bewoners. Zij hebben last van het ontstaan van een nieuwe onderklasse, terwijl de oude onderklasse dankzij het klassieke sociaal-democratische emancipatorische streven en de naoorlogse economische groei nu juist was opgeklommen tot middenklasse. Heb je de ene onderklasse weggewerkt, dient de volgende zich aan.

***

Natuurlijk waren er ook nieuwkomers die zich het perspectief van de oorspronkelijke bevolking aanmaten. Dat is vermoedelijk een essentiële eigenschap van assimilatie, dat je je identificeert met de meerderheid waartoe je zou willen behoren, al wens je dan misschien nog binnenshuis stiekem je eigen God te aanbidden. Het lot van de Europese joden, met name de joden uit West-Europa, had echter juist aangetoond dat assimilatie geen garantie is voor acceptatie, integendeel. Assimilatie kan worden gezien als levensgevaarlijk, want hoe kan de vreemdeling nog worden herkend als hij onherkenbaar is geworden? Als hij lijkt op een van ons?

Er zit behoorlijk wat hypocrisie in de opvatting dat de nieuwkomer zich zo snel mogelijk moet assimileren, met zachte of minder zachte dwang, terwijl het duidelijk is dat het ook als prettig wordt ervaren dat de vreemdeling opzichtig herkenbaar blijft als vreemdeling. Wij hoeven hem niet te ontmaskeren, hij heeft het zelf gedaan.

De gedachte dat er weinig tot niets aan de hand zou zijn met de nieuwkomers als ze zich maar meteen grondig hadden geassimileerd getuigt kortom van een historisch blinde vlek. Waarmee ik niet wil suggereren dat deze blinde vlek van de oorspronkelijke bevolking begrepen moet worden als bewijs voor het racistische karakter van die oorspronkelijke bevolking, ook met het toekennen van eigenschappen aan die bevolkingsgroep dient men voorzichtig te zijn. En het is natuurlijk eveneens naïef te denken dat racisme onder nieuwkomers niet zou voorkomen. Werkelijke solidariteit onder diverse minderheden komt zelden tot nooit voor, daarvoor staan de minderheden te veel onder druk. De pikorde verleidt de deelnemers aan die pikorde op te klimmen ten koste van zwakkeren. Uiteraard scheldt een Turkse taxichauffeur op zijn Marokkaanse collega’s. Er is altijd een ander, dat wil zeggen, er is altijd wel iemand die nog lager in de maatschappelijke rangorde staat dan wij, en als niet, dan moeten wij ervoor zorgen dat zo iemand er is.

Er is altijd wel iemand die nog lager in de rangorde staat dan wij, en als niet, dan moeten wij ervoor zorgen dat zo iemand er is

De maatschappij is een systeem dat ervoor moet zorgen dat de menselijke behoefte om naar beneden te trappen zo geordend mogelijk verloopt. Of het racisme van de meerderheid dient te worden geëxcuseerd door te wijzen op het racisme van minderheden lijkt me overigens dubieus. Hoe dan ook, alleen al het besef dat nieuwkomers zich in een pikorde bevinden maakt de schematische en licht imaginaire tegenstelling tussen de nieuwkomer en de oorspronkelijke bevolking absurd. Deze groepen zijn niet homogeen, deze groepen zijn tot op zekere hoogte fictie.

Maar een kleine twintig jaar intense debatten over het multiculturele drama heeft gevolgen gehad, de tegenstelling oorspronkelijke bevolking versus nieuwkomers en de diverse benamingen die voor deze tegenstelling zijn gebruikt, zijn in het nationale bewustzijn gekropen. De realiteit bestaat ook uit verhalen die over die realiteit worden verteld. Daarmee is niet per se gezegd dat de realiteit verandert als de verhalen veranderen – al denken met name dictators dat wel – maar we kunnen die verhalen wel kritisch beschouwen en ons afvragen of ze recht doen aan een complexe werkelijkheid. En verhalen werken, mits vaak genoeg herhaald, uiteindelijk wel als placebo of nocebo, ze hebben positieve of negatieve effecten op de patiënt, in dit geval op de maatschappij, ongeacht of die verhalen nu waar zijn of niet.

Als buitenstaander, nieuwkomer noch oorspronkelijke bewoner, is het misschien makkelijker iets te zeggen over het debat dat de Nederlandse samenleving nu al bijna twee decennia teistert, om het fortuyniaanse woord ‘terroriseert’ te vermijden. Om de valse dialectiek tussen nieuwkomer en oorspronkelijke bewoner te voorkomen moeten we naar een ander juk kijken. Niet het juk van de nieuwkomer waar de oorspronkelijke bewoner onder zucht, of het juk van de geschiedenis van de nieuwkomer waaronder nieuwkomer en oorspronkelijke bewoner samen zuchten, maar het juk van de cultuur an sich.

‘Het leven zoals het ons is opgelegd is te moeilijk voor ons, het bezorgt ons te veel verdriet, teleurstellingen, onoplosbare problemen. Wij kunnen het alleen verdragen met behulp van verzachtende middelen’, aldus Sigmund Freud in zijn essay Het onbehagen in de cultuur. Wat wij verloren hebben, en dat heeft ongetwijfeld te maken met het vooruitgangsgeloof waarvan de residuen diep in onze cultuur zijn gaan zitten, is het gevoel voor het tragische. Er zijn slechts misstanden en rampen en wat die misstanden en rampen gemeen hebben, behalve dat er slachtoffers te betreuren waren, is dat ze voorkomen hadden kunnen worden.

Niet het noodlot regeert maar menselijk falen, wat een groot voordeel heeft. Zij die falen kunnen ter verantwoording worden geroepen. Op hen kan onze woede zich richten, zij kunnen worden onderworpen aan onze agressie waarvoor wij ons niet hoeven te schamen, zij hebben immers schaamteloos gefaald. De goden of het noodlot ter verantwoording roepen is ingewikkelder, en woedend zijn op het noodlot zal vermoedelijk een onbevredigende bezigheid zijn, minder bevredigend in elk geval dan woedend zijn op stervelingen. Hoewel een van de mooiste bijbelverhalen, Job, wel degelijk gaat over een ‘rechtschapen en onberispelijk’ man die Job heette die het object wordt van een duel tussen God en de satan en die vervolgens heel boos wordt op God. Laten we zeggen dat Job de eerste boze burger was. We zullen hem geen boze witte man noemen, want of hij echt wit was weten we niet.

Eerst iets over het duel tussen de satan en God waarmee het allemaal begon. De satan stelt dat de liefde van Job voor God niet onvoorwaardelijk is, dat als tegenspoed hem treft Job God zal vervloeken, en dat vindt God uiteraard niet zo leuk, want net als de gewone stervelingen verlangt ook God naar onvoorwaardelijke liefde. De satan blijkt, dat zal niemand verbazen, over redelijk veel mensenkennis te beschikken. Het leven van Job verandert, met dank aan God en de satan, in een serie van rampen en al snel vervloekt Job de dag van zijn geboorte en hij vraagt zich af waarom God het leven geeft aan ongelukkige en verbitterde mensen. Weg is zijn liefde voor God. Woedend is hij en verbitterd, maar hij blijft welbespraakt, daarin verschilt hij van de hedendaagse boze burger.

Na een serie van dialogen tussen Job en andere mensen neemt God uiteindelijk de moeite om Jobs klacht serieus te nemen en hem te antwoorden. God betoont zich een hedendaags politicus, die immers niet moe wordt te verklaren dat er meer naar de burger moet worden geluisterd. Maar het antwoord van God heeft weer niets te maken met een hedendaags politicus. God wijst op zijn eigen macht en op de onmacht van Job. ‘Kan jouw stem de wolken bevelen om je met hun regenvloed te bedekken?’ vraagt God. ‘Kun jij de bliksem uitsturen?’ En iets verder: ‘Kun jij voor de leeuw op prooi jagen en de honger van de welpen stillen?’ De essentie van de verdedigingsrede van God is deze zin: ‘Wil je mij schuldig verklaren en zelf vrijuit gaan?’

Jobs verhaal is niet alleen esthetisch gezien bevredigend, het stelt een belangrijke vraag die nog altijd actueel is en vermoedelijk actueel zal blijven. Waarom treft mensen die dat niet verdiend hebben vreselijke rampspoed en hoe moeten zij daarmee omgaan? De vervolgvraag, welke mensen hebben wel rampspoed verdiend en in welke mate, zal ik onbeantwoord laten.

Het verhaal van de nieuwkomer versus de oorspronkelijke bewoner gaat over onverdiende rampspoed. De nieuwkomer is op de vlucht voor rampspoed en dreigt daarmee rampspoed over de oorspronkelijke bewoner uit te storten. Nogmaals, ik geloof dat dat verhaal onjuist is, maar het zit diep in ons collectieve bewustzijn en moet daarom serieus worden genomen. De variant op dit verhaal, dat de nieuwkomer ‘ons’ zou haten en niet op de vlucht is voor rampspoed maar gewoon rampspoed wil brengen, laat ik even voor wat het is. In het verhaal zoals wij dat nu al jaren horen gaat het erom dat de onverdiende rampspoed van de vreemdeling niet onze onverdiende rampspoed moet worden. Dat is de meest gebruikelijke, geaccepteerde versie van het verhaal over migratie.


Medium blake book of job the examination of job satan pours on the plagues of job by william blake. illustration was made c. 1821 credit the morgan library

William Blake, The Examination of Job, Satan Pours on the Plagues of Job, c. 1821
© The Morgan Library

Nu terug naar Job en zijn rampspoed. God beroept zich in zijn verdedigingsrede op zijn almacht en het is precies die almacht die gedateerd aandoet. Goed, wij kunnen het nog niet laten regenen, maar het zal weinig mensen verbazen als wij dat binnenkort wel zullen kunnen. En dierentuinen zijn het bewijs dat wij tegenwoordig de leeuwin en haar welpen prima kunnen voeden. De hedendaagse, westerse mens heeft geen reden zich zo machteloos te voelen als Job. God is niet zozeer dood, veeleer is het zo dat mensen zelf God zijn geworden, het leven is hun niet meer gegeven, zoals Job nog stelt, het is van hen. Maar daarmee hebben ze ook te maken met de dilemma’s van God.

Wie op de stoel gaat zitten van de Schepper moet de verantwoordelijkheid voor de schepping op zich nemen en wie de bijbel heeft gelezen weet dat dat geen makkelijke taak is. Probleem is namelijk dat de mens die God is geworden ook Job is gebleven. Het leven, zoals Freud stelde, is zelfs voor deze mens te moeilijk, maar waar moet hij heen met zijn klacht over het onverdiende leed nu de hogere instanties zijn ontmanteld?

***

De veelgehoorde oproep om de grenzen te sluiten maakt al duidelijk dat de overheid zelf de lege plaats van God heeft ingenomen. Een oproep overigens die mij altijd weer doet denken aan de farao die Mozes vraagt bij zijn God te bemiddelen zodat die aan de ellende van plagen een eind kan maken. Het magisch denken bestaat nog steeds, maar neemt altijd nieuwe vormen aan waardoor het niet meer als zodanig herkend wordt. Niet zo lang geleden dachten de mensen in Europa dat je van wassen de pest zou krijgen en daarom gingen ze liever niet in bad. Geloven wij echt geen enkele opvatting te hebben die toekomstige generaties lachwekkend zal voorkomen?

God is niet zozeer dood, veeleer is het zo dat mensen zelf God zijn geworden, het leven is hun niet meer gegeven, het is van hen

De hedendaagse vervanger van God, de overheid, moet het wel stellen zonder de vermeende goedheid die tenminste nog aan het opperwezen werd toegeschreven en ook zonder het geloof dat de sterveling die hedendaagse God iets wezenlijks verschuldigd is. De hedendaagse Job betaalt met enige tegenzin zijn belasting en verder eist hij zijn rechten op, dat wil zeggen hij wenst dat onverdiende tegenspoed voorkomen wordt. En nogmaals: welke tegenspoed is verdiend?

God verleidt Job, voorzover verleiden het woord is, tot inkeer. Job neemt zijn woorden en zijn woede terug en daarop beloont God hem met een lang leven, hij wordt 140 jaar, en krijgt onder andere veertienduizend schapen en zesduizend kamelen. Waaruit blijkt dat ook de relatie tussen God en de stervelingen het karakter aanneemt van een transactie, zij het misschien een merkwaardige. Als de burger van zijn hedendaagse God, de overheid, het equivalent van veertienduizend schapen en zesduizend kamelen zou krijgen, zou hij dan ook bereid zijn zijn woede te matigen en zijn weerzin tegen de nieuwkomer terug te nemen? Er zijn mensen die geloven dat dat effect zou hebben en misschien hebben ze gelijk. Vermoedelijk moet tegenover gehoorzaamheid en liefde, een zekere onderdanigheid, ook nu nog het equivalent van duizenden schapen en kamelen staan.

God beloont het stoïcisme en de gehoorzaamheid van Job, gehoorzaamheid die liefde wordt genoemd, rijkelijk. De opstand van de burger, die te vergelijken is met de opstand van Job, wordt veelal zo geduid: voor zijn gelatenheid en zijn gehoorzaamheid is hij niet beloond maar gestraft met onzekerheid en vermindering van zijn koopkracht. Daarom is hij boos en opstandig. Doorgaans vallen dan nog de woorden ‘globalisering’ en ‘neoliberalisme’, maar dat zijn woorden die zowel alles als niets kunnen betekenen; ik laat ze even voor wat ze zijn.

De Job van onze tijd zegt tegen de God van onze tijd: ‘Jij straft mij met rampspoed en jij hebt er niet eens oog voor. Jij ziet alleen de rampspoed van anderen, daarom ben jij mijn god niet meer, jij bent de god van de ander.’ En de god van deze tijd heeft geen goed antwoord op deze boutade.

Freud noemde religie een collectieve waan, maar we mogen niet uitsluiten dat er voordelen aan die waan vastzaten, voor het individu en voor de samenleving. Als het leven echt te moeilijk is voor de mens, hoe kan hij zich dan staande houden in de waarheid van dat leven? Is zijn hele bestaan niet gericht op het ontsnappen aan die waarheid die ondraaglijk is?

Nu pleit ik niet voor een radicaal stoïcisme waarbij men alles gelaten accepteert, iets wat God toch een beetje van Job vraagt zonder de garantie op beloning; God beloont wel, maar er zijn geen garanties. Er is veel op God aan te merken, maar hij is slim. Dat men bepaalde dingen echter moet accepteren, al was het maar om tegen andere zaken effectiever en met meer energie te kunnen strijden, lijkt me een uitgemaakte zaak. Er zijn maatschappelijke misstanden, maar zelfs als die allemaal uit de weg zouden zijn geruimd, wat mij onmogelijk lijkt, dan nog bezorgt het leven ons te veel verdriet. Dat tragische besef is ons als gezegd ontsnapt en daarmee hebben we niet iets gewonnen maar iets verloren. Ook als er geen nieuwkomers zouden zijn geweest en evolutionair gezien de klok van de Nederlandse geschiedenis niet een halve eeuw of langer zou zijn teruggezet – ik blijf het een merkwaardige stelling vinden – dan nog had het leven ons opgezadeld met verdriet en problemen, ook dan zouden wij in een wereld zijn geworpen die van nature onherbergzaam is.

***

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de obsessieve omgang met nieuwkomers – obsessie en angst zijn moeilijk van elkaar te scheiden – bedoeld is om iets anders te vergeten en te bedekken. Dat er iets pijnlijks in het bestaan zelf zit. De religieuze mens kon dat misschien nog verdragen met behulp van zijn religie, maar de geseculariseerde burger heeft nauwelijks nog hulpmiddelen; Freud spreekt over verzachtende middelen om de onoplosbare problemen van het leven zelf het hoofd te bieden. En de hulpmiddelen die er zijn, stellen teleur.

De georganiseerde religie is in het Westen ontmanteld, een ontwikkeling die zowel gunstig als ongunstig kan worden genoemd, en de meeste geseculariseerde burgers zien weinig heil in de kunst als wapen om het lijden mee te verslaan. In dit verband moet worden opgemerkt dat de haat van sommige oorspronkelijke, geseculariseerde bewoners tegen moslims begrepen kan worden als jaloezie, omdat deze mensen hun religie en hun God nog lijken te hebben en daarmee vermoedelijk toegang tot een troost die de mensen die verder zouden zijn in de beschaving is ontzegd.

Aan de ene kant zit het vooruitgangsgeloof diep in ons dna, denk nogmaals aan het citaat van Van Doorn, aan de andere kant rijst er bij ons een vermoeden dat wij iets hebben verloren in de vooruitgang dat wij eigenlijk niet hadden willen verliezen. Nostalgie, de weerzin tegen dat wat moderniteit of globalisering wordt genoemd, is al heel lang een politiek gereedschap.

Met dank aan Friedrich Schiller en Max Weber kunnen wij dit vermoeden van verlies ‘onttovering’ noemen. Die onttovering van onze wereld leidt tot de gedachte dat de primitieve mens eigenlijk gelukkiger is dan wij, want die mens leeft in een wereld die nog niet onttoverd is. Wij, ik hanteer het perspectief van de oorspronkelijke bewoner, zijn verder dan de nieuwkomer, wij zijn geëmancipeerder, wij geloven bijvoorbeeld in het homohuwelijk en in gelijke rechten voor vrouwen, een vrij recente ontwikkeling overigens, maar dat vergeten we gemakshalve. De vrees dat deze rechten zullen worden teruggedraaid door de komst van de nieuwkomer en dat daar onze afkeer voor hen in zit, lijkt me een onjuiste analyse. Veeleer zijn wij jaloers op de ‘primitieve’ nieuwkomer die nog onbekommerd de homo mag haten en de vrouw op haar plaats mag wijzen.

Wij vrezen dat de nieuwkomer het met al zijn ‘primitieve ideeën’ beter heeft dan wij. Dat onze cultuur, onze vooruitgang een medicijn is gebleken waarvan de negatieve neveneffecten het heil overtreffen. Niet alleen moet de obsessie met de nieuwkomer de tragiek van het leven zelf aan het zicht onttrekken, deze obsessie onthult ook de angst dat de primitieveling, de niet zo nobele wilde, het eigenlijk beter heeft gezien dan wij. Waar het ons kortom werkelijk aan ontbreekt is inzicht.

De cultuur, zoals Freud heeft gesteld, dwingt ons af te zien van allerlei soorten lustbevrediging in ruil voor veiligheid en die ruil kan veel burgers niet meer bevredigen. De beloning stelt kennelijk teleur.

De hedendaagse Job is er niet beter aan toe dan de oorspronkelijke Job. Het is dit angstige vermoeden dat ervoor zorgt dat de tegenstelling tussen nieuwkomer en oorspronkelijke bevolking zo aantrekkelijk blijft. Als er vooruitgang bestaat, waarom hebben wij het dan niet beter dan de oude Job? Waarom bestaat er nog onverdiende rampspoed? En daar komt de nieuwkomer ons helpen. Waren zij er immers niet, dan zou alles goed zijn. De nieuwkomer is niet zozeer een zondebok als wel het bewijs dat zonder hem paradijs en vaderland zouden zijn samengevallen. Hij is eerder de slang die voor de verdrijving uit het paradijs zorgde dan de zondebok.

De rampspoed van de nieuwkomer, die objectief gezien vermoedelijk groter zal zijn dan die van de gemiddelde oorspronkelijke bewoner, dreigt ervoor te zorgen dat de rampspoed van de oorspronkelijke bewoner ongezien blijft. God antwoordt niet meer, vroeger deed hij dat nog wel.

Wij voeren de ene maatschappelijke discussie na de andere, steeds weer over hetzelfde onderwerp, maar tot inzicht leidt het niet. Hooguit tot verwarring die ervoor zorgt dat wij alarmisme aanzien voor inzicht.

bertvaneck
Berichten: 16423
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 8:54 am

Re: Politiek cafe

Bericht door bertvaneck » za jun 03, 2017 7:33 am

Weg met deze idioot in het witte huis .

Moeten we vrezen voor handelsoorlog met VS?

2 uur geleden Willem Vermeend en Rick van der Ploeg

Het wordt steeds duidelijker dat Donald Trump volop inzet op America First en een radicale nationalistische koers vaart. De Amerikaanse president heet lak aan de wereld en maakte dit deze week nog eens heel duidelijk door het internationale klimaatverdrag van Parijs op te zeggen. Een mogelijke handelsoorlog met de VS dreigt.


Radicaal

Staan we aan de vooravond van een radicale politieke en economische verandering van machtsposities in de wereld? Krijgen economische doemdenkers gelijk dat de groei van de wereldeconomie de komende jaren zal inzakken. Voor antwoorden op deze vragen is het nog te vroeg. Maar de kans daarop is door het economische en politieke beleid van Donald Trump aanzienlijk toegenomen. Met zijn America First kiest hij overduidelijk voor een nationalistisch beleid van protectie. Het Amerikaanse bedrijfsleven wordt tegen buitenlandse ondernemers beschermd met extra (fiscale) voordelen en kan rekenen op maatregelen, waaronder heffingen, waarmee Trump de import vanuit het buitenland wil beperken, zoals bijvoorbeeld auto’s uit Duitsland.

Ook is de Amerikaanse president een tegenstander van de EU en steunt hij daarom de Brexit. Deze week maakt hij heel duidelijk dat hij lak heeft aan de wereld door het internationale klimaatverdrag van Parijs op te zeggen. Bijna 200 landen hebben in 2015 in Parijs afgesproken dat ze gezamenlijk met maatregelen zullen komen om de uitstoot van CO2 de komende decennia zodanig te verminderen dat de opwarming van de aarde aan het einde van deze eeuw beperkt blijft tot beneden de 2 graden Celsius. Trump meent dat door deze maatregelen Amerikaanse fabrieken moeten sluiten en dat in de VS honderd duizenden mensen hun baan verliezen. De opzegging van het verdrag is vooral ingegeven door zijn verkiezingsbelofte de Amerikaanse economie tegen de buitenwereld te beschermen. “Ik ben gekozen om voor de burgers van Pittsburgh te vechten”.

Het besluit van Trump is door regeringsleiders wereldwijd afgekeurd, maar daar zal de Amerikaanse president niet wakker van liggen. De opstelling van Trump: Amerika tegen de rest van de wereld spreekt zijn kiezers aan.

Beperkt effect

Trumps besluit om uit het verdrag van Parijs te stappen is een klap voor het internationale klimaatbeleid. Maar doordat in de VS veel Amerikaanse Staten, steden en bedrijven al volop aan het vergroenen zijn en daarmee doorgaan, zouden de negatieve effecten kunnen meevallen. Uiteindelijk zal de VS de grootste schade lijden zowel politiek als economisch. De VS isoleert zich van de internationale politieke wereld en kiest voor de fossiele, vervuilende economie van het verleden. De energietransitie van fossiel naar duurzaam zet overal door en is de toekomst.

De Europese regeringsleiders moeten geen aandacht schenken aan de Trump-regering en vooral een eigen koers varen, niet alleen op het terrein het klimaat, maar ook economisch en bij veiligheid en defensie. Zo heeft de Duitse bondskanselier Angela Merkel er recent terecht voor gepleit dat de EU het lot in eigen hand moet nemen en zich op allerlei gebieden dient te versterken. Samen met China het voortouw nemen bij het klimaatbeleid is daarvan een voorbeeld. Maar ook economisch is er werk aan de winkel en moet de EU voorbereid zijn op een handelsoorlog met de VS die niemand wil, maar door de Trump-maatregelen dichterbij komt.

De VS regeert het internet

Vooral digitaal is een inhaalslag hard nodig. In Europa wordt het internet gedomineerd door Amerikaanse internetreuzen als Google (YouTube, Android, Google+), Facebook (Instagram, WhatsApp), Apple (iOs, iTunes), Microsoft (Windows, Skype) en Amazon (Twitch, Prime), maar ook door kleinere Amerikaanse wereldspelers als Twitter, Netflix, LinkedIn, Pinterest, Yahoo/Tumblr, Airbnb en Uber. Deze dominantie heeft niet alleen grote gevolgen voor de omzetten en winsten van Europese bedrijven, maar ook voor de werkgelegenheid en regelgeving op het terrein van de arbeidsmarkt, arbeidswetgeving en sociale zekerheid. Volgens recente cijfers is bijna 60% van de onlinediensten in de EU in Amerikaanse handen.

In The New York Times werd vorig jaar al geconcludeerd dat de tech-giganten Amazon, Apple, Facebook, Google (Alphabet) en Microsoft niet alleen in hun eigen sector maar op steeds meer terreinen, zoals de media, de gezondheidssector, de financiële wereld, de logistiek, retail en de industrie, een dominante positie gaan innemen. Deze machtspositie zien we zowel in de VS als in Europa. Google heeft bijvoorbeeld op smartphones meer dan 90% van de zoekmarkt in handen en Facebook is goed voor ruim 70% van al het verkeer naar socialmedia-apps.

EU moet digitaliseren

In de Europese politiek neemt, vooral onder aanvoering van Duitsland en Frankrijk, de roep toe om een einde te maken aan de Amerikaanse economische machtspositie die in strijd zou zijn met EU-concurrentieregelgeving. Europese politici menen ook dat deze ‘overheersing’ ten koste gaat van het Europese bedrijfsleven en de werkgelegenheid in Europa. Daarnaast worden deze bedrijven beschuldigd van valse concurrentie en het ontwijken van belastingen in de lidstaten van de EU. Inmiddels lopen er in de EU tegen verschillende Amerikaanse internetgiganten procedures wegens machtsmisbruik, privacy schending en belastingontwijking. Het is goed dat de EU er zorg voor draagt dat tegen overtredingen van welke bedrijven dan ook hard wordt opgetreden, maar daar kan de EU geen mooie toekomst mee opbouwen.

Europa moet daarom inzetten op een snellere digitalisering, het gebruik van slimme technologie en een versnelde energietransitie. Alleen dan kan de EU een politieke en economische wereldmacht blijven en bijdragen aan een ‘groene’ welvaart in de EU-landen. Voor ons nieuwe kabinet zou de centrale opdracht moeten zijn dat Nederland op dit vlak de Europese koploper wordt.

Meer ondernemerschap

Waarom heeft Europa zelf geen eigen Europese internetgiganten? De belangrijkste reden is dat elk EU- land voor zichzelf een eigen versie van Silicon Valley probeert te ontwikkelen in plaats van op dit vlak effectief samen te werken. Daarnaast spelen andere barrières een rol, zoals taal, cultuur, een gebrek aan durf- en doorgroeikapitaal, bureaucratische procedures, verschillen in regels op het terrein van ondernemerschap, belastingen, auteursrechten, en privacy en onvoldoende innovatief ondernemerschap op het terrein van nieuwe technologie. Ook zijn Amerikanen in het algemeen competitiever dan Europeanen; ze nemen meer risico’s en falen wordt in de VS meer geaccepteerd dan in Europa.

Om de concurrentie met de VS aan te kunnen, zouden er binnen de EU aantrekkelijker regelingen moeten komen voor start-ups en scale-ups en ruimere financieringsmogelijkheden. Maar het is vooral nodig dat ons onderwijs meer ondernemend wordt en inspeelt op digitalisering, nieuwe technologie en de kansen op het terrein van klimaatverandering.

bertvaneck
Berichten: 16423
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 8:54 am

Re: Politiek cafe

Bericht door bertvaneck » zo jun 04, 2017 6:43 am

‘Nu zullen de mensen jullie weer haten’

President De Gaulle was tegen Britse toetreding tot de Europese Gemeenschap, omdat de Britten, zo zei hij, geen gemeenschapsgevoel hadden. Ons ‘patriottische’ Fuck Off Europe laat zien dat hij gelijk had.


door Julian Barnes beeld Joep Bertrams

31 mei 2017


Medium 21 03 17 brexit may 1


© Joep Betrams

Toen Anita Brookner bijna een jaar dood was, moest ik terugdenken aan mijn ontmoetingen en gesprekken met haar. Waar we over praatten: kunst, boeken, de literaire wereld, Frankrijk, vrienden in het algemeen. Waar we niet over praatten: haar beginjaren, haar persoonlijke leven, politiek (ik heb nooit geweten of en hoe zij stemde), of praktische zaken. Geen uitwisseling van recepten. Geen aandacht voor sport.

Op een keer bespraken we Simenon. Ik had voornamelijk de Maigret-verhalen gelezen; zij voornamelijk de romans durs, waar zij veel bewondering voor had. Ik vroeg haar mij er een aan te raden. Ze was, zoals in alles, vrij resoluut. Chez Krull. Ik herinner me dat ik de roman op een paar vakanties heb meegenomen, maar er nooit aan ben toegekomen. Iets in de titel hield me daarvan af: dat gezellige Franse ‘chez’, gevolgd door een hardvochtiger, dubbel-buitenlandse achternaam. Maar ik moet er toch ooit aan begonnen zijn, want er zat een stukje van een boarding-card aan het eind van het eerste hoofdstuk. Twintig jaar later was het eindelijk tijd om Anita’s advies op te volgen.

Die wrange, botsende titel blijkt voor een deel het punt te zijn. De roman speelt zich af in een klein stadje in het noorden van Frankrijk, richting België; het moet eind jaren dertig zijn. De oorspronkelijke Krull, Cornelius, was Duits, maar heeft vier vijfde van zijn leven doorgebracht in Frankrijk, en werd vóór de Eerste Wereldoorlog genaturaliseerd; hij spreekt nauwelijks Frans en is bezig zijn Duits kwijt te raken. Hij schraapte een bestaan bijeen door manden te maken; het grootste deel van de tijd zwijgend en pijp rokend doet hij dat nog steeds, met een gebochelde en eveneens zwijgende assistent naast zich. Hij is gehuwd met de buitenechtelijke dochter van een ‘vrouw uit het Zuiden’, die een bar aan het kanaal runde en was bevrucht door een langsreizende man uit de Elzas.

De Krulls – er zijn twee dochters, Anna (30) en Elisabeth (17), en één zoon, Joseph (25), geboren vóór en na de Eerste Wereldoorlog – hebben de bar uitgebreid met een kruidenierszaak voor schippers. Ze wonen aan het uiterste randje van de stad, bij een sluis, waar de gele trams omkeren. De complexe genealogie, de wettelijke status en de tijdlijn zijn belangrijk. Ondanks verscheidene decennia van een nauwgezet eerlijk bestaan – Joseph heeft zijn Franse militaire dienst gedaan – worden de Krulls nog steeds als buitenstaanders gezien; zij bevestigen dit zelf door iedere zondag de stad in te lopen naar de protestantse kerk.

Ze overleven grotendeels dankzij de handel van de passerende schippers, die – ook al zijn die niet bepaald verlicht – niet behept zijn met de vooroordelen van de stad, en maar al te graag ‘chez Krull’ inkopen doen voor de volgende fase van hun reis. Het precaire bestaan van de Krulls contrasteert met dat van hun enige vrienden, een andere familie van Duitse immigranten, de Schoofs, die een winkel in boter en kaas hebben. Zij zijn beter geassimileerd: in hun winkel wordt alleen Frans gesproken, en het lijkt erop dat het stadje heeft besloten – voor een deel op grond van de naam – dat de Schoofs Nederlanders zijn. Van zulke nuances hangen levens en levensomstandigheden af.

Op de eerste pagina arriveert neef Hans uit Duitsland, voorafgegaan door een brief van zijn vader. Hans beschouwt zichzelf als een ‘pure’ Krull en is alles wat de niet-pure Krulls niet zijn: hij is cynisch, leugenachtig, bietst en is luid in de mond. Zijn eerste daad bij aankomst is het botweg verleiden van de minderjarige Elisabeth. Hij leent geld van zijn tante en intimideert de schuchtere Joseph, die studeert voor zijn medische examens. Hij gaat op bezoek bij Pierre Schoof, lapt de winkelregels aan zijn laars door luidkeels Duits te praten, en vraagt, als hij in een achterafkantoortje wordt gezet, of hij geld kan lenen; hij onthult dat een groot deel van zijn vaders fortuin in België vastligt, en dat hij onmiddellijk vijfduizend franc moet storten om het vrij te kunnen maken. (Tegenwoordig vindt dit soort zwendel regelmatig zijn weg naar onze mailboxes, en het werkt nog steeds; het is goed om hier de originele, face-to-face-versie tegen te komen.)

Er is uiteraard helemaal geen geld in België; Hans geeft de lening vrijelijk uit in het stadje en heeft het nooit over de terugbetaling. Zijn gedrag alarmeert de ‘Franse’ Krulls. Hij liegt terloops, en bekent zijn leugens even terloops; hij heeft ook de introductiebrief van zijn vader vervalst, die al vijftien jaar eerder blijkt te zijn overleden. Maar erger dan dit alles is dat hij openlijk en doelbewust de eerste wet van de immigrant schendt: niet de aandacht op jezelf vestigen. En door dat wél te doen, vestigt Hans Krull tevens de aandacht op die ‘niet-pure’ verwanten van hem die naast het kanaal wonen, waar de stad ophoudt.

***

Simenon laat met meedogenloze precisie zien hoe zelfzuchtige, gewetenloze hebzucht misbruik maakt van bescheiden, gastvrij fatsoen – wat, zo besef ik, nu ik dit opschrijf, een frequent terugkerend thema van Brookner was. Dat geldt ook voor de bredere notie dat degenen die – net als Hans – het leven minder serieus nemen dan anderen beter toegerust zijn om te overleven. Maar dit is Simenon, dus hier is minder binnenwereld en méér geweld: ik kan me niet herinneren dat in Anita’s werk ooit het lichaam van een verkracht en vermoord meisje uit een kanaal wordt gevist. Maar ook al is dit een ‘roman dur’, we zijn nooit ver van Brooknerland: de wereld van de immigrant, van behoedzaam navigeren in een vreemd land – vreemd, ook al ben je er geboren en heb je er je militaire dienst gedaan.

Ik kan me voorstellen hoe Anita bewondering koesterde voor Simenons greep op de rusteloze dynamiek tussen autochtoon en immigrant, vooral als er iets misgaat. Een tyfusuitbraak? Zelfs al is Joseph zelf slachtoffer, hij wordt gezien als de verspreider ervan. Deugd verandert in ondeugd: als de immigrant niet hard werkt, is hij een bietser; als hij wel hard werkt, is hij alleen maar uit op geld en gierig. Simenon begrijpt goed wat de oorzaak is van een aanzwellende golf van racistische verontwaardiging. Een steen wordt door het raam gegooid, een piketlijn wordt georganiseerd door kinderen, een dronken vrouw komt met een verzonnen verhaal, een drempel wordt volgesmeerd met stront, een dode kat wordt hangend aan het belkoord gevonden, de woorden ASSASSINS (‘moordenaars’) en A MORT (‘ter dood’) worden op het zonnescherm van de winkel gekladderd. De politie is slechts ten dele behulpzaam: de ene inspecteur zegt tegen de andere: ‘Het ruikt hier naar mof.’

De Krulls beslissen – niet geheel ten onrechte – dat Hans de brenger, of op z’n minst de versterker van hun tegenspoed is, en proberen hem terug te sturen naar Duitsland. Maar Hans weigert de rol van zondebok, dus de roman stevent af op een sombere conclusie waarvan ik, hoewel ze emotioneel gezien logisch is, betwijfel of je die kunt raden (en die ik hier niet zal verklappen).


Small 30 06 16 boris johnson


© Joep Bertrams

De politie is slechts ten dele behulpzaam: de ene inspecteur zegt tegen de andere: ‘Het ruikt hier naar mof’

Simon Leys, de wijze Belgische sinoloog, criticus en romanschrijver, wijst in The Hall of Uselessness terecht op Simenons vermogen om ‘met gewone middelen onvergetelijke effecten te bereiken. Zijn taal is karig en kaal (zoals de taal van het onderbewustzijn) (…) Het is moeilijk een anthologie te maken van zijn beste pagina’s: hij heeft geen beste pagina’s, hij heeft alleen betere romans, waarin alles naadloos met elkaar samenhangt.’ Wat doorgaans helpt deze onvergetelijke resultaten te bereiken is een nauwe eenheid van plaats en tijd: in de meeste van Simenons boeken is het zelden van belang wat er in Parijs gebeurt, laat staan in de wereld daarbuiten.

Chez Krull wijkt af van die norm: de buitenwereld laat zich hier met kracht gelden. Er worden grenzen overgestoken (de roman eindigt zelfs in Italië); we horen over Hans in België en over Hans in Duitsland. Wat is de reden die hij opgeeft voor zijn weigering om daarheen terug te keren? Mijn hoofd schoot erdoor naar achteren. ‘Er was sprake van dat ze me in een concentratiekamp wilden zetten.’ De woorden ‘camp de concentration’ komen vier keer in de roman voor (in een andere leugen is de reeds lang overleden vader van Hans onlangs in een concentratiekamp terechtgekomen). Ik keek naar de datum van het boek: Simenon heeft het op 27 juli 1938 voltooid in La Rochelle. Was het niet zo dat de meeste mensen pas na de oorlog van de concentratiekampen wisten? Toch staat het daar, in de populaire literatuur van destijds.

Boeken reizen op een vreemde manier door de tijd. Soms blijven ze gewoon zichzelf, soms krijgen ze extra lading en gewicht door de omstandigheden waarin ze gelezen worden. Ik las Chez Krull niet lang na het Brexit-referendum en wat daarvan de meest onmiddellijke sociale repercussies leken te zijn: de op muren geschilderde teksten, de toename van raciaal geweld, het gooien van stront naar ‘buitenlandse’ vrouwen, de brandstichting bij een halal-slager, de oogluikend toegestane agressie van ‘Britse patriotten’, de moord op een Pool in Harlow. Zelfs in het deel van Londen waar ik woon, dat overwegend voor het ‘Remain’-kamp heeft gestemd, merkte ik een paar van de gevolgen op: bijvoorbeeld de manier waarop Oost-Europese bouwvakkers nu stilletjes met elkaar praatten in plaats van naar elkaar te schreeuwen in hun opgewekte Slavische tongval.

Ik ben oud genoeg voor een 65-plus-pas, maar ben groot en overduidelijk wit, en voelde mij beschaamd toen ik op straat nerveuze blikken opving van kleinere, minder witte vrouwen. De wereld van Chez Krull is een gemeenschappelijke, een gedeelde wereld. En een paar van die Poolse bouwvakkers zijn hier misschien (zij het om meer commerciële redenen) vanuit dezelfde regio terechtgekomen als de ouders van Brookner vóór ‘Hitlers oorlog’, zoals sommigen die noemden.

***

Referendum Day viel op een vreemde manier precies tussen de verjaardag van mijn francofiele vader (22 juni) en mijn francofiele moeder (24 juni), die allebei al lang dood zijn. Die avond, nadat de stembussen waren gesloten, dineerden we met z’n achten; iedereen had ‘Remain’ gestemd, hoewel we weinig enthousiasme konden opbrengen voor degenen die onze zaak publiekelijk hadden bepleit: Cameron, Osborne en de Onzichtbare Man die aan het hoofd van Labour stond. Maar beide campagnes waren vreselijk leugenachtig geweest, en gebaseerd op angst. Tegen het einde van het diner vroeg ik aan de aanwezigen: ‘Als het allemaal de verkeerde kant op gaat, wie haten jullie dan het meest: Gove, Johnson of Farage?’

Gove kreeg geen enkele stem, Johnson zeven, en ik bracht mijn eigen stem uit op Farage. In de context van de Brexit leek Johnson mij louter een opportunist; Farage had de bron daarentegen al jaren vergiftigd, met zijn namaak-pub-verhalen, zijn witte paranoia en niet al te zachtzinnige racisme (hoor je vandaag de dag nog wel eens iemand Engels spreken in de trein?). Zonder Farage’s heimelijke en openlijke steun zou het smeulende vuur van de xenofobie op 23 juni niet zijn opgelaaid. Na de moord op Arkadiusz Józwik in Harlow was er op televisie een groep rouwende Polen te zien. Ze spraken zacht en betamelijk – vooral geen aandacht trekken! – maar ik was blij toen een jonge Pool zei: ‘En er is één andere persoon verantwoordelijk. Ik zal zijn naam niet noemen. (Pauze). Ja, toch wel. Zijn naam is Nigel Farage.’ Na het referendum maakte Farage trots bekend dat we onze onafhankelijkheid terug hadden gekregen ‘zonder dat er ook maar één kogel is afgevuurd’. Ja – behalve dan de drie kogels die op het parlementslid Jo Cox werden afgevuurd, uit het zelfgemaakte geweer van een ‘Britse patriot’.

Niet dat ik niet bijna op Johnson had gestemd (tijdens dat etentje, bedoel ik). Jarenlang heb ik ergens een zwak voor hem gehad. Hij was enig in zijn soort (zoals hij het ongetwijfeld ook zelf zou zeggen), en niet pompeus. Als burgemeester van Londen had hij niet veel gedaan, behalve het rodefietsenproject van Ken Livingstone veranderd in het blauwefietsenproject van Boris Johnson, maar als cheerleader voor de stad had ik weinig bezwaar tegen hem. En hij kon onmogelijk een racist zijn, want hij was toch zelf voor een deel Turks? Als iemand hem in mijn aanwezigheid afbrandde, zei ik: ‘Nou, mijn broer heeft zo’n twintig toekomstige parlementsleden lesgegeven toen hij docent was in Oxford, en hij heeft me verteld dat Boris de aardigste en de slimste van hen allemaal was.’ Destijds leek dat een goed antwoord, maar nu niet meer. Mijn broer woont inmiddels in Frankrijk, zijn Britse pensioen is tien procent in waarde gedaald, en hij is wisselgeld geworden. Misschien kan zijn ex-leerling hem wat fondsen sturen.

Toen Johnson nog correspondent in Brussel was voor The Daily Telegraph maakte hij deel uit van een decennialange perscampagne, waarvan de voornaamste kenmerken waren dat het om kaarsrechte bananen ging, niet-gekozen bureaucraten (heeft iemand het ooit over de niet-gekozen bureaucraten in Groot-Brittannië gehad?) en hoge kosten (terwijl onze eigen parlementariërs louter declaraties indienen voor eendenkooien, het baggeren van slotgrachten en gigantische televisietoestellen). En net zoals antizionisme vaak een excuus is voor antisemitisme is eurofobie een handige dekmantel voor een veel verder gaande xenofobie.

Maar uiteraard was het niet alleen de schuld van de pers. Weinig premiers uit de jaren nadat Edward Heath ons de eeg binnenloodste hebben het politiek opportuun geacht zich enthousiast te betonen over Europa. Ik werd het beu om eerst Major en daarna Blair te horen beweren dat we ‘tot de kern van Europa’ behoorden, terwijl we niet eens de euro hadden ingevoerd of het Schengen-akkoord hadden ondertekend. Politici hebben nooit geprobeerd Europa aan het Britse publiek te verkopen als iets anders dan een voordelige commerciële joint venture. We zijn louter om pragmatische en nooit om idealistische redenen lid geweest. We hebben Europa nooit gezien als een groots project, of zelfs maar als een uitdrukking van broederschap. Dit alles maakt het voor velen hier moeilijk te geloven dat het idealisme jegens de EU in Europa nog steeds leeft.

Vóór 1973 heeft De Gaulle de toetreding van Groot-Brittannië tot de Europese Gemeenschap tot tweemaal toe tegengehouden. De Britten, zo zei hij, mochten niet toetreden omdat ze niet ‘communautair’ waren – geen gevoel hadden voor de gemeenschap. En nu, tientallen jaren later, kunnen we zien dat hij gelijk had. We zijn zeer onbevredigende Europeanen geweest, de opgeschoten jongens die in een hoekje scheten lieten. ‘Geef ons een uitzonderingspositie, we willen ons geld terug.’

In 2011 ging ik voor de eerste en enige keer naar het Europees Parlement. Ik was de voorzitter van de Europese Boekenprijs. Destijds stond het Europese project onder grote druk en werd gevreesd dat de euro zou kunnen instorten. Zelfs ik, als buitenstaander, kon de angst ruiken. Tijdens het diner zat ik naast een hooggeplaatste Duitse politicus wiens naam me was ontgaan. Hij had een verstandige kijk op de dreigende gevaren. Op een gegeven moment vroeg ik hem: ‘Kunt u zich in de afgelopen twee of drie jaar van deze crisis iets herinneren wat de Britten hebben gedaan of hebben gezegd waar Europa iets aan had?’ Hij dacht een tijdje na over deze vraag en schudde ten slotte zijn hoofd, eerder bedroefd dan wat anders. ‘Nee’, antwoordde hij. Later kwam ik erachter wie hij was: Martin Schulz, die nu namens de spd de handschoen heeft opgenomen tegen Angela Merkel. In oktober, toen hij nog voorzitter was van het Europees Parlement, zei hij: ‘Ik weiger me een Europa in te beelden waar vrachtwagens en hedgefondsen vrijelijk grenzen kunnen oversteken, maar burgers niet.’

Wellicht worden we een soort Groter België met quasi-Amerikaanse waarden – en net als België verscheurd in aparte naties

***

De dagen dat ministers hun ontslag indienen lijken voorbij te zijn. Mensen blijken als nooit tevoren aan het pluche te kleven. Kijk maar naar Boris Johnson: ontslagen door The Times omdat hij iemand iets in de mond had gelegd, ontslagen door een partijleider van de Conservatieven omdat hij had gelogen, openlijk liegend tijdens de referendumcampagne (de nhs-‘belofte’, de talloze Turkse ‘immigranten’ die op weg zouden zijn naar Groot-Brittannië), en toch wordt hij minister van Buitenlandse Zaken. Het is waar dat Sir Henry Wotton de beroemde uitspraak heeft gedaan dat een ambassadeur ‘een eerlijke gentleman is die naar het buitenland wordt gezonden om te liegen ten behoeve van zijn land’, maar dat lijkt niet te impliceren dat de man die het bewind voert over al die ambassadeurs van Hare Majesteit zó vaak professionele leugens hoeft te debiteren.

Ik herinner me een gesprek met een Tory-insider, uit de tijd dat Cameron en Johnson werden gezien als concurrenten voor het leiderschap van de partij. ‘Boris vindt David een lichtgewicht, en David vindt Boris een ongeleid projectiel’, zei mijn bron. ‘En het probleem is dat ze allebei gelijk hebben.’ Nu zijn Johnson, Liam Fox en David Davis, nog twee van wie de carrière in een doodlopende steeg leek te zijn beland, belast met de Europa-onderhandelingen.

Aan de vooravond van het referendum beweerde Johnson dat Europa’s ‘plan’ voor ons leek op dat van Hitler (ook Gove bediende zich van nazi-analogieën). Johnson is een groot pleitbezorger geweest van het ‘prosecco en kaas’-argument: de Italianen en Fransen zouden zó bang zijn om de Britse markt voor deze producten te verliezen dat zij zich wel verplicht zouden voelen ons tegemoet te komen. Johnson beweerde dat de Britten driehonderd miljoen liter prosecco per jaar drinken. Helaas bedroeg de totale prosecco-productie vorig jaar 450 miljoen liter, waarvan de Britse omzet 35 miljoen liter voor zijn rekening nam. Nu hij promotie heeft gemaakt, maar nog steeds weinig op heeft met de feiten, blijkt hij zowel een lichtgewicht als een ongeleid projectiel. En zijn opgewonden etoniaanse charme werkt niet zo goed buiten Angelsaksische landen. Zoals Guy Verhofstadt en Wolfgang Schäuble het verwoordden, in bezorgd ongeloof, na hun eerste officiële ontmoeting met hem: ‘We zijn er allebei aan gewend een grote mate van respect te hebben voor ministers van Buitenlandse Zaken.’

***

Hans Krull maakt geen toespelingen op nazi’s, of op de algemene politieke situatie in Duitsland, maar hij praat wél over de joden. Het is de moeite waard hier wat langer op in te gaan. Joseph beklaagt zich er tegenover Hans over dat iedere keer dat er iets slechts gebeurt in het stadje de Krulls de schuld krijgen, ‘alleen maar omdat wij buitenlanders zijn’. Hans houdt staande, ‘als een man die de waarheid in pacht heeft en er geen twijfels over heeft’, dat Joseph het bij het verkeerde eind heeft: ‘Het is niet omdat jullie buitenlanders zijn (…). Het is omdat jullie niet buitenlands genoeg zijn (…) of omdat jullie té buitenlands zijn.’

Joseph is verbijsterd: ‘Zijn we niet buitenlands genoeg?’

Hans legt verder uit: ‘Of té buitenlands. Jullie zijn er niet open genoeg over. Jullie schamen je ervoor buitenlander te zijn. Net zoals jullie je ervoor schamen protestants te zijn. Jullie komen hierheen en willen net als alle anderen zijn. Jullie imiteren hen onhandig, maar weten dat het nooit zal werken. En zij voelen dat. Ik wed dat jullie op 14 juli méér vlaggen laten wapperen dan wie dan ook, en dat jullie op Sacramentsdag rozenblaadjes in de straat strooien. Mensen haten dat méér dan als jullie niets doen, als jullie gewoon de luiken zouden sluiten.’

Joseph brengt daar tegenin: ‘Maar als we agressiever zouden zijn, zou dat het erger maken.’

Hans antwoordt: ‘Het is geen kwestie van agressief zijn, maar van zeker van jezelf zijn. Net als wanneer de joden ergens anders gaan wonen. Zij schamen zich niet voor hun namen of voor hun neuzen. Zij schamen zich niet voor hun ondernemersgevoel of voor hun hebzucht. Dat is hoe het is, en niet anders. Jammer dan voor andere mensen en wat zíj denken. Zij wonen bij elkaar en geven er niet om als kinderen op straat gekke bekken naar ze trekken.’

Simenon voltooide zijn roman vier maanden vóór de Kristallnacht; en Hans heeft vooral zijn eigen waarheid in pacht. Maar de verbijstering van Joseph weerspiegelt het onoplosbare dilemma van de immigrant: het maakt niet uit of je ‘probeert zoals zij te zijn’ of niet, of dat je probeert een middenweg te kiezen, het is altijd verkeerd. Hier in Groot-Brittannië is de officiële stellingname vandaag de dag troosteloos helder. Je redt kinderen uit een brandend huis – je moet vertrekken; je zorgt al tientallen jaren voor je Britse echtgenoot en Britse kinderen, maar brengt ook tijd in het buitenland door om voor je verwanten te zorgen – je moet vertrekken; je zet een komma verkeerd bij het invullen van een formulier van 85 pagina’s, of kan een oude gasrekening niet meer vinden – je moet vertrekken. Sommigen vertrekken inmiddels al uit zichzelf, bang of vol afkeer, om hun gezinnen bij elkaar te kunnen houden.

Kunnen we alsjeblieft korte metten maken met de met plechtige stem uitgesproken mantra ‘het volk heeft gesproken’?

Maar hier is beslist geen sprake van beleidsverandering: het ministerie van Binnenlandse Zaken ging onder Theresa May ook al steevast in beroep in alle immigratiezaken die door het ministerie verloren werden. Nu is het alleen alsof het Brexit-referendum hun expliciet toestemming heeft gegeven het land te zuiveren, tenzij er in een bijzonder geval sprake is van massaal verzet onder de bevolking.

En hoe ziet de visie van de Brexiteers op ons toekomstige, gezuiverde land eruit? Dat lijkt een mengeling te zijn van Merrie England, Toytown en Singapore. Naar buiten gericht in de zin van ‘open voor het bedrijfsleven’, wat doorgaans betekent ‘te koop’. Naar binnen gekeerd in andere opzichten. Moreel uitgeput door ons van Europa af te keren en onder de geurige oksels van Trump te schuilen.


Small 17 05 16 brexit johnson


© Joep Betrams

Hoe zal dit alles eindigen? Wellicht worden we een soort Groter België met quasi-Amerikaanse waarden – en eveneens, net als België, verscheurd in aparte naties. Denken we serieus dat degenen die voor de Brexit stemden het onder deze krimpende overheid beter gaan hebben? (Ik kan me niet herinneren dat de slogan ‘Armer maar Gelukkiger’ werd gebruikt.) Dat de nhs goed gefinancierd zal worden? Dat het toenemende aantal nul-urencontracten niet verder zal oplopen? Dat de oude winnaars de nieuwe, zelfs nog grotere winnaars zullen zijn? Denken we serieus dat May zal gaan bouwen aan ‘een land dat voor iedereen werkt’? In plaats van de piëteiten van onze huidige politieke elite heb ik liever het oude Portugese gezegde: ‘Als stront waardevol zou zijn, zouden de armen zonder poepgat geboren worden.’

***

In de aanloop naar het referendum marcheerden ‘Britse patriotten’, vermomd als voetbalsupporters, door Marseille, terwijl ze riepen: ‘Fuck Off Europe, We’re All Voting Out’. Op dezelfde manier houdt May niet van al te veel kosmopolitisme: ‘Als je denkt dat je een wereldburger bent, ben je een burger van niets of nergens.’ Simon Leys, die als Pierre Ryckmans in België werd geboren en via Taiwan, Singapore en Hongkong is verhuisd naar Australië, waar hij woonde van 1970 tot zijn dood in 2014, begreep zowel de paradox van de provinciaalsheid als het gevaar van de ‘nationale cultuur’. Die paradox werd goed verwoord door Borges: ‘De schrijver die in een groot land is geboren dreigt altijd te geloven dat de cultuur van zijn geboorteland zal voorzien in al zijn behoeften. Paradoxaal genoeg loopt hij daardoor het risico provinciaals te worden.’

Leys borduurde hierop voort: net zoals Goethe in Weimar woonde – destijds ‘een stadje dat nog iets kleiner was dan Queanbeyan’ – en niettemin op de hoogte bleef van de literaire wereld van Groot-Brittannië en Frankrijk, maar ook van de laatste Chinese romans, kun je ‘kosmopolitisme makkelijker verwezenlijken in een provinciaalse setting, terwijl het leven in een metropool op bedrieglijke wijze kan resulteren in een vorm van provincialisme’. Hij concludeert: ‘Cultuur komt voort uit uitwisseling, en kan bloeien dankzij verschillen. In deze zin is “nationale cultuur” een contradictio in terminis en “multiculturalisme” een pleonasme. De dood van de cultuur is gelegen in naar-binnen-gekeerdheid, zelfgenoegzaamheid en isolement.’

Net als veel ‘Remainers’ heb ik ingewikkelde gevoelens over de Brexit, net als over de Irak-oorlog. Degenen van ons die tegen de oorlog waren, wilden dat Bush en Blair, en de parlementsleden die vóór de oorlog hadden gestemd, het mis zouden blijken te hebben en voor hun hoogmoed gestraft zouden worden, terwijl we tegelijkertijd hoopten dat er niet al te veel Britse soldaten en onschuldige burgers (of onschuldige Iraakse soldaten) zouden omkomen; we hoopten ook dat de coalitie een overwinningsstrategie had, en dat de bredere regionale gevolgen niet al te rampzalig zouden zijn. (En kijk eens hoe dat is afgelopen.)

Op dezelfde manier hoop ik nu dat – zoals waarschijnlijk lijkt – het zelfingenomen vertrouwen van de leidende Brexiteers, en hun arrogant-agressieve opstelling van vóór de onderhandelingen, zullen botsen op de Europese werkelijkheid, en bestraft zullen worden. Dat Europa ons zal uitkleden, dat er sprake zal zijn van een harde Brexit, dat de Europese Unie ons net zo lang als Canada zal laten wachten op een handelsakkoord, en dat Trump ons een vernederend ‘America First’-aanbod zal doen. Dat de delen van Left Behind Britain die vóór een vertrek uit de EU hebben gestemd erachter zullen komen dat de mooie nieuwe toekomst zonder al die Polen, Roemenen en Bulgaren betekent dat zij nu zelf aardbeien moeten plukken, aardappelen moeten sorteren en voor demente bejaarden moeten zorgen, en dat – omdat het kapitalisme nu eenmaal zo werkt – hun lonen niet hoger zullen zijn. Dat de mensen uit Cornwall en Ebbw Vale, die voor het merendeel vóór ‘Leave’ hebben gekozen, ondanks grote EU-subsidies uit het verleden, en wier vertegenwoordigers onmiddellijk een verzoek hebben ingediend bij de centrale regering om die verloren gegane ‘buitenlandse’ subsidies te compenseren, te horen zullen krijgen dat het geld op is. Enzovoort. Maar ik hoop ook dat mijn land zonder al te veel bijkomende schade uit dit alles te voorschijn zal komen. De Irak-oorlog is echter geen bemoedigende vergelijking.


Small 02 05 17 eu brexit onderhandelingen


© Joep Betrams

En dan nog iets anders. Kunnen we alsjeblieft korte metten maken met de met plechtige stem uitgesproken mantra ‘het volk heeft gesproken’? Het volk werd een vraag gesteld door een overmoedige politieke elite en mocht slechts een zeer eenvoudig antwoord geven, waarop een enigszins andere versie van diezelfde elite ervoor kiest dat antwoord te interpreteren op een manier die aansluit bij de eigen politieke en partijpolitieke belangen. Wat de veel aangehaalde ‘volkswil’ aangaat, die was er – overduidelijk – helemaal niet. En de ‘volkswil’ leidt maar al te makkelijk naar ‘vijanden van het volk’, die stalinistische frase die nu wordt omarmd door de Daily Mail, de rechtse Pravda. De Mail, die zijn lezers dertig pagina’s lang op belangrijker nieuws en belangrijker commentaren heeft getrakteerd alvorens zich te verwaardigen te berichten over de veroordeling van de moordenaar van Jo Cox, en die nu als betrouwbare informatiebron is verwijderd door Wikipedia. Een smerige kop leidde ertoe dat er extra beveiliging nodig was voor de rechterlijke macht. Maar het zijn tenminste Britse rechters die door Britse politieagenten moeten worden beschermd tegen Britse ‘patriotten’, dus is het in orde.

De dag na het referendum wandelde ik in het plaatselijke park, toen een man me tegemoet fietste, recht over een VERBODEN TE FIETSEN-markering heen. Ik keek hem fronsend maar zonder iets te zeggen aan, waarop hij me toeschreeuwde: ‘O jee, Flaubert, waar ben je nu?’ Een merkwaardige Noord-Londense variant op het triomfalisme van de Brexiteers. De volgende dag versloeg het Britse rugbyteam de Australische Wallabies met 3-0. Een Australische krant kwam vervolgens met deze kop: ‘Nog een continent dat jullie haat.’

We mogen dat soort reacties op onze huidige koers niet onderschatten. We koesteren een sentimentele visie op hoe anderen ons zien: als correct, humoristisch, excentriek, beleefd, tolerant, flegmatisch, enzovoort – ‘très British’. Maar van oudsher hebben ze ons net zo vaak – zo niet vaker – gezien als koud, arrogant, gewelddadig, egocentrisch, racistisch en hypocriet. Een Franse vrouw die dertig jaar in Groot-Brittannië heeft gewoond vertelde me in de dagen na het referendum dat ze erover dacht terug te keren naar Frankrijk. En hoewel zij bijzonder zachtaardig is en totaal niet geïnteresseerd is in politiek voegde zij eraan toe: ‘Nu zullen de mensen jullie weer haten.’ Let op dat ‘weer’. We gaan een paar ‘jours durs’ tegemoet.

Julian Barnes is de schrijver van, onder veel meer, Flaubert’s Parrot, The Sense of an Ending, waarvoor hij de Booker Prize kreeg, en The Noise of Time.Dit is een licht ingekorte versie van een essay dat eerder verscheen in The London Review of Books.

Vertaling Menno Grootveld

bertvaneck
Berichten: 16423
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 8:54 am

Re: Politiek cafe

Bericht door bertvaneck » wo jun 28, 2017 1:20 pm

anp



Fons de Poel duikt in de wereld van 'depressief' Frankrijk

Net als vorige zomer reist programmamaker Fons de Poel (62) door Europa op zoek naar de ziel van verschillende landen. Hij vertelt over het grote verschil tussen arm en rijk in Portugal, het opkomende nationalisme in Polen en de hoop voor Frankrijk onder de nieuwe president Macron.

Suzanna Timmer 27-06-17, 15:54


Vorig jaar zei De Poel nog tegen deze site dat hij hoopte dat zijn tv-programma Fons bij de buren zou aanslaan. Inmiddels verhuisde het van de late avond naar primetime én duurt het tien minuten langer. ,,Ik ben heel blij met het programma, want het is een van de leukste dingen die ik heb mogen doen in mijn leven.”


De Poel bezoekt dit seizoen Portugal, Duitsland, Polen, Frankrijk en Ierland. Het principe blijft hetzelfde: zijn vertrekpunt is een hotel, een lokale chauffeur gidst hem door het land en hij probeert aan de hand van geschiedenis en actuele situaties de mentaliteit, sfeer en toekomstverwachtingen te achterhalen.


Vanavond zien we De Poel in Portugal. ,,Ik wilde beginnen met een zomers land. Het land van Cristiano Ronaldo. Ik schrok van de situatie daar. Het zijn volgens mij de aardigste Europeanen, maar er is zo veel economisch onrecht. We stonden in 1974 te juichen bij de Anjerrevolutie, maar sindsdien is er eigenlijk weinig veranderd. De bovenlaag bestaat uit twintig families die nog steeds het hele land runnen en er is een grote kloof tussen arm en rijk. Het is een beetje een marionettendemocratie. Maar de pleuris breekt er niet uit, want zo zijn de Portugezen niet gebouwd. Het is een heel bescheiden land.”


Verscheurd land


Dan Polen. Volgens De Poel een merkwaardig verscheurd land. ,,Polen heeft een heroïsche geschiedenis, maar het is wel een beetje de Don Quichot van Europa. De Polen hadden meer verwacht van hun vrijheid na de val van het communisme in 1989. Omdat weinig mensen nog geloven in de democratie gaan ze nauwelijks stemmen. Daardoor is de nationalist Jarosław Kaczyński, die een minderheid heeft, toch aan de macht gekomen. Die is nu onder meer de televisie, het constitutionele hof en het onderwijs aan het hervormen tot staatsinstituten. Ik spreek er mensen die het ongelooflijk vinden wat er nu gebeurt. De tegenstellingen zijn groot en lopen zelfs dwars door families heen. Maar misschien is het ook wel een midlifecrisis van een land dat tweehonderd jaar de dansvloer van de duivel is geweest.”


De Poel denkt dat het land door een fase moet. ,,Polen zijn ontzettend harde werkers en er zit veel energie in het land. Maar het zijn toch een beetje de tweederangs Europeanen gebleven. Er zijn ook veel vooroordelen over ze, die ik in het programma probeer te ontkrachten.”


Macron


De programmamaker is heel benieuwd naar wat hij aantreft in Frankrijk. De Fransen hebben de afgelopen jaren veel voor hun kiezen gekregen, met onder meer de verschillende terroristische aanslagen. De Poel gaat kijken in Lyon en omgeving. De metropool geldt als het Macron Lab, waarmee de nieuwe president Emmanuel Macron grote innovatieve plannen heeft.


,,Er zijn daar alleen al vorig jaar 15.000 bedrijven bijgekomen. De stad staat voor liberalisering van de arbeidsmarkt en digitalisering van de wereld. Frankrijk is natuurlijk in een sociaal-economische surplace terechtgekomen. De laatste vier presidenten lukte het niet om de Fransen uit de depressie te trekken. Ik geloof zelfs dat Frankrijk een van de meest depressieve landen ter wereld is. Vreemd, omdat er ook veel moois is. Het was altijd het land van de grandeur en de trots. Het eerste land waar je in mijn jeugd verliefd op kon worden. Ze zijn een beetje verzonken in hun eigen spiegelbeeld.”


Fons bij de buren, NPO 2, vanavond om 20.25 uur

bertvaneck
Berichten: 16423
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 8:54 am

Re: Politiek cafe

Bericht door bertvaneck » di jul 11, 2017 6:08 am

april in Washington. © AP

New York Times: Trump jr. wist dat informatie over Clinton van Kremlin kwam

updateDonald Trump jr. wist dat de belastende informatie over Hillary Clinton die hem was beloofd door een Russische advocate, afkomstig was van het Kremlin. Dit was hem in een e-mail verteld door de man die de ontmoeting tussen Trump jr. en de advocate had geregeld, aldus The New York Times. De krant meldt dat op basis van drie mensen die van de e-mail af weten. De ontmoeting tussen de zoon van Trump en de advocate was de eerste aanwijzing dat het kamp-Trump wel oren had naar Russische hulp in de verkiezingscampagne.

Door: Michael Persson 11 juli 2017, 06:14



Iedere dag rond lunchtijd het belangrijkste nieuws van de ochtend, de mooiste fotografie en het gesprek van de dag? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.



De ontmoeting vond plaats vlak nadat zijn vader de Republikeinse voorverkiezingen op zijn naam had geschreven en was georganiseerd door Rob Goldstone, een publicist en voormalige Britse tabloidjournalist. Volgens mensen die de e-mail in kwestie hebben gezien, liet Goldstone aan Trump jr. weten dat de belastende informatie afkomstig was van het Kremlin, omdat Rusland de campagne van Donald Trump wilde helpen.

Trump jr. zelf, leden van het Witte Huis en het Kremlin ontkennen of bagatelliseren de interpretatie van The New York Times, de krant die zondag ook al onthulde dat de ontmoeting had plaatsgevonden. Maar ook uit hun reacties blijkt dat er wel degelijk een ontmoeting is geweest, die een grote rol zal spelen in het FBI-onderzoek naar de Russische banden met het team-Trump tijdens de verkiezingen.

Het is namelijk de eerste keer dat bekend wordt dat een van Trumps nauwste intimi met een Russische gesprekspartner heeft overlegd over Clinton. Het is een stukje van de puzzel die antwoord moet geven op de grote vraag die sinds de verkiezingen wordt gesteld: wist Trump of iemand uit zijn entourage van de Russische pogingen hen te helpen, en zo ja, hebben ze daarbij samengewerkt?


Wikileaks



Donald Trump jr. in de Trump Tower, waar de ontmoeting plaatsvond.
Donald Trump jr. in de Trump Tower, waar de ontmoeting plaatsvond. © EPA

Volgens de Times kreeg Trump junior belastende informatie over Clinton aangeboden. Onduidelijk is of hij die informatie vervolgens ook heeft geaccepteerd. Ruim een maand later zouden via Wikileaks de eerste gehackte e-mails van de Democratische partij naar buiten komen. Daarvan hebben de Amerikaanse inlichtingendiensten later gezegd dat het Kremlin erachter zit.

Het nieuws over de ontmoeting betekent hoe dan ook dat Donald Trump jr. diverse malen heeft gelogen over zijn banden met de Russen. Hij heeft altijd ontkend dat hij als lid van de Trump-campagne met Russen heeft gesproken. 'Er was geen enkele ontmoeting waarbij ik de campagne op enige manier of in enige vorm vertegenwoordigde', zei hij in maart.

De ontmoeting vond plaats op 9 juni 2016 in de Trump Tower. Ook aanwezig waren Jared Kushner, de schoonzoon van de president, en Paul Manafort, de campagneleider die veel zakelijke banden met de Russen had. Aan de andere kant van de tafel zat Natalia Veselnitskaja, een advocate die vooral bekend staat om haar lobbywerk tegen Amerikaanse anti-Russische wetgeving.

Trump junior erkent dat het gesprek over Clinton is gegaan, maar ontkent dat Veselnitskaja de Trump-campagne wilde helpen met schadelijke informatie. Hij zegt dat ze hem vertelde dat het juist Clinton was die samenwerking met de Russen zocht.



Die verklaring zondag kwam nadat hij zaterdag, toen The New York Times een reactie vroeg op het nieuws van de ontmoeting (maar nog niet wist dat die ontmoeting over Clinton was gegaan), nog had verzwegen dat Clinton onderwerp van gesprek was geweest. Trump vertelde toen dat het vooral was gegaan over de adoptie van Russische kinderen.

Het past in de lijn van eerdere onthullingen over gesprekken tussen Russen en leden van de Trump-campagne. Eerst worden ze vergeten, dan ontkend, en vervolgens wordt het onderwerp van gesprek steeds zo aangepast dat de ontmoetingen onschuldig lijken.

Zo waren eerder Trumps nationale veiligheidsadviseur Michael Flynn, zijn minister van Justitie Jeff Sessions en zijn schoonzoon en adviseur Jared Kushner vergeten hun gesprekken met de Russische ambassadeur Sergei Kisljak te melden, zoals zij als kandidaat-regeringsfunctionarissen moesten doen om toegang te krijgen tot geheime informatie. Flynn hield vervolgens vol dat het over niemendalletjes was gegaan. Het kostte Flynn de kop, omdat hij er ook over had gelogen tegen vicepresident Mike Pence. Sessions mocht blijven, omdat zijn gesprekken volgens hem niet over de verkiezingen gingen.

De ontmoetingen van Kushner met Kisljak werden in april onthuld door The New York Times. Kushner diende daarop een herziene verklaring in, waarin hij wél melding maakte van gesprekken met de Russen. Eén daarvan was dat met Veslenitskaja. De Times kreeg daar lucht van, en is verder gaan graven.

In een reactie zegt Veselnitskaja dat er tijdens de ontmoeting 'niets over de verkiezingscampagne' is gezegd en dat zij 'nooit de Russische regering heeft vertegenwoordigd'. Een woordvoerder van het Kremlin zei de advocate niet te kennen en geen tijd te hebben alle verrichtingen van Russische advocaten te volgen. Reince Priebus, stefchaf van het Witte Huis, noemde de onthulling een 'nothing-burger'.



Welke onderzoeken naar Trump lopen er?



Het zijn er vijf, en ze hebben allemaal direct of indirect met Rusland te maken.

Het belangrijkste onderzoek wordt gedaan door speciaal aanklager Robert Mueller, een gerespecteerde oud-FBI-directeur. Hij leidt het onderzoek naar Russische inmenging bij de presidentsverkiezingen van 2016 en de mogelijke rol die het campagneteam van Trump hierbij heeft gespeeld. Mueller nam het onderzoek over van de FBI nadat Trump daar de directeur van ontsloeg.

Vijf vragen over de bevoegdheden van een speciaal aanklager
Naar het ontslag van FBI-directeur James Comey loopt ook een onderzoek, dit keer door de toezichthoudende commissie van het Huis van Afgevaardigden. Die commissie wil erachter komen of Trump druk heeft uitgeoefend op Comey om het FBI-onderzoek naar de Russische invloeden (dat nu dus door de onafhankelijke Mueller wordt geleid) stop te zetten.

Reconstructie: hoe Trumps frustratie over het Rusland-onderzoek leidde tot Comey's haastige ontslag
De rechterlijke commissie van de Senaat doet ook nog onderzoek naar Trump's verhoudingen met Comey en het ontslag van Michael Flynn, de voormalige nationale veiligheidsadviseur van de president.

Welke valkuilen liggen er op de loer voor Michael Flynn?
Daarnaast zijn er nog de inlichtingencommissies van het Huis van Afgevaardigden en van de Senaat. Die doen ook allebei onderzoek naar de banden tussen de Trumpcampagne en Rusland. De commissie van het Huis focust daarbij op de onthullingen rond Michael Flynn, terwijl de commissie van de Senaat zich breder bezighoudt met Russische inmenging.

Plaats reactie