Bericht
door Przyrodnik » do dec 08, 2011 3:31 pm
Wat is schuld?
Het heeft ook te maken met aanpassingsvermogen. Een Zeearend gaat daar heel anders mee om dan een Merel.
De Ortolaan is in Nederland als broedvogel verdwenen, als gevolg van de schaalvergroting in de landbouw. Het Korhoen kwam zestig jaar geleden her en der voor in gebieden waar zowel "natuur" (heidevelden) als landbouwgronden aanwezig waren. De heide is verdroogd en verzuurd, en de landbouwgronden worden kapotgespoten met gif, terwijl alle heggen zijn opgedoekt.
Voor soorten die daar niet tegen kunnen houdt daarmee het hele verhaal van leven en dood op. Dan blijft er alleen nog maar dood over. Bij de Ortolaan moeten we daarvan de mens de schuld geven.
Nu ga ik in op de situatie van de Scharrelaar in Polen.
Je kent vast wel de dorpjes in Oost-Polen met eeuwenoude boerenhoeves die zijn opgetrokken van zware Eikenhouten balken. Het landschap rond deze ietwat oudere onderkomens van de mens zag er vroeger anders uit als tegenwoordig en kundige oude plattelandsbewoners zullen dat beamen (al hebben zij alleen zicht op de periode van na pakweg 1940-1950).
Over de Scharrelaar heb ik verder betrekkelijk weinig informatie voorhanden. In de EBBC European Breeding Bird Concensus staat dat het aantal broedparen van deze soort in Polen tussen 1970 en 1990 met >50% is afgenomen. Op de site van de Poolse stichting "Aktie Scharrelaar" staat dat het aantal broedparen in Polen werd geschat op:
- ca 1000 paar in de jaren '70
- 500-600 paar jaren '80
- 360-380 paar in de jaren '90
- 112-133 paar in 1998
- 50-60 paar in 2009
Resumerend, een afname van meer dan 90% in de afgelopen 40 jaar.
Welke andere veroorzaker kan hiervoor worden aangewezen, dan de MENS in al zijn pracht en praal, in al zijn glorie en trots.
Wikipedia vermeldt:
"De vogel wordt in zijn bestaan bedreigd door jacht en het leefgebied wordt bedreigd door modernisering van de landbouw en bosbouw waardoor een gevarieerd landschap met rommelige bosjes en losse bomen verdwijnt."
Ik citeer vervolgens Onno de Bruijn in zijn artikel over de Scharrelaar in Noordoost-Polen - een symbool van een verdwijnende wereld.
"Het is een complex van factoren, dat verantwoordelijk is voor het verdwijnen van de Scharrelaar (waardoor de regionale vogelbescherming vrijwel machteloos is!). De Scharrelaar is een soort die veel ruimtebeslag vraagt. De soort komt in Polen uitsluitend in gevarieerd cultuurlandschap voor. De kerngebieden met drie tot zes paar Scharrelaars in Noordoost-Polen waren ca 100 km2 groot. De home range van de afzonderlijke paartjes besloeg gewoonlijk zo'n 10 km2. Een enkel 'ouderwets' boerernbedrijfje is dus niet genoeg om voldoende natuurrijk cultuurlandschap in stand te houden. Dan is er geen houden meer aan. Behalve dat er geen uitwisseling meer plaatsvindt tussen de kerngebieden, is het broedsucces te gering om de sterfte te compenseren. De vroeger aanwezige broedreserve is verbruikt (ongepaarde individuen die gestorven exemplaren vervangen). Elke verongelukte Scharrelaar - hetzij in het broedgebied, hetzij op de jaarlijkse trek naar Afrika - betekent een broedpaar minder in Noordoost-Polen. Het 'atlantischer' wordende klimaat (met nattere zomers) maakt het er niet beter op.".
Verder vermeldt De Bruijn ook dat in Polen de Kleine torenvalk, Kleine klapekster, Griel en Roodkopklauwier in Polen als broedvogel zijn uitgestorven. De twee laatstgenoemde overigens zijn ook in Nederland en Belgie geheel verdwenen.
Welnu, ik kan je vertellen dat de oorzaak hiervan bij de mens ligt. Ik denk dat je dat al jaren wist, maar ik vertel het nog maar eens, want dat kan helemaal geen kwaad. Het is wel al te laat weliswaar, maar daarmee gaat onze inzet nog niet verloren.
De Griel heeft rust nodig in de duinen, die er met de groeiende bevolking eenvoudigweg niet meer voldoende is. Ook de Roodkopklauwier is net als de Scharrelaar en de in Nederland uitgestorven Ortolaan afhankelijk van kleinschalig agrarisch cultuurlandschap, waarin niet alles kapot wordt gespoten en waar meer groen aanwezig is als alleen maar graszoden.
Het Korhoen tenslotte is nog zo'n aansprekende soort waarmee het in Nederland zeer slecht gaat. Deze soort is afhankelijk van heidevelden (vooral voor dekking) en maakt ook gebruik van landbouwpercelen (vooral voor het zogeheten bolderen). Maar de heide is verdroogd en verzuurd, en op de landbouwgrond wordt alles dat leeft met gif kapotgespoten. Het Korhoen kan daar niet tegen. Daarom zitten er nu nog maar een paar op 1 plekje binnen de grenzen van het armetierige Nederland; bovendien niet meer als gevolg van normaal regulier landgebruik zoals vroeger. Nu slechts nog bij gratie van daarvoor door het Rijk beschikbaar gestelde natuurbeheerbudgetten. Een rare situatie, want het Rijk heeft met al zijn landbouwprogramma's de soort juist vrijwel het biotoop van de soort laten verdwijnen.
De verantwoordelijkheid voor natuurbehoud zou moeten liggen bij alle mensen op aarde, maar in de praktijk is het een zaak waar het bedrijfsleven niet veel mee kan of doet tenzij het geld oplevert. Planten en dieren die zich daar niet kunnen buigen hebben daarom het nakijken.
Kort gezegd komt het er op neer dat onder de broedvogels de soorten die vooral voorkomen buiten beschermde natuurgebieden het het moeilijkst hebben. Dit zijn vooral de zogeheten kleinschalige cultuurlandschappen. Dit zijn situaties die verdwijnen; in Nederland heb je ergens rond Ootmarsum een gebied dat gespaard is gebleven van de Heilige Ruilverkavelingsrituelen. Dat is een laatste restant van een verdwijnende wereld.
En ergens is de Scharrelaar een moeilijk te vatten soort. Nederlanders kennen de soort niet uit hun jeugd, omdat hij hier geen vaste voet aan de grond heeft en ook niet heeft gehad, want de soort heeft behoefte aan een landklimaat.