Een verslag kan ik denk ik wel maken. Of het een leuk verslag wordt, dat is nog even de vraag.
Hiervoor zal ik dan een nieuw topic maken met de titel Reisverslag Polen #24.
Het platteland van Oost-Polen heeft weer eens een diepe indruk op mij gemaakt. Op dezelfde manier kan ik ook op andere plekken onder de indruk zijn. Te denken valt aan Oekraine, Litouwen etcetera.
Vandaag, terugkerend uit Polen, kwam de gedachte toch even in mij op: "Als ik ooit maar 1 keer het platteland van Rusland bezoek (en dan langer dan tien dagen) - dan ben ik voor eeuwig verkocht".
En om maar weer eens heel eerlijk te zijn: grote delen van Duitsland en uiteraard Nederland zien er vanuit de trein (maar ook vanuit een auto, alleen zit ik daar altijd op een heel andere manier in, dan in de trein) heel erg lelijk uit en het landschapsschoon is er enorm verbrokkeld voor zover het uberhaupt nog aanwezig is.
Hoe anders is het landschap op de route van Janow Lubelski naar Warschau, en dan in het bijzonder het deel ten zuiden van Lublin.
Het westen van Polen - tussen Warschau en de grens - langs de spoorlijn Warschau-Berlijn is grotendeels vrij saai. Een liefhebber van wegen zal ik wel nooit worden. Het tast de algehele kwaliteit van het landschap in visueel en auditief opzicht enorm aan. Bovendien verdwijnen door wegaanleg allerlei fijnmazige ontsluitingen - oude veldwegen en kerkepaden. Lelijke voorbeelden van landschapsdeformatie door wegaanleg zijn momenteel te zien nabij Hannover, bij Swiebodzin en bij de aanleg van de westelijke randweg van Warschau. Er zijn andere overwegingen mogelijk - welke dan ook - maar kom niet bij me aan met geleuter dat het landschapsbeeld door die stomme wegen fraaier wordt. Polen is een mooi land, laat het zo blijven. Leegte, stilte, rust, dat zijn kwaliteiten die we moeten koesteren.
In Oost-Polen heb ik met een groepje gelijkgestemden gewandeld
van Kolbuszowa naar Janow Lubelski. We hebben gewandeld met kaartmateriaal van
www.poehali.net. Hier zijn vrij gedetailleerde officiele topografische kaarten te vinden, welke dateren uit de jaren '80. Wat in het terrein direct opvalt is dat de kaarten 25 jaar na dato nog zeer goed te gebruiken zijn. Dat is iets wat in het malle westen met de enorme bevolkingsdichtheid en de grote ontwikkeldrang niet zomaar gaat.
Opnieuw viel op dat het paard als werkkracht in de landbouw in Polen geen functie meer heeft. De regionen ten zuidoosten van Lublin behoren tot de minst welvarende van Polen, waarin de landbouw van belang is. Maar dan wel zonder paarden, want die zijn te duur als gevolg van de verplichte veterinaire inspecties.
De kleinschalige landbouw in Polen leidt daarbij een kwijnend bestaan, omdat door de komst van de EU de staatssubsidies voor de kleine boer zijn verdwenen. Het gevolg daarvan is dat de landbouw niet meer de primaire werkverschaffer is, en dat de zeer versnipperde, kleinschalige landbouwpercelen in onbruik zijn en de vegetatie zich er welig ontwikkeld. Tot eind vorige eeuw was het op de akkers en in de velden rond de dorpen in Oost-Polen een drukte van belang - een fijn ontwikkeld systeem bestond waarin de dorpsbewoners druk waren met activiteiten op de akkers. Omdat het niet meer uit kan, liggen de percelen braak en volgt bosvorming. In Polen zijn deze jonge "bossen" (anders als in de Benelux) niet zonder meer beschermd - de vraag reist welke toekomst er ligt voor deze kleinschalige landbouwperceeltjes.
Wat betreft schaal en maat van de landbouwpercelen hebben we het dan echt over een situatie die in Nederland bestond voor de Tweede Wereldoorlog tot zelfs 100 of 150 jaar geleden. Hoe lang zal de extensivering van deze percelen stand houden? Wat brengt de toekomst hier?
Het is niet ondenkbaar dat de kleine percelen ooit worden opgekocht en dat er een grootschaliger vorm van landbouw zal worden bedreven. Veel banen zal het niet opleveren - en de gevolgen voor het landschapsschoon worden duidelijk als we de ruilverkavelingen in ons land in het derde kwart van de vorige eeuw in ogenschouw nemen.
Wat mij bij dit bezoek aan Zuidoost-Polen ook heel sterk opviel was de ongehoorde invloed van uitheemse bomen en planten op verlaten landbouwpercelen en in min of meer natuurlijke terreinen. In de eerste plaats noem ik de Guldenroede, een uitheemse soort die de graslandvegetatie soms domineert over een oppervlakten van honderden tot duizenden vierkante meters. In de tweede plaats noem ik de woekerende boomsoort Robinia, en ook de krachtige boomsoorten Vederesdoorn en Amerikaanse eik. De invloed van deze soorten op de vegetatie is gigantisch. Hetgeen ik her en der zie kan ik niet anders beschrijven als een gigantische ecologische catastrofe. De enorme vlaktes van Guldenroede in de winterbedding van de laaglandrivier San geven geen aanleiding voor optimisme.
Afijn, het is natuurlijk allemaal niet nieuw, en er zijn legio kwaliteiten - denk maar aan een echte sterrenhemel, want die bestaat in Nederland toch echt niet, en schone zuivere lucht. Of het grootste wonder van Oost-Polen: de mens zelf lijkt er sympathiek...