Rustig aan.
Voor de reis was ik voorzien van een EuropaSpezial-ticket van Aken naar Warschau voor zowel de heen- als de terugreis, waarbij ik voor de comfortabele “ruststoel” had gekozen. Naar Aken koos ik ervoor geheel per bus te reizen, met allereerst in Maastricht één overstap. Helaas verliep de reis niet vlekkeloos. De eerste bus vertrok te laat waardoor ik vreesde de overstap te missen, hoewel de tweede bus, die naar Aken, niet zelden wat later vertrekt dan het tijdstip in de dienstregeling. Tussen de overstapbushaltes was het ongeveer 300 à 400 meter te voet die in ongeveer 7 minuten moesten worden afgelegd. Toen ik juist uitstapte reed op de Akersteenweg juist een bus voorbij en aangezien op die weg slechts één lijn opereert meende ik dat dit mijn bus naar Aken moest zijn geweest. Teleurgesteld, want nu zou mijn aansluiting in Aken in gevaar komen, liep ik richting de volgende, verder langs de lijn gelegen halte.
Wat schetste mijn verbazing! Bus 50 kwam alsnog langs, en deze had ik gewoon kunnen hebben, als ik maar meteen naar de nabije halte was gelopen.
Voorheen liftte ik vaak – nu niet meer. Ik strekte mijn duim maar eens. Als ik snel een lift zou krijgen kon ik met wat mazzel de bus nog inhalen. Of een rit direct naar Aken, dat zou natuurlijk ook nog kunnen.
Uiteindelijk nam ik plaats in de volgende bus, die een half uur later kwam. Bij de stop op het busstation in Gulpen vroeg ik of het doenbaar zou zijn om één of twee minuutjes eerder in Aken te zijn. Dit zou namelijk mijn kansen op het halen van de geboekte aansluiting enorm hebben vergroot. In Gulpen bleek de bus van chauffeur te wisselen, zodat ik mijn vraag enkele minuten later nog maar een keer stelde. Tot Aken keken mijn ogen vooral naar de “verwachte aankomsttijd” voor mijn halte, welke continue werd weergegeven.
Twintig seconden.
Twintig seconden, zo veel, of zo weinig, was ik te laat op het vertrekspoor van de regiotrein naar Wuppertal. Vanuit Wuppertal zou ik in de EuroNight Jan Kiepura verder reizen naar Warschau. Een alternatief per trein om die aansluiting nog te halen was er niet. Daarop ben ik naar de taxistandplaats gelopen en vroeg de eerste de beste chauffeur naar een tarief en verwachte reisduur naar Keulen, waar ik eveneens op de dagelijkse nachttrein naar Polen zou kunnen stappen. 120 euro zonder meter, met meter zou het rond de 135 euro zijn. Zonder na te denken ben ik maar ingestapt. Of de prijs juist was voor deze rit van ongeveer 70 kilometer – ik weet het niet. Maar ik wilde de nachttrein en mijn afspraken de volgende dag niet missen. Een flinke uitgave – vergeleken met mijn gebruikelijke reisbudget toch wel!
Soms gaat het niet anders.
Op tijd arriveerde ik in Keulen. Daar stapte ik op de nachttrein van PKP. Er waren uiteraard veel Poolse reizigers. Door de nacht reden we naar Polen. In Hannover keek ik nog even uit het raam. Berlijn en Rzepin heb ik gemist, want ik sliep. In de trein was niet zoveel te beleven.
Donderdag 15 september
Kaska.
Op Warszawa Zachodnia had ik afgesproken met Kaska. Ze bleek me op het perron op te wachten. Alle drie bezoeken aan Polen dit jaar hebben we elkaar getroffen – op het eerste bezoek dit jaar hebben we elkaar voor het eerst ontmoet. Ook heeft Kaska tien dagen bij mij in Maastricht gelogeerd. Vrouwen horen wel bij mijn leven, maar een definitieve koers.. heb ik nog niet bepaald.
Mijn bagage ging in de kofferbak van Kaska's auto en we waren voor een uurtje in haar flat, alvorens we samen door zouden reizen naar vrienden van me in Lublin. Ook zou Kaska deel gaan nemen aan de wandeltrektocht die ik ook dit jaar weer in september heb georganiseerd en die vanaf maandag zou gaan beginnen. De wandeltrektocht zou ons te voet brengen van Kolbuszowa – provincie Podkarpackie – naar Janów Lubelski in de provincie Lublin.
Kaska woont in een flat in een modern appartementengebouw in het noordwesten van Warschau. Rond de flat zijn een aantal parken aanwezig, die we in Nederland al snel bos zouden noemen. Kaska had het zelf trouwens ook over bos. Te voet door het park en vervolgens met bus en metro gaan we naar busstation Wilanowska om daar op de lijnbus van Polskibus te wachten. Ik nam plaats op mijn backpack en we aten broodjes kebab en falafel. Polskibus bracht ons comfortabel en volgens dienstregeling naar het busstation in Lublin, waar we niet veel later mijn kameraad Marek troffen op busplatform nummer 0. Op verzoek van Kaska gingen we nog even te voet langs het paleis en door de binnenstad van Lublin en vervolgens namen we een trolleybus naar de appartementenflat waar Marek woont met vrouw en dochter.
Gastvrij.
Het onthaal was gastvrij of laat ik het dan maar gewoon zo schrijven: zoals gewoonlijk serveren Marek en Ania smakelijke gerechten als ook een flesje bier! Voor later op de avond legde ik mijn fles Oranjebitter in de koeling en ik overhandigde Ania stroopwafels en Wilhelmina pepermunt. We gingen allemaal tijdig slapen. Ania moest de volgende dag nog werken en Marek zou mij en Kaska vergezellen naar Janów Lubelski.
Vrijdag 16 september
Hoogveen van Rakowskie.
Net als in oktober 2005 ga ik met Marek naar Janów Lubelski, deze keer met daarbij Kaska, en net als toen liepen we eerst enige kilometers naar de bushalte waar we plaats namen in een minibus van de firma AS en 13 Zlotych neerlegden voor de rit van om en nabij 70 kilometer. Onderweg haalden wij welgeteld nog één boerenkar met paard in. De tijden veranderen ook in Lubelskie. In Janów werden we opgepikt door Adam, die ons drieën wat meer zou laten zien van vooral wilde planten en ook andere organismen in het bosgebied Lasy Janowskie. We reden eerst naar het oosten, naar Frampol. Langs de weg stonden heel wat kruizen, waar Adam ons steeds op wees. In Frampol gingen we naar het zuiden. Op enkele plaatsen was sprake van wegwerkzaamheden. In het dorp Korytków Maly lieten we de auto achter. De eerste excursie bracht ons naar het veen van Rakowskie. Dit mooie veengebied was begroeid met veel hoogveenmos, kleine veenbes, lavendelhei, maar ook berken en grove dennen die hier hooguit enige tientallen jaren oud kunnen worden. Het veengebied Rakowskie heeft geen beschermde status in het kader van het natuurbeheer. Ondanks de schoonheid van het veen voelde ik mij nog niet genegen het fototoestel te hanteren. In het bos keken wij ook naar de plantengroei. Adam maakt hier beroepsmatig opnames van. Vooral Wintereik en Zilverspar zijn aardig om te vermelden. Het viel me op dat Marek toch lang niet alles weet te benoemen, hoewel hij zichzelf botanist noemt en onderzoek verricht naar moerasvegetaties...
En ik maar klagen dat ik zo weinig soortenkennis heb van vissen, amfibieën etcetera...
Terug in Korytków Maly verorberden we wat koekjes en ijsjes bij het dorpswinkeltje, terwijl we grapjes maakten over twee kleine hondjes en twee imitatie-Wilde zwijnen in de tuin naast de winkel.
Monument van de partizanen.
We reden een heel eind terug richting Janów en Adam parkeerde de auto op een groot parkeerterrein in het bosgebied, nabij Flisy, waar voorts één andere auto staat. Op de stille plek sta ik er op dat mijn backpack goed verborgen werd in de auto, want er was volop ruimte voor struikrovers in dit gebied. We bevonden ons aan het begin van een laan door het bos die naar een indrukwekkend monument leidde. Het was een herinnering aan de strijd van Porytowe Wzgórze, welke plaats vond op 14 en 15 juni 1944. Ongeveer 3000 Poolse en Russische partizanen hadden zich teruggetrokken in het bosgebied Lasy Janowskie, maar waren omsingeld door ruim 25.000 Duitse soldaten. Ondanks het grote verschil in de omvang van de manschappen slaagden de Polen en Russen erin een bres te slaan in de Duitse aanvalslinie, waarop de partizanen verder trokken tot voorbij Bilgoraj.
Monument van de partizanen in Lasy Janowskie
Aspect van het monument
Begraafplaats van omgekomen Russische partizanen
Hierop vervolgden wij de excursie, die verder niet zo heel spannend meer was. We passeerden het tracé van de voormalige spoorlijn door Lasy Janowskie. We aanschouwden de vrij meanderende beek Branew, helaas zonder roepende IJsvogels. In de beemden van de beek bloeiden Grote pimpernel en Duifkruid, waaronder een albino exemplaar. Het was tijd voor pauze.
Pauze, gezeten op een horizontale Zomereik op maaiveldhoogte
Ergens in de loop van de dag viel me in dat mijn Spa-flesje met Oranjebitter nog bij Marek en Ania in Lublin in de koelkast lag. Toen ik het Marek vertelde kon hij een glimlach niet onderdrukken.
Poolse paarden.
Daarna reden we naar Szklarnia, waar Adam ons een kudde van 19 paarden liet zien van de rassen Bilgoraj en Konik. Verder gingen we nog een kijkje nemen bij het kampeerterrein van Janów Lubelski, aan de zuidzijde van het stuwmeer. Er waren geen gasten, maar kamperen zou wel mogelijk zijn. Goed, dan wisten we dat alvast – want een verblijf van twee nachten was het idee dat ik in gedachten had voor het einde van de wandeltrektocht vanuit Kolbuszowa.
Rzeczyca.
Het werd tijd om de excursie af te ronden. Zelf had ik gedacht dat Marek, ik en Kaska in Zaklików op de trein zouden stappen. Adam bracht ons echter naar een ander stationnetje dat een kilometer of acht noordelijker ligt, dat van Rzeczyca, omdat hij er zelf vlakbij woont, bij zijn ouders.
Het station van Rzeczyca
Bij het aanschouwen van het stationsgebouwtje kon ik mij er niet van weerhouden iets te zeggen over de “postmoderne pracht” van de voorzieningen van PKP.
Het station van Rzeczyca
Afijn, het was vooral van belang dat wij onze reis weer voort konden zetten. Helaas kon alleen Marek zijn reis voortzetten. De trein naar Lublin zou weldra komen. Wij waren net te laat voor de richting Kolbuszowa / Rzeszów – een minuut of zes. Ik had gedacht dat we nog wel op tijd waren, omdat ik de vertrektijden van Zaklików uit mijn hoofd kende. Het was de laatste verbinding die dag.
Ik verklaarde Adam dat wij ons wel zouden redden. Immers, wij hadden tent, slaapzak en voldoende proviand – op één kilometer lag een bos waar we vast wel een plekje voor de tent konden vinden. Ook had ik de mogelijkheid al genoemd om op het station te overnachten. Kaska sprak het niet aan. Ik moest natuurlijk aan Spisske Stiavnik denken, waar ik in 2009 op het station heb overnacht met Dorenda en Jordi.
Onverwacht te gast.
Adam trok zich even terug in zijn auto en vervolgens mochten we instappen, want hij had per telefoon toestemming gekregen om ons te laten overnachten in het huis waar hij en zijn ouders wonen. Het was een oranje huis. Adam’s moeder was in eerste instantie erg streng tegen Adam. Ze was bepaald niet blij met het onverwachte logeerbezoek want ze waren er niet op voorbereid. Hoewel de hemel in haar hoofd daarna spoedig opklaarde bleef Kaska daarna diverse keren naar haar verwijzen met de naam Gargamel.
Er was thee, er was brood en er was boter, en misschien was er nog wat meer, maar al was er niets meer – wat kun je jezelf nog meer wensen?
Ik belde met mijn contactpersoon in Kolbuszowa, omdat we vrijdag aan zouden komen, maar na het missen van de trein besloten we om de eerstvolgende verbinding te nemen, op zaterdagochtend.
Adam liet via het scherm van zijn digitale reflexcamera opnames zien van diverse plekken in het bosgebied van Janów Lubelski. Later arriveerde een vriend, die in tegenstelling tot Adam goed Engels sprak en voor ieder die wilde een blik Zubr open trok. Op verzoek van Adam’s ouders verplaatsten Kaska, ik en Adams vriend zich naar de slaapkamer waar Kaska en ik zouden overnachten. Adam toonde mij één van zijn favoriete boeken, namelijk een fotoalbum over het Oerwoud van Bialowieza. Dezelfde uitgave heb ik in de Engelse taal in bezit – door mij in 2002 tijdens mijn stage in het Bialowieza aangeschaft.
Adam’s kameraad ging niet zo veel later, net als iedereen, onder de wol, terwijl de blikken Zubr nog niet half leeg waren.