Poolse verhalen van Ome Willem

Al uw reisverhalen, fotoverslagen m.b.t. Polen mogen hier geplaatst worden
admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo aug 22, 2012 7:21 pm

Ome Willem is weer in Polen en heeft via de telefoon een paar landschapsfoto`s gestuurd :D

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo aug 22, 2012 7:22 pm

Vraag van Ome Willem:

Waar zijn de laatste 2 foto`s gemaakt? :?

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » wo aug 22, 2012 8:51 pm

Reed ik gisteren nog door de heuvels en bossen van Moravië, door het bos waar kuifje en Bobbie op de weg naar Klow, toen de hoofdstad van het koninkrijk Syldavië, een lift kregen van de Nachtegaal van Milaan, Bianca Castafiora, en snorde ik vanmorgen vroeg nog door het "IJzeren hart" van Tsjechië met zijn honderden hoge schoorstenen, niet zodra kwam ik Polen binnen of de omgeving was totaal anders, meteen kwam ik weer onder de indruk van de immense en onafzienbare velden.

Er zijn heel wat soorten blikken, conservenblikken en dergelijke laat ik buiten beschouwing, maar daarnaast bestaan er ijzige blikken, vrolijke, droeve, strenge, vreemde doortastende en nog zoveel meer blikken.

Ostrava, de eerste stad vandaag, het was er al levendig, en vervolgens reed ik bij Bohumín de grens over, zoals geschreven, op slag een andere wereld, achter mij het liefelijke Tsjechië, voor mij lag het enorme stoere Polen, het land dat de aansluiting in de vaart der volkeren lijkt te hebben gevonden.

Zo scheelt het van wie de blik komt, de blik van de man is, uitzonderingen daargelaten, anders dan de vrouwenblik, en geen enkel streven zal dat kunnen veranderen, dus strenge blikken kunnen afkomstig zijn van een dame of een heer, beide blikken zijn anders, net zoals de onderzoekende blik en de vrolijke blikken.

De 45 op, richting Krapkowice, de weg kwam over Razoborz, daartussen veel dorpjes waar de naam tweetalig stond aangegeven: boven de Poolse, er onder een Duitse naam, vreemd, want het was mij de vorige keer niet opgevallen, sterker nog, vermoedelijk werden ze nog niet zo lang aangebracht: zo stond er onder de naam van het dorpje Długomiłowice de eigenaardige naam Langlieben.


De lading was er bij de klant in Chorula snel uit, nog een tien minuten en ondat teruglading nog niet was geregeld reed ik het naastgelegen Opole binnen, ging op zoek naar een inkoopgelegenheid en vond die net even buiten de stad, ik kwam terecht op een inkoopcentrum die, wat luxe en grootte betreft, zijns gelijken in het "westen" nauwelijks kent, zelfs niet in Frankrijk en ik kocht er naar hartelust allerelei lekkers: na afloop zat op de winkelkar een hele bult en ik had een half uur nodig om de bubs in de cabine te proppen.

Let maar eens goed op een droeve vrouwenblik, en vergelijk die met een neerslachtige blik ener man, het verschil is er, is zelfs wezenlijk, net zoals de strenge vrouwenblik, toch wel geheel iets anders als gestrenge mannenblikken, het verschil zit hem in de afstand.

Inmiddels had ik een teruglaadadres, nog voorbij Leipzig, dus voorlopig kon ik voort, ik reed eerst naar Brzeg en Oława, rondde Wrocław en vervolgens pakte ik de route naar Lubin over Środa-Śląska waar de Duitser Neumark in Schlesien tegen zeggen.

Onderweg kwam ik weer onder de indruk, de wijdse velden, links van mij, naar het zuiden, de contouren van het Reuzengebergte, veel velden kleurden geel met een halfhoog gewas dat ik niet thuis kon brengen, boeren waren in de weer om aardappels, de ziemniaki, te oogsten (Ziemia is aarde), andere landbouwers oogstten de mais.

Het beste kun je het verschil zien indien je goed oplet als je door een blik wordt aangeken, let op de vrolijke mannenblik, en let eens op jolige vrouwenblikken, je voélt het gewoon.

Onderwijl hield ik een uurtje pauze, net na Polkowice bij een smaakvol uitziende horecagelegenheid, de bediening liep in mazurkische kledendracht en ook binnen was het uiterst netjes en ik at er een kleinigheid dat prima verzorgd op tafel kwam.

Het is de afstand, de kijkende ogen die de blik ontvangen, dáár zit het hem in, de ogen ontvangen de blikken, zowel mannen als vrouwen, alleen hij en zij doen dat anders, ontvangen anders, ze zijn immers anders.

Later liep de weg weer door eindeloze bossen, vooral tussen Zielona Góra en Gubin, een weg die ik met flinke tegenzon reed. Zo kwam ik de voormalige DDR binnen, reed nog tot aan Senftenberg, hield halt in het land der Sorben, eindelijk tijd om er even met de fiets op uit te gaan.

De verliefde vrouwenblik, ze glijdt over de ander, ze ontvangt, tot, zoals haar onderzoekende, vragende, vrolijke of wat dan ook voor soort blik, ze blijft op zekere afstand, de blik van de verpleegster op de patient, op voorname afstand, op gepaste afstand, ze ontvangt niet meer dan het noodzakelijke terwijl het mannenoog meer begeert te ontvangen dan de gegeven blik, en in die zin beginnen mannenblikken daar waar vrouwen het voor gezien houden.

Aldus schreef ome Willem.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » za sep 01, 2012 10:47 am



Het bijbehorende filmpje van Ome Willem

kees
Berichten: 536
Lid geworden op: ma nov 21, 2011 5:57 pm

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door kees » zo sep 02, 2012 10:25 am

Polen is altijd mooi om doorheen te rijden. maar met een grote vrachtwagen is het secuur sturen op die smalle wegen. Wat betreft die blikken, dat is de natuur, die houding hebben we van de apen georven.

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr nov 02, 2012 7:32 am

Het was maar een korte periode dat er ook op vrijdag eentje ging, naast die ene die eigenlijk met grote regelmaat op dinsdag vertrok, de één op die vrijdag, 26 oktober, de ander dus op de dinsdag, de dertigste, en in de eerste trein zat Etty.

Zelf rij ik tussen de twee treinen door, het is een ridicuul gevoel als je het beseft, ook al schrijf ik over 69 jaar geleden, de tijd heelt vele wonden, maar nooit alle, en zeker niet die nooit helende wond waarmee de Europese volkeren zichzelf hebben besmet; erg vroeg vertrok ik, pal oostwaarts dus, door de donkere Euronacht.

Vanuit Westerbork reden de treinen via Assen naar Nieuweschans met Nederlands NS-personeel en vanaf de grens kwam er een Duitse stoomloc voor. Transavia-piloot Julio Poch werd door Nederland aan Argentinië uitgeleverd, louter op verdenking van het vliegen van dodenvluchten tijdens het Fidela-regime. Geen enkele Nederlandse treinmachinist die zo'n helletrein reed heeft zich behoeven te verantwoorden voor de rechter, laat staan dat er eentje werd veroordeeld.

Hoewel fris, een uitermate heldere zon bekleede de velden met kleurenglans, niet gehinderd door enige nevel en zo denderde ik verder, sjorde het gevaarte bij Porta Westfalica de enige noemenswaardige helling op, en rolde, rolde maar door: Hannover, Braunschweig dat als Nederlandse naam Brunswijk heeft en waar Willy Lages, één van de "Vier van Breda", werd geboren en bij Helmstedt de oude oostgrens over waarna na wat beperkte glooingen een korte afdaling naar Magdeburg, geboortestad van de renaissancecomponist Telemann, en daarna een onafzienbare vlakte waarin op zeker moment links van mij Berlijn moest liggen, langs de plek waar de grimmige uitkijk- en wachttoren stond waarmee iedereen in de gaten werd gehouden, zij die naar links, richting Prenzlau reden en zij die de weg naar "Der Hauptstadt der DDR" insloegen.

De treinen deden er doorgaans drie dagen en twee nachten over, stonden kortere of langere tijd te wachten op de stations van Bremen, Hanover en Breslau waar ze geen drinken of voedsel kregen en je verbaasd je erover dat er nog zoveel levend de eindbestemming haalden.
Ook Etty, Etty Hillesum zou rond één november aankomen, vandaag, precies 69 jaar geleden. Lang heeft zie daarna niet geleefd, precies weet men het niet, ze stierf in ieder geval rond eind november als zoveelste slachtoffer in Auswitsch.

Rond de middag reed ik de brug van de Oder over, vroeger nog steeds het oude Duitsland. Links keek ik in de richting van het land de Kasjoeben, rechts het toenmalige Silezië en tussen deze twee streken hield ik richting Poznań, het voormalige Posen (of Poyzn in het Yiddisch) aan dat overigens maar een zeer korte tijd onder Duitsland viel.

Vanaf de grens reed ik weg 95 over Świebodzin en liet de nu spikslinternieuwe saaie snelweg links van me liggen: ik had vandaag immers al snelweg genoeg gehapt: de weg over Świebodsin is nu rustiger dan ooit en daarnaast ook een lust voor het oog om te rijden

Naast oude, slecht onderhouden en soms verlaten gribusgebouwen, moderne bebouwing, diverse soorten van uitbating: pompstations, chauffeursparkeerplaatsen, pallethandelaren, geldwisselaars en winkeltjes en daartussen hele lange stukken door oneindigogende bossen en langs nog meer oneindig lijkende landbouwakkers, nog steeds badend in dalende zonneschijn.

Plotseling echter, voor mij, wit en onverwachts reed ik een fascinerend landschap binnen waar de nevel en mist de dienst uit maakten terwijl het donker worden sneller ging dan verwacht. Tot Nowy Tomyśl ging het nog, maar daarna reed ik nagenoeg op de tast, tot een veertig kilometer voor Poznań waar de rem er op ging.

Eén dag onderweg, genoten van de reis en van de omgeving en ook veel gezien, benevens wat inheems gegeten. Etty Hillesum genoot niet, zag nauwelijks iets en kreeg niets te eten en was toen bijna drie dagen onderweg, vermoedelijk ook nog eens getergd door de koude.

Nog steeds raak ik in verlegenheid.
Zo verliepen de twee treinreizen, twee keer om en de nabij 850 mensen en daartussen reis ik, alleen in en op een andere tijd, maar maakt dat wat uit?

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr nov 02, 2012 7:34 am

Al vroeg in de morgen zag ze reeds op de bermtaluten; de sneeuwresten die mij daar provocerend aanstaarden en gaanderwijs werden het er almaar meer en tegen de tijd dat ik Konin passeerde was alles om mij heen wit.

Ooit hadden we geen banken nodig. Salaris werd in loonzakjes uitbetaald, ik kan het me nog goed herinneren. Voor mijn één en twintigste had ik niet eens een bankrekening, want voor geld had ik geen bank nodig.

Ook voor, achter en boven mij, 't leek alsof ik in een klaterglazen koepel reed met andere echo's om mij heen. Enkele hongerige kraaien scheerden over eindeloze akkers en op de herfsttooi van bomen lag een hagelwit vroege sneeuwlaag.


En toen, toen begonnen banken een offensief: iedereen moest een rekening, ja, iedereen moest van haar afhankelijk worden. Met de hypotheek, en als dat niet kon, dan toch zeker met een rekeningnummer en, laten we het maar gewoon toegeven: ze zijn in die opzet met glans geslaagd.
Voorbij Koło, toen het daglicht de overhand kreeg, zag je gewoon de kou van de omgeving afstralen en even verder, in Wartkowice, werd het grootste deel van de lading gelost en toen ik daar buiten kwam, voelde ik het ook: 't was naar koud.

Maar 't was niet genoeg, want er moest worden geautomatiseerd. Alles via de kompjoeter, balipersoneel werd, al dan niet met rekeningnummer, massaal afgevoerd en de gebruiker werd tegen betaling een bankpasje met bijbehorende pincode opgedrongen.

Tijdens het lossen brak de zon door de witkoepel heen, meteen nam de kilte af en de sneeuw in de boomtoppen begon te verdwijnen. Rond half tien vertrok ik naar de volgende en laatste klant waar ik voor twee uur zou moeten wezen wilde ik nog kunnen lossen: Maar zou ik het halen?

Maar die opzet, hoewel geslaagd, bleek een misrekening, in zo verre, dat de banken er nu achter komen dat die verregaande automatisering zoveel geld en energie kost dat het beter, lees, goedkoper, was al het bankpersoneel te houden.

Via Poddębice karde ik naar Sieradz en kwam daarbij langs de oever van Jez Jeziorsko, een langwerpig meer in de Warta, reed weer door prachtige bossen die nog mooier werden door een steeds weldadiger zon die de temperatuur verhoogde. Witte berken met bebruind blad, kale populieren met grote bollen Mistletoe, rode eiken en alles op een ondergrond van witte sneeuw, alsof alles door een talentvol kind op wit tekenpapier werd gekleurd.


Het is bekend dat met het geld, afhandig gemaakt van het Oude Volk, alles werd betaald. Immers, op de rijksbegroting van de nazi's is geen bedrag terug te vinden die de holocaust financieel moest dekken. De kampen, de -trein-reizen, waaronder de terugreis van de lege trein, de hele vernietiging werd gefinancierd met gejat poen, maar 't bleek een misrekening.

Via Wielun, het stadje dat bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog zo verraderlijk door de nazi's werd gebombardeerd (en een veelvoud van slachtoffers eisde als het bombardement, later, op Rotterdam) toog ik naar Kluczbork en daar had ik nog anderhalf uur over.


Bij het inrijden van Opole had ik nog een uur over, maar nu moest ik nog wel op weg 423, richting Chorula, zien te komen, en dat betekende, halfdwars door de stad; langzaam tikten de minuten weg en vlak voor de genoemde weg werd ik, tot overmaat, ook nog eens opgehouden door een neergedaalde spoorwegslagboom die een goederentrein lag op te wachten.

Een misrekening, in zo verre, dat er de oorlog mee verloren ding, want hoewel alles financieel "gedekt" was; voor de organisatie moest men wel heel veel volk inzetten dat in werkelijke zin onttrokken werd aan het leger. En aan soldaten, die je niet inzet in het leger, heb je niets.
Het is een gruwelijke balans dat men de oorlog juist daardoor verloor.

Net na twee uur, toch net niet gered, maar met verdrietig kijken werd de handel toch nog uit de kar gehaald zodat ik vast een eind opweg kon naar mijn eerste teruglaadadres. Ik reed weer terug, reed rond Opole en daarna de "94" op, drie uur en de avond viel al een beetje. Bovendien werd de lucht steeds grijzer, zodat de schemer weer erg rap ging en over alweer een adembenemend mooie weg kwam ik langs Brzeg en Oława, een oud vestingsstadje en waar ik de Odra overstak en nog verder reed tot Jelcz-Laskowice waar ik een aangename en rustige parkeerplek vond. Vijf uur, en al helemaal duister.


Het is vaak een kunst om datgene te lezen wat er niet staat.

Aldus schreef ome Willem

admin
Site Admin
Berichten: 503
Lid geworden op: do aug 18, 2011 11:56 am

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door admin » vr nov 02, 2012 7:38 am

Zo oud is mijn kaart van Polen toch ook weer niet, maar vanmorgen overkwam het mij alweer dat ik op een weg stuitte die het papier niet kon, ja, zelfs niet getekend als zijnde gepland of in aanbouw.

Dat was net voor Wrocław waar ik bij het krieken naartoe reed via allerlei smalle en drukke landweggetjes en ik uitkwam net daar waar een nieuw stuk snelweg op hield en daarom wat vertraging kreeg.

Het laadadres lag ten oosten van voornoemde stad, het gedeelte dat, althans vooralsnog volgens de kaart, alleen zo, via de landweggetjes, te bereiken was, maar de praktijk leerde, dat er vanaf de zuidkant alweer een nieuwe weg werd aangelegd, half gereed, die t.z.t. verbinding zal geven met de snelweg uit Warszawa.

Tesamen met het zuidverkeer wurmde ik mij naar het opgekregen adres: over de laatste twee kilometer deed ik bekant drie kwartier, maar eenmaal aangekomen, zat het er nog redelijk snel in, al werd er aanvankelijk nogal paniekerig gedaan omdat er iets onbegrijpelijks met "de papieren" was, maar gelukkig kon ik ze overreden dat die rommel wel met e-meel danwel met de fax hun eindbestemming konden bereiken.

Vervolgens sloop is snel het land uit, want vanaf achttien uur gold er weer een rijverbod voor vrachtverkeer vanwege de volgende dag, één november: ik tref het niet want steeds als ik een reis naar Polen heb is er wel sprake van zo'n dag.

"Morgen", dat is vandaag dus, zou ik nog een stukje bijladen in Tsjechië, vlak bij Litomerice, in Hrdly, trouwe lezers herinneren zich wellicht die naam; een dorpje dus waar ik wel meer geweest ben, dus ik op weer op weg dáár naar toe.

Eerst Wrocław uit, dat kostte trouwens de nodige tijd, maar eenmaal op weg snelde ik in volle vaart de route op naar Strzegom, de route die mij langzaam maar zeker de Karkanosze, in het Tsjechies het Krkonošsky, in, het gebergte waar de reus Rübenzahl ronddoolt.

Reus Rübenzahl leeft daar sinds lang vervlogen tijden, wellicht zou ik hem, onverwachts, kunnen tegenkomen. De reus, vertaalt, Rapenteller die zijn naam dankt aan het feit dat hij eens een prinses ontvoerde met wie hij wilde trouwen en aan haar elke dag een koolraap gaf waarmee zij steeds een nieuwe wens kon doen.

De prinses wilde wel trouwen, maar dan met heel veel gasten erbij aan wie ze elke een wens in vervulling wilde laten gaan, dus vroeg ze aan de reus een grote hoeveelheid rapen, een akker vol: ze wilde het preciese aantal weten om evenzoveel gasten te nodigen.

En zo begon de reus te tellen, totdat ze allen waren geteld, maar om er zeker van te zijn dat hij zich niet had verteld, hertelde hij de rapen. Tot zijn schrik bleek de telling af te wijken, dus begon opnieuw, en weer opnieuw, en weer, omdat de telling steeds weer opnieuw afweek en doordat de reus zich met dat tellen bezig hield, wist de prinses heimelijk te vluchten en inheemse bewoners beweren dat ze zo nu en dan nog steeds de reus bezig zien, druk met tellen, de reus Rübenzahl van het Reuzengebergte.

Ondertussen was ikzelf aan het vergelijken, de zevende en achtste symfonie van Beethoven met de eerste van Schubert die tijdens de twee van Beethoven werd geschreven en ik zoek naar een metabletische overeenkomst, maar merkwaardigerwijs ontdek ik die niet al zou je dat wel verwachten.

Zo scheerde ik langs Jelenia Góra, het voormalige Hirschberg, deed er de laatste Poolse boodschappen en torde verder, slingerde het gevaarte de bergen in, niet bang voor de reus en uit de luidsprekers het eerste deel van de eerste van Schubert, en steeds weer die dissonanten.

Inmiddels reed ik al lange tijd door besneeuwd gebied, er overheerste een weldadige zonneschijn, tijdens een kort uitstapje was het in de zon bijna warm te noemen en, althans boven Poolse grond, geen wolkje in de lucht. Edoch bovenop de toppen van het reuzengebergte lag een enorme dikke laag wolken die de bergen nog hoger deed lijken als ze reeds waren; grimmig keken ze mijn kant op, ze hadden meer impact op mij dan reus Rübenzahl, want ik zou er aan gene zijde toch ook weer af moeten en die gene zijde zag er, wat weer betreft, niet al te gezellig uit.


Vanaf Szklarska Poręba nog negen kilometer, de zon verdween achter het dreigende wolkendek en het werd somber, met om mij heen grote naaldbomen, de naalden met sneeuw bedekt en onder deze kerstkaartomstandigheid bereikte ik de grens, de grens Polen-Tsjechië, aan de westelijke rand van het Reuzengebergte, de doorgang met in het westen de Góry Izerskie, de Jizerské Hory, dat, overgezet zijnde, het IJzergebergte als naam heeft.

De wereld om mij heen werd meer en meer een sprookjeswereld, ik dacht aan de reus, kwam langs Harrachov, door het pittoreske Tanvald, reed slingerend via Jablonec naar Liberec en constateerde dat het dreigen van de wolken bij dreigen bleef; er viel geen enkele neerslag, zelfs niet die van geen betekenis, sterker nog, vanaf Liberec bleek men ook in Tsjechië volop van de zon te genieten.

Zo reisde ik, met veel plezier, verder, Novy Bor, Česká Lípa en niet lang daarna rechts af, de weg naar Uštěk en Litoměřice waar je, vlak vóór Litoměřice, vanuit de hoogte een fascinerend uitzicht krijgt op de achterliggende typisch gevormde Tsjechische bergen, vormen die je eigenlijk alleen hier, in dit land, vindt.

Schuberts symfoniën zijn mooi en lelijk tegelijk: ze beginnen als Mozart, volgen Beethoven op de voet, maar dan zoekt hij, hij zoekt een nieuwe weg, een uitweg uit de crisis waarin de westerse cultuur, vooral die van na de Franse revolutie, verkeert, maar vindt, in tegenstelling tot zijn voorganger Mozart, geen uitweg meer; het bestaan lijkt niet meer te kunnen worden gerechtvaardigd, hij, Schubert, wordt hopeloos, raakt verward, kwaad misschien, en steeds, als hij op goed en mooi op weg is, wordt zijn muziek verteerd door heimwee en als een wanhoopsschreeuw klinken de dissonanten, steeds opnieuw, om afgewisseld te worden door oppervlakkig klinkende vrolijke klanken die even als verdoving dienst moeten doen, dan keert hij terug tot de werkelijke muziek, klinkt even goed, ziet geen toekomst en weer volgen de dissonanten elkander op.

Rond half vijf kwam ik aan in Hrdly, net voorbij Terezin, "Theresiënstadt", met zijn beklemmende geschiedenis als dissonant in de history.

De spullen, die ik "mogen" zou laden, gaven ze in Hrdly maar meteen maar aan mij mee zodat ik, in opgewekte stemming en niettegenstaande de dissonanten in de muziek van Schubert, maar weer op weg ging. Door het donker doolde ik met mijn Dafje gelijk een reus door de Tsjechische heuvels, passeerde Most en Chomutov en niet lang daarna vond ik een ouderwetse haptent waarachter ik tussen Tsjechische collega's de DAF zijn rust gunde.

Binnen bleek het, voor mij althans, wat minder aangenaam. Immers blijkt Tsjechië, samen met Zwitserland, inmiddels een rookeiland binnen Europa te zijn omdat er in eetgelegenheden nog stug wordt doorgerookt, zeker in het door mij aangedane etablissement.
Na een kort verpozen vluchtte ik naar buiten, de frisse lucht weer in en zocht de stuurhut op, waar ik, net als Rübenzahl, ga tellen.

Geen rapen, maar schaapjes.

Aldus schreef reus Willem.

Plievo
Berichten: 2947
Lid geworden op: do aug 18, 2011 8:19 pm

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door Plievo » wo apr 24, 2013 6:43 pm

En zo rolt het leven maar door, inmiddels alweer op weg en de kilometerteller passeerde voorbij de stad met de drie vrouwen reeds het cijfer 1117777, de drie vrouwen, alle drie uit Berlijn, Berlijn dus, dat ik vanmorgen rond de middag aan mijn linkerhand voorbijreed.

Het was trouwens wel koud, vanmorgen, rond het vriespunt en boven mij een open hemel: Hercules, de Ossenhoeder en de Jachthonden draaiden rond de Ursus Major en in het westen een dalende halve maan en: nog steeds geen kikkergebrul uit de sloot.

Halverwege de middag stak ik bij Frankfurt de Oder over, ik was weer onderweg naar het oosten, reed het land van Warthe en Wisla binnen en toen ik na enkele kilometers de snelweg afging, genoot ik weer van de eindeloze, weinig bevolkte, wegen, soms volgezet met uitbundige tankstations, het ene nog moderner dan de andere terwijl daartussendoor nog veelvuldig oude bouw in gebruik is, menigmaal volgekalkt met reclameleuzen: grill, bar, sklep en dergelijke, en dan weer een stuk ouderwetse koeriersweg waar je met weinig verbeelding de tarentass met paard nog voorbij ziet snellen.

Langs Swiebodzin, en daarna even door het smalle moeras dat de afscheiding vormt tussen de twee Poolse graafschappen Lubuskie en Wielsko Polska (groot Polen) en niet erg veel later kwam ik uit, net een 50 kilometer, voor Poznan waar ik morgen begin met lossen. Wel heel wat anders dan de afgelopen weken en ik moest er erg aan wennen, dat, hoewel het meer dan twintig graden was de bermen bevolkt zijn met nog immer kale bomen. Alleen de uitgestrekte akkers zijn, als ze niet zwart zijn, donkergroen.


Renate Rubinstein was de jongste, vluchtte weg uit Duitsland waardoor ze bleef leven en terwijl haar vader in Auszwitz werd vermoord, overleed zij halverwege de jaren negentig aan de gevolgen van multiple sclerose. Marlene Dietrich was een stuk ouder, de oudste van de drie, vertrok in 1930 naar Amerika en haatte Hitlers benden. Leni Liefenstahl werd ruim honderd en regisseerde films in opdracht van Nazipropagandist Josef Göbbels, de bekendste "Triumf des Willens"

Drie vrouwen, alle drie geboren in het vooroorlogse Berlijn.

Aldus schreef ome Willem

Plievo
Berichten: 2947
Lid geworden op: do aug 18, 2011 8:19 pm

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door Plievo » wo apr 24, 2013 6:46 pm

Er zijn er niet zo veel die hem bij deze voornaam kennen omdat hij zichzelf Miquel liet noemen, Miquel Najdorf, wellicht de beste schaker ooit, danwel jarenlang schuivend bij de besten, geboren onder de rook van Warszawa, in Grodzisk Mazowiecki, toen nog gebied van het Russische keizerrijk, op de weg naar Łodz.

Een flinke regenbui had de nacht aardig opgefrist, een frisse morgen toen ik, vroeg, op weg ging naar Poznan waar de klant, een aardige Pool, al tegen zijn gewoonte in net aan het werk was; rond half zeven had ik de handel, twee paletten, er reeds uit en toen spoedde ik mij richting Poolse hoofdstad; een keus uit drie routen, via Płock, of langs Koło, danwel de enkele weken geleden geheel gereed gekomen saaie snelweg waar je, vooral in Polen, kilometers lang tussen twee eindeloos lange en metershoge geluidsschermen zoeft hetgeen het beroep wel heel erg "hetzelfde" maakt, immers, elke kilometer wordt net zo als de vorige.

Al vroeg werd Najdorf ontdekt, eerst door Dawid Przepiórka, maar vooral door de aan Rostoff aan de Don geboren Tartakower die hij zijn leven lang "mine teatcher" heeft genoemd en reeds op tweeëntwintigjarige leeftijd speelde hij remise tegen de toenmalige onverslaanbaar geachte Aljachin; trouwens, elke topschaker uit zijn tijd verloor wel eens van Najdorf, en ook wel meer dan eens.

Toch koos ik, geheel tegen mijn gewoonte in, voor de nieuwe snelweg en dat vanwege het feit dat men mij verteld had dat er op de fabriek in Raszyn, vlak bij de geboorteplaats van Najdorf, het werk was stilgevallen omdat men niet verder kon zonder de spullen die ik nu net in de kar had staan. Hopelijk was de snelweg, inderdaad, "sneller", maar aangekomen vlak voor Warszawa bleek er vervelend oponthoud waardoor ik, en ik niet alleen, eerst een stuk de stad in moesten rijden om er daarna via een andere weg weer uit te kruipen: de tijd drong, en dan natuurlijk; vooral mijn rij-tijd!

Najdorf was ook een uitstekend blindschaker, speelde een paar keer (blind)simultaan tegen veertig spelers en met geen onverdeeld succes. In normale partijen wist hij in het algemeen de tegenstander in het middenspel te verschalken en als dat niet lukte, was zijn kans op verliezen groter: hij was geen perfect eindspelspeler.

En zo gebeurde het dat ik in een lange, file-achtige toestand terecht kwam, de rijtijd verstreek en ik met bijna een half uur teveel rij-tijd aankwam op het losadres, bij dié mensen die mij onderweg al twee keer hadden gebeld hoe laat ik zou aankomen, maar.....
toen ik mij met de paieren bij diverse lui op de fabriek vervoegde, bleek niemand belangstelling te hebben waardoor ik het voertuig even verderop parkeerde om eerst maar de 45 minuten pauze op de klok te laten schrijven. Achteraf bleek alle haast ronduit nonsens, want toen ik na de 45 minuten alsnog ging lossen werden de paletten ergens een donkere loods gereden zonder meteen te worden gebruikt.

Najdorf werd, samen met Tartakower, Frydland en nog andere schakers begin 1939 uitgezonden naar Buenos Airos om voor Polen in een tournooi uit te komen en tijdens dat tournooi brak de Tweede Wereldoorlog uit: genoemde drie spelers waren van Joodse komaf en terugkeer naar Polen was, praktisch, onmogelijk: het zou immers ook zelfmoord zijn geweest. Dawid Przepiórka bleef achter in Warszawa; reeds in 1940 werd hij in de naaste omgeving vermoord.

Mijn volgende klant was aan de andere zijde van Warszawa, dus kroop ik de stad weer door, ruim een uur, tot aan de overzijde van de Wisla, in stadsdeel Praha waar zich de klant bevond. In de buurt kon ik, na het lossen, de truck en oplegger kwijt en even, een uurtje, ging ik de stad in om de sfeer te proeven, de oude stad, weder opgebouwd, want na de oorlog stond er niets meer overeind en, en passant, kwam ik langs het voormalige getto; ooit was ik er eerder. De vader, moeder, vier broers, ja zijn, Najdorfs, vrouw en kind "woonden" voor een tijd in het getto, vijfenzeventig jaar geleden, nog maar 75 jaar!


Niet één van hen overleefde de oorlog, allen omgekomen in Sobibor of Auswitz, Najdorf heeft geen spoor van hen teruggevonden: het greep me aan, al kon ik me, vanwege het totaal onwerkelijke, NIETS bij voorstellen.

Nog voor de oorlog keerde Tartakower naar Europa terug en onder een andere naam vocht hij met de troepen van Charles de Gaulle tegen de Nazi's. Najdorf naturaliseerde zich tot Argentijn, vreemd genoeg redde hij zijn leven in hetzelfde land als waar vele oorlogsmisdadigers na het verlies hun heil zochten. Maar Najdorf bleef schaken, won in 1950 een Amsterdams tournooi en, terugkijkend, had hij jarenlang een ELO van tegen de 2800! Hoe kun je toch zo goed blijven schaken als je zoveel leed en verlies te verwerken hebt. Ook dat blijft voor mij onbegrijpelijk.

In de namiddag vetrok ik in zuidelijke richting, passeerde weer
Grodzisk Mazowiecki, nu aan de andere zijde, en herinner mij een anekdote tussen Najdorf en Kortjsnoi tijdens een Hoogoventournooi; beide speelden tegen elkaar en Kortsjnoi was van het bord weggelopen, elders andere partijen te bekijken. Najdorf speelde zijn zet, drukte de klok in en ging eveneens aan de wandel. Niet veel later keerde Kortsjnoi terug naar het bord, maar zag dat de koning van Najdorf van het bord was gevallen. Kennelijk had tijdens beider afwezigheid iemand tegen de tafel gestoten waardoor het stuk viel. Kortsjnoi nam de koning en zette hem terug op veld H 1. Er werd verder gespeeld en Najdorf verloor de partij. Bij het naspelen kwamen de spelers er achter dat de teruggezette koning niet op veld H 1 had moeten worden teruggezet, maar op F 1, het vakje er naast! Analyse van de partij wees bovendien uit, dat, was de koning op F 1 blijven staan, Najdorf de partij met verve had gewonnen! Protesteren hielp niet meer: volgens het reglement had Najdorf zijn verlies reeds erkent: had hij, één zet voor de opgave de omissie in de gaten gehad, kon alles nog teruggezet worden tot de stelling vanwaar het fout was gegaan; nu niet meer.

Gestaag snorde ik verder, passeerde Rawa Mazowiecka en tussen Tomaszow Mazowiecki en Piotrków Trybunalski vond ik een rustplek voor de nacht. in het donker van de avond tracht ik mij het voor te stellen. Toén, ver weg zijn in Zuid-Amerika met zijn prachtige stranden en nauwelijks weten wat er in Europa gebeurde terwijl onderwijl je hele familie wordt uitgemoord.

Aldus schreef ome Willem

Plievo
Berichten: 2947
Lid geworden op: do aug 18, 2011 8:19 pm

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door Plievo » do apr 25, 2013 8:24 pm

Reeds vroeg kwam ik door Częstochowa nadat ik Piotrków Trybunalski en Radomsko reeds achter mij liet; wie vanuit Warszawa Częstochowa binnenkomt moet het wel opvallen: bij de eerste kruising twee grote palen met een enorme M in krulvorm er op, zowel links als rechts van de weg zo'n kokloos restaurant, en rechts, aan de overkant van de weg, een enorm beeld, een Christusfiguur met uitgestrekte, verwelkomende armen, recht door de weg naar Katowice, rechts af richting Opole en Wrocław, daarachter, rechts achter de kruising, een armoedig uitziende wijk, het voormalige getto.

Het geheel een krankzinnig schouwspel, in de verte de toren van de Zwarte Madonna: Częstochowa bekend als Rooms bedevaartsoord. Maar hoe moest ik die Christusfiguur duiden zo vlak voor het getto, het getto dat ontstond midden in het christendom? Bizar? Sarcastisch? Banaal? Schaamteloos misschien?

En hoe de twee MCD's op de kruising? Hoe zouden de hongerigen uit het getto niet halsreikend hebben uitgezien! Achter een tankstation vond ik een parkeerplek en ik fietste, even, het oude getto in, op zoek naar voor-de-oorlogse huizen, naar portieken met nisjes voor de wetsrollen; alleen enkele oude huizen vond ik, treurende huizen, de muren huilden, het was er stil, een vogel kwetterde; hier hebben kinderen gespeeld, hier zijn kinderen gestorven, bij bosjes, verzonken keerde ik bij het voertuig terug, terug, het rumoer in en verder, in de vaart van het vervoer, op weg naar de laatste klant bij Opole.

Onderweg en onderwijl luisterde ik naar Mozart, maar dit keer was het niet Mozart, maar Wanda die de muziek zo voortreffelijk speelde, Wanda Landowska, trouwens, ook uit Warszawa.

Lubliniec en Ozimek kwam ik door, sinds de laatste keer dat ik hier kwam zijn talloze wegen vernieuwd, de ontwikkeling gaat hier razendsnel. En weer kwam ik ze tegen, nu meer dan eerst, tweetalige plaatsnamen waarvan eentje erg grappig: Dobroszień en daaronder Guttentag.

Het zal rond 1965 zijn geweest toen ik op het Waterlooplein een platenboek kocht van een pianoconcert van Mozart, 78 toeren, ik heb hem nog steeds, vier bakelieten platen voor het hele concert, gespeeld door, juist ja, Wanda Landowska, reeds toen kon ik haar al; van haar levensloop bracht ik mij veel later van op de hoogte.

Opole was er zo uit en vooralsnog was het teruglaadadres in Lubán, niet ver van de Duitse grens, en ik ging op weg er naar toe; eerst via Strzelin, waar het reeds een weinig begon te glooien, naar Łagiewniki; hoog in de lucht ijle bewolking waardoor diverse keren de zon zich een weg baande; een bijzondere lichtval, was het helder? In de verte zag ik hoge bergen, toch vaag, en zelfs hier en daar flink van sneeuw; het was helder, en toch ook weer niet en dát maakte de lichtval zo bijzonder, majesteitelijk, alsof zilverwit vanuit hoge hemelen het nieuwe groen bezong, het groen van de berken, de uitgestrekte velden, de meeste -andere- bomen nog onbeblad, met wit overgoten.

Onderweg vernam ik van gewijzigde plannen: niet Lubán, maar het niet erg ver daar vandaan, in het Duitse Guttau zou worden geladen: de route zou ik echter niet wijzigen; nu niet meer.

Wanda had een niet te versmaden collectie muziekpartituur, alsmede enkele dure instrumenten; net voor de oorlog verruilde ze Warszawa voor Parijs en op het nippertje wist ze via Vichy-frankrijk en Lissabon naar Amerika te ontkomen terwijl haar bezittingen door de Nazi's werden gejat. De Franse overheid sputterde nog wat tegen, maar de dieven weerlegden het protest dat Wanda een Jodin was met Pools paspoort en dus Frankrijk er niets mee te maken had. De waardevolle spullen werden afgevoerd naar Berlijn waar ze aan het eind van de oorlog aan de vernietiging werden prijsgegeven. Overigens niet alles, want jaren na de oorlog dook er zo hier en daar wat van Wanda op. Wanda werd nooit schadeloos gesteld.

Voort reed ik, zo nu en dan weer even het eerste deel dat Wanda zo voortreffelijk speelde, eerst de kalme, zoetzalvende klanken van de violen die later door de piano, door Wanda, worden herhaalt en onderwijl passeerde ik
Dzierzoniów, Swidnica en Bolków en pauseerde een wijle in Jelenia Góra om tot slot langs Lubán richting grens te snorren, alwaar ik een kalme rustplek voor het Dafje en mij vond, vlak voor Gorlitz, aan de Neisse, uitkijkend op het groot Duitse rijk.

Aldus schreef ome Willem

bertvaneck
Berichten: 16423
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 8:54 am

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door bertvaneck » vr jun 14, 2013 9:42 pm

Plievo een mooi verhaal van ome willen

Plievo
Berichten: 2947
Lid geworden op: do aug 18, 2011 8:19 pm

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door Plievo » wo jun 18, 2014 6:54 am

Pomeni. Dat klink Pools, maar is het niet.

Großbeeren ten zuiden van Berlijn was het eerste adres dat ik aandeed nadat ik uit Königslutter vertrok, een kleine drie uur gaans nog, over de zesbaans snelweg en iedere keer als ik het traject afleg bewonder ik het: de enorme verandering en er is al een hele generatie die vrijwel niets meer weet van de voormalige D.D.R.,  de absurde grenscontrole bij Helmstedt en de slechte, halfgare en verrot gereden weg daarna die naar Berlijn voerde; onderweg de grimmige wachttorens waar vopo's met machinegeweren de wacht hielden. De tijd ijlt voort en de veranderingen ingrijpend.
Lossen, en verder. Een volgende klant bevond zich aan de grens met Polen, maar wel daar waar Polen destijds een stuk grond kreeg toegewezen op de westoever van de Oder. Polen kreeg in 1945 de hele stad Szczecin toegewezen, ook dat deel dat op de westoever lag, om zo aan de verslagen Duitsers een belangrijke zeehaven te ontnemen.

Dáár, pal aan de grens, in het dorpje Pomellen, zocht ik een volgende klant op die er, wederom, snel uit was en om er te komen had ik eerst over een groot deel van de uit de voor de oorlog stammende 125 kilometer lange Berlijnse rondweg gerold waarna ik richting Pommeren reed, ook dit keer snelweg waarvan de laatste dertig kilometer voor de grens met Polen nog bestaat uit een hobbelig wegdek uit D.D.R.-tijd; zoiets waardoor alle schroeven en bouten lijken los te trillen; dus verliet ik bij de eerst geboden gelegenheid de snelweg. 

Vanaf het losadres snorde ik, voor 't eerst dit jaar, Polen binnen; ik had nog even het idee geopperd om een pauze te houden en een bezoekje aan Szczecin te brengen, de havenstad waar vlak na de oorlog de zangeres Hava Alberstein geboren werd, de zangeres die onder andere liedjes van the Beatles in het Jiddisch zingt, die op vier-jarige leeftijd naar Israël emigreerde.  Trouwens, het gebied in Noordoost-Polen wordt van oorsprong bewoond door Polen noch Duitsers, maar door Kasjoeben en met het overschrijden van de grens kwam ik eigenlijk in Kasjoebië terecht; een volk met een eigen taal dat nog door zo'n 50.000 mensen gesproken wordt en teruggedrongen werd tot vooral de regio Gdansk.

Vanaf de grens reed ik eerst richting het voormalige Greifenberg, thans Gryfino, en reisde toen via Bani en Row naar Mysliborz, een klein stadje aan de oever vaan een prachtig meertje: ik fietste er wat rond, snoof de sfeer op van oude, droeve tijden, het stadje zelf, ietwat armoedig, veel achterstallig onderhoud, rommelig, alsof ik twintig, dertig jaar terug ging in tijd; winkels waar ik nooit zou binnengaan, gevestigd in de benedenverdieping van uit communistische tijden vervaardigde woonblokken, maar met een prachtig parkje aan de oever van het meer. 

Vandaar naar Gorzow Wielkopolska, een stad waar het woord wielsko groot betekend, dus Gorzow in Groot-Polen en Groot Polen is weer één van de Poolse "Graafschappen".

Via Skwierzyna snorde ik naar Poznan waar ik even na vijf uur nog lossen kon en hoewel ik nog tijd over had, bleef ik er staan; pakte de fiets en vereerde de geboortestad van Paul von Hindenburg met een bezoek; bezocht de oude markt waarvoor ik meer dan tien kilometer trappen moest:
Enkele reis.

Met het schemeren, dat hier een uur eerste invalt, de tien kilometer terug, langs het bombaste paleis, kasteel, dat Keizer Wilhelm de Tweede voor zich liet bouwen en destijds onaanvaardbaar veel kostte; interessant om na te gaan of dit een laatste paleis door een keizer geboud ooit is. 

De stad, maar ook van de route in Polen, had veel te genieten gegeven. De lange, weer stille wegen, soms door dichte bossen, dan weer langs en door uitgestrekte korenvelden; korenbloemen, papavers, de geheimzinnige glooiingen waar de aarde naar geschiedenis ruikt, naar een totaal ander verleden als Italië of Frankrijk.

Tijdens de maaltijd die ik in één van de pittoreske gelegenheden aan de oude markt gebruikte, ontving ik een bericht uit Nederland. Een bericht dat zoveel inhield dat ons land niet opgezadeld werd met een eerste ozem omdat de persoon in kwestie zich thans zoveel beschadigt voelt dat zijn toekomstige positie bij voorbaat al onhoudbaar werd. 

Enige realiteitszin kan de man thans dan ook niet ontzegt worden. Een Pomemi: potentieel ombudsman met enig moreel inzicht; zou hij "De ozem" gelezen hebben?

Aldus schreef ome Willem.

---

bertvaneck
Berichten: 16423
Lid geworden op: vr aug 19, 2011 8:54 am

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door bertvaneck » wo jun 18, 2014 9:47 am

Een prima verhaal Johan 7qq 6qq

Plievo
Berichten: 2947
Lid geworden op: do aug 18, 2011 8:19 pm

Re: Poolse verhalen van Ome Willem

Bericht door Plievo » vr jun 20, 2014 1:03 pm

Het is al lang geleden en de eerste keer dat ik er mee geconfronteerd werd, aan de oever van de zoutzee in de buurt van Zohar, in het kleine koffietentje dat de naam "Lots wife" had. Jawel, ik had het wel eens "van horen zeggen", maar het werkelijke zien was toch heel wat anders en daarna duurde het nog vele jaren voordat ik ten volste begreep wat het betekende, hoe het had gevoeld, niet op het moment zelf als de cijfers gebrand werden, maar ook daarna, de jaren daarna.

Merkwaardigewijs stond ik stil langs het spoor, op een oud en vervallen goederenspoorstation en werd gewekt door een voortrazende trein die een enorm geluidssignaal liet horen. Het terrein waar in één van de oude perronloodsen in de avond ervoor de laatste goederen haad gelost.
Zouden hier die helletreinen...?

Even over vieren en ik voelde mijn benen nog een weinig. Nog van de fietstocht door Poznan; ik schoof de gordijnen open. Niemand, verlaten, alles om mij heen. In de stilte startte ik de kleine trouwe CX-DAF, de enige CX-DAF ter wereld, en vertrok de vroege morgen in.

Klein, Klein heette hij, hij was, toen ik jong was, al dik in de zestig; ik herinner me het nog goed: mister Klein, en hij noemde mij doorgaans Gavér Tov en hij was geboren in Hongarije. Tijdens het werk in de hitte liep hij meestal in een grijs of blauw hemdje en toen was het altijd onmiskenbaar te zien en omdat ik wist, althans meende te "weten", vroeg ik er nooit naar.

Eerst een recht stuk naar 't westen, terug, en een opkomende zon trachtte mij door het linker portierraam te verblinden wat ook gelukt zou zijn indien ik boven het portier geen zonnescherm had zitten dat ik tegen de indringende stralen naar beneden trok: bij Nowi-Tomsyl sloeg ik af, volgde de oude, thans niet al te drukke weg, verder, verder naar 't westen, langs opschietend mais, bloeiende piepervelden en door bosrijk gebied, de ene keer loof, de andere keer naald en onderwijl stopte ik een diverse keren: voor koffie, voor een gebakken eitje en voor enkele boodschappen en daardoor bereikte ik met een uur vertraging de oever van de Oder, de nieuwe grens tussen oost en west, een grens die steeds meer vervaagt; aan beide zijden ziet men nog -bijna- louter Poolse vrachtvoertuigen rijden, ik schat meer dan 80 procent. De overige twintig zijn voor negentig procent Russen, Balten of andere voormalige "oost"blokkers, de rest een enkele duitser en summier, een, net als ik, een verdwaalde landgenoot.

Verdwaald, maar anders verdwaald moet mister Klein zich toen ook hebben gevoeld toen hij als één van de weinigen terugkeerde in zijn vaderland dat hem zo smerig had verraden en zodra het mogelijk was nam hij de wijk naar het Midden Oosten, naar een nieuwgeboren land: uit zijn verhalen, die hij meestal in een mengeling van Jiddisch en Duits vertelde, maakte ik op dat hij meteen na aankomst in een onafhankelijksoorlog terecht kwam terwijl en toen hij het vertelde, zijn landgenoten zich verdedigden tegen de reeds vierde aanval die enkele maanden daarvoor op yom Kippoer begonnen was.

Het eerste stuk door Duitsland bracht mij al snel op de Berliner Ring, wederom te Großbeeren waar ik lading voor een halve auto met bestemming Nederland ontving; snel, vriendelijke en geen gezeur. De vrachtpapieren lagen klaar en binnen een kwartier kon ik vertrekken. Merkwaardige wereld, waarin ik verkeer. Tussen allevriendelijkste mensen waar hun vaders en grootvaders bereid waren tot zulke wandaden; hoe het kwaad zich kan spinnen in de geesten en zielen van een heel volk, gevoed door slechts één enkele boze, misschien enkele boze, wellicht een legio kwade geesten: "Ik heet Legio want wij zijn velen!"
Verder reed ik, en er doemde na Berlijn een file op, net voor een afslag waar ik wijselijk gebruik van maakte en via Brandenburg maakte ik een mooi ommetje, kwam net voor Magdeburg de snelweg op, niet lang, want al snel moest ik er af om de overgebleven lege ruimte in de kar te vullen; 13 paletten, en alweer van die aardige lui. Duitsers zijn praktisch, zeuren niet en weten de bureaucratie omtrent ladingpapieren tot een minimum te beperken, doorgaans behulpzaam, al schreeuwen ze soms wel eens erg hard en toen ook dat was gebeurd snelde ik verder, passeerde de oude D.D.R.-grens weer en vlak voor het kruispunt waar Hannover-Wolfsburg was het weer raak; rechtdoor verstopt, ik sloeg rechts af, de weg op naar Wolfburg en aan het einde naar links, de Bundesstraße via Gifhorn en Burgtorf naar Hannover. Altijd belangrijk als je in mijn beroep de weg weet en maar goed ook, dat velen die kennis kwijt zijn geraakt: de Bundesstraße lag er verlaten mij met enkel wat plaatselijk verkeer zodat ik mooi door kon knallen.

Mij was al lang bekend dat het alleen in Oswiezim plaats vond; het inbranden van cijfers, waar mensen "voorzien" werden van een, meestal zescijferig, getal en dus moest mister Klein dat kamp hebben overleefd, maar toen, toen besefde ik dat slechts ten dele, zeer ten dele, terwijl het punt van ten volste beseffen nooit werd bereikt. Diegenen die zo'n nummer hadden lieten het nooit zien: schaamden zich ervoor en stopten dat veelal onder kleding weg.

Aangekomen op de ring van Hannover bleek het weer erg druk te zijn; langzaam rijden, maar gelukkig niet lang, want weldra kon ik er weer af. En om geen last te hebben van een rijverbod vandaag snorde ik eerst naar Nienburg. Vandaag, donderdag, is er vanwege een katholieke feestdag een rijverbod voor vrachtverkeer in sommige deelstaten, waaronder ook Rheinland. De reguliere snelweg komt, na Osnabrück, een dertig, veertig kilometer door die deelstaat, tot net ná Rheine. Tien kilometer ten noorden daarvan loopt de deelstaatgrens met Niedersachsen en deswege besloot ik uit voorzorg de betreffende deelstaat te mijden. Dit keer kwam het ook goed uit, want de deellading uit Magdeburg moet in Friesland gelost worden.

Zo snorde ik na Nienburg over de "214", over Süllingen en Diepholz tot aan Ankum waar ik de nacht doorbracht, waar ik een eenvoudige maaltijd genoot in een ouderwets Duits "gast"hof, met vriendelijke bediening en ik vroeg me af: wat heeft dit volk zo'n zeventig jaar geleden bezield! Wie heeft "ze" bezield, ja, welke afgrondssatan nam bezit van haar leiders die opriepen tot de verschrikkelijkste wandaden waar Mister Klein als één van de velen onder leden, al had hij het dan "over"leefd.

Vanmorgen, ik was alweer, en al ben ik geen vogel, vroeg uit de veren waarna ik verder reisde; Fürstenau, en dan op Haselüne aan waar zich Raststätte Eltern bevindt, één van de beste en gezelligste eethuisjes langs de Duitse Bundesstraße, klein, en naar Duits plichtbesef, 24 uur per dag geopend en waar het dus altijd goed toeven is; en de eigenaar van het restaurant heet
Hern Brümmer, wat opzich wel een aaardig vergelijk geeft met een Brümmi, een Duits subwoord voor chauffeur. En weer verwonder ik me over de Duitse vriendelijkheid, de service en het goedsmakende, niet te dure, ontbijt; een kopje koffie voor negentig cent, wat vindt je dat nog?

Natuurlijk. Het antisemitisme zat diepgeworteld, al eeuwen en eeuwen, en het heeft nog steeds diepe wortels in onze, met name Europees-Christelijke samenleving, uiterst geraffineerd en sluiks, en naarmate de vrije markt het geweten gaat overheersen, doemt dit gruwelspook steeds sterker en frequenter op. Toch blijft het voor mij een ondoorzichtig raadsel hoe mensen er toe kwamen op andere mensen een stempel te drukken, en tegelijk een signaal dat het diezelfde tijden aanstaande zijn en weerkeren; in een ogenblik, binnen enkele dagen, zoals de muur viel. Een samenleving die aan een gruwelgeest plaatsgeeft, roept haar onherroepelijk over zich heen.

Mister Klein verhuisde later naar Sde Boker, vlak bij En Avdad waar voor een groot deel de film Jesus Christ Superstar werd opgenomen en inmiddels zal mister Klein wel overleden zijn. Maar nog dagelijks dasen zijn cijfers mij dagelijks voor ogen, dat getal van bijna ultieme gruwelheid, tracht de pijn te voelen die dat inbranden teweeg bracht, de pijn van het dragen, meedragen, het verdere leven lang en probeer te begrijpen, te beseffen.
Nu, tussen al die vriendelijke Duitse mensen!

Maar het lukt me niet.

Dat nummer.

Aldus schreef ome Willem

Plaats reactie